Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2019
Inleiding
Met deze brief informeer ik u over de behoefte aan het vervangen van de drijvende
brugslagcapaciteit (pontonbrug). Dit project voorziet in de vervanging van de huidige
drijvende brugslagcapaciteit die een essentiële rol vervult in de mobiliteitsondersteuning
van landeenheden tijdens operationele inzet en van civiele autoriteiten bij nationale
inzet. Met deze brugslagcapaciteit kunnen brede waterhindernissen zoals rivieren worden
overgestoken. Er kan zowel in diep als in ondiep water mee worden opgetreden, bijvoorbeeld
in geval van watersnood.
De vervanging van de huidige drijvende brugslagcapaciteit is noodzakelijk omdat deze
niet meer voldoet aan de operationele eisen, technologisch sterk is verouderd en geen
optimale bescherming biedt aan het personeel en de omgeving, bijvoorbeeld met betrekking
tot motorgeluid en emissie. Dit project draagt dan ook direct bij aan de modernisering
van de Krijgsmacht.
Context
In de context van een veranderende veiligheidssituatie heeft het kabinet met de Defensienota
(Kamerstuk 34 919, nr. 1) een perspectief geschetst voor de stapsgewijze versterking en modernisering van
de krijgsmacht. Hierbij is het uitgangspunt een veelzijdig inzetbare krijgsmacht die
in staat is uitvoering te geven aan haar grondwettelijke taken. Het welslagen van
militaire inzet en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht is sterk afhankelijk
van mobiliteitsmiddelen. Specifiek voor brede waterhindernissen beschikt Defensie
over drijvende brugslagcapaciteit, in de vorm van pontonbruggen. Met dit project geeft
Nederland invulling aan de inzetbaarheidsdoelstellingen in het kader van NAVO en van
nationale inzet.
Behoefte
De huidige drijvende brugslagcapaciteit, vouwbrug genaamd, is sinds 1985 in gebruik
bij Defensie en is vanwege financiële krapte niet eerder in aanmerking gekomen voor
vervanging. De huidige capaciteit voldoet niet meer aan de operationele eisen die
de NAVO stelt. Zowel het draagvermogen (het maximale gewicht van een voertuig dat
de brug kan gebruiken) als de maximale stroomsnelheid waarbij een brug kan worden
ingezet voldoen niet aan de eisen waardoor flexibele inzet niet meer mogelijk is.
Met dit project wordt de huidige brugslagcapaciteit vervangen door een nieuwe pontonbrug.
De brug is bedoeld om rivieren e.d. van breder dan 20 m te kunnen overschrijden, bijvoorbeeld
bij opmars of terugtocht in gevecht, bij de logistiek voor een missie of in het geval
van watersnood in Nederland. De brug creëert daarmee bewegingsvrijheid en flexibiliteit.
De behoefte bestaat uit bruggen (midden- en eindpontons), boten om de brugdelen te
verplaatsen en in positie te houden op het water en middelen om de brugdelen en boten
te vervoeren op het land. Ook wordt de veiligheid van personeel en omgeving verbeterd
door het verwerven van een capaciteit met modernere techniek.
Kenmerken
De instandhouding wordt grotendeels door Defensie uitgevoerd. De levensduur van het
materieel is, rekening houdend met regelmatige operationele inzet, tenminste vijftien
jaar. De beoogde kwantiteit maakt het mogelijk te voldoen aan de NAVO-normen en de
gegarandeerde capaciteit zoals opgenomen in de catalogus Nationale Operaties. Tevens
zijn er middelen voorzien voor het verzorgen van opleidingen. Indien inzet voor NAVO
en voor Nationale Operaties gelijktijdig plaatsvindt is hiervoor het opleidingsmaterieel
benodigd. De opleiding wordt dan tijdelijk opgeschort.
In het project worden opties in de contracten opgenomen om eventuele toekomstige aanvullende
behoeften en functionaliteiten op een doelmatige en doeltreffende wijze in te kunnen
vullen. Het project voorziet in de toekomstige automatisering van de boten en biedt
op termijn de mogelijkheid voor een kleinere personele footprint tijdens inzet en
verdere verbetering van de veiligheid.
Door te kiezen voor Military off the shelf producten zijn de risico’s laag. Resterende risico’s zijn middels een projectreserve
afgedekt.
Financiële aspecten
Met het project is een investering van 25 miljoen tot 100 miljoen euro gemoeid. Deze
investering komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie.
Vooruitblik
Het project wordt uitgevoerd in de periode van 2019 tot en met 2024. Vanaf 2021 stroomt
het eerste materiaal de organisatie binnen.
Omdat de financiële omvang van het project minder dan 100 miljoen euro is, ben ik
voornemens de Defensie Materieel Organisatie te mandateren het project uit te voeren.
De Kamer zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd via de begroting,
het jaarverslag en het Defensieprojectenoverzicht.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser