28 385 Evaluatie Meststoffenwet

Nr. 197 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2010

In de beschikking waarmee de Europese Commissie Nederland een uitzondering (derogatie) toestaat op de norm uit de Nitraatrichtlijn die het gebruik van dierlijke mest beperkt (maximaal 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar), is als één van de voorwaarden voor deze derogatie vastgelegd dat de mestproductie (uitgedrukt in stikstof en fosfaat) in Nederland niet boven het niveau van het jaar 2002 mag uitkomen. Deze bepaling is opgenomen in zowel de beschikking die gold voor de jaren 2006–2009 als in de beschikking die geldt voor 2010–2013.

Uit recent door het CBS gepubliceerde definitieve gegevens over het jaar 2009 blijkt dat de hoeveelheid fosfaat die in 2009 door de veestapel werd geproduceerd ongeveer 2 mln. kg (ruim 1 %) boven het niveau van 2002 (173 mln. kg) ligt. Hiermee wordt voor het tweede achtereenvolgende jaar het mestproductieplafond overschreden. In 2008 bedroeg de overschrijding ongeveer 3 mln. kg (Kamerstukken II, 2009/10, 28 385, nrs. 164 en 189).

De Europese Commissie heeft in reactie op de overschrijding van het mest-productieplafond in 2008 aangegeven van Nederland concrete maatregelen te verwachten die moeten garanderen dat de mestproductie weer daalt tot onder het niveau van 2002.

Ik ben eveneens van mening dat de Nederlandse mestproductie zo snel mogelijk weer tot onder het niveau van 2002 moet dalen. Dat is ook van belang om de druk op de Nederlandse mestmarkt te beperken. In dat verband is het wel bemoedigend dat de totale mestproductie (zowel uitgedrukt in fosfaat als in stikstof) in 2009 ten opzichte van 2008 is afgenomen. Deze afname is vooral bereikt in de melkveehouderij. De totale fosfaat- en stikstofexcretie van varkens, pluimvee en paarden en pony’s is toegenomen.

Uit onderzoek blijkt dat voermaatregelen een forse bijdrage kunnen leveren aan het verlagen van de stikstof- en fosfaatexcretie van vee zonder dat de gezondheid en het welzijn van de dieren hier negatief door beïnvloed wordt.

Mede om die reden hebben LTO Nederland en de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie NEVEDI het initiatief genomen voor het maken van afspraken over het verlagen van fosfaatexcretie via diervoeders. Deze afspraken zouden per 1 januari 2011 moeten ingaan. De voermaatregelen zouden in 2011 de fosforopname al zodanig moeten verlagen dat omgerekend de hoeveelheid fosfaat in de mest met 10 miljoen kg per jaar afneemt. Voor de verdere toekomst wil men verdergaande maatregelen nemen om de fosfaatexcretie nog meer te verlagen.

Ik ondersteun het initiatief van NEVEDI en LTO Nederland van harte. Beter voermanagement en het gebruik van diervoeders met lagere emissies naar het milieu zijn effectief en dragen bij aan een duurzamere veehouderij. Ik dring er daarom bij de initiërende partijen op aan dat zij álle belanghebbenden van de kant van zowel voerproducenten als veehouders betrekken in deze aanpak om de excretie te verlagen om het effect maximaal te laten zijn.

Ik heb er vertrouwen in dat voermaatregelen dusdanig effectief zijn dat andere maatregelen als het afromen van dierrechten om daarmee de Nederlandse mestproductie weer onder het niveau van 2002 te krijgen, niet nodig zijn. Het ministerie van EL&I zal met het bedrijfsleven afspraken maken over de monitoring van de resultaten en wanneer de balans wordt opgemaakt.

Ik zal de Europese Commissie informeren over de overschrijding van het mestproductieplafond in 2009 alsmede over de maatregelen die genomen worden om de mestproductie weer onder het niveau van 2002 te krijgen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven