Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2018
Met deze brief informeer ik u over de monitoring transitieregime voor vijf zeer gespecialiseerde
gebudgetteerde instellingen.
In 2013 is de prestatiebekostiging in de ggz sector ingevoerd met uitzondering voor
vier gespecialiseerde ggz-instellingen. Hiervoor is bij de overgang naar de prestatiebekostiging
een bijzonder transitieregime afgesproken. Op verzoek van mijn ambtsvoorganger is
afgesproken dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor vijf gespecialiseerde instellingen
de overgang naar prestatiebekostiging zou monitoren. Vier instellingen vallen onder
het bijzonder transitieregime en één instelling ontvangt een beschikbaarheidbijdrage
voor een landelijk behandel- en expertisecentrum voor gespecialiseerde psychotrauma
aan specifieke doelgroepen.
Hierbij bied ik u de NZa-monitor aan over het jaar 2017. Dat was het laatste jaar
waarin het bijzonder transitieregime van toepassing was.
In 2017 is de verrekenfactor voor de instellingen die voor het transitieregime in
aanmerking komen van 30% naar 0% gegaan. Dat betekent dat de betreffende instellingen
geen transitiebedrag meer hebben ontvangen. Op deze afbouw is in 2017 nog één uitzondering,
namelijk voor één zorgaanbieder met een bovengemiddeld aantal cliënten met een auditieve
beperking. Alleen dat deel van de zorg dat niet uit de tarieven kan worden bekostigd,
inclusief de in 2017 ingevoerde toeslag, is nog uitgezonderd van de afbouw. De instelling
heeft hiervoor in 2017 nog een transitiebedrag ontvangen. Voor de nadere details verwijs
ik u naar de bijlage van deze brief1.
De financiële positie van de vijf instellingen wijkt, op basis een vergelijking van
de verschillende kengetallen, nauwelijks af van het landelijk gemiddelde.
Eén instelling laat over 2016 een duidelijk verslechterende financiële positie zien.
Deze trend zet zich voort in 2017. Mogelijk verkeert een tweede instelling zich in
een verslechterde positie.
Er is volgens de NZa geen aanleiding om aanvullende maatregelen te nemen. Ten eerste
omdat de NZa toeslagen heeft vastgesteld, waarvan deze instellingen gebruik kunnen
maken. Daarnaast ziet de NZa bij deze instellingen ruimte om binnen de bestaande max-max
tarieven hogere tarieven af te spreken. Daarbij komt dat volgens de NZa de verslechterde
financiële positie van deze twee instellingen niet wordt veroorzaakt door het wegvallen
van het transitieregime. Beide instellingen werken hard aan een oplossing voor de
ontstane financiële problemen, in de vorm van een fusie.
De NZa heeft een kostenonderzoek uitgevoerd naar aanleiding van een ingediend bezwaar
door de aanbieder die een beschikbaarheidbijdrage ontvangt2. Volgens deze aanbieder was er binnen de max-max tarieven onvoldoende ruimte om afwijkende
afwezigheiddagen te bekostigen. Op basis van het kostenonderzoek heeft de NZa besloten
om met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 de Toeslag «Oorlog gerelateerd psychotrauma»
vast te stelen. Eerder had de NZa al een toeslag voor de tolk gebarentaal en communicatiedeskundige
vastgesteld.
De NZa beëindigt de monitor omdat het transitieregime is afgelopen. Vanaf nu houdt
de NZa deze instellingen in de gaten binnen haar bestaande toezichts- en reguleringstaken.
Het is van belang dat deze zorg beschikbaar blijft voor betreffende patiënten. Zorgverzekeraars
hebben zorgplicht waarop de NZa toezicht houdt.
De NZa heeft de contractering en wachttijden buiten beschouwing gelaten in deze monitor.
In andere monitors zal dit aan de orde komen. Volgens planning zal eind van dit jaar
de nieuwe stand van de wachttijden bekend worden gemaakt. In de eerste helft van 2019
zal de NZa een monitor over de contractering ggz publiceren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis