25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 646 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2023

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht om een reactie te geven op het bericht: «Autoriteit Persoonsgegevens geeft positief oordeel over uitvraag ggz».1 In deze brief zal ik nader op dit bericht ingaan.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vraagt informatie uit bij zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) om te zorgen voor een toegankelijke en betaalbare ggz in Nederland. De NZa heeft deze gegevens nodig om de zorgvraagtypering in de ggz en forensische zorg (fz) te verbeteren.

Zorgvraagtypering geeft inzicht in zorgvraagzwaarte van patiëntengroepen. Hierdoor kunnen passende prijsafspraken worden gemaakt tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar en kunnen patiënten met een complexe zorgvraag kostendekkend worden behandeld. Ook kunnen personeel en middelen beter worden gepland. Zorgvraagtypering draagt op deze wijze bij aan de behandeling van patiënten met ernstige psychische aandoeningen en daarmee aan goed toegankelijke zorg voor deze patiënten. De NZa werkt de komende jaren aan een verbetering van de zorgvraagtypering in samenwerking met partijen in de ggz. In dit kader vraagt de NZa gedetailleerde gegevens uit over zorgzwaarte en behandelinzet om een beter beeld te krijgen welke zorg voor welke groep patiënten passend is.

Naar aanleiding van zorgen van professionals en patiënten over deze uitvraag van gegevens en de wijze waarop de gegevens door de NZa verwerkt en beschermd worden heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) nogmaals onderzocht of de uitvraag en verwerking van data voldoet aan de daarvoor geldende wettelijke kaders. Eind 2022 is door uw Kamer een gewijzigde motie van de leden Hijink (SP) en Westerveld (GroenLinks) aangenomen welke de regering oproept de NZa te verzoeken om waar nodig opvolging te geven aan dit AP-advies voordat gestart wordt met de dataverzameling in het kader van de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering in de ggz en om bij het eventueel verzamelen van gegevens binnen dit traject geen persoonsgegevens, (zoals naam, BSN, geboortedatum, geslacht, woonplaats en postcode, informatie met data van de verblijfsdagen, zorgtrajectnummer en datum en type consult) op te laten vragen of te laten ontvangen en andere vormen van data (ter behoeve van controle en handhaving) na ontvangst en controle te verwijderen, zodat de scheiding tussen de zorgvraagtypering data en de controle data onomkeerbaar is.2

Inmiddels is het advies van de AP gepubliceerd. Dit advies geeft aan dat de wijze waarop de NZa met dataverzameling in het kader van de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering in de ggz omgaat voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten. Daarnaast geeft de AP nog verschillende voorwaarden mee. Zo geeft de AP aan dat de gegevens slechts eenmalig over één jaar mogen worden uitgevraagd, waardoor betere afbakening in de tijd plaatsvindt. Voor volgende jaren zal opnieuw, zorgvuldig moeten worden bezien of een nieuwe uitvraag nodig is en vervolgens welke gegevens en welke omvang noodzakelijk zijn. Mocht de NZa op een later moment opnieuw gegevens nodig hebben voor zorgvraagtypering, dan moet daarvoor eerst een nieuwe wettelijke regeling komen met een onderbouwing van de noodzaak en moet die nieuwe regeling eerst worden voorgelegd aan de AP. Daarnaast heeft de AP de NZa gevraagd in de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg (NR/REG-2313a) vast te leggen dat de gegevens alleen voor het verder ontwikkelen van zorgvraagtypering gebruikt zullen worden en dat geen koppeling gemaakt zal worden met andere bronnen. De NZa heeft daar de regeling op aangepast, in lijn met het oordeel van de AP.

De NZa heeft aangegeven geen persoonsgegevens zoals naam, burgerservicenummer, geboortedatum, geslacht, woonplaats en postcode, informatie met data van de verblijfsdagen, zorgtrajectnummer en datum en type consult op te vragen. De gegevens die de NZa wel opvraagt worden alleen gebruikt voor de verbetering van de zorgvraagtypering. Deze gegevens zijn de scores op de HoNOS+-vragenlijst, het zorgvraagtype, de diagnosehoofdgroep, 3 kenmerken van het zorggebruik in het afgelopen jaar en opsommingen van het aantal ontvangen behandelingen per maand. Gegevens over de ggz-instelling, de AGB-code, de datum van de zorgvraagtypering, leverancier van het ICT-systeem en datum van aanlevering (de controle data) worden na succesvolle ontvangst en controle van de eerdergenoemde gegevens door de NZa verwijderd, zodat de scheiding tussen de zorgvraagtypering data en de controle data onomkeerbaar is.

Het doet mij deugd dat de NZa binnen de gestelde wettelijke kaders van het AP-advies, in lijn van de motie van de leden Hijink (SP) en Westerveld (GroenLinks) en met aandacht voor zorgvuldig en proportioneel gebruik van persoonlijke data, uitvoering kan gaan geven aan de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering en op deze manier een bijdrage kan leveren aan de beschikbaarheid van ggz-zorg voor de patiënten die haar nodig hebben.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven