Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 27830 nr. 139 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 27830 nr. 139 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2014
Inleiding
Het project Vervanging Medium Power Radar (MPR) betreft de vervanging van twee luchtverdedigingsradars in Wier en Nieuw Milligen. Deze radars zijn inmiddels meer dan 40 jaar oud en de veroudering van de radars leidt tot extra onderhoud en een toenemende kans op uitval. Hierdoor is een vervanging van de radars noodzakelijk. De MPR’s zijn langeafstandsradars voor de waarneming van (niet ballistische) vliegende objecten. De radars maken deel uit van het systeem van waarneming, bewaking en verdediging van het luchtruim, zowel in nationaal als in bondgenootschappelijk verband. Over de behoeftestelling van het project Vervanging MPR is de Kamer geïnformeerd met de brief van 24 februari 2009 (Kamerstuk 27 830, nr. 62).
Naar aanleiding van de resultaten uit de voorstudiefase en het daarin uitgevoerde marktonderzoek, heeft een herijking van de behoefte plaatsgevonden. Hierbij is ook rekening gehouden met de motie Vermeij van 20 november 2008 (Kamerstuk 31 700 XI, nr. 30). Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop ik voornemens ben verder uitvoering te geven aan het project en ga ik in op de toezeggingen van de Staatssecretaris van Defensie zoals gedaan tijdens het Algemeen Overleg van 10 juni 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 125).
Behoefte
Kwalitatieve Behoefte
Het project MPR betreft de vervanging van twee luchtverdedigingsradars die voorzien in sensorcapaciteit voor luchtruimwaarneming van Defensie en in een aantal aanvullende, gerelateerde behoeften. De belangrijkste aanvullende behoeften zijn de introductie van mogelijkheden voor verdediging tegen ballistische raketten, technische voorzieningen ter vermindering van radarverstoring door windturbines, voorzieningen die een strategische verplaatsing van de sensorcapaciteit mogelijk maken en een aanpassing van de infrastructuur. Deze aspecten zijn gedurende de (voor-) studiefase onderzocht.
Vervanging van de huidige sensorcapaciteit
De sensorcapaciteit die Defensie gaat verwerven betreft actieve radarsensoren voor de luchtruimwaarneming. De luchtruimwaarneming moet plaatsvinden in het door de Navo aan Nederland toegewezen verantwoordelijkheidsgebied en in de nationale oefengebieden. De eisen die de Navo stelt aan de detectiecapaciteit van deze sensoren zijn ook voldoende voor het uitvoeren van de nationale luchtruimbewakingstaak en de ondersteuning van nationale luchtoperaties.
Ballistic Missile Defence (BMD)
Het project richtte zich in eerste instantie op de vervanging van de sensorcapaciteit voor de detectie van luchtvaartuigen. Na de onderzoeken die met de brief van 24 februari 2009 (Kamerstuk 27 830, nr. 62) zijn aangekondigd, zijn bij de herijking van de behoefte ook «Ballistic Missile Defence» (BMD) functionaliteiten gespecificeerd. Uit het marktonderzoek dat tijdens de voorstudiefase is uitgevoerd, is gebleken dat een aantal op de markt beschikbare sensoren uitgerust zijn met standaard functionaliteiten voor Theatre Ballistic Missile Defence (TBMD). Deze standaard TBMD functionaliteiten voldoen echter niet aan de BMD-eisen voor de vervanging van de MPR’s. Deze aanvullende eisen komen daarentegen in hoge mate overeen met de eisen voor de SMART-L Early Warning Capability (EWC) radar die in het project Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) voor LC-fregat wordt verworven. Met de SMART-L EWC zijn er dus mogelijkheden om de vereiste BMD-functionaliteiten te verwerven. Het harmoniseren en standaardiseren op een dergelijke capaciteit binnen Defensie ligt daarbij voor de hand. Met de toevoeging van de BMD-functionaliteit wordt invulling gegeven aan het besluit van de Navo-top in november 2010 in Lissabon om te komen tot de ontwikkeling van een raketverdedigingscapaciteit tegen ballistische raketten ter bescherming van het bondgenootschappelijke grondgebied.
Motie Vermeij
Met de motie Vermeij van 20 november 2008 (Kamerstuk 31 700 XI, nr. 30) is Defensie verzocht te zoeken naar technische oplossingen ter vermindering van verstoring van radarsignalen om ruimte te bieden aan hoogbouw en initiatieven op het gebied van duurzame energie. In de voorstudiefase is gebleken dat vrijwel alle moderne radars technische voorzieningen hebben om verstoring door windturbines te mitigeren. Afhankelijk van het gekozen product, worden er oplossingen geleverd die beter of minder presteren. Bij de vervanging van de MPR zijn dus voldoende mogelijkheden aanwezig om rekening te houden met de Motie Vermeij.
Voorzieningen voor een mogelijke strategische verplaatsing
In de voorstudiefase is onderzoek gedaan naar voorzieningen aan de radar voor een mogelijke strategische verplaatsing. Hiermee wordt beoogd de sensoren indien gewenst elders in te kunnen zetten. Gebleken is dat, binnen de financiële randvoorwaarde, voorzieningen kunnen worden verworven die een strategische verplaatsing mogelijk maken. Hiermee is het mogelijk om een radar binnen een maand af te breken en elders weer binnen een maand op te bouwen.
Infrastructuur
Ten slotte leidt de vervanging van de sensorcapaciteit tot aanpassing van de infrastructuur omdat ook deze verouderd is. Daarnaast is onderzocht hoe de radardekking in Nederland kan worden verbeterd, aangezien deze in de huidige situatie niet optimaal is. Een verplaatsing van één van de twee radars hoort daarbij tot de mogelijkheden. De mogelijkheden hiertoe en de (financiële) consequenties zullen in de verdere uitvoering van het project worden meegewogen.
Kwantitatieve Behoefte
De kwantitatieve behoefte bestaat uit twee actieve radarsensoren van het type »luchtverdedigingsradar» met de benodigde infrastructuur en bedieningsapparatuur. Alternatieve realisatieopties (zoals passieve sensoren) zijn in de voorstudiefase onderzocht maar voldoen niet aan de eisen van Defensie.
Verwerving
De eind 2013 geactualiseerde Defensie Industrie Strategie (DIS) is er onder meer op gericht om, vanuit de operationele belangen en behoeften van Defensie, de Nederlandse Defensie- en Veiligheidsgerelateerde Industrie (NLD DVI) zo te positioneren dat zij een hoogwaardige bijdrage aan de Nederlandse veiligheid kan leveren. Daartoe zijn in de DIS vijf prioritaire technologiegebieden, met daaraan gelieerd industriële capaciteiten, vastgesteld. Deze prioritaire technologiegebieden geven op hoofdlijnen aan waaraan Nederland, in het kader van deze DIS, zijn wezenlijke belangen van nationale veiligheid koppelt. Eén van deze technologiegebieden is «Sensoren, C4I en automatisering». De aanschaf van de Smart-L GB ter vervanging van de MPR in Nederland draagt voor Nederland bij aan het behoud van essentiële kennis en kunde op dit specifieke technologiegebied, waarmee in belangrijke mate wordt bijgedragen aan het behartigen van wezenlijke belangen van nationale veiligheid.
Thales Nederland ontwikkelt met de SMART-L EWC de technologie voor de modificatie ten behoeve van de Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) en is intellectueel eigenaar. De BMD-eisen voor de vervanging van de MPR komen in hoge mate overeen met de eisen aan de SMART-L EWC. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de SMART-L EWC aan alle andere eisen voor de vervanging van de MPR kan voldoen en dat door middel van enkele aanpassingen een «grondgebonden» versie van de SMART-L EWC geproduceerd kan worden (zgn. SMART-L GB). Het aangeboden product voldoet aan de eisen van Defensie op het gebied van detectiecapaciteit, incorporeert een doeltreffende technologie ter vermindering van verstoring van de radarsignalen door windturbines en is strategisch verplaatsbaar.
Internationale samenwerking
In de (voor-) studiefase zijn de mogelijkheden voor internationale samenwerking, zowel in Navo- als in EU-verband onderzocht, maar dit heeft niet tot positieve resultaten geleid. Bij de aanschaf van de SMART-L GB radar is Nederland launching customer. Hierdoor kan Nederland zich presenteren als interessante partner bij internationale projecten. Voor andere landen kan dit een stimulans zijn om deel te nemen aan de ontwikkeling van raketverdedigingsmiddelen. De ontwikkelingskosten voor de specifieke technologie kunnen dan gedeeltelijk aan de hand van overeengekomen royalty-afspraken met Thales Nederland worden terugverdiend indien ook andere landen in de toekomst SMART-L GB sensoren verwerven. Hoewel er met de specifieke SMART-L GB versie vooralsnog geen internationale samenwerking is, is dat op het gebied van de gekozen radartechnologie (SMART-L EWC) wel het geval. Zowel Duitsland als Denemarken hebben al langer interesse in de BMD-variant van de SMART-L, maar hebben nog geen formeel besluit genomen over eventuele modificatie. Als andere landen overgaan tot aanschaf, kan ook samenwerking op het gebied van onderhoud en configuratiebeheer worden opgezet. Het uitgangspunt blijft vooralsnog dat Nederland het project zelfstandig uitvoert.
In de overeenkomst voor de SMART-L EWC zijn opties opgenomen voor de levering van extra radarsystemen. Bij vervanging van de MPR kan van deze opties gebruik worden gemaakt. Bovendien kan worden aangesloten op de onderhoudsovereenkomst voor de SMART-L EWC waarvoor een offerte voorligt. Hierdoor zijn er bij aanschaf van de Smart-L GB voor Defensie aanzienlijke synergie voordelen te behalen op gebied van zowel toegepaste state of the art technologie als op het gebied van instandhouding. Bovendien draagt deze benadering bij aan familievorming bij radarsystemen binnen Defensie, hetgeen leidt tot standaardisatie en reductie van instandhoudingskosten.
Het aangeboden product is dus geheel in overeenstemming met de eisen van Defensie en leidt tot een reductie van de instandhoudingskosten. De behoefte zal derhalve onder Sole Source door Thales Nederland worden ingevuld. Hiermee sluit Defensie aan op het beleid in de DIS.
Financiële aspecten
Investeringen
Het budget voor het project Vervanging MPR bedroeg oorspronkelijk tussen € 25 miljoen en € 50 miljoen. Dit budget was gebaseerd op de één-op-één vervanging van de huidige capaciteit. Inclusief de aanvullende behoeftes bedraagt het projectbudget tussen € 50 miljoen en € 100 miljoen. De exacte omvang van het projectbudget dient vertrouwelijk te blijven met het oog op de onderhandelingspositie van Defensie. Voor het herziene projectbudget verwijs ik naar de bijgaande commercieel vertrouwelijke brief met kenmerk BS2014031329. De kosten voor een SMART-L GB die aan alle eisen van Defensie voldoet passen binnen de nieuwe budgettaire randvoorwaarden van het project.
Exploitatiekosten
In tegenstelling tot de huidige situatie, waarbij het onderhoud van de radars wordt inbesteed, is voor de instandhouding van de vervangende sensorcapaciteit gekozen voor volledige uitbesteding bij de leverancier van de sensoren op grond van een prestatiecontract met vaste jaarlijkse kosten, een Performance Based Logistics (PBL) contract. Als gevolg van de toegepaste moderne technologie van de SMART-L GB en de aanvullende capaciteiten ten opzichte van het huidige systeem, zullen de kosten voor de materiële exploitatie stijgen maar wordt er bespaard op de uitgaven voor personele exploitatie. Voor de voorziene exploitatiekosten verwijs ik naar de bijgaande commercieel vertrouwelijke brief met kenmerk BS20140313291. De kosten voor de PBL overeenkomst met de leverancier van de radars passen binnen de financiële randvoorwaarden van het project.
Planning
Tijdens het Algemeen Overleg van 10 juni 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 125), heeft de Staatssecretaris van Defensie toegezegd na de (voor-) studiefase antwoord te kunnen geven op de vragen van de Kamer. Na het AO heeft Defensie onderzoek gedaan naar aanvullende behoeften, waaronder die voor BMD. Dit heeft geleid tot een vertraging in de start van de (voor)studiefase en tot een herijking van de behoefte, die uiteindelijk in 2013 is vastgesteld. Daarop is een onderzoek gestart naar de mogelijkheid de Smart-L EWC toe te passen als vervanging van de MPR. Begin 2014 is vastgesteld dat een aanpassing van het projectbudget noodzakelijk was om de behoefte te vervullen. Alle onderzoeken zijn inmiddels afgerond en deze brief geeft antwoord op de vragen die de Kamer tijdens het Algemeen Overleg van 2009 heeft gesteld. Ik verwacht dat eind 2014/ begin 2015 een contract kan worden gesloten en dat de realisatie van het project naar verwachting in 2017 zal starten.
Projectrisico’s
Product
De SMART-L GB voor de vervanging van de MPR is voor wat betreft de toegepaste radartechnologie gelijk aan de SMART-L EWC voor het LCF. De ontwikkeling hiervan is reeds in een ver gevorderd stadium en verloopt voorspoedig. De SMART-L GB van Thales Nederland kan voldoen aan alle eisen die aan de MPR vervanging worden gesteld. De sensorcapaciteit kan met de voorgestelde opzet «van de plank» worden verworven. Hierdoor worden de technische risico’s als laag beschouwd.
Tijd
De levering van SMART-L GB sensoren kan worden ingepast zonder consequenties voor de levering van de SMART-L EWC sensoren voor de LCF’n. Het leveringsrisico is dus laag. Aanloopproblemen tijdens de beproevingen bij de implementatie van de technologie voor de SMART-L EWC kunnen wel leiden tot een vertraging van het project. Dit risico wordt als gemiddeld beschouwd.
Geld
Het contract voor de SMART-L GB maakt gebruik van de optie in het contract voor de SMART-L EWC waaraan een vaste prijs is gekoppeld. Ook voor de PBL-overeenkomst met Thales Nederland is een vaste prijs afgesproken voor de komende zeventien jaar. Tijdens de studiefase is vastgesteld dat zowel de aanschaf als de instandhouding van de SMART-L GB sensoren binnen de financiële kaders van het project kunnen worden gerealiseerd. Hierdoor wordt dit risico als laag beschouwd.
Overige aspecten
Gerelateerde projecten
Het project MPR is gerelateerd aan het project MBMD. Dit project bevindt zich in de realisatiefase. Bij de aanschaf van de SMART-L GB kan, zoals eerder vermeld, gebruik worden gemaakt van opties in het contract voor de SMART-L EWC. Hierdoor treedt familievorming op en zijn voor Defensie schaalvoordelen te behalen bij zowel de aanschaf als de exploitatie van de SMART-L radars.
Sourcing
Voor de instandhouding van de SMART-L GB is gekozen voor volledige uitbesteding bij de leverancier van de sensoren op grond van een prestatiecontract met vaste jaarlijkse kosten (PBL). Het PBL contract zal worden afgesloten in combinatie met de instandhoudingsvoorzieningen voor de SMART-L EWC sensoren voor Koninklijke Marine bij dezelfde leverancier. Hierdoor ontstaan synergievoordelen bij de instandhouding en wordt een zo efficiënt mogelijke oplossing gecreëerd voor de instandhouding van alle SMART-L radars van Defensie.
De Nederlandse industrie heeft een vooraanstaande positie in de wereld op het gebied van radarontwikkeling. Het behoud van kennis hiervan is van strategisch belang. Het inschakelen van de Nederlandse radarindustrie past dan ook voor wat betreft sourcing bij de Defensie Industrie Strategie.
Ten slotte
Met de SMART-L GB radar als vervanger van de MPR geeft Nederland invulling aan de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijke luchtruim. Tevens levert Nederland hiermee, evenals met de SMART-L EWC voor het LCF een belangrijke bijdrage aan de Europese en bondgenootschappelijke raketverdediging. De verwerving van dit systeem sluit aan bij de prioriteiten van de Navo en bij het Smart Defence initiatief in het kader waarvan landen worden aangemoedigd zich toe te leggen op specifieke, hoogwaardige capaciteiten.
Ik ben voornemens een contract voor de verwerving van twee SMART-L GB radars en de instandhouding van de SMART-L GB – en SMART-L EWC radars met Thales Nederland aan te gaan. Het project zal worden gemandateerd aan de Defensie Materieel Organisatie.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27830-139.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.