De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het van groot belang is om de privacy van individuen te respecteren
en dat we de verzameling en verwerking van persoonlijke gegevens zorgvuldig moeten
afwegen tegen potentiële voordelen;
constaterende dat de NZa op grote schaal HoNOS+-vragenlijsten met zeer privacygevoelige
gezondheidsgegevens van ggz-patiënten verzamelt met als doel om tot zorgvraagtypering
te komen in verband met bekostiging;
constaterende dat uit een peiling van MIND is gebleken dat bijna 75% van de ondervraagde
ggz-patiënten niet op de hoogte was van de datadeling en van de opt-outmogelijkheid
en dat zorgverleners hierbij verplicht hun beroepsgeheim moeten doorbreken;
overwegende dat veel wetenschappelijke studies vraagtekens zetten bij de betrouwbaarheid
en validiteit van HoNOS;
overwegende dat na uitvoerige studies in het buitenland en ook na de eerste analyses
van de NZa de HoNOS-data niet geschikt lijken voor kostprijsberekening en voorspelling
van zorgactiviteit;
overwegende dat de grootschalige dataverzameling tot veel maatschappelijke onrust
leidt onder zowel ggz-patiënten als zorgaanbieders;
overwegende dat populatiemodellen op geaggregeerd niveau betere voorspelling van zorgactiviteit
leveren, zodat instellingen, in de geest van het IZA, samen kunnen sturen om te zorgen
dat ze verantwoordelijkheid nemen voor de gezondheid van de mensen in de regio;
verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat de NZa de nu al verzamelde HoNOS+-data
vernietigt en niet opnieuw overgaat tot de uitvraag van HoNOS+-vragenlijsten;
verzoekt de regering voorts ervoor te zorgen dat de NZa voortaan slechts gebruikmaakt
van geaggregeerde data en geen data op persoonsniveau,
en gaat over tot de orde van de dag.