25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 442 MOTIE VAN HET LID VAN DEN BERG C.S.

Voorgesteld 20 december 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het regeerakkoord is opgenomen dat, als blijkt dat de lopende afspraken om wachtlijsten in de ggz te verkorten onvoldoende werken, er zo nodig aanvullende maatregelen genomen worden, zoals het organiseren van een regionale doorzettingsmacht;

constaterende dat de regering de uitwerking over hoe te komen tot de regionale doorzettingsmacht bij het veld heeft neergelegd;

constaterende dat deadlines om de ggz-intake en de behandeling binnen de treeknormen te brengen, keer op keer niet gehaald worden en we nu een aanpak hebben waarin regionale taskforces actief zijn met regionale

overlegtafels waar de mensen uit de regio die ertoe doen, dit proberen op te lossen;

overwegende dat er aan het einde van het jaar 2018 een kwantitatieve tussenstand van de NZa komt voor de verschillende hoofddiagnosegroepen en ook een voortgang van het actieplan van de partijen die afspraken hebben gemaakt om de wachttijden te verkorten;

verzoekt de regering, inzichtelijk te maken op welke wijze de regionale doorzettingsmacht per regio wordt ingezet en waar dit tekort schiet, zo spoedig mogelijk met voorstellen te komen voor een meer landelijke sturing hierop;

verzoekt de regering tevens, de Kamer hier voor 15 maart 2019 over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van den Berg

Diertens

Renkema

Naar boven