Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2016
Met deze brief informeer ik u over de huidige stand van zaken rondom vogelgriep in
Europa en Nederland en de aanscherping van de landelijke maatregelen.
In de brief van 9 november jl. (Kamerstuk 28 807, nr. 200) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het aantreffen van dode wilde vogels met hoogpathogene
vogelgriep (HPAI) in Hongarije, Polen, Duitsland en Oostenrijk. Inmiddels zijn er
ook wilde vogels met hoogpathogene vogelgriep aangetroffen in Kroatië en Zwitserland.
Bij de in Monnickendam gevonden wilde vogels heeft Wageningen Bioveterinary Research
(WBVR) het hoogpathogene H5N8 type vastgesteld. De in Zeewolde aangetroffen vogels
hebben een besmetting met de H5 vogelgriep, onderzoek naar de verdere typering loopt
nog. Er loopt tevens nog onderzoek naar gevonden dode wilde vogels op andere locaties.
Meerdere lidstaten hebben melding gedaan van HPAI van het type H5N8 bij commercieel
gehouden dieren. In Hongarije zijn inmiddels vijf bedrijven met H5N8 besmet, in Duitsland
drie bedrijven en in Oostenrijk twee bedrijven. Uit analyse van de Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit (NVWA) is gebleken dat er geen risicovolle transporten vanuit deze
regio’s naar Nederland hebben plaatsgevonden. De getroffen lidstaten hebben maatregelen
ingesteld conform de Europese bestrijdingsrichtlijn.
Middels onderzoek door het Wageningen Bioveterinary Research is vastgesteld dat eenden
in een klein dierenpark in Rotterdam besmet zijn met hoogpathogene H5N8. Conform de
Europese richtlijn zijn de besmette vogels gedood.
Binnen de ruimte die de Europese bestrijdingsrichtlijn biedt voor niet-pluimveebedrijven,
zijn de andere vogels opgehokt en wordt hun gezondheid in de gaten gehouden. Bezoekers
hebben geen toegang meer tot de dieren.
Op basis van een veterinaire risicoanalyse is het niet nodig om een gebied met vervoersbeperkingen
in te stellen. Ook hiervoor biedt de Richtlijn ruimte.
De besmetting van de eenden is waarschijnlijk veroorzaakt door contact met wilde watervogels
in de omgeving. Er zijn geen aanwijzingen voor contacten met commerciële bedrijven.
Wel zal één klein legbedrijf, dat zich in de buurt van het dierenpark bevindt, onderzocht
en in de gaten gehouden worden.
Met name de besmettingen van commerciële bedrijven in andere lidstaten baren mij zorgen.
Vanwege deze toenemende dreiging heb ik besloten om, aanvullend op de reeds ingestelde
ophok- en afschermplicht, een aantal landelijke maatregelen in te stellen. Per direct
is het niet meer toegestaan om sierpluimvee en watervogels te verzamelen (op bijvoorbeeld
tentoonstellingen). Tevens heb ik een landelijk verbod ingesteld op de jacht op watervogels
en op jachtactiviteiten waarbij watervogels verstoord worden. Uiteraard is het zaak
dat iedereen bij de uitoefening van andere activiteiten in de natuur ook zoveel mogelijk
verstoringen voorkomt van wilde watervogels, om de eventuele verspreiding van het
virus te beperken. Ik roep iedereen op hier rekening mee te houden.
Op locaties waar vogels worden gehouden (zowel commercieel als hobbymatig) heb ik
een bezoekersverbod ingesteld. Dit betekent dat alleen bezoekers in de vogelverblijfplaatsen
worden toegestaan als dat noodzakelijk is voor diergezondheid, dierenwelzijn of gezondheid
van personen. Bij hobbyhouders, kinderboerderijen en dierentuinen hebben bezoekers
geen toegang tot de hokken, maar is het wel mogelijk om van achter een afscheiding
naar de dieren te kijken. Op commerciële pluimveebedrijven moeten strikte hygiënemaatregelen
bij de noodzakelijke bezoeken in acht worden genomen en heb ik een registratieplicht
voor bezoekers ingesteld. Voor hobbyhouders zijn deze strikte hygiënemaatregelen veterinair
gezien niet nodig.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam