28 385
Evaluatie Meststoffenwet

nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2004

In mijn brief van 29 januari jl. heb ik u geïnformeerd over de opzet en uitvoering van de Evaluatie Meststoffenwet 2004. Inmiddels is deze evaluatie afgerond en aan mij op 27 april 2004 aangeboden.

Hierbij stuur ik u het syntheserapport van deze evaluatie toe1, mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. De Evaluatie Meststoffenwet 2004 is uitgevoerd door een groot aantal onderzoeksinstellingen onder leiding van Milieu- en Natuurplanbureau (MNP), Landbouw Economisch Instituut en Expertisecentrum LNV.

Het syntheserapport is opgesteld onder eindverantwoordelijkheid van het MNP. De rapportages van de in het kader van de Evaluatie Meststoffenwet 2004 uitgevoerde deelonderzoeken die mede ten grondslag liggen aan het bijgevoegde syntheserapport komen op korte termijn volledig beschikbaar via de internetsite van mijn ministerie:http://www.minlnv.nl/mestbeleid/.

Het syntheserapport geeft, terugkijkend, een evaluatie van de werking van de Meststoffenwet tot nu toe, en vooruitkijkend, een beoordeling van een aantal varianten van gebruiksnormen. De beoordeelde varianten van gebruiksnormen zijn ontleend aan het rapport van de Werkgroep Onderbouwing Gebruiksnormen. Deze werkgroep van onderzoekers heeft de afgelopen maanden onderzocht hoeveel werkzame stikstof toegediend kan worden ingeval van toepassing van de bemestingsadviezen en ingeval van niet overschrijden van de stikstof-concentratiedoelstelling voor grondwater of oppervlaktewater. De werkgroep heeft daartoe een tiental scenario's van bemestingsnormen voor stikstof en fosfaatbemesting doorgerekend. Dit rapport stuur ik u hierbij eveneens toe1.

Mede op basis van deze rapporten zullen wij keuzes maken voor de nadere invulling van het nieuwe mestbeleid en het stelsel van gebruiksnormen. In mei 2004 stuur ik u de beleidsbrief waarin wij onze voornemens kenbaar maken.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven