27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2011

Op 5 april jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg (wetsvoorstel EPD) verworpen en daarbij twee moties aangenomen. Met de motie X van het lid Tan heeft de Eerste Kamer de regering verzocht alles te doen wat in haar vermogen ligt om verdere beleidsinhoudelijke, financiële en organisatorische medewerking aan de ontwikkeling van het Landelijk Schakelpunt (LSP) te beëindigen.

Op 11 april 2011 heb ik Nictiz laten weten dat ik, gelet op de verwerping van het wetsvoorstel EPD, bovengenoemde motie zal uitvoeren en over zal gaan tot afbouw van mijn medewerking aan het Landelijk Schakelpunt (LSP). Ik heb Nictiz onder meer verzocht om 1) binnen drie maanden te komen met een voorstel waarmee mijn beleidsmatige, financiële en organisatorische medewerking aan de ontwikkeling van het LSP wordt beëindigd en daarbij te verkennen of er zonder overheidssteun een toekomstperspectief bestaat voor het LSP met Nictiz en/of andere partijen om een rol te vervullen bij het faciliteren van informatie-uitwisseling in de zorgsector; 2) gedurende bovenstaande periode een moratorium in te stellen op het aanmelden van nieuwe patiënten bij het LSP, maar het LSP in deze periode wel beschikbaar te laten blijven voor informatieuitwisseling over patiënten die al in het LSP zijn opgenomen en 3) de activiteiten van het klantenloket in de huidige vorm voorlopig te continueren, zodat de invulling van de patiëntrechten gedurende de periode van het moratorium gewaarborgd blijft. Een afschrift van deze brief is aan uw Kamer verzonden.

Op 11 april 2011 heb ik uw Kamer separaat geïnformeerd over de stand van zaken rondom het Elektronisch Patiëntendossier waarin ik uiteen heb gezet wat de gevolgen zijn van de verwerping van het wetsvoorstel EPD.

Op 24 mei jl. heeft uw Kamer mij verzocht – tijdens het plenair debat over het Elektronisch Patiëntendossier – om de aan Nictiz gestelde termijn van drie maanden met anderhalve maand te verlengen in verband met het zomerreces.

Een en ander heeft ertoe geleid dat Nictiz is verzocht om uiterlijk 22 augustus 2011 (in plaats van 11 juli 2011) met een voorstel inzake de toekomst van het LSP te komen.

Verkenning Nictiz

Op 18 augustus 2011 heeft het bestuur van Nictiz mij in een brief (zie bijlage)1 de uitkomst van de verkenning toegestuurd inzake de afbouw van mijn medewerking aan het LSP en de mogelijkheid tot continuering van de landelijke infrastructuur zonder overheidssteun en zonder de voorziene wettelijke regeling. In deze verkenning komt Nictiz tot de volgende conclusies:

Continuering landelijke infrastructuur wettelijk mogelijk

Nictiz constateert dat, ondanks het verwerpen van het EPD-wetsvoorstel, continuering van de landelijke infrastructuur wettelijk gezien mogelijk is. Nictiz komt tot die conclusie op basis van een door haar opgesteld concept Doorstartmodel (zie bijlage)1 en de zienswijze van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) over het concept-Doorstartmodel (zie bijlage)1.

De zienswijze van het CBP maakt duidelijk dat het is toegestaan dat medische gegevens zo nodig landelijk opvraagbaar worden gemaakt voor zorgverleners mits de patiënt daar uitdrukkelijke toestemming voor geeft. Nictiz geeft aan dat het binnen de sector niet altijd gebruikelijk is om uitdrukkelijke toestemming te vragen. Registratie van uitdrukkelijke toestemming van iedere patiënt levert een extra administratieve handeling op voor zorgverleners.

Draagvlak continuering landelijke infrastructuur

Nictiz heeft getoetst of er draagvlak bestaat om de technische infrastructuur met het LSP binnen de bestaande wettelijke kaders op enige wijze te continueren. De afgelopen maanden is dit draagvlak door de koepelorganisaties van patiënten en consumenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars nadrukkelijk richting het bestuur van Nictiz bevestigd.

Nieuw op te richten servicecentrum voor zorgcommunicatie

De VHN, KNMP, LHV, NHG en NVZA hebben Nictiz gezamenlijk bericht medewerking te willen verlenen aan de overgang van het huidige LSP naar een nieuw te vormen servicecentrum voor zorgcommunicatie. Deze koepels zijn een project gestart waarin de mogelijkheden en voorwaarden voor deze overgang worden verhelderd. Nictiz participeert in dit project met tevens een nadrukkelijke positie voor patiënten- en consumentenvertegenwoordiging, gebruikers-verenigingen, regionale samenwerkingsverbanden en ICT-leveranciers. Het uitgangspunt is dat het servicecentrum een neutrale, niet op winst gerichte organisatie van en voor de zorg wordt.

Financiering

Ten aanzien van de bekostiging van het noodzakelijke budget van tussen de 7,2 en 10 miljoen euro per jaar, lijkt volgens Nictiz een abonnementstarief per aansluiting de best haalbare methode. Zorgverzekeraars Nederland heeft aangegeven niet bereid te zijn tot rechtstreekse bekostiging van het servicecentrum. Wel beschouwt men het tarief als integraal onderdeel van de door de zorgverlener te maken kosten, welke in de tarieven van zorgproducten kunnen worden verdisconteerd.

Doorstart LSP onzeker

Uit de verkenning blijkt dat in bovengenoemd project wordt gewerkt aan de overgang van het huidige LSP naar een nieuw te vormen servicecentrum voor zorgcommunicatie. Nictiz geeft aan de komende periode open te blijven staan voor een concreet voorstel hiertoe en werkt mee aan het project. Aan het voorstel tot overgang naar een servicecentrum stelt Nictiz de volgende voorwaarden:

  • Overdracht zal slechts plaatsvinden aan een neutrale partij. Vertegenwoordigers van zorgverleners en patiënten/consumenten zullen nadrukkelijk de koers moeten bepalen.

  • De organisatie en de uitwisseling van gegevens zal volledig aan de bestaande wettelijke eisen moeten voldoen. De zienswijze van het CBP is hierbij richtinggevend. Hantering van het getoetste concept-Doorstartmodel impliceert onder andere dat de in de verwijsindex geregistreerde burgerservicenummers moeten worden verwijderd.

  • Een eventuele overdracht zal mogelijk moeten zijn binnen de wet- en regelgeving en de subsidievoorwaarden die van toepassing zijn.

  • Uiterlijk 1 november 2011 zal tenminste 70% van het noodzakelijk budget gegarandeerd moeten zijn om een uit bedrijfsmatig oogpunt verantwoorde overdracht te kunnen doen.

Hoewel er wordt gewerkt aan een concreet voorstel voor de doorstart van de LSP- infrastructuur, moet nog invulling worden gegeven aan belangrijke financiële en organisatorische randvoorwaarden. Of een feitelijke doorstart zal plaatsvinden is dan ook op dit moment nog onzeker.

Voorgestelde procedure inzake afbouw/beëindiging medewerking VWS

Op basis van de uitkomsten van de verkenning en het wegvallen van de financiële middelen vanuit de overheid komt Nictiz tot een stapsgewijze afbouw/beëindiging van de medewerking van VWS aan het LSP.

Het voorstel van Nictiz luidt als volgt:

  • Nictiz is voornemens uiterlijk eind september 2011 de huidige overeenkomsten met de aangesloten zorgverleners op te zeggen.

  • Per 1 januari 2012 kan het LSP worden stilgelegd door Nictiz, conform de contractuele verplichtingen (Nictiz heeft een contractuele opzegtermijn van drie maanden).

  • Nictiz geeft aan dat de in het LSP geregistreerde indexgegevens vervolgens kunnen worden vernietigd. Communicatie van medische gegevens via het LSP is dan niet langer mogelijk.

Nictiz merkt op dat sluiting van het LSP aanzienlijke nadelen heeft voor de kwaliteit en veiligheid van zorg en elektronische communicatie en dat aangesloten zorgverleners zich gedurende de opzegtermijn moeten beraden op alternatieve oplossingen voor de noodzakelijke communicatie, bijvoorbeeld het terugvallen op oudere systemen in geval een tijdige voortzetting van het LSP niet mogelijk blijkt te zijn.

Reactie

Allereerst wil ik Nictiz en de betrokken koepelorganisaties complimenteren met de constructieve wijze waarop binnen een relatief korte periode deze verkenning heeft plaatsgevonden.

Ik kan mij vinden in de door Nictiz gestelde randvoorwaarden.

Ik constateer dat met de gekozen werkwijze en de door Nictiz geformuleerde randvoorwaarden tevens invulling wordt gegeven aan motie nr. 1 van het lid Omtzigt zoals ingediend tijdens het Interpellatiedebat EPD op 29 juni jl. en aangenomen op 30 juni jl. In mijn reactie op de door Nictiz gepresenteerde verkenning zal ik Nictiz vragen om de betrokkenheid van patiëntenorganisaties, cliëntenorganisaties en privacyexperts structureel te borgen. Ook kan ik mij vinden in de voorgestelde procedure inzake de afbouw/beëindiging van mijn medewerking. Daarbij ga ik er van uit dat de in het LSP geregistreerde indexgegevens bij hantering van het Doorstartmodel zullen worden vernietigd. Voor mij is bepalend dat het uiteindelijke definitieve organisatiemodel kan steunen op goedkeuring van het CBP.

De komende periode zal ik mij verder richten op mijn verantwoordelijkheid inzake het scheppen van een toereikend wettelijk kader voor de communicatie in de zorg. Hiertoe heb ik de juridische analyse laten uitvoeren zoals ik u die op 27 juni jl. heb doen toekomen. Op de in de analyse genoemde punten zal een wetsvoorstel tot aanvulling van de Wcz worden voorbereid. De verantwoordelijkheid voor de elektronische uitwisseling van patiëntgegevens ligt bij het veld en zal dienen te geschieden conform de huidige wettelijke eisen. De toezichthouders IGZ en CBP zien hier op toe. Naast mijn wetgevende taak zal ik tevens standaardisatie van gegevensuitwisseling in de zorg blijven stimuleren en Nictiz hiertoe faciliteren.

Communicatie richting burgers

Tijdens het plenair debat met uw Kamer van 24 mei jl. heb ik toegezegd alle burgers te informeren. Duidelijk is nu dat een en ander leidt tot opheffing van de huidige landelijke infrastructuur en dat een doorstart onder verantwoordelijkheid van het veld en andere partijen alleen kan plaatsvinden indien eerst uitdrukkelijke toestemming gevraagd wordt van de burger zelf. Het is van belang dat alle burgers hiervan op de hoogte worden gesteld.

Omdat het hier een algemene boodschap betreft die relevant is voor alle burgers zal ik hierover een huis-aan-huis brief verzenden. De verzending van de brief zal ik vergezeld laten gaan van bekendmakingen via de landelijke en regionale bladen. Tevens zal op www.infoEPD.nl informatie worden geboden. Ik heb hiervoor een bedrag van circa 2,5 mln. euro geraamd. De voorbereiding voor deze informatiecampagne heb ik in gang gezet en ik verwacht deze voor het eind van dit jaar te hebben gerealiseerd. Ik zal Nictiz verzoeken de dienstverlening van het Klantenloket voor wat betreft de vragen hierover van burgers, gedurende de campagne en enige tijd daarna, te continueren.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven