25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 545 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2020

Tijdens het AO ggz, maatschappelijke opvang en suïcidepreventie van 8 juni jl. (Kamerstukken 25 424 en 29 325 en 32 793, nr. 547) heb ik uw Kamer toegezegd dat ik u voor de zomer de nieuwe tussenevaluatie van de aanpak wachttijden van de landelijke stuurgroep wachttijden zou toesturen en uw Kamer daarbij zou informeren over de vervolgstappen.

De eerste informatie die ik ontving over de tussenevaluatie, die nu nog wordt afgerond door de landelijke stuurgroep, levert inzicht in een veelheid van initiatieven op. Ik heb echter met teleurstelling geconstateerd dat dit nog niet leidt tot een terugdringing van de wachttijden. Dit was voor mij aanleiding om met betrokken partijen (te weten MIND, De Nederlandse GGZ, MEERGGZ en Zorgverzekeraars Nederland) deze week bestuurlijk overleg te voeren over de noodzaak om stappen te zetten, ook tegen de achtergrond van hetgeen uw Kamer mij hierover heeft meegegeven. Hierbij zijn ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aangesloten.

Het overleg was constructief en biedt concrete aanknopingspunten om daadwerkelijk een doorbraak in de aanpak van de wachttijden te realiseren. De besproken aanknopingspunten zijn onder andere: een sluitende keten van verwijzing/zorgbemiddeling, transparantie over aantallen (unieke) wachtenden, extra inzet op de 8 regio’s met de meest forse wachttijdproblematiek via zogenoemde versnellers, focus op specifieke doelgroepen en op vormgeving van regionale doorzettingsmacht voor mensen die tussen wal en schip vallen. Deze aanknopingspunten moeten echter nog wel gedegen worden uitgewerkt. Daar wil ik de komende zomerperiode aan werken, samen met de partijen uit de landelijke stuurgroep. De NZa en IGJ zullen hierop aansluiten, onder andere door actief te zijn in de regio’s met hardnekkige wachttijdproblemen.

De aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer in het rapport «Geen plek voor grote problemen: aanpak van wachttijden in de specialistische GGZ» dat vandaag is verschenen (Kamerstuk 25 424, nr. 534), zal ik hierbij ook betrekken. In september informeer ik u uitgebreid over de concrete vervolgstappen die we zullen zetten.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven