27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 567 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2022

Hierbij informeer ik uw Kamer over het voorstel van de Europese Commissie (EC) over te hanteren beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen binnen het bijenrichtsnoer.

Bijenrichtsnoer

Binnen de EU wordt al jaren gesproken over een nieuwe geharmoniseerde wijze waarop gewasbeschermingsmiddelen worden beoordeeld op de risico’s voor bijen door middel van het bijenrichtsnoer. De eerste versie van het bijenrichtsnoer is in 2013 door EFSA gepubliceerd. Omdat sindsdien veel wetenschappelijk werk is uitgevoerd en gepubliceerd, heeft EFSA in maart 2019 het mandaat van de EC gekregen om het bijenrichtsnoer verder uit te werken en aan te passen aan de huidige stand van de wetenschap.

In juni 2021 is een meerderheid van lidstaten akkoord gegaan met het compromisvoorstel om voor honingbijen een beschermdoel van een maximale afname van de omvang van honingbijenkolonies van 10% te hanteren (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1337). Een dergelijke afname ligt binnen de natuurlijke variatie van de omvang van een honingbijenkolonie en heeft daarmee geen negatieve effecten op de populatie als geheel. Sindsdien werkt EFSA om beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen te bepalen en betrekt lidstaten hier zo veel mogelijk bij. Zo hebben op 23 november 2021 en op 17 februari 2022 bijeenkomsten plaatsgevonden waar het wetenschappelijke werk van EFSA is besproken (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1358 en Kamerstuk 27 858, nr. 562). Op basis van deze bijenkomsten en het wetenschappelijke werk van EFSA doet de EC nu een voorstel voor de te hanteren beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen.

Voorstel beschermdoelen

Op 31 maart 2022 heeft de EC mondeling voorgesteld om in afwezigheid van voldoende robuuste wetenschappelijk gegevens geen vooraf vastgestelde drempelwaarde voor hommels en solitaire bijen aan te houden totdat meer data beschikbaar komt. De EC overweegt hierbij om altijd veldstudies met hommels en solitaire bijen te vereisen, waarbij het uitgangspunt wordt gehanteerd dat een gewasbeschermingsmiddel geen negatieve effecten op de populatie hommels en solitaire bijen mag hebben.Alleen wanneer op basis van data uit laboratoriumstudies en een worst case inschatting van de blootstelling al is aangetoond dat er geen risico is voor honingbijen, hommels, solitaire bijen en andere insecten kan een veldstudie achterwege blijven. De EC vraagt lidstaten om een positie ten aanzien van dit voorstel kenbaar te maken.

Advies Ctgb

Op mijn verzoek heeft het Ctgb een advies opgesteld op het voorstel van de EC.

Het advies is als bijlage1 toegevoegd aan deze brief. Het Ctgb adviseert om:

  • het voorstel van de EC te volgen om bij afwezigheid van voldoende data op dit moment geen drempelwaarde als beschermdoel voor hommels en solitaire bijen vast te stellen. Het Ctgb geeft aan dat met deze aanpak hommels en solitaire bijen eveneens goed kunnen worden beschermd, omdat het uitgangspunt blijft dat een gewasbeschermingsmiddel geen negatieve effecten op de populatie hommels en solitaire bijen mag hebben. De door de Commissie voorgestelde aanpak is vergelijkbaar met andere onderdelen van de milieurisicobeoordeling (zoals bijvoorbeeld de risicobeoordeling voor aquatische organismen).

  • bij de EC aan te dringen op het zo snel mogelijk laten formuleren van goede eisen en protocollen voor veldstudies met hommels en solitaire bijen, zodat wordt geborgd dat deze kwalitatief goede data opleveren.

Standpunt

Ik heb uw Kamer op 14 februari 2022 (Kamerstuk 27 858, nr. 562) laten weten dat mijn inzet voor de beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen een maximaal toelaatbare sterfte van 7% is, conform de nader gewijzigde motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1175) en de motie van het lid Wassenberg c.s. (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 50). Dit heb ik ook ingebracht tijdens de bijeenkomst tussen de EC, EFSA en lidstaten over de beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen op 17 februari 2022 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1358 en Kamerstuk 27 858, nr. 562).

Ik zal deze inzet ook nu kenbaar maken naar de EC en wijk daarmee af van het voorstel van de EC.

Het is daarnaast van groot belang dat goede eisen en protocollen voor veldstudies met hommels en solitaire bijen beschikbaar komen, zodat wordt geborgd dat veldstudies kwalitatief goede data opleveren. Dit geldt voor zowel het huidige voorstel van de EC als voor de situatie waar wél een vooraf vastgesteld maximaal toelaatbare sterfte wordt gehanteerd. Ik zal daarom, in lijn met het advies van het Ctgb, bij de EC aandringen op het zo snel mogelijk laten formuleren van goede eisen en protocollen voor veldstudies met hommels en solitaire bijen.

Indien een meerderheid van lidstaten akkoord is met het voorstel van de EC, zal EFSA het bijenrichtsnoer verder uitwerken aan de hand van deze beschermdoelen. Wanneer de uitwerking is afgerond zal het bijenrichtsnoer, nadat een publieke consultatie heeft plaatsgevonden, worden voorgelegd aan de lidstaten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven