nr. 70
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 september 2008
Hierbij doe ik u toekomen het Plan van aanpak Huiselijk geweld «De volgende fase» voor de periode tot 20111. Bij het AO huiselijk geweld op 19 december 2007
(Kamerstuk 28 345, nr. 60) heb ik dit Plan van aanpak aangekondigd. Ik
stuur u dit Plan van aanpak mede namens de ministers voor Jeugd en Gezin,
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor Wonen, Wijken en Integratie
en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport.
In de afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat geweld in de
privé-sfeer op grote schaal voorkomt; het gaat om een van de omvangrijkste
geweldsvormen in onze samenleving. Op de lijst van dodelijke slachtoffers
als gevolg van een onnatuurlijke oorzaak staat huiselijk geweld, na verkeersongevallen,
op de tweede plaats. Huiselijk geweld heeft grote gevolgen voor de slachtoffers.
Dit zijn meestal vrouwen en kinderen; kinderen als direct slachtoffer van
mishandeling of als getuige van het geweld tussen hun ouders.
Om die reden zet het kabinet de aanpak van huiselijk geweld met kracht
voort. Het nieuwe Plan van aanpak sluit aan op het vorige programma «Privé Geweld-Publieke Zaak» dat uitgevoerd
is van 2002 tot 2008; dit programma was vooral gericht op het tot stand brengen
van een infrastructuur, bedoeld om de samenwerking op lokaal niveau te bevorderen.
Nu die infrastructuur grotendeels is gerealiseerd wil het kabinet verdere
stappen in de aanpak zetten. Centrale doelstelling van dit plan is het voorkomen
en bestrijden van huiselijk geweld door het bevorderen van een doorlopende
aanpak – van preventie en signaleren tot interveniëren –
die alle doelgroepen bereikt en effectief is. Het nieuwe plan bevat tal van
concrete maatregelen. In deze brief schets ik de hoofdlijnen daaruit, aan
de hand van de onderscheiden thema’s «preventie, signaleren en
interveniëren», «onderzoek» en «instrumenten
en samenwerking».
Voor het thema «preventie, signaleren en interveniëren»
is het tot stand brengen van een toekomstbestendig stelsel van opvang en hulpverlening van groot belang. Daarom ook heeft de staatssecretaris van VWS in de
beleidsbrief «Beschermd en weerbaar, intensivering van de opvang en
hulp bij geweld in afhankelijkheidsrelaties» van 10 december 20071 voor deze onderwerpen haar ambitie en inzet geschetst
voor de komende jaren. Er komen onder andere meer opvangplaatsen, de Advies-
en Steunpunten Huiselijk Geweld worden versterkt, waarbij ook wordt geïnvesteerd
in crisisinterventie met het oog op de invoering van de voorgestelde Wet tijdelijk
huisverbod, en de kwaliteit van de hulp en opvang wordt verbeterd.
Het terugdringen van huiselijk geweld kan alleen worden gerealiseerd wanneer
het hulpaanbod gericht is op alle bij huiselijk geweld betrokken personen;
dus pleger, slachtoffer en eventuele kinderen. Daarom wordt de gezinsgerichte
hulpverlening verder ontwikkeld en verbeterd.
Bijzondere aandacht gaat uit naar kinderen die getuige zijn van huiselijk
geweld. Bekend is dat deze kinderen hier ernstige gevolgen van kunnen ondervinden
en bovendien een grote kans lopen om later zelf dader of slachtoffer te worden
van huiselijk geweld. Dat patroon willen wij doorbreken. De samenwerkingsafspraken
gericht op de aanpak van deze problematiek, de zogenaamde Kindsporen, zullen
dan ook krachtig worden gestimuleerd. Daarnaast zal worden onderzocht hoe
deze geweldoverdracht van generatie op generatie kan worden voorkomen.
Het Plan van aanpak kent een stevige onderzoeksparagraaf. In een groot
landelijk onderzoek naar de omvang en aard van huiselijk geweld worden veel
aspecten nader onderzocht. We willen meer weten over het gedrag van plegers
en slachtoffers bij het zoeken van hulp: waarom zoekt men geen hulp en hoe
zou hulp beter toegankelijk gemaakt kunnen worden? Ook wordt naar schatting
slechts 12% van het huiselijk geweld gemeld bij de politie. In het
onderzoek wordt daarom aan slachtoffers gevraagd wat hen ervan weerhoudt om
het geweld te melden bij de politie. Tevens zal uitgebreid daderonderzoek
plaatsvinden.
Huiselijk geweld is een ernstig vergrijp. Zeker wanneer dat geweld bij
herhaling voorkomt, is strafrechtelijk ingrijpen geboden. In het nieuwe plan
krijgt de strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld meer accent. Het aantal
aanhoudingen wordt verhoogd en er komt meer inzet van de reclassering. Hulpverlening
blijft echter ook in een strafrechtelijke aanpak cruciaal. Zo zal er een intensieve
gedragsinterventie voor plegers van huiselijk geweld worden ontwikkeld, die
als bijzondere voorwaarde kan worden opgelegd.
De periode tot 2011 zal zich tevens kenmerken door de uitvoering van het
huisverbod, een belangrijk instrument bij de aanpak van huiselijk geweld.
Het Wetsvoorstel tijdelijk huisverbod wordt dit najaar in de Eerste Kamer
behandeld, waarna naar verwachting de wet begin 2009 in werking zal treden.
Om de implementatie van het huisverbod zoveel mogelijk te ondersteunen en
te stimuleren, is inmiddels een groot aantal instrumenten ontwikkeld. Ook
zullen een helpdesk en een landelijke website met informatie over de (uitvoering
van) de wet beschikbaar komen.
Het is cruciaal dat beroepskrachten die in aanraking komen met ouders
en kinderen goed weten hoe om te gaan met (vermoedens van) kindermishandeling
en huiselijk geweld. Er zijn door de Tweede Kamer diverse moties ingediend
over (onderzoek naar) meldplicht en meldcodes. U ontvangt binnenkort een gezamenlijke
brief van mijn collega’s minister Rouvoet en staatssecretaris Bussemaker
en mij daarover.
Eind 2010 wordt nagegaan of de doelstelling van het nieuwe Plan van aanpak
is gerealiseerd. Tussentijds zal ik u informeren over de stand van zaken.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin