Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2013
Hierbij zend ik uw Kamer, ter informatie, de Monitor Arbeidsmarkt april 2013 met gegevens
over werkgelegenheid, inkomenswaarborg en re-integratie1.
Tevens bevat deze editie de Monitor Mobiliteitsbonussen voor oudere werknemers en
voor arbeidsgehandicapte werknemers. Hiermee kom ik tegemoet aan de toezegging tijdens
de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Mobiliteitsbonussen in de Tweede Kamer
om de premiekortingsregelingen voor deze groepen werknemers in 2019 te zullen evalueren
en tussentijds de ontwikkelingen te monitoren (Handelingen II 2011/12, nr. 97, item 25, p. 51).
De cijfers in de bijgevoegde Monitor Arbeidsmarkt laten zien dat de recessie die eind
2008 inzette haar sporen heeft nagelaten in de vorm van economische krimp (– 2,1%
ten opzichte van 2008), minder banen van werknemers (– 127 duizend tussen 2008 en
2012, en – 34 duizend in het eerste kwartaal 2013), minder vacatures (– 150 duizend
sinds eind september 2008) en een oplopende werkloosheid (verdubbeling van 288 duizend
in oktober 2008 naar 650 duizend in april 2013). Daarbij is het aantal WW-, WWB- en
Wajonguitkeringen toegenomen.
Ondanks deze zorgelijke ontwikkelingen kent Nederland nog steeds een hoge arbeidsparticipatie:
meer dan zeventig procent van de mensen tussen de 18 en de 65 jaar heeft een betaalde
baan van meer dan 12 uur in de week. De werkloosheid is in Nederland lager dan in
de meeste andere landen van de Europese Unie en dat geldt ook voor de werkloosheid
onder jongeren.
Het Centraal Planbureau (CPB) gaat er in het Centraal Economisch Plan (CEP) 2013 vanuit
dat de economie in de tweede helft van 2013 weer voorzichtig gaat groeien, maar verwacht
voor heel 2013 nog een krimp van de economie met 0,5 procent. Voor de arbeidsmarkt
wordt in 2013 nog geen herstel verwacht, maar een daling van het aantal werkenden
met een kleine 50 duizend, en een toename van de werkloosheid met circa 100 duizend
personen.
In de meest recente cijfers over re-integratie (tot en met juni 2012) is landelijk
gemiddeld weinig verandering zichtbaar van de bruto effectiviteit van de verleende
re-integratieondersteuning: dat is het percentage van de re-integratietrajecten dat
binnen 24 maanden resulteerde in niet gesubsidieerd werk. Dit percentage nam af van
61 procent in 2011 naar 60 procent medio 2012. In 2009 en 2010 was nog sprake van
aanzienlijk lagere percentages.
Dit beeld wordt ook bevestigd door het aantal banen in de eerste zes maanden van 2012
waarin mensen na re-integratieondersteuning startten. Het is echter de vraag of deze
resultaten zich in het tweede halfjaar van 2012 hebben doorgezet, met het oog op de
afname van de werkgelegenheid.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher