28 676 NAVO

Nr. 299 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2018

Hierbij bied ik u de overview van de NATO Defence Planning Capability Review (DPCR) over Nederland aan2. In deze DPRC maakt de NAVO een analyse van de staat van de Nederlandse krijgsmacht, inclusief de Nederlandse defensie-uitgaven. Op basis van deze analyse wordt bepaald of Nederland voldoende bijdraagt aan de taken en de missies van de NAVO. Daarbij wordt tevens bekeken of Nederland naar draagkracht militaire capaciteiten beschikbaar heeft en beschikbaar stelt voor het bondgenootschap.

Zoals bekend pleit Nederland in de NAVO, waar mogelijk, voor het vergroten van transparantie. Uw Kamer heeft meermaals gemeld hier eveneens waarde aan te hechten. Mede dankzij de Nederlandse inspanningen is de overview van de DPCR in 2016 voor het eerst niet langer gerubriceerd en met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 28 676, nr. 241). Dit is de tweede keer dat de analyse wordt gedeeld, ik ben voornemens dit ook in de toekomst te blijven doen.

In het verslag van de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie op 7 en 8 juni 2018 (Kamerstuk 28 676, nr. 293) is de Kamer geïnformeerd dat de Nederlandse defensie-uitgaven lager zijn dan 2 procent van het bbp en daarnaast onder het gemiddelde van de Europese bondgenoten en Canada ligt. Als Nederland de defensie-uitgaven niet verder verhoogt, is het gevolg hiervan dat andere bondgenoten mogelijk een onevenredig groot deel van de benodigde capaciteiten moeten leveren.

Nederland investeert fors in Defensie, oplopend tot 1,5 miljard euro structureel per jaar extra en in totaal 5 miljard euro gedurende deze kabinetsperiode. Met de investeringen in de Defensienota wordt onder meer de operationele gereedheid van de Nederlandse krijgsmacht op orde gebracht en wordt geïnvesteerd in de vernieuwing en modernisering van de krijgsmacht.

Nederland geeft in de jaren 2018, 2019 en 2020 circa 1,3 procent van het bbp uit aan Defensie. De verhoging van het defensiebudget bij ongewijzigd beleid leidt, mede als gevolg van de verwachte economische groei, bij de huidige inzichten slechts tot een tijdelijke groei van het percentage van het bbp dat aan Defensie wordt besteed. De NAVO spreekt in de DPCR haar bezorgdheid uit over de hoogte van de Nederlandse defensie-uitgaven. Hoewel de NAVO de verhoging van de defensie-uitgaven verwelkomt, voldoet Nederland niet aan alle capaciteitsdoelstellingen. Er zijn verdergaande investeringen nodig op het gebied van slagkracht, instandhouding en operationele (gevechts-)ondersteuning (combat support en combat service support) om aan de NAVO-doelstellingen te kunnen voldoen.

Zoals in de Defensienota gemeld (Kamerstuk 34 919, nr. 1), neemt Nederland de zorgen van de NAVO op het gebied van de capaciteitendoelstellingen serieus. Daarom geeft Nederland in deze kabinetsperiode ook gestalte aan de langere lijnen naar de toekomst die nodig zijn voor een stabiele financiering en versterking van de krijgsmacht. De NAVO wijst erop dat we, ondanks de investeringen, veel van de capaciteitendoelstellingen nog niet of onvoldoende kunnen verwezenlijken. Een stapsgewijze groei in het kader van deze lange lijnen naar de toekomst om de capaciteitendoelstellingen van de NAVO te realiseren nemen we op in de herijking van de Defensienota. Deze staat gepland in 2020.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

I.v.m. een correctie in het opschrift.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven