Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2011
Op 6 oktober hebben wij in een Algemeen Overleg (AO) gesproken over een mogelijke doorstart van het Landelijk Schakelpunt
(LSP).
Nictiz heeft mij op 8 november per brief geïnformeerd, te hebben besloten niet verder te gaan met de doorstart van het LSP.
Nictiz heeft daarvoor als reden aangegeven dat er sprake is van een tekort aan financiële dekking en dat er een aantal resterende
juridische en organisatorische risico’s bestaan met mogelijk financiële gevolgen. Het bestuur van Nictiz ziet zich genoodzaakt
het LSP stop te zetten. Dit betekent dat de infrastructuur per 1 januari 2012 niet langer beschikbaar zal zijn voor de aangesloten
zorgaanbieders. De brief van Nictiz stuur ik u hierbij per ommegaande, zoals toegezegd in het AO (zie bijlage)1.
Ik betreur het dat Nictiz zich genoodzaakt ziet het LSP stop te zetten, gelet op de waarborgen die gebruik van het LSP biedt
ten aanzien van privacy en beveiliging van de gegevensuitwisseling. Ik ben van mening dat deze waarborgen een voorwaarde zijn
voor kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. Ook is het elektronisch uit kunnen wisselen van patiëntgegevens belangrijk bij
de verdere ontwikkeling van e-health toepassingen. Het LSP biedt een state of the art infrastructuur. Tegelijkertijd realiseer
ik me dat de uitvoering van de motie Tan in de Eerste Kamer met zich mee brengt dat ik geen financiële, beleidsmatige en organisatorische
betrokkenheid meer heb bij het landelijk schakelpunt.
Ik zal in overleg treden met Nictiz om te borgen dat de stopzetting van het LSP zorgvuldig plaatsvindt. Gelet op de genomen
beslissing zal ik de communicatie richting de burger gaan voorbereiden en deze zoals toegezegd aan uw Kamer voorleggen.
Nu er geen sprake lijkt te zijn van een doorstart van het LSP is het aan zorgaanbieders om informatie-uitwisseling op een
andere wijze vorm te geven. Hierbij is van belang dat zorgaanbieders moeten blijven voldoen aan de richtlijn medicatie veiligheid
ook zonder LSP.
Ik zal voor de zomer, zoals toegezegd, komen met een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet Cliëntenrechten Zorg waarin aanvullende
eisen worden opgenomen ten aanzien van informatie-uitwisseling tussen zorgaanbieders, op regionaal dan wel landelijk niveau,
op de volgende onderdelen:
-
– het recht van de patiënt om elektronische inzage in en een elektronisch afschrift van het dossier te vragen;
-
– de plicht van de zorgverlener om toestemming aan de patiënt te vragen voordat medische gegevens opvraagbaar worden gemaakt
ten behoeve van elektronische uitwisseling (opt-in) en het vragen van toestemming voor het elektronisch opvragen van gegevens;
-
– het recht van de cliënt om (een) bepaalde (categorie van) hulpverleners op voorhand uit te sluiten van de gegevensuitwisseling;
-
– het stellen van specifieke functionele, technische en organisatorische eisen aan elektronische gegevensuitwisseling in zijn
algemeenheid.
Voorts zal ik mij richten op het faciliteren van standaardisatie zoals genoemd in het IGZ rapport, staat van de gezondheidszorg.
Zoals toegezegd tijdens het VAO op 27 oktober zal ik uw kamer hierover informeren in de e-health/ict brief die ik voor het
einde van het jaar zal toesturen.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers