Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 25422 nr. 125 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 25422 nr. 125 |
Vastgesteld 4 december 2015
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft op 12 november 2015 overleg gevoerd met Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Infrastructuur en Milieu over:
– nucleaire veiligheid en stralingsbescherming.
(De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag.)
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie, Van Dekken
De waarnemend griffier van de vaste commissie, Tijdink
Voorzitter: De Boer
Griffier: Tijdink
Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: De Boer, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Agnes Mulder, Smaling, Van Tongeren, Van Veldhoven en Jan Vos,
en Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus van Infrastructuur en Milieu, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.
Aanvang 16.02 uur.
De voorzitter: Welkom allemaal. Er zijn op dit moment vier woordvoerders. Ik verwacht dat er nog een woordvoerder verlaat binnen komt lopen. Ik wil in de eerste termijn een spreektijd van vier minuten afspreken, met onderling twee interrupties. We zien wel even hoe het loopt en of er nog meer woordvoerders komen. Het woord is aan de heer Dijkstra van de VVD.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Ik wil stilstaan bij drie onderwerpen: veiligheid, communicatie en grensoverschrijdende zaken. Veiligheid is voor de VVD van groot belang. Bij nucleaire inrichtingen en het vervoer en de opslag van radioactief materiaal is veiligheid des te belangrijker. Als het fout gaat, bestaat de kans dat het goed fout gaat en dat willen we niet. Het is ondoenlijk om alle risico's rondom kerncentrales uit te sluiten, maar als het medewerkers of omwonenden betreft, is het zaak dat alle mogelijke en noodzakelijke veiligheidsmaatregelen worden getroffen. De Kamer heeft twee brieven ontvangen met moties van de gemeenteraden van Meerssen en Eijsden-Margraten. Deze gemeenteraden maken zich zorgen om de kerncentrale in Tihange in Franstalig België. Ze zijn bezorgd over de veiligheid van hun inwoners. Zijn die zorgen terecht? Hoe oordeelt de Minister daarover?
Er zijn stappen gezet voor het werven van voldoende ervaren en gekwalificeerd personeel, voor het overbrengen van radioactief afval en splijtstof naar de juiste berging en voor het bewaren van de kennis over radioactief afval. Wij juichen deze drie maatregelen toe. De VVD wil niet meer overheidsbemoeienis, maar wel voldoende controle van de toezichthouders. Daar hoort getraind en gekwalificeerd personeel bij als basis. Dit draagt bij aan de veiligheid. Is de kwaliteit van de mensen bij de ANVS (Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming) toereikend? Hebben zij aantoonbare of vergelijkbare ervaring met het handelen in crisissituaties en met een goede handhaving? Zo ja, waar blijkt dat uit?
De Nederlandse samenleving moet zo min mogelijk merken van het vervoer, de opslag en de productie van radioactief materiaal. Als er dan onverhoopt toch sprake is van een incident, moet daar vanuit de veiligheidsregio's en eventueel over de grens adequaat op worden gereageerd. Ik heb een vraag over de brief inzake de update over incidenten in nucleaire inrichtingen. Op zich is dit onderwerp nieuw voor deze commissie. Is het aantal incidenten dat daar gerapporteerd wordt normaal? Er is namelijk ook sprake van stilgelegde centrales, die nog steeds niet zijn opgestart.
Ik ga nu in op de communicatie over incidenten in nucleaire inrichtingen. Er zijn vragen gesteld over het informeren van de bevolking om onrust te voorkomen in het geval er geen gevaar is voor die bevolking. Daar is recent antwoord op gekomen. Ik wil er graag wat meer duidelijkheid over. De VVD begrijpt de scheiding tussen crisissituaties en incidenten die geen gevaar voor de bevolking vormen. Met alle nieuwe technologieën en social media van vandaag de dag zijn omwonenden en de rest van de samenleving er eerder van op de hoogte dát er iets gebeurt, maar wát er dan gebeurt, blijft vaak ongewis. Wij zagen dat gisteravond nog in Moerdijk, waar brand was. Men ziet beelden van vlammen of een verlichte lucht en wil weten wat er aan de hand is. Dat zorgt voor een stukje onrust. Hoe kun je daar bijvoorbeeld met social media op inspelen? Kan de Minister hierop reflecteren?
Ten slotte wil ik opmerken dat nucleaire veiligheid een zaak van nationale veiligheid is, maar dat we ons wel bewust moeten zijn van de internationale context. Daarom is het goed dat er internationale verdragen zijn. Ook zijn er grensoverschrijdende effecten. In Nederland hebben we ons gericht op de harmonisatie van maatregelen bij kernongevallen in Duitsland, België en natuurlijk Nederland. Die aanpak is bijvoorbeeld gericht op de preparatiezones. Die harmonisatie van maatregelen en van de uitvoering daarvan door de verschillende landen is een goede zaak. Zo worden bij een kernongeval tijdig dezelfde maatregelen genomen aan beide kanten van de grens. Maar neem nu jodiumprofylaxe. België heeft aangegeven dat het die maatregelen van Nederland niet overneemt en een uitzondering maakt. Waarom maakt België een uitzondering en deelt het die pillen wel uit en doen wij dat niet?
De voorzitter: Kunt u afronden?
De heer Remco Dijkstra (VVD): Jazeker. Eind oktober is er een gezamenlijke oefening geweest. Hoe is die verlopen? Hoe verloopt de samenwerking tussen België en Nederland op het gebied van de veiligheidsregio's?
Wij zien uit naar de nota naar aanleiding van het verslag voor de instelling van de ANVS en een snelle behandeling van het wetsvoorstel daaromtrent.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): De VVD is altijd voorstander van een vrije markt en naar ik aanneem ook van een vrije grondstoffenhandel. In splijtbaar materiaal wordt net zo gehandeld als in andere grondstoffen. Dat heeft als gevolg dat er extra met splijtbaar materiaal over de aardbodem heen en weer wordt gesleept. Ook wordt er van tijd tot tijd bij URENCO in Almelo extra materiaal opgeslagen, uitsluitend vanwege de handel in grondstoffen. Vindt mijn collega dat net als GroenLinks een extra risico voor de veiligheid, of vindt hij dat het gaat om een vrije markt en je in grondstoffen gewoon vrij mag handelen?
De heer Remco Dijkstra (VVD): De VVD is inderdaad voorstander van een vrije markt. Daar hoort wel een marktmeester bij; daar is de VVD ook van. Als je handel drijft, moet dat op een fatsoenlijke, nette en veilige manier gebeuren. Ik ben er niet goed van op de hoogte hoe het precies zit met URENCO en wat er verhandeld wordt op de markt. Misschien is dat een goede vraag om aan de Minister te stellen. Ik ga ervan uit dat het op een goede manier kan gebeuren.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Mijn collega zei net zelf dat de veiligheid van de bevolking het belangrijkste is, en dat dit ook bij transport en opslag zo moet zijn. Elke extra beweging en opslag geeft een risico. Wordt er gekozen voor het minimaliseren van de risico's? Of mag er vanwege de vrije handel toch gewoon gespeculeerd worden met splijtbaar materiaal, en mag daar dus mee gesleept worden?
De heer Remco Dijkstra (VVD): Een risicoloze samenleving bestaat niet. Kernenergie maakt deel uit van onze samenleving. Is het niet voor de energiebehoefte, dan wel voor bijvoorbeeld medische isotopen om mensen die ziek zijn te behandelen. Ik denk dat dit een goede zaak is. Radioactiviteit, het gevaarlijke deel, komt natuurlijk ook voor in de natuur. Het is dus een onderdeel van onze samenleving. Risico's kunnen we niet honderd procent uitsluiten. Maar of het nu voor de opwekking van energie of voor andere zaken is: laten we verantwoord en veilig met radioactief materiaal omgaan. Maar het helemaal uitbannen, zoals de partij van mevrouw Van Tongeren misschien wenst, is een illusie.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Het is fijn dat wij een AO over nucleaire veiligheid hebben. We bespreken nu zelfs een storingsrapportage uit 2013. Ik wil graag van de Minister weten wat de stand van zaken is van het kernafval in de duinen van Petten. Volgens mij zijn er inmiddels slechts 47 vaatjes afgevoerd. Eerder hebben we toezeggingen gehad dat een en ander netjes verwerkt en afgehandeld zou worden. Ik hoop dat dit inmiddels gebeurd is. Ik zou ook graag willen weten hoe het nu is met de huidige reactor in Petten. Met grote regelmaat krijgen we meldingen van storingen, zoals ook in de storingsrapportages staat. Zou de Petten-reactor eigenlijk niet gewoon voortijdig gesloten moeten worden gezien de grote hoeveelheid incidenten?
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): In de rapportage over 2013 staan inderdaad alarmerende zaken. Daar hebben we het ook al eerder over gehad in de Tweede Kamer. In 2014 lijkt het de goede kant op te gaan. Heeft mevrouw Van Tongeren dit rapport ook kunnen inzien?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik weet dat over een langere periode van tien jaar een toename van incidenten is te zien in Petten. Het klopt dat er in 2014 minder incidenten waren dan in 2013. Vraag mij niet welke incidenten dat specifiek waren, maar over een langere periode is dus een toename te zien. Dat leidt bij de GroenLinks-fractie tot verontrusting.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Wij weten mede naar aanleiding van het alarmerende rapport over 2013 dat de veiligheidscultuur in Petten niet goed was. Wij hopen met de GroenLinks-fractie dat het positieve beeld in 2014 zich doorvertaalt en de veiligheidscultuur nu beter is. Als mevrouw Van Tongeren dat wil weten van de Minister, dan sluit het CDA zich bij die vraag aan.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Laten wij gezamenlijk de antwoorden van de Minister afwachten.
Ik was gebleven bij de verkoop van URENCO. Zowel Duitsland als Engeland heeft aangegeven van zijn aandelen af te willen. Ik wil van de Minister weten hoe de Nederlandse Staat het veiligheidsbelang borgt. En hoe zit het met de verkoop van die aandelen? Tot nu toe hebben we steeds gezegd: zo'n kwetsbare faciliteit willen we niet in particuliere maar in staatshanden hebben. Hoe borgen we dat, zeker als Duitsland en Engeland er blijkbaar van af willen?
Mijn vraag over de handel in splijtbaar materiaal is in het interruptiedebatje mede ondersteund door mijn collega. Er is toestemming gegeven voor uitbreiding van het COVRA-complex met een bovengrondse loods, waarin we het afval zetten omdat we even niet weten wat we ermee moeten. Hoe verhoudt zich de planning voor de eindberging tot het toch maar steeds weer uitbreiden van de bovengrondse opslag? Komt er niet een grens aan hoeveel je bovengronds op kunt blijven slaan voordat je voor Zeeland een minder veilige situatie krijgt?
Mijn collega had het ook over kerncentrales over de grens. Ik weet nog dat ik daarover in 2010, toen ik net begonnen was als Kamerlid, mijn eerste vragen heb gesteld aan toenmalig Minister Verhagen. Ik begrijp dat we nu met vereende krachten jodiumtabletten uit Zoetermeer naar Twente en Limburg gekregen hebben, maar ik hoor graag of dat voldoende is volgens de lokale autoriteiten.
De aanpassing van de veiligheidsplannen met België hing onder andere op de vraag hoe groot de veiligheidsring om een incident heen is. Na «Fukushima» zijn daar nieuwe afspraken over gemaakt door het International Atomic Energy Agency (IAEA). België en Nederland hadden een verschillende insteek. De laatste keer dat wij in de Kamer hierover een debat gevoerd hebben, wisten de Belgische en Nederlandse burgemeesters elkaars telefoonnummer nog niet. Ik zou nu graag horen dat de veiligheidsplannen aan beide kanten op elkaar aansluiten, er informatie is en de veiligheidsregio's elkaar moeiteloos kunnen vinden bij een eventueel incident of calamiteit. Sterker nog, gezien de enorme hoeveelheid incidenten in Doel en Tihange zou ik van deze Minister hetzelfde willen als Minister Verhagen destijds wel gedaan heeft, namelijk dat zij met de Belgen overlegt over hoe groot het risico daar is en zij daarop gaat leunen. Het water stroomt onze kant op. Dat geeft voor Limburg enorm grote risico's. De kans op een ongeluk is klein, maar als er een ongeluk gebeurt, zijn de risico's enorm groot.
Hetzelfde geldt voor de kerncentrale in Borssele. 40% van het reactorvat is gecontroleerd. Er werd gezegd: het is net een ander type staal dan het staal dat is gebruikt in de vier centrales in België. En: het valt wel mee. Maar nu blijkt dat de Oostenrijkse kerncentrale van hetzelfde bouwjaar en type soortgelijke problemen heeft met haarvatscheurtjes. Ik zou nogmaals willen weten of dat geen aanleiding is om het kernreactorvat in Borssele in zijn geheel te checken. Ik heb in dit kader ook een vraag over het besluit van het kabinet dat DELTA per se, unbedingt, gesplitst moet worden. Wat betekent dat voor het beheersen van de veiligheid van Borssele?
Ben ik al bijna door mijn tijd heen?
De voorzitter: U bent inderdaad door uw tijd heen. U mag afsluiten.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dat dacht ik al. Mijn laatste vraag is hoe de meest actuele borging van de veiligheid van kerncentrales in Europa is als het gaat om terrorisme. Specifiek wil ik dat weten voor de drie centrales in Nederland. Is daar recent naar gekeken? Hoe zit het met de terrorismedreiging? Wat zijn de verdedigingslinies?
En mijn allerlaatste vraag: Borssele zou bij de verlenging van de levensduur gaan behoren tot de 25 beste en veiligste kerncentrales ter wereld. Dat is bij mijn weten nooit bereikt.
De voorzitter: Laatste vraag!
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Is dat inmiddels wel bereikt, of ziet de Minister erop toe dat dit binnen afzienbare tijd gebeurt?
Dank, voorzitter, ook voor de coulance.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Voorzitter. Nederland heeft een brede en goede nucleaire kennisinfrastructuur. Dat is mogelijk doordat we goede bedrijven, sterke universiteiten en een overheid die zorgt voor adequaat toezicht hebben. Het CDA vindt dit voor onze samenleving van essentieel belang. We moeten de kennis in deze keten voor de toekomst behouden. Voor medische toepassingen, de opwekking van energie en onderzoek is dat van groot belang. Deze kennis is ook nodig voor de opslag van radioactief materiaal. Mensen denken daarbij aan tonnen met geel-zwarte symbolen, maar het gaat ook om de opslag van gebruikt materiaal bij medische toepassingen en bij onderzoek aan universiteiten. Tijdens het AO Energie van 2013 heeft Minister Kamp de Kamer toegezegd te komen met een brief over radioactief afval. Wanneer mogen we die verwachten? Er is overigens nog een stroom aan brieven binnengekomen toen mijn bijdrage al klaar was, dus mocht die brief daarbij zitten, dan mijn excuses voor deze vraag. Deze brief zou in moeten gaan op de verschillende modaliteiten en eventuele opslag in een ander land. In het stuk over de Wenenconferentie wordt dat ook als mogelijkheid genoemd. Ik ben dus erg benieuwd naar de reactie van de Minister.
In dit overleg gaat het om adequaat toezicht, want wij moeten de krachten van de natuur niet onderschatten. «Fukushima» heeft ons dat op een heel pijnlijke manier duidelijk gemaakt. De motie-Vos/Leegte (32 645, nr. 48) wordt uitgevoerd en de aanbevelingen van het Internationaal Atoomenergieagentschap worden overgenomen. Het CDA vindt het een goede zaak dat de Minister verantwoordelijk is voor de nieuw opgerichte Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Daarin wordt het toezicht op nucleaire inrichtingen gebundeld. Het CDA steunt dan ook de voorgestelde wetswijziging voor de instelling van deze autoriteit. In de rapportages die we van onder andere het IAEA hebben gekregen lees ik, net als in de brieven van de Ministers, dat het toezicht erbovenop zit. De veiligheid vraagt daar natuurlijk om. Die vraagt ook om continue verbeteringen en blijvende aandacht. De Minister kan met een frisse blik naar dit voor haar nieuwe dossier kijken. Is het volgens haar in voldoende mate geregeld? Of is zij misschien al zaken tegengekomen die zij anders zou willen regelen?
Het CDA ziet heel veel actieprogramma's lopen om de veiligheid en de veiligheidscultuur te verbeteren. In mijn interruptie op collega Van Tongeren had ik het daar al over. Kan de Minister erop ingaan hoe zit het met die veiligheidscultuur, met name in Petten?
Recente, ongewone gebeurtenissen vragen ook om die verbeteringen. In 2013 waren de berichten alarmerend. In 2014 zien we gelukkig geen ongewone gebeurtenissen op INES-niveaus 1 en 2. Wel geeft de Minister in haar brief van gisteren aan dat er in 2015 een zeer ongebruikelijke gebeurtenis heeft plaatsgevonden bij URENCO. Er was kennelijk geen gevaar voor de omgeving, maar kan de Minister aangeven waarom een dergelijke gebeurtenis volgens haar in de toekomst niet weer zal voorkomen? Hoe verloopt het onderzoek van het RIVM en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
Net als voorgangers in dit debat wil ik aandacht vragen voor onze inwoners in de grensstreek, specifiek aan de grens met België, waaronder Limburg. Zij maken zich grote zorgen over de kerncentrales in België. De moties van de gemeenteraden hebben ook onze fractie bereikt. De vraag is concreet: wat doet de Nederlandse overheid hieraan? Welke stappen onderneemt de Minister richting onze buren in België en eventueel ook op Europees niveau om de problemen aan te kaarten en opgelost te krijgen? Verwacht de Minister dat de Belgen zullen overgaan tot sluiting van de kerncentrale in Tihange?
Ik moet afronden. Ik wil het nog hebben over de eerste aanbeveling van de IRRS-missie, namelijk dat er voldoende kennis in huis moet zijn over nucleaire veiligheid en opslag van nucleair afval. Hoe gaat de Minister er samen met haar collega van EZ voor zorgen dat er voldoende kennis in Nederland blijft over deze zaken? De kennisinfrastructuur is ontzettend belangrijk voor het CDA. Welke rol ziet de Minister daarin voor de overheid?
De heer Jan Vos (PvdA): Voorzitter. Ik wil beginnen te zeggen dat we hier een bijzonder moment hebben, omdat vandaag de Minister van Infrastructuur en Milieu hier is. Tot voorheen behartigde de Minister van Economische Zaken dit onderwerp. Het is natuurlijk aan de voorzitter om de Minister welkom te heten, maar ik vind het een mooi moment, ook omdat een motie van de VVD en de Partij van de Arbeid ervoor heeft gezorgd dat deze Minister hier vandaag zit. Mijn collega van het CDA memoreerde het ook al even: dit is zo omdat wij vinden dat het toezicht op kernenergie in Nederland door de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming los moet staan van het departement van Economische Zaken. Dat heeft immers een direct economisch belang, of moet dat in ieder geval dienen. Ik denk dat het heel goed is dat wij het zo hebben geregeld. Ik vind het ook heel mooi dat het kabinet dit zo geruisloos heeft laten plaatsvinden dat we het hier bijna zouden vergeten te memoreren. Dat is een compliment aan de mensen die zich daarmee bezig hebben gehouden. Ik heb er nog wel een vraag over. Voldoet de positionering van de ANVS nu wel aan alle internationale verdragen? Dat was in het verleden immers niet het geval. En als het IAEA al is gekomen tot een visie op de nieuwe structuur, wat is deze visie dan?
Als we dan toch met deze Minister praten, zoek ik meteen de juiste analogieën erbij. De parlementaire enquêtecommissie Fyra kwam op 28 oktober met een rapport. Er zijn een aantal overeenkomsten tussen het toezicht van de ANVS en dat van de ILT, die vooral papieren toezicht bleek te houden. Mijn fractie is wat verontrust. We hebben Kamervragen gesteld over de wijze waarop de ANVS toezicht houdt. Dat lijkt soms een beetje op het papieren toezicht van de ILT. Er wordt met name toezicht gehouden op processtappen. De feitelijke controle op haarscheurtjes vindt, voor zover ik dat kan inschatten, plaats via een commercieel bureau. Graag ontvang ik een reactie van de Minister op hoe dat nou precies geregeld is. We moeten wel zeker weten dat het allemaal in orde is en we niet achteraf een parlementaire enquête hoeven te houden over hoe het toezicht op onze centrale geweest is.
Voor onze eigen centrale ben ik niet heel erg benauwd. Wie daar weleens langsgaat, ziet dat daar zeer zorgvuldig wordt gewerkt. Maar zoals mijn collega's ook al bespraken, bestaat op de Belgische centrales een amorf geheel van toezicht en besluitvorming, waarvoor ik als Kamerlid op geen enkele manier verantwoordelijkheid zou durven dragen. Ik maak me daar buitengewoon veel zorgen over.
Ik heb de stukken ook gekregen en ik heb ook gelezen dat er mensen van die centrales gehoord zijn in de raden van de betreffende gemeenten. De verontrusting is daarna alleen maar toegenomen in plaats van afgenomen. Dat stemt me niet vrolijk. We hebben Kamervragen gesteld over de samenwerking tussen de ANVS en het Belgisch Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). We hebben gevraagd die samenwerking te intensiveren en ook gevraagd hoe het precies werkt en wat de Minister daaraan doet. Op 3 juli is daarop geantwoord. Is de ANVS op dit moment bijvoorbeeld in gesprek met het FANC over de recente brand en explosies in Doel op 31 oktober? Wat was daar nou precies aan de hand? Vindt men in België ook dat Doel en Tihange voorlopig beter afgeschakeld kunnen blijven? Welk tijdpad hanteert men? En hoe ziet de samenwerking tussen Nederland en België er nu concreet uit? We hebben daar eerder vragen over gesteld en mij is nog niet volkomen duidelijk dat dit netjes is geregeld.
De voorzitter: Kunt u tot een afronding komen?
De heer Jan Vos (PvdA): Ik heb nu de eerste kant van mijn twee A4'tjes besproken.
De voorzitter: Dat is prima!
De heer Jan Vos (PvdA): In 2009 heeft de Kamer een motie aangenomen waarin wordt gesteld dat de kerncentrale in overheidshanden moet blijven. De beursgang van ABN AMRO lijkt mij een uitstekend moment om als goed sociaaldemocraat te pleiten voor het opkopen van de centrale en die opnieuw te nationaliseren. Dat is ook heel goed voor DELTA en Eneco, want die bedrijven kunnen dan weer gezond verder. Het lost dus een aantal problemen tegelijkertijd op. We hebben dat in het verleden ook wel gedaan met andere energiebedrijven, bijvoorbeeld de netwerken die we in Nederland hebben.
De voorzitter: U zit ruim over de vier minuten.
De heer Jan Vos (PvdA): Hiermee heb ik mijn betoog afgerond.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Misschien kan ik de heer Vos een klein beetje helpen met wat extra spreektijd. Ik heb goed geluisterd en volgens mij is het onderwerp PALLAS niet voorbijgekomen. Ik ben heel benieuwd naar het standpunt van de Partij van de Arbeid over PALLAS in relatie tot toekomstige ontwikkelingen. Ik heb me goed laten informeren. We staan op het punt grote investeringen te doen voor 40 jaar, binnen een markt voor isotopen die over 10 jaar drastisch veranderd is. Hoe beoordeelt de Partij van de Arbeid dat?
De heer Jan Vos (PvdA): Het gaat hier om medische isotopen. Die worden gebruikt om kankerpatiënten te helpen. Ik vind het dus heel moeilijk om te zeggen dat we dat niet moeten doen en dat we daar niet in moeten investeren. Aan de andere kant zijn er veel dossiers in deze Kamer waar we, om het in onze eigen bureaucratische politicitaal te zeggen, langzamerhand «grip op krijgen». Dit dossier behoort daar eigenlijk niet toe. Mij is nog steeds niet helemaal duidelijk waarom wij als overheid zo veel geld moeten investeren in iets wat feitelijk door de markt zou moeten worden gedaan. Ik zou de Minister graag via mevrouw Dik-Faber willen vragen waarom er nog geïnvesteerd wordt. Is het wel of geen verouderde techniek...
De voorzitter: Dat is verkapte extra spreektijd. Wilt u het kort houden?
De heer Jan Vos (PvdA):... en is het geen weggegooid geld?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik ben blij met deze reactie van de Partij van de Arbeid. Ik herken het geschetste dilemma. Aan de ene kant is er het belang van medische isotopen. Aan de andere kant hebben we het hier wel over een zaak die door de markt opgepakt zou moeten worden. Ik zie ook dat de markt zeer terughoudend is, omdat er op het gebied van medische isotopen ontwikkelingen zijn, maar ook omdat er internationale ontwikkelingen zijn. In Frankrijk en Canada worden bijvoorbeeld nieuwe reactoren gebouwd. Laten we samen het antwoord van de Minister hierop afwachten.
De voorzitter: Ik hoor geen vraag. Het woord is weer aan mevrouw Dik-Faber, nu voor haar inbreng in eerste termijn.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Afgelopen jaar was ik op werkbezoek bij de nucleaire installatie in Petten. In 2013 is deze reactor onder verscherpt toezicht geplaatst na een aantal incidenten. In september is de reactor weer stilgelegd.
De heer Jan Vos (PvdA): Deed hij het?
De voorzitter: Een antwoord met «ja» of «nee» is goed, hoor.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Op dat moment wel!
De voorzitter: U vervolgt uw betoog. Of heeft de heer Vos nog een vervolgvraag?
De heer Jan Vos (PvdA): Even ter verduidelijking: ik ben er ook weleens geweest, maar meestal ligt de reactor stil. Ik was dus benieuwd of er nu een keer een werkbezoek is geweest waarbij hij het ook daadwerkelijk deed. Dat blijkt het geval te zijn.
De voorzitter: De nieuwsgierigheid van de heer Vos is bevredigd. Mevrouw Dik-Faber gaat weer verder.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Hij ligt op dit moment stil.
De maatschappelijke onrust is op zo'n moment groot, niet alleen omdat het gaat om de nucleaire veiligheid, maar ook omdat het gaat over de productie van medische isotopen, die nodig zijn bij de behandeling van kanker. De ChristenUnie pleit ervoor om elk incident, hoe klein ook, zo spoedig mogelijk te melden, niet pas achteraf in het jaarverslag. Nu wordt per incident nog bekeken of het nodig is, maar de ChristenUnie wil maximale transparantie.
Ondertussen is er een maatschappelijk debat over nut en noodzaak van het bouwen van de nieuwe PALLAS-reactor in Petten. Noord-Holland heeft besloten om in afwachting van een verder uitgewerkte businesscase de tweede tranche van de lening voor de voorbereidingen van de bouw van de reactor nog niet uit te betalen. Welke voorwaarden stelt de provincie, en welke voorwaarden stelt de Minister om al dan niet door te gaan met PALLAS? Wat is de planning? En wat vindt de Minister van de voorliggende informatie op basis waarvan stichting PALLAS de tweede tranche van de lening heeft aangevraagd?
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik heb alle stukken doorgelezen. Misschien heb ik het niet goed begrepen – dan mag mevrouw Dik mij verbeteren – maar de PALLAS-reactor valt toch nog steeds onder de Minister van EZ?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik heb de brief gelezen over de nieuwe verdeling tussen de Minister van Economische Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu. Ik heb het niet helemaal meer paraat, maar ik dacht wel vandaag deze opmerkingen te kunnen plaatsen. Ik kan de Petten- en de PALLAS-reactor namelijk bijna niet los van elkaar zien. Ik kijk ook even naar de voorzitter en hoor graag van haar ...
De voorzitter: Ik denk dat de Minister dit wel wil meenemen in haar reactie. We wachten dat even af. Misschien heeft de heer Dijkstra nog een vervolgvraag.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Het staat iedereen vrij om van alles te zeggen over ieder onderwerp en natuurlijk raakt het elkaar ook – ik deel die mening – maar het maakt het debat wel een beetje ingewikkeld. Dat zeg ik even procedureel. De PALLAS-reactor valt gewoon onder de Minister van EZ. Het hoort dus thuis in een ander debat. Anders praten we langs elkaar heen. Dat vind ik zonde. Dat verdient het onderwerp niet.
De voorzitter: Ik begrijp inderdaad ook net dat dit onder het Ministerie van EZ valt.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Dan sla ik even een stuk over en kijk ik weer even naar de voorzitter: hoort het onderdeel «afval» dan wel bij de Minister van I en M? Ik kan me voorstellen dat het een onderwerp is dat valt onder Infrastructuur en Milieu. Dan kan dat nu wel worden besproken.
De voorzitter: Voor de kijkers thuis: er wordt instemmend geknikt.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Oké. Ik bewaar die andere vragen voor de Minister van Economische Zaken.
Het nationaal programma over radioactief afval ligt nu ter inzage. Volgens mij kan het niet anders dan dat daarop veel negatieve reacties komen. In plaats van te komen met een oplossing nu lezen wij dat een oplossing honderd jaar vooruit wordt geschoven. Dat kan de Minister toch niet menen? We hebben COVRA, maar dat is niet de definitieve oplossing die nodig is. Hoe zit het met de financiering? Klopt het dat er maar 68 miljoen in kas is, terwijl er 2 miljard nodig is? Het principe «de vervuiler betaalt» is in de afgelopen decennia niet echt goed uit de verf gekomen. Bovendien ligt er nog veel radioactief afval in Petten, dat voor vervoer ook nog ondeugdelijk verpakt is. Dat moet dus nog worden gesorteerd en herverpakt. Wie gaat dat betalen? Mijn laatste informatie over de berging in België dateert alweer van een jaar geleden. Is er inmiddels meer bekend? Dit is immers ook een Nederlands belang, gelet op bijvoorbeeld de drinkwaterwinning in Noord-Brabant.
Ik had nog een vraag over Borssele en de splitsing van Delta, die nu in één jaar moet plaatsvinden. Ik begrijp dat dit dan ook een vraag voor de Minister van EZ is, maar ik ben eigenlijk wel heel nieuwsgierig of we nu gaan nationaliseren of anderszins.
Ik kom bij mijn laatste punt, de rookmelders. Bij de afvalinzameling wordt geen onderscheid gemaakt tussen optische en radioactieve rookmelders. Al deze rookmelders komen in de afvalverbranding terecht, waarbij de radioactieve deeltjes in het milieu komen en potentieel longkanker kunnen veroorzaken. Kan de Minister toezeggen dat zij de radioactieve rookmelders apart zal laten inzamelen en verwerken?
De voorzitter: Ik zit hier als voorzitter aandachtig te luisteren naar al het nieuws dat ik hier hoor. Ik leer nog eens wat vandaag!
De heer Smaling (SP): Voorzitter. Het gaat maar af en toe goed mis met kerncentrales, maar als het dan goed mis gáát, dan gaat het ook wel echt heel erg goed mis. Zowel «Tsjernobyl» als «Fukushima» ligt ons nog vers in het geheugen. Het is goed om het hierover te hebben.
Dit brengt me meteen bij mijn eerste vraag: heeft de regering, nog even los van wie waarover gaat, een exitstrategie, zoals die welke Duitsland heel rigide heeft gekozen, gelukkig? Daarbij neem ik gelijk België mee. Is het geen goed idee om met België te streven naar een toekomst waarin kerncentrales niet meer op ons grondgebied voorkomen? Ik refereer natuurlijk met name aan de kerncentrales van Doel en Tihange, waarmee voortdurend wat aan de hand is. 1953 is lang geleden. We hebben nu de Grevelingen, het Haringvliet en de Oosterschelde afgesloten, maar de Westerschelde niet. Stel dat je een keer zo'n noordwesterstorm hebt die verkeerd uitpakt, een storm met springtij, dan heb je de centrales van Borssele én Doel aan het water staan. Zijn we daar klaar voor? Is het crisismanagement zodanig ingericht dat we daar dan mee kunnen dealen? Ik vraag me dat echt af.
Heb je het over een exitstrategie, dan kun je dat ook op de Petten-centrale toepassen. Je kunt tegenwoordig ook prima uit de voeten met standaardcyclotrons om medische producten anders dan medische isotopen te maken. Dan ben je niet meer aangewezen op alleen maar België, Nederland en Canada en hoef je geen nieuwe reactoren te bouwen. Dus kun je er niet de medische isotopen uit halen en dat mainstreamen? Kun je niet bij URENCO de toepassingen in de lucht- en ruimtevaart eruit halen en dat mainstreamen via de Universiteit Twente? Het gaat er dan dus om dat je het echt gevaarlijke deel eruit haalt en loskoppelt en dat je voor de rest ernaar toewerkt dat je over 20 tot 30 jaar, als Borssele toch dicht moet, helemaal klaar bent met kerncentrales. Daar zou je dan ook België in moeten meenemen.
Daarmee kom ik op mijn belangrijkste punt in dit debat: de centrales in België. De centrale van Doel staat op de grens. Ik lees dat de burgemeesters in België in een straal van 5 kilometer van de centrale actief worden aangeschreven over vergunningsbesluiten. Volgens mij vallen Beveren en Antwerpen daar nog niet eens onder. Het verbaast me dan ook zeer dat in de antwoorden op de door ons gestelde vragen de Minister aangeeft dat Zeeuwse gemeenten hun zorgen aan de Belgische overheid kunnen overbrengen. De kerncentrale van Doel staat min of meer in Zeeland, dus je kunt niet net doen alsof dat een buitenlandse centrale is. De twee oude reactoren kunnen nu weer tien jaar draaien zonder m.e.r., zonder vergunningplicht. Kort na die verlenging was er een ontploffing, in een transformatorhuisje. Dan kun je toch niet verwachten dat mensen in Zeeuws-Vlaanderen en in West-Brabant rustig naar bed gaan? Mijn dringende oproep aan de Minister is daarom: werk met België op een vriendelijke manier – dat zal lukken, want zij heeft goede relaties met België en bewondert de ruimtelijke ordening daar – toe naar een kerncentralevrij Nederland en België.
Ik kom nog even op het Waarborgfonds Eindberging. Ik heb daarover dezelfde vraag als mevrouw Dik. Volgens mij is er nu 68 miljoen voor beschikbaar. Dat moet naar 2 miljard. Dat is nogal een gat. Hoe gaat dat gedicht worden?
De vergadering wordt van 16.34 uur tot 16.50 uur geschorst.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Voorzitter. Ik heb inderdaad per mei de portefeuille van mijn collega Kamp overgenomen. Ik vond dat zelf ook belangrijk, omdat je de rol van beleidsmaker – Minister Kamp besluit over de energiemix en de rol van kernenergie daarin – en de rol van toezichthouder van elkaar moet scheiden. Ik heb daar zelf ook op aangedrongen. Ik hoor nu ook dat dit middels een motie, waarschijnlijk ingediend in het EZ-debat, zal worden ondersteund. Ook met internationale organisaties is besproken dat dit het beste zou zijn. Het is goed om die scheiding er nu te hebben. Andere bewindslieden hebben nog wel verantwoordelijkheden die met dit dossier te maken hebben. Een paar zaken zijn gescheiden. De keuze voor wel of geen kernenergie ligt bij Minister Kamp. Het toezicht ligt bij mij. De Minister van Financiën kijkt naar een aantal van de financiële activiteiten op het gebied van kernenergie. Hij is onder andere verantwoordelijk voor de goedkeuring van de financiëlezekerheidsstelling van vergunninghouders en voor de middelen die nodig zijn voor ontmanteling.
Ik wil eerst spreken over de Nederlandse installaties en daarna over de Belgische installaties, waarover veel onrust bestaat. Vervolgens spreek ik, specifieker, over afval. Tot slot kom ik dan nog op een aantal overige vragen. Ik hoop daarmee adequaat alle vragen in beeld te hebben.
Ik begin dus met de Nederlandse installaties, allereerst met Petten. Er heeft zich inderdaad een aantal incidenten in Petten voorgedaan in de afgelopen periode. Dat aantal is ook wat omhooggegaan. De heer Dijkstra vroeg wat het betekent dat er meer incidenten zijn. In de vorige jaren waren er ernstigere incidenten. In het afgelopen jaren waren er meer incidenten, maar wel van minder ernstige aard. Volgens mij heeft dat alles te maken met het feit dat NRG vanaf 2013 zijn veiligheidscultuur is gaan aanpassen en veranderen. Er zit ook een nieuwe directeur, die daarbovenop zit en ervoor zorgt dat het niet zover komt. Waardoor is er dan toch een toename van het aantal minder ernstige incidenten? In mijn optiek komt dat door het feit dat het creëren van een soort veiligheidscultuur in een organisatie leidt tot meer meldingen. Het is goed als meldingen vroegtijdig worden gedaan, want dan kun je er ook veel sneller op inspelen en kun je voorkomen dat het komt tot ernstigere incidenten. De ANVS kijkt natuurlijk ook naar de incidenten die zijn gemeld.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Hoor ik de Minister nu tussen neus en lippen door zeggen dat er in de periode vóór 2013 veel meer kleine, minder ernstige incidenten waren en dat die gewoon niet werden gemeld omdat die veiligheidscultuur er niet was?
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Dat had ik allerminst bedoeld te zeggen. Ik redeneer meer andersom. Als je een toename ziet van het aantal kleine incidenten en je je afvraagt waardoor dat komt en als je ook weet dat NRG is gaan werken aan het versterken van de veiligheidscultuur, dan kun je concluderen dat mensen nu waarschijnlijk makkelijker en eerder gaan melden. Ik heb geen enkel bewijs dat er daarvoor bewust niet werd gemeld of dat men dat niet durfde. Mijn vermoeden is echter wel dat het komt door het versterken van de veiligheidscultuur. Ik ken dat namelijk ook vanuit bijvoorbeeld de luchtvaartsector. Mensen gaan dan sneller melden en zijn daar opener in. In de ziekenhuissector is precies hetzelfde gebeurd. Een aantal jaren geleden is de cultuur daar ook aangepakt. Vervolgens kwamen er meer incidentmeldingen. Is het dan ineens veel slechter bij de ziekenhuizen? Nee. Het is vaak juist beter, want als je een incident snel meldt, kun je er ook sneller mee aan de slag.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Het is van tweeën één. Of kleine incidenten werden hiervoor minder gemeld en daaruit is de toename van het aantal meldingen nu te verklaren – dan waren er voor 2014 evenveel kleine incidenten, maar werden ze niet gemeld – of er is altijd keurig gemeld en er is een toename van het aantal kleine incidenten. Heeft de Minister enige grond om te zeggen: het aantal kleine incidenten is eigenlijk niet toegenomen, alleen wordt nu wel gemeld wat voorheen niet werd gemeld?
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Laat ik er dan bij zeggen dat dit mijn lekenconclusie is. Ik ben daar op bezoek geweest en heb ook gekeken naar de veiligheidscultuur. Zoals ik eerder zei, heb ik geen enkel bewijs dat er voorheen bewust zaken niet werden gemeld. Ik heb gekeken naar hoe het nu gaat en naar de aandacht die wordt besteed aan de veiligheidscultuur. Tegelijkertijd zie ik dat het aantal kleine incidenten stijgt. Je kunt daaruit niet de conclusie trekken dat er voorheen dingen onder de pet werden gehouden. Misschien moet ik de conclusie die ik trek, ook wel niet trekken, omdat het een lekenconclusie is. Maar goed, bewindslieden zijn er ook voor om inschattingen te maken. Mij werd gevraagd hoe ik tegen die stijging aankijk. Mijn oordeel – laat ik het daarbij houden – is dat de veiligheidscultuur sterk is verbeterd bij NRG.
De ANVS ziet daar ook op toe en houdt namens mij toezicht op de veiligheid in Petten. De ANVS is van mening dat die veiligheid op een voldoende hoog niveau is. Na de incidenten, die ook in de publiciteit kwamen, heeft NRG twee jaar geleden een uitgebreid verbeterprogramma gestart, zoals ik al zei. Dat programma bestaat onder andere uit het verbeteren van de veiligheidscultuur binnen de organisatie. De maatregelen zijn ook voor de ANVS zichtbaar.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik sluit aan op dit laatste. Ik heb in een van de brieven gelezen dat alle incidenten in het jaarverslag van de ANVS terechtkomen. Dat is natuurlijk goed, maar dan heb je verantwoording achteraf. Maar wordt er ook publiekelijk een melding gedaan, bijvoorbeeld op de website van de ANVS, op het moment dat er een incident is?
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Volgens mij wel. Ik dacht er al even over toen u eerder in het debat die vraag stelde. Ik denk dat het geen enkel probleem zal zijn om zo'n melding zo snel mogelijk op bijvoorbeeld de website van de ANVS te zetten. We moeten dan wel even goed bekijken wat het is en of we de juiste analyse hebben gemaakt, maar zodra we het incident kunnen kwalificeren, kunnen we zo'n melding er volgens mij op zetten.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik ben blij met dit antwoord, omdat hieromheen veel maatschappelijke onrust bestaat. Het circuleert vaak al snel in de media. Dan is het goed als een instantie als de ANVS over incidenten ook zelf bericht op haar website en niet pas achteraf in het jaarverslag daarvan melding maakt.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Wij verzamelen het eigenlijk ook om de informatiestroom richting de Kamer behapbaar te houden. Er is geen reden om de Kamer niet eerder inzicht te geven, als daaraan behoefte bestaat. Dat kan dus gewoon via de website.
Een aantal Kamerleden heeft ook gevraagd naar de veiligheid in Borssele. Gevraagd is of de centrale van Borssele inmiddels alweer tot de 25% van veiligste kerncentrales behoort. Eind september 2013 heeft de Borssele Benchmark Commissie (BBC) haar eerste rapport afgerond. De unanieme conclusie van de commissie was dat de kerncentrale Borssele «overtuigend» behoort tot de 25% van veiligste kerncentrales van vergelijkbaar type – zo werkt het – in de EU, de VS en Canada. Daarmee voldoet de kerncentrale ook aan de veiligheidsafspraak, de «safety benchmark», van het convenant. Het rapport van de commissie is in oktober 2013 door de Minister van EZ naar de Tweede Kamer gestuurd. Hij meldde daarbij dat hij de conclusie van de commissie ziet als een bevestiging van de opvatting dat de veiligheid bij de kerncentrale op orde is en tevens als bewijs dat de in het verleden gedane investeringen in de kerncentrale zich nu ook uitbetalen. Het blijft natuurlijk gemonitord worden. In 2018 zal het volgende rapport worden gepubliceerd.
Er is ook gevraagd wat er bij URENCO aan de hand is. Daar heeft inderdaad ook een incident plaatsgevonden. Dat vond plaats in de filterinstallatie in een ruimte waarin verrijkt uranium wordt verzameld. Er waren daar geen personen aanwezig. Er is ook geen sprake geweest van persoonlijk letsel. Als gevolg van het incident is echter wel uraniumhoudend materiaal in de productiehal en in de aangrenzende hal terechtgekomen. Uit voorzorg zijn die ruimtes ontruimd en is de productie in die hallen gestopt in afwachting van meer duidelijkheid over de oorzaak van het incident. Zoals bij al dit soort organisaties moet je meteen alle voorzorgsmaatregelen nemen totdat je meer zekerheid hebt over wat er speelt. Metingen wezen uit dat vanuit het ventilatiesysteem een kleine hoeveelheid radioactief materiaal op het dak is terechtgekomen. Dat is schoongemaakt. Uit controlemetingen is gebleken dat er geen besmetting van de omgeving is opgetreden. Daarna heeft URENCO maatregelen getroffen, zodat de productie in de overige productiehallen veilig kon worden voortgezet. URENCO heeft inmiddels onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van het incident. In de filterinstallatie heeft een chemische reactie plaatsgevonden, die heeft geleid tot een soort explosie. URENCO heeft het betreffende type filter vervangen door een type dat niet gevoelig is voor dit soort storingen. URENCO is nog een nadere analyse aan het uitvoeren over mogelijke achterliggende oorzaken van het incident, om hiervan nog meer lering te trekken en herhaling in de toekomst te voorkomen. Na de schoonmaakacties is in een van beide getroffen hallen de productie weer hervat. De ANVS heeft regelmatig inspecties uitgevoerd. Het RIVM heeft op verzoek van de ANVS zelf metingen gedaan en een contra-expertise uitgevoerd op de door URENCO uitgevoerde metingen. Dit onderzoek is nog niet afgerond, zo zeg ik in antwoord op de vraag wanneer dat onderzoek komt, maar we verwachten het wel binnen enkele weken.
Er werd ook gevraagd naar de borging van de publieke belangen bij de verkoop van URENCO. Dit ligt op de beleidsterreinen van de Minister van EZ en de Minister van Financiën. Daarvoor wordt nu een wetsvoorstel uitgewerkt.
Hoe zit het in algemene zin met de dreigingen ten aanzien van Nederlandse installaties? Het kan volgens de commissie wel zijn dat we goede installaties hebben, die veilig genoeg zijn en waar de veiligheidscultuur ook goed is, maar wat als er een terroristische dreiging is? Met de collega van Veiligheid en Justitie zijn heel goede afspraken gemaakt over het dreigingsniveau in Nederland. Als dat niveau verandert, dan kan dat aanleiding geven tot een nieuwe referentiedreiging voor de installaties. Dan wordt het aangepast en worden er extra maatregelen bij de nucleaire installaties genomen. Dat geldt overigens zowel voor fysieke dreigingen als voor cyberdreigingen. Elke installatie heeft een door de ANVS goedgekeurd beveiligingspakket. Een van de vragen was hoe we het precies doen. Dat kunnen we nu niet vertellen, want het zou voor terroristen wel heel aantrekkelijk zijn om dat te weten. Er is in ieder geval specifieke aandacht voor en er zijn pakketten voor.
Er werd ook gevraagd naar de waterdreiging. Volgens mij was het de heer Smaling die vroeg hoe het zit als er een overstroming is. Ten eerste hebben we twee jaar geleden aan alle veiligheidsregio's gevraagd om plannen te maken specifiek voor waterrampen, omdat waterrampen heel anders zijn dan giframpen of kernenergierampen. Je moet je dus ook op een andere manier daarop voorbereiden. Alle veiligheidsregio's zijn op dit moment bezig met het maken van dergelijke plannen. Daarbij zal er ook specifieke aandacht zijn voor dit soort gevoelige infrastructuur. Ten tweede hebben we in het Deltaprogramma een nieuwe norm voor de veiligheid in het land gemaakt: de kans op overlijden als gevolg van een overstroming mag niet meer zijn dan 1 op 100.000. Voor specifieke locaties nemen we echter extra veiligheidsmaatregelen. Het gaat onder andere om locaties waar kwetsbare infrastructuur staat, zoals kerninstallaties, locaties waar heel veel mensen wonen die moeilijk geëvacueerd kunnen worden of locaties die een bijzonder groot economisch belang vertegenwoordigen. Dat is allemaal opgenomen in het Deltaprogramma. Hier wordt dus langs meerdere wegen naar gekeken. Kortom: aan de ene kant wordt er een extra veiligheidsbuffer gecreëerd en aan de andere kant is er een specifieke aanpak voor in de veiligheidsplannen van de regio's.
Dit is wat ik wilde zeggen over de Nederlandse installaties. Ik kom nu bij de Belgische installaties. Zowel de omwonenden als de commissieleden hier maken zich daar zorgen over. Die zorgen worden ook regelmatig in de pers geuit. Ik maak me geen zorgen over de veiligheid, maar ik begrijp wel heel goed de onrust. Daarom hebben we de directeur van de ANVS, die naast mij zit, gevraagd om nauw contact te onderhouden met het FANC en om de situatie op de voet te volgen. Het FANC is eenzelfde organisatie als de ANVS in Nederland. Het is een onafhankelijke toezichthouder, die zelf ook weer op internationaal niveau in de gaten wordt gehouden, net zoals dat gebeurt met onze ANVS. Het FANC ziet erop toe dat de Belgische kerncentrales alleen maar draaien, heropstarten of hun levensduur verlengen als dit veilig en verantwoord kan. Ook zij hebben van doen met onafhankelijk toezicht, internationaal toezicht en een Kamer die erbovenop zit omdat ze de veiligheid van de inwoners ook heel belangrijk vindt. Het FANC heeft geen ander belang dan het borgen van die veiligheid. Recentelijk heeft de directeur van het FANC aan de directeur van de ANVS bevestigd dat veiligheid de doorslaggevende factor is in de besluitvorming. Naar aanleiding van verschillende incidenten heeft het FANC recentelijk nog stevig ingegrepen bij de centrale van Tihange.
Volgens mij heb ik voor morgen een gesprek met mijn Belgische collega op de agenda staan. Dat zal onder andere daarover gaan. Tegelijkertijd moet je ook kunnen vertrouwen op elkaars onafhankelijke toetsingsorganisaties. De discussie zal wat mij betreft in sterke mate ook gaan over de betrokkenheid van de grensbewoners bij de besluitvorming in België. België besluit natuurlijk eigenstandig over het al dan niet hebben van kerncentrales en over het verlengen van de levensduur daarvan, maar voor mij is het wel heel belangrijk dat gemeentes die zo dicht daarbij liggen, er op de een of andere manier bij worden betrokken. Daarover zal ik het gesprek voeren met mijn collega. Ik heb geprobeerd om dat gisteren, voor dit overleg dus, te doen maar dat lukte niet. Morgen zit ik echter in België en dan kan het wel.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Het is goed dat de Minister gaat praten met haar Belgische collega en dat het contact goed is, maar je hebt hier wel te maken met perceptie. Vaak zijn dingen niet voldoende transparant. Hoe krijg je nu duidelijk dat het op een veilige manier kan of zou moeten? Tegelijkertijd heb je ook te maken met mensen die niet weten wat er gebeurt en zich daarbij onzeker voelen. Die emoties komen er niet voor niets. Dat die er zijn wordt ook heel breed gesteund in de betreffende gemeenteraden. Mensen zeggen daar: het is zo dichtbij. Bestuurlijk kan het allemaal in orde zijn of het kan veilig genoeg zijn, maar als dat niet bij de mensen landt, dan is er nog wel een probleem. Ik wil graag weten hoe we dat kunnen adresseren. Ik wil graag dat de Minister na dat gesprek terugkomt met een brief waarin maatregelen staan om de transparantie te vergroten. Als je weet wat er aan de hand is of als je daar als burger wat meer gevoel bij hebt, dan kan dat de perceptie wat veranderen, dan kan dat het negatieve stempel wellicht wat wegnemen. Je zou in ieder geval de onrust moeten wegnemen. Dat zou het streven moeten zijn. Welke maatregelen kun je daartoe nemen? Dat wil ik graag weten.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Ik kan mij dat voorstellen, ook omdat er incidenten zijn geweest op plekken in de kerncentrale waar er geen veiligheidsissue was in relatie tot de kernenergie zelf. Dan zie je een ontploffing en vervolgens krijg je te horen: het is allemaal niet erg, want het is ergens anders. Ik kan me voorstellen dat je het allemaal toch erg spannend vindt als je in die omgeving woont. Dat geldt zowel voor de bestuurders, die verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheidsplannen, als voor de omwonenden. Ik zei net al dat ik vooral wil bekijken hoe je gemeenten een rol kunt geven in de communicatie over verlenging van bijvoorbeeld de levensduur van een centrale, maar ook in de communicatie over ongevallen. Het FANC heeft onlangs ook informatieavonden gehouden in de regio, zo heb ik begrepen. Het is goed om nog eens nadrukkelijk met elkaar door te denken over wat je op dat punt nog meer kunt doen. Kan het bijvoorbeeld opener? Een van de voorstellen was net ook om sneller over incidenten te publiceren, zodat mensen een plek hebben waar ze informatie daarover kunnen vinden. Je hebt ook de site NL-Alert. Daar zou je ook zaken op kunnen zetten. Het probleem is echter dat het niet altijd daarop terechtkomt als het niet echt een veiligheidsissue betreft. We zullen dus meerdere wegen moeten vinden om de mensen goed voor te lichten en erbij te betrekken.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Als er iets is, wordt het al heel gauw verspreid via sociale media als Twitter. Als inwoner ben je er dan altijd al sneller van op de hoogte dat er iets is – je weet dan echter nog niet wat er precies aan de hand is – dan de autoriteiten die jou informeren. Op dat punt is er sprake van een zekere discrepantie. Ik heb hierover een anekdote. Iemand was opgegroeid in Limburg, vlak bij Chemelot. Dan «sneeuwde» het weleens in mei; dat was dan geen echte sneeuw, maar het waren vlokken. Dan zei men: o, het zal wel van DSM zijn. Die tijden zijn inmiddels wel voorbij. Mensen willen gewoon weten wat er aan de hand is. In het geval van een kerncentrale zie je die «sneeuw» niet, als die er zou zijn. Mensen maken zich daar zorgen over. Die zorgen wil ik meenemen. Als de Minister in een notitie kan opschrijven hoe het transparanter kan, hoe de communicatie beter, sneller en accurater kan – daar streven we naar – dan zijn wij daar blij mee.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Ik kan mij dat helemaal voorstellen. Sociale media zijn tegenwoordig zo snel dat je er bijna niet tegenop kunt. De Kamervragen die aan mij zullen worden gesteld, kan ik vaak eerder op de sociale media lezen dan op kantoor. Dat geldt natuurlijk ook voor dit soort dingen. Niet alleen voor België, maar ook voor onszelf is het goed om na te denken over de vraag hoe je heel snel een breed platform kunt realiseren waar mensen terecht kunnen als zich incidenten voordoen die wel een gevaar of juist geen gevaar opleveren voor de samenleving. Overigens is daar al een heel goede crisiscommunicatie voor ingericht. Het zit hem vaak meer in de kleine incidenten die geen gevaar opleveren voor de samenleving. Ik denk daar graag over na, niet alleen voor België, maar ook voor het eigen land. Ik zal het er ook met mijn collega over hebben.
De heer Smaling (SP): De Minister zegt dat zij met haar Belgische collega gaat praten. Hij maakt zijn eigen afweging. Ik ben dol op België. Ik ga elke zomer bier drinken op de Gentse feesten. Vorige week heb ik nog deelgenomen aan de klimaatwandeling van Antwerpen naar Mechelen. Toch maak ik hier wel bezwaar tegen. Al het gesteggel over het al dan niet ontpolderen van de Hertogin Hedwigepolder valt in het niet bij de situatie die zich voordoet bij Doel. Doel 3 heeft 13.000 scheurtjes. In Groningen zien wij onder andere dat kleine scheurtjes eerder grote scheurtjes worden dan dat zij verdwijnen. Er is een reëel veiligheidsprobleem. Als de Belgische overheid besluit dat een m.e.r.-vergunning niet verplicht is, kan ik mij voorstellen dat de mensen in Zeeland en Brabant denken: wat is dit? Wie heeft immers last gehad van Tsjernobyl? Wit-Rusland. Die kerncentrale stond immers aan diens grens. Zoiets wil ik niet meemaken. Zeggen dat de Belgische collega zijn eigen afwegingen maakt, vind ik dus niet voldoende. Ik vraag de Minister toch om dat gesprek niet met zo'n relaxte insteek aan te gaan.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Ik zei niet dat mijn Belgische collega daarbij zijn eigen afweging maakt. Dat geldt wel voor het wel of niet hebben van kernenergie. De heer Smaling vroeg of ik in Nederland en in België kernenergie kon uitfaseren, maar over uitfaseren beslist België zelf. Het FANC is de onafhankelijke organisatie die toeziet op de veiligheid van de Belgische kerncentrales. Dat instituut moet vaststellen of het daarmee wel of niet goed is gesteld. We kunnen praten over incidenten of over scheurtjes, maar het FANC moet toetsen of het veilig is en het FANC moet bepalen of de centrales dicht moeten of niet. Bij Tihange is niet voor niets ingegrepen. Bij Doel zijn ook niet voor niets activiteiten ondernomen. De centrales kunnen alleen maar blijven functioneren als zij conform de internationale standaarden veilig genoeg zijn.
De heer Smaling noemt verder de m.e.r.-vergunning. Centrales hoeven geen m.e.r.-vergunning aan te vragen bij een voortzetting van de bestaande installatie, en dat is het geval. Dat is bij Borssele ook het geval geweest. In het verleden is die voortzetting ook niet met een nieuwe m.e.r. gerealiseerd. Dat geen m.e.r. wordt uitgebracht, maakt het niet onveiliger. Een m.e.r. is geen verplichting en daar maakt men geen gebruik van. Dat is iets waarover de Belgische regering echt zelf kan beslissen. Dat kunnen wij niet van haar vergen. Dat hebben wij in het verleden zelf ook niet gedaan.
De heer Smaling (SP): Zou je in het gesprek niet veel meer kunnen insteken op de slechte connectiviteit van België? Als de vorige winter streng was geweest, hadden ze in de kou gezeten doordat de verbinding met de buurlanden relatief slecht is. Naar ik meen, hebben wij ook alleen maar bij Woensdrecht en Maasbracht een kabeltje over de grens lopen. Kan de Minister niet versneld inzetten op de connectiviteit van België met Nederland en de andere buurlanden? Vorig jaar was er de actie Terneuzen helpt Gent de winter door. Als je daar veel meer op inzet, kan België ook sneller zijn aandeel kernenergie in de energiemix afbouwen. Het lijkt mij heel waardevol om op die manier te werken met een bevriend buurland.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Volgens mij is dit onderdeel van de Europese Energie-unie en wordt daar door de Minister van EZ ook in de Europese Energieraad over gesproken. Landen bekijken daar wat zij voor elkaar kunnen betekenen. Dat is een onderdeel van het gesprek. Vooralsnog spreken wij hier over bestaande kerncentrales waarover nog niet is besloten dat ze worden gesloten. Bij sommige centrales is zelfs tot een verlenging besloten. Naar mijn mening gaat het nu om de vraag of de centrales veilig genoeg zijn om te kunnen opereren. België heeft daarin een eigenstandige bevoegdheid, maar wij zijn vreselijk geïnteresseerd omdat de centrales zo dicht bij de grens liggen dat zij uiteindelijk effect hebben op ons land. Om die reden zal ik daarover met mijn collega praten: kan hij mij ook zeggen dat het veilig genoeg is? Wij zien daar natuurlijk op toe. De ANVS heeft daarover met het FANC gesproken en het FANC zegt dat het zo is. Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) houdt weer toezicht op het FANC. Er zijn heel wat organisaties die daarop toezien. Ik vind vooral belangrijk dat de omliggende gemeenten worden betrokken bij de verdere keuzes die worden gemaakt. Worden zij betrokken bij de communicatie? Is het goed genoeg geregeld? Bij dit laatste wil ik ingaan op de gezamenlijke aanpak van crises.
De heer Jan Vos (PvdA): Het leek er even op dat wordt gezegd dat wij beter moeten communiceren omdat de mensen verontrust zijn. Dat is volgens mij niet helemaal wat er aan de hand is. Ik zit toch iets meer op de lijn van de heer Smaling. Er is wel degelijk iets aan de hand. Als je de overwegingen leest, blijkt dat men unaniem – het CDA, de VVD, D66, de Partij van de Arbeid, GroenLinks en nog een aantal lokale partijen – van mening is dat er regelmatig onduidelijkheden zijn over de herkomst van de scheuren en dat regelmatig menselijke procedurefouten worden gemaakt. Verder doen zich nog een aantal andere ernstige zaken voor. De Minister zegt dat zij met haar collega spreekt, dat de ANVS met het FANC spreekt en dat het FANC zegt dat het goed is; het FANC wordt internationaal gecontroleerd, en dus is het goed. Dat doet mij echt denken aan de manier waarop het bij de Fyra en de ILT ging. Ik zei het ook al even in mijn inbreng. Er zijn heel veel procedures, maar wie gaat er nou echt kijken? Wie weet nu wat er aan de hand is? Kan de Minister daar zelf eens langsgaan, of kunnen wij misschien een keertje in die centrale gaan kijken? Gaat de directeur van de ANVS daar langs, of gaan mensen van de ANVS daar langs? Wat is zijn inschatting van de situatie? Ik ben er niet erg gerust op. Meestal is er een zuidwestenwind. De vergelijking met Oekraïne en Rusland vind ik dan ook helemaal niet zo gek. Wij kunnen best wel wat eisen stellen. Ik verwacht ook een stevig gesprek. Het gaat daar gewoon te vaak fout en er wordt naar mijn mening niet adequaat ingegrepen. Daardoor zijn mensen terecht ongerust. Dat heeft niks te maken met communicatie.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Dat zijn ook twee verschillende onderwerpen. Bij de communicatie ging het erom of de mensen in de regio voldoende weten wat er aan de hand is als er een explosie is en wordt gezegd dat die verder geen effect heeft. Zij weten dan bijvoorbeeld niet dat de explosie heeft plaatsgevonden in een onderdeel waarbij de veiligheid niet in het geding komt. Dat vind ik belangrijk, en dat moet worden opgelost. Het andere waarover de heer Vos spreekt, is of wij hier beoordelen of de centrales daar veilig genoeg zijn. Kunnen wij het FANC daarop vertrouwen of niet? België moet net zo goed kunnen vertrouwen op de ANVS en het toezicht op onze kerncentrales. Ik weet dat wij hierover direct contact hebben met het FANC. Alles wat het FANC doet en de conclusies die het trekt, worden bekeken. De directeur gaat er zelf langs; het zijn niet alleen maar papieren exercities. Dat geldt ook voor onze eigen centrales. Die bekijken wij ook zelf. Het gaat dus niet alleen maar om een certificering. Dat wordt dus heel serieus genomen. Als in die organisaties heel veel incidentjes voorkomen, maar de verschillende nationale en internationale organisaties die daarop moeten toezien, zeggen dat het wel oké is, wie zijn wij dan om te zeggen dat het toch niet klopt? Dat maakt het complex. Wij zullen er dus altijd naar blijven vragen. Wij zitten erbovenop. Wij hebben er veel contact over. Wij kijken zelf en wij zijn er direct bij betrokken, maar uiteindelijk zullen wij toch ergens ook de deskundigen moeten geloven. Wij kunnen dan niet zeggen dat het FANC en het Internationaal Atoomenergieagentschap het mis hebben gehad.
De heer Jan Vos (PvdA): Wat mij betreft zijn de Belgische experts van harte welkom om in Borssele te komen kijken hoe wij dat hebben geregeld. Ik verwacht ook dat dit omgekeerd het geval is. Anders blijf ik er wel bij dat de wind meestal overwegend zuidwestelijk is. De Belgen hebben dus minder last van onze centrales dan wij van die van hen. Er is dus wel degelijk reden om niet alleen te vertrouwen op het oordeel van het FANC en het Internationaal Atoomenergieagentschap, maar ook zelf te gaan kijken. Als de Minister zegt dat wij daar zelf langsgaan, dan stelt mij dat al iets gerust. Wij hebben daarbij echter een echte verantwoordelijkheid. Ik wil niet dat wij over een kerncentrale die in België staat, achteraf moeten constateren dat niemand echt wist of die trein wel of niet goed reed. Wij hebben daarbij echt de verantwoordelijkheid voor onze inwoners, ook al staat de centrale aan de andere kant van de grens. Daarover mogen wij best wel ruzie maken met de Belgen.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Wij kunnen er ruzie over maken of wij kunnen er gewoon goede afspraken over maken. Dat laatste is volgens mij nog beter. Wij controleren de eigen installaties zelf. Wij gaan zelf bij België op bezoek, maar onze mensen zitten niet in hun installaties. Wij zullen dat echter wel voorstellen. Het gezamenlijk uitvoeren van inspecties zal morgen ook een onderdeel uitmaken van het gesprek met de Belgische collega. Als zij daar behoefte aan hebben, mogen zij ook bij ons komen kijken.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik deel de zorgen die de PvdA-fractie hier net heeft geuit. Als de zorgen bij een gemeenteraad na een presentatie alleen maar zijn toegenomen, zijn die zorgen ook terecht. Ik denk dat het goed is dat de Minister in de komende tijd nog meer gezamenlijke afspraken maakt om juist dat vertrouwen te herstellen. Het vertrouwen van onze inwoners is nu immers geschonden. Ik waardeer het dat de Minister zich sterk wil maken voor onze inwoners en dat zij concrete afspraken wil maken. Ik hoop dat zij die afspraken duidelijk terugkoppelt naar de gemeenteraden in de desbetreffende regio, zodat zij een antwoord krijgen op hun moties. Dan zien zij wat daarmee is gedaan en dan zien zij exact welke acties zijn ondernomen. Verder is dan duidelijk van wie zij de komende maanden en jaren snel informatie kunnen krijgen op het moment dat zich iets voordoet. Ik denk dat dit kan bijdragen aan het herstel van vertrouwen. Als wij de internationale deskundigen die daar toezicht houden moeten vertrouwen, dan mag een en ander best nu al worden aangescherpt.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Ik zal zorgen voor die terugkoppeling naar de regio. Dat kunnen wij doen via de veiligheidsregio, die daarin een rol speelt. Het gaat daarbij om drie verschillende dingen. 1. Hoe is het georganiseerd, wie ziet erop toe en wie neemt de besluiten? Die spanning voel ik wel bij de omwonenden: er wordt wel gezegd dat het oké is, maar is dat ook echt zo? 2. Er is al een vast stramien voor incidenten die gevaar opleveren voor de samenleving, maar hoe wordt gecommuniceerd over incidenten die geen gevaar opleveren? Die worden misschien als een kleine explosie afgedaan, maar veroorzaken in de omgeving wel ongelooflijk veel onrust. 3. Worden er nog extra afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over een gezamenlijke inspectie en dat soort dingen, dan zullen wij dat ook melden. Dat hangt echter af van de afspraken die ik met mijn Belgische collega kan maken.
Mevrouw Mulder vroeg verder waar men in de loop der jaren terechtkan. Het is van belang om ervoor te zorgen dat inderdaad duidelijk is bij wie dit soort vraagstukken altijd kan worden neergelegd.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik dank de Minister voor deze nadere toezegging. Het is goed dat de Minister hierover communiceert met de veiligheidsregio, maar er moet ook een stap worden gemaakt naar de inwoners zelf. Het lijkt mij essentieel dat de inwoners ervan op de hoogte zijn als zoiets plaatsvindt. Gisteravond gebeurde er iets in Moerdijk. Je ziet de foto's op twitter voorbijkomen. De inwoners willen dan direct zo veel mogelijk goede informatie hebben waaruit blijkt dat het inderdaad niet ernstig is. Als de inwoners van Groningen jarenlang te horen krijgen dat het allemaal wel meevalt, terwijl het op een gegeven moment allemaal niet mee blijkt te vallen, dan voelen zij zich niet serieus genomen. Dat zou zich hierbij ook kunnen gaan voordoen. Ik wil erg graag dat onze inwoners wel serieus worden genomen.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Ik zei «via de veiligheidsregio» omdat wij vaker zo communiceren. Ik heb zelf apps gemaakt voor overstroming.nl. Daar kunnen mensen terecht als zij willen weten wat zij moeten doen als zich een waterramp voordoet. Die gaan ook via de veiligheidsregio's. Anders zou je in Nederland naar te veel verschillende kanalen moeten kijken. Met het oog op de eenduidigheid is het handig om het zo te doen. Vaak maak je wel eigen sites, maar is de kop van de veiligheidsregio. In die kop worden dan ook de telefoonnummers vermeld die daarbij horen.
De voorzitter: Ik heb even een punt van orde. Wij lopen een beetje uit. Iedereen heeft een interruptie kunnen plegen. Ik verzoek de leden om korte vragen te stellen. Dan blijven wij misschien nog binnen de tijd en kunnen wij het overleg voor zes uur afronden. Ik geef het woord nu weer aan de Minister.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Dank u wel, voorzitter. Ik moet straks ook nog naar een plenair debat. Ik zal snel antwoorden.
Het klopt dat België de Nederlandse maatregelen voor jodiumprofylaxe niet overneemt. De reden daarvoor is dat grote groepen van de bevolking in België een jodiumtekort hebben. Dat komt doordat in België niet, zoals in Nederland, standaard jodium wordt toegevoegd aan zout en brood. Bij een blootstelling aan radioactief jodium, die zich bij een kernongeval kan voordoen, zullen veel Belgen meer radioactief jodium opnemen dan Nederlanders. Om die reden kondigt België de maatregel voor jodiumprofylaxe voor een groter gebied af.
Ook is gevraagd of jodiumpillen zijn opgeslagen. Dat is een onderdeel van de portefeuille van mijn collega van VWS. Zij wil niet in het hele land van die pillen hebben liggen, maar zij bekijkt wel hoe je de distributie moeten laten plaatsvinden op het moment dat er een probleem is. Daarover is zij in gesprek met veiligheidsregio's.
De voorzitter: Mevrouw Van Tongeren, dit is uw tweede interruptie. Ik verzoek u om het kort te houden.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Over de jodiumpillen heb ik voor het eerst in 2010 vragen gesteld. Toen lagen zij alleen opgeslagen in Zoetermeer. Daar zat bijvoorbeeld geen Duitstalige handleiding bij. Ik hoor nu dat wij dat nog steeds niet op orde hebben. Dat stelt mij ernstig teleur. Ik wil graag op korte termijn weten hoe het zit met de jodiumpillen en waar die zijn. Ik weet dat hier en daar vlak bij de grens pillen zijn uitgedeeld. Ik weet ook dat de pillen in Twente zijn opgeslagen na een actie van een lokale burgemeester. Als men de centrales niet wil sluiten, kan deze Minister er dan voor de veiligheid van de Nederlandse bevolking in ieder geval voor zorgen dat de jodiumpillen aanwezig zijn en niet alleen in Zoetermeer liggen?
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Het is de verantwoordelijk van de Minister van VWS om te bepalen of medicijnen die te maken hebben de volksgezondheid wel of niet vooraf of tijdens een ramp worden verspreid. Dat is een belangrijke keuze. Hetzelfde heeft zich voorgedaan bij de Spaanse griep en een aantal andere volksbedreigende ziekten. Mevrouw Van Tongeren zal echt aan haar moeten vragen wat er op dat vlak allemaal sinds 2010 is gebeurd. Misschien is er heel veel gebeurd. Misschien is dat ook expliciet in de desbetreffende commissie aan de orde geweest; dat weet ik niet. Ik weet alleen dat de Minister van VWS met de veiligheidsregio's in gesprek is over de vraag hoe zij dit het beste vorm kan geven.
Er zijn verschillende vragen gesteld over afval. Ik denk dat dit heel belangrijk is, want niet de kernenergie maar het afval is het grootste probleem. Je weet immers dat je daar de komende jaren niet van afkomt en dat je het niet kunt hergebruiken. Er zijn verschillende afvalvraagstukken. Er was afval opgeslagen bij Petten. In het verleden was bedacht dat dit daar altijd zou blijven liggen, maar op gegeven moment is het besluit genomen dat dit verplaatst moest worden naar COVRA. Er vinden dus afvaltransporten plaats. Tot en met augustus 2015 zijn 57 vaten met afval door NRG gesorteerd, gescheiden en omgepakt. Ik heb onlangs bekeken hoe dat gaat. Dat is vrij ingewikkeld. In het verleden werd niet gedacht dat het afval nog verplaatst zou moeten worden, waardoor licht en zwaar afval door elkaar heen liggen. Dat moet nu allemaal gescheiden worden en verschillend worden verpakt. De bedoeling was dat de afvoer van alle vaten voor 31 december 2017 zou zijn gerealiseerd. Die werkzaamheden zijn echter vertraagd. Wij weten dus dat die termijn niet zal worden gehaald. Ik denk dat het nog enkele jaren langer zal duren. Daarom heeft NRG een bijgesteld projectplan gemaakt voor de afvoer van het historisch radioactief afval. Dat plan is ter goedkeuring voorgelegd aan de ANVS. De ANVS zal daar binnenkort over beslissen. In het verleden kwam het voor dat vaatjes corrodeerden. Het is beter om daar langer de tijd voor te nemen en de afvoer veilig en zorgvuldig te laten plaatsvinden dan je specifiek aan de genoemde datum te houden.
Er is ook gevraagd om een brief over radioactief afval. Er is het nationale programma voor radioactief afval. Dat ligt op dit moment ter inzage voor het publiek. De inspraakreacties moeten nog verwerkt worden. Wij denken dat dit programma in januari inzichtelijk is. Het is dus geen brief, maar een programma.
Hoe verhoudt de planning van de eindberging zich tot de bovengrondse opslag en de uitbreiding bij COVRA? COVRA wordt uitgebreid voor de opslag van hoogradioactief afval. Dat afval is ontstaan tijdens de productie van radioisotopen en deels door de productie van kernenergie. Het gaat om een relatief kleine hoeveelheid die gemakkelijk kan worden opgeslagen als er eenmaal een eindberging wordt gemaakt. Juist het feit dat wij de tijd nemen om een eindberging te maken, biedt de mogelijkheid om zo'n eindberging goed te dimensioneren.
Verder is er gevraagd waarom wij niet nu al een locatie aanwijzen voor eindberging en waarom wij daar niet nu al mee aan de slag gaan. Wij hebben gezegd dat wij in ons land eerst bovengronds opslaan. Vanaf het jaar 2130 zal ook ondergronds een eindberging gerealiseerd moeten worden. Nu is er nog nergens ter wereld een geologische berging gerealiseerd voor hoogradioactief afval. Nederland heeft een beperkte hoeveelheid radioactief afval. Naar onze mening past het ons niet echt om een voorloper op dit gebied te zijn. De komende jaren zullen natuurlijk heel veel landen daarnaar gaan kijken. Mij lijkt dat je moet bekijken wat je van die landen kunt leren en wat de ervaringen zijn. Daarnaast kun je beter sparen voor een dekking van de kosten van een eindberging. Door de tijd te nemen, kun je ook nieuwe technologische inzichten betrekken bij de uiteindelijke keuze voor een eindberging. Om die redenen hebben wij nog geen locatie daarvoor gekozen. Je weet immers niet wat je precies over zo lange tijd moet gaan doen.
Wie gaat de afvoer van het afval uit Petten betalen? Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) is als eigenaar van het radioactief afval in Petten verantwoordelijk voor de veilige afvoer naar COVRA. De Minister van EZ heeft de afgelopen jaren financiële afspraken gemaakt met het ECN en NRG over de betaling van de kosten van de afvoer van het radioactief afval. Het ECN draagt het grootste deel van die kosten. De Minister van EZ, COVRA en het ECN hebben daarover dus afspraken gemaakt. De Minister van EZ blijft ook degene die met hen daarover spreekt.
Tot slot is gevraagd naar radioactieve rookmelders. Ik wist niet dat die bestonden, maar bij dit dossier leer je een hoop in korte tijd. Melders met radioactieve bronnen voor particulier gebruik zijn uitgefaseerd. Radioactieve rookmelders mogen niet meer worden verhandeld. Consumenten kunnen losse radioactieve rookmelders naar de milieustraat brengen. Bij de verzamelpunten wordt gezorgd voor het selecteren en apart afvoeren van radioactieve bronnen naar COVRA. Bij grote hoeveelheiden is het apart inzamelen en verwerken wettelijk verplicht.
De voorzitter: Mevrouw Dik-Faber, uw tweede interruptie.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): En de laatste, vermoed ik zo. Dan laat ik de rookmelders maar even zitten en kom ik toch even terug op het afval.
In principe wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de vervuiler betaalt. De Minister erkende zojuist ruiterlijk dat het feit dat wij nu nog niet aan de slag gaan met de eindberging, ons de gelegenheid biedt om enige tijd te sparen. Is dit nu een reëel tijdpad? Ik heb begrepen dat 2 miljard nodig is en dat 68 miljoen in kas zit. Die bedragen lopen wel heel erg uit elkaar. Wat gaat er de komende jaren veranderen?
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Er was een systeem bedacht met rendement, maar wij kunnen vaststellen dat het behaalde rendement op de middelen voor de langetermijnopslag en de eindberging momenteel achterblijft bij de doelen. Dit is onderwerp van gesprek tussen de aandeelhouder, het Ministerie van Financiën en COVRA. Ik weet niet of de Minister van Financiën de Kamer daarover al heeft geschreven, maar mij wordt ingefluisterd van niet. Het is op dit moment echter onderdeel van gesprek. Het is ook geen geheim, want wij konden dat gewoon zeggen.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Hierbij spelen een aantal onderwerpen een rol. Wij hebben het over de definitieve oplossing voor het afval. Een deel van het afval ligt nu nog in Petten. Ik hoor nu dat het ECN daarvoor verantwoordelijk is. Ook daarvan krijg ik geen bedragen te horen. Volgens mij loopt het ECN ook vast. Dan is er nog de kerncentrale Borssele met een einddatum, die ook op enig moment ontmanteld moet worden. Dat zijn dus enorm veel kosten op een rij. Wie betaalt die? Nemen wij nu samen met andere partijen de goede stappen – in de begroting, in een meerjarenbegroting – om dat geld uiteindelijk bij elkaar te krijgen?
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: De ontmanteling is een ander vraagstuk, maar daarvoor heb je inderdaad ook geld nodig. Daar moeten alle centrales zelf een reserve voor hebben. Dat is wettelijk vastgelegd. Daarmee is daarvoor gezorgd. Over de bekostiging van de afvoer van de vaatjes van Petten naar COVRA zijn afspraken gemaakt met het ECN en EZ. Voor de eindberging zelf is een fondsconstructie in het leven geroepen waarover de Minister van Financiën in gesprek is. Wij hebben de tijd, zowel om vaatjes van Petten naar COVRA te brengen, als voor de uiteindelijke eindberging. Er is dus niet een soort einddatum waarop het geld beschikbaar moet zijn. Dat zou alleen gelden voor ontmantelingsafspraken, maar daarvoor is een reservering geregeld.
De voorzitter: Mevrouw Mulder, uw tweede interruptie. Puntig en kort.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ja, voorzitter. Ik stel deze vraag ook om een bijdrage mijnerzijds in tweede termijn te voorkomen. Ik dank de Minister voor de antwoorden die wij tot nu toe hebben gehad. In 2013 heeft Minister Kamp in een algemeen overleg over energie gezegd dat hij de Kamer nog een brief over het radioactief afval zou sturen. Net hoorde ik deze Minister zeggen dat in januari een heel programma van start gaat. Kan de Minister daar nog iets meer over zeggen? Kan zij de Kamer in een brief informeren over de bedoeling daarvan? Ik heb net van de Minister gehoord dat wij niet voorop hoeven te lopen in de internationale opslag in ons land. Dat lijkt mij heel goed, maar misschien kan de Minister in zo'n brief nog even op dat soort punten ingaan.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: In het programma dat in januari van start gaat, gaan wij in op de manier waarop wij verder moeten omgaan met alle afval. Het gaat ook over de berging na 100 jaar en dergelijke zaken. Dat programma beschrijft hoe wij dat doen. Het zal ook naar de Kamer gestuurd worden. Daarover kan zij altijd het debat met mij aangaan. Het programma is ook een internationale verplichting; alle landen moeten dat hebben.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Wanneer mogen wij dat programma ontvangen?
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Ik zei net dat ik dacht dat het ongeveer in januari zou zijn.
Voorzitter. Ik kom nu bij de overige vragen. Veel van die vragen gingen over de ANVS en de kennis die zij heeft. Aan het eind kom ik nog één keer terug op de discussie over wel of geen kernenergie.
Voldoet de positionering van de ANVS aan de internationale eisen? In de internationale regelgeving worden eisen gesteld aan de onafhankelijkheid van een overheidsautoriteit voor nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Daaraan voldoet Nederland nu. Elke lidstaat moet een regulerend lichaam oprichten en voor handhavende, regulerende kaders voor nucleaire veiligheid en stralingsbescherming zorgen. Die eisen worden verder uitgewerkt in de gewijzigde EURATOM-richtlijn inzake nucleaire veiligheid, die in augustus 2017 geïmplementeerd moet zijn. Die richtlijn bepaalt ook dat de EU-lidstaten ervoor moeten zorgen dat de bevoegde regelgevende autoriteit juridische, personele en financiële middelen krijgt om haar verplichtingen te vervullen. Met de oprichting van een onafhankelijk zbo voldoet Nederland aan deze verder uitgewerkte verplichting.
Mij is ook gevraagd of er bij de ANVS genoeg deskundigheid is op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Hiervoor is heel veel aandacht in het opleidingsbeleid. Wij beschikken over voldoende deskundigheid op deze terreinen. Het Internationaal Atoomenergieagentschap heeft in zijn rapport over de IRRS-missie van november 2014 geconstateerd dat de ANVS beschikt over een bekwame staf die getraind is op het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, crisissituaties en beveiliging. De IRRS-missie constateerde dat de kerncompetenties aanwezig zijn, dat er voorzieningen zijn voor technische ondersteuning en dat men zo nodig een beroep kan doen op derde organisaties. De ANVS heeft daarvoor raamovereenkomsten gesloten met derden, bijvoorbeeld met het RIVM of met buitenlandse technischeondersteuningsorganisaties.
Hoe zit het met de kennisinfrastructuur? Ook daarvoor hebben de Minister van EZ en ik een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ik ben verantwoordelijk voor de kennis inzake stralingsbescherming en nucleaire veiligheid. De ANVS onderhoudt daarvoor contacten met kennisinstellingen. De Minister van EZ is verantwoordelijk voor de kennis inzake kernenergie. Ook hij heeft een programma om deze kennis te onderhouden. De bundeling van kennis was overigens een van de belangrijkste redenen om de ANVS op te richten. Dat is de beste garantie om kennis zo goed mogelijk te kunnen borgen, omdat wij daarmee de beleidscyclus gesloten houden en kennisuitwisseling optimaal kunnen laten plaatsvinden.
Er wordt uitgezien naar de behandeling van het ANVS-wetsvoorstel. De vaste commissie voor I en M heeft het verslag op 23 september 2015 uitgebracht. Ik verwacht de nota naar aanleiding van het verslag nog in 2015 aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden.
Er is een specifieke vraag gesteld over de vondst in een Oostenrijks reactorvat; ik neem aan dat er gedoeld wordt op een Zwitsers reactorvat, want dat is de casus die wij kennen. Geeft die vondst geen aanleiding om het reactorvat in Borssele in zijn geheel te checken? Naar aanleiding van de vondst van de zogeheten haarscheurtjes of waterstofvlokken in de reactorvaten van Doel 3 en Tihange 2 heeft de Kernfysische Dienst de Kerncentrale Borssele onmiddellijk opdracht gegeven om onderzoek te doen. In dat onderzoek is onder toezicht van de Kernfysische Dienst eerst een voorbereidende studie gedaan. Daarbij is onder andere gekeken naar historische informatie en het productieproces van het reactorvat. Daaropvolgend is met een gekwalificeerde methode het reactorvat van de Kerncentrale Borssele onderzocht. Het fenomeen bleek in het reactorvat van Borssele niet voor te komen. De resultaten zijn ook op de website gepubliceerd en daarmee voor iedereen toegankelijk. De vondst van dit fenomeen in de Zwitserse kernreactor Beznau 1 heeft niet tot nieuwe inzichten geleid. Het onderzoek van Borssele heeft overtuigend aangetoond dat dit fenomeen hier niet in voorkomt.
Tot slot wil ik ingaan op enkele open vragen van de heer Smaling. Maakt de regering een plan om de kerncentrales te sluiten of zelfs om samen met België te streven naar de sluiting van kerncentrales? Zoals ik al eerder zei, heeft de Minister van EZ besloten dat kernenergie ook nog een onderdeel van onze energiemix is. Het kabinet staat daar natuurlijk volledig achter. Wij hebben op dit moment dus geen plannen om kerncentrales te sluiten. Meer kan ik er niet over zeggen.
De heer Smaling (SP): Het plan is om Borssele open te houden tot 2030 of 2032. Daar gaat het mij dus niet om, maar dat duurt nog maar vijftien jaar. Je zou goed met je kleine buurland kunnen bekijken of je gezamenlijke stappen kunt zetten. Duitsland neemt met de Energiewende het besluit om bepaalde vormen van energie uit te faseren. Dat gaat met horten en stoten, want er is bijvoorbeeld veel bruinkool nodig omdat de kerncentrales gesloten worden. Moet je als twee kleine pokkenlandjes naast het grote Duitsland nu een heel verschillend beleid gaan voeren? Dit is het moment om ernaar te streven om het beleid onderling zo veel mogelijk af te stemmen. Met alle respect voor België, ik denk dat België zijn energievraag en zijn energieaanbod niet tijdig op elkaar heeft afgestemd. Daardoor is België te afhankelijk van die twee kerncentrales. Daardoor gaat het de reactoren in Doel opnieuw opstarten, terwijl de levensduur van die krengen achter ons ligt.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Bij ons is het 2030, bij de Belgen hebben ze nu zo'n tien jaar verlenging en bij de Duitsers duurt het ook nog zo'n twintig jaar voordat kernenergie uitgefaseerd is. Ik heb net al aangegeven dat er in Europees verband gesproken wordt over energie: hoe kun je elkaar versterken en wat kun je doen rondom kernenergie? Dat wordt in de Energieraad besproken. Dit is niet alleen een discussie in Nederland en België. Het is een algemene Europese discussie.
De heer Smaling (SP): Hoe kan ik bewerkstelligen dat het gesprek tussen de Minister en haar Belgische collega, als zij binnenkort om tafel zitten, geen tamelijk relaxt gesprek wordt, maar dat dit soort punten daarin ook terugkomen? Mijn collega's hebben een aantal van deze punten ook aangevoerd in hun interrupties. Als het niet nodig is om een VAO aan te vragen, doe ik dat liever niet, maar dan zie ik wel graag dat de Minister belooft dat wat hier door mijn collega's en mij is ingebracht, ook letterlijk aan de orde komt in het gesprek met haar collega en dat wij daarover een rapportage krijgen. Dat is ook bevredigend voor de Zeeuwen en de Brabanders, want het is onze rol om dit onderwerp hier mede namens hen aan de orde te stellen. Wij kunnen dat niet afdoen met de beantwoording die ik krijg, namelijk dat de betreffende gemeenten hun zorgen aan de Belgische overheid kunnen overbrengen. Een briefje van de burgemeester van Hulst aan de premier van België en terug? Dat gaat «m niet worden!
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Het ging over kernenergie en de energiemix. Daarover zal ik niet met mijn Belgische collega spreken, want net als ik heeft hij de rol van toezichthouder. De andere Minister gaat over de energiemix. Ik spreek zelf vooral met de Belgische Minister over de dingen die ik net allemaal toegezegd heb. Ik ga duidelijkheid vragen over de veiligheid, over de communicatie bij incidenten die al dan niet een maatschappelijk effect hebben, en andere afspraken die wij eventueel kunnen maken over gezamenlijke inspecties en crisisbeheersing.
De voorzitter: Mijnheer Smaling, eerlijk gezegd denk ik dat uw vraag met betrekking tot een VAO eerder thuishoort bij de vaste commissie voor EZ.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Volgens mij heb ik ook toegezegd dat ik de zaken die hier aan de orde zijn geweest, ook aan de orde ga stellen. Ik heb in antwoord op mevrouw Mulder op een rijtje gezet hoe ik dat allemaal wil doen en hoe ik dat weer ga terugkoppelen naar de regio. De discussie over het wel of niet gebruiken van kernenergie vindt echter ergens anders plaats, dus daartoe kan de heer Smaling mij niet verlokken.
De voorzitter: Is er bij de Kamer behoefte aan een tweede termijn? Dat is het geval. Dan geef ik iedereen een minuut, maximaal anderhalve minuut, om nog even wat dingen te zeggen. Mevrouw Van Tongeren, u hebt een punt van orde?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik heb aan aantal onbeantwoorde vragen. Misschien heb ik niet goed geluisterd, maar ik heb geen antwoord gehoord op mijn vraag over de handel in splijtbaar materiaal en grondstoffenspeculatie. Ook heb ik gevraagd hoe het met de ontwikkeling van de veiligheidsplannen staat. Zijn die nu rond in alle veiligheidsregio's? En kennen de burgemeesters inmiddels elkaars telefoonnummers? Dat laatste heb ik letterlijk gevraagd. Ik zou hier graag een antwoord op willen.
De heer Jan Vos (PvdA): Ik heb een soortgelijk punt. Ik heb gevraagd hoe het zit met de uitvoering van de motie die in 2009 is aangenomen om de kerncentrale in overheidshanden te laten. Ook heb ik het kabinet verzocht om te overwegen om de gelden van ABN AMRO aan te wenden om de centrale te nationaliseren.
De voorzitter: Ik geef de Minister even de gelegenheid om te overleggen over de onbeantwoorde vragen.
De heer Jan Vos (PvdA): Overigens mijn excuses aan de Minister, via de voorzitter. Wij moeten een beetje wennen aan de nieuwe scheiding van het toezicht en de overige zaken. Ik bewaar mijn punt even voor een ander debat.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Voorzitter. De eerste vraag van mevrouw Van Tongeren ging over de afstemming op het gebied van incidentbestrijding tussen Nederland en België. Die was ik inderdaad vergeten te beantwoorden. Nederland en België hebben noodplannen waarin wij uitgaan van dezelfde maatregelen, zoals schuilen en evacueren. Ook beschikken beide landen over een nationaal crisisplan voor kernongevallen. Het Rampbestrijdingsplan Nucleaire Installaties Zeeland omvat zowel de kerncentrale van Borssele als die van Doel. Ingeval zich een incident voordoet waarbij mogelijk grensoverschrijdende radiologische effecten kunnen optreden, informeren we elkaar over de maatregelen die wij voornemens zijn te nemen. Dat is ook conform internationale verdragen en de regelgeving van IAEA en EU. Ook de veiligheidsregio's spreken met elkaar over de manier waarop je hieraan invulling moet geven. Ik kan geen antwoord geven tot op het niveau van telefoonnummers, maar er heeft na die tijd zeker een intensivering plaatsgevonden. Afgelopen week is er nog gezamenlijk geoefend.
Mevrouw Van Tongeren vroeg ook naar grondstoffenspeculatie door URENCO. Ik lees hier dat daarnaar onderzoek wordt gedaan door EZ. Er zijn geen aanwijzingen voor speculatie. Meer kan ik er niet over zeggen.
De voorzitter: Dank. Wij hanteren in tweede termijn een spreektijd van één minuut.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Wij hebben het gehad over de veiligheid, een primair belang, en de communicatie. Als ik de antwoorden goed beluisterd heb, gaat de Minister voortvarend met haar Belgische collega aan de slag om een grensoverschrijdende samenwerking te bereiken, eventuele onrust weg te nemen en de echte beelden te scheiden van de emoties die er soms leven. Hoe wij het ook wenden of keren, kernenergie maakt onderdeel uit van ons leven. Wij hebben die centrales, maar ze staan ook in het buitenland. Ze draaien en doen ook heel veel goede dingen. Ze leveren namelijk gigantisch goedkope energie. Dat is ook wat waard. Bovendien is kernenergie onmisbaar als je mensen wilt genezen. Het is dus onderdeel van ons leven.
Ik ben tevreden met de beantwoording en zie heel erg uit naar het plan van aanpak dat er komt als de Minister met haar Belgische collega heeft gesproken. Ik denk dat wij de beeldvorming over kernenergie ook ten positieve kunnen wenden, maar daarvoor is wel transparantie nodig. Er is ook vertrouwen voor nodig. Dat bouw je maar langzaam op; dat is nu eenmaal zo.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Ik wil wel graag een VAO. Ik zou ook graag een onderbouwing van de Minister krijgen hoe zij komt tot de uitspraak dat er in Petten in 2014 wel meer kleine incidenten gemeld zijn, maar dat dit juist betekent dat de veiligheidscultuur beter is en niet dat die kerncentrale mogelijk echt serieuze problemen heeft. Ik begrijp werkelijk niet waarom ik inzake de jodiumpillen van het kastje naar de muur gestuurd wordt. Ik verzoek de Minister om er in ieder geval voor te zorgen dát dat antwoord er komt, want hierover wordt al jaren gepraat, onderhandeld en overlegd. Volgens de laatste evacuatieplannen voor Borssele die ik gelezen heb, was het idee nog dat wij per trein Zeeland zouden verlaten en dan naar vier kazernes zouden gaan. Als er inmiddels een geüpdatete versie van dat plan is en als er ook plannen voor Limburg zijn, zou ik graag weten waar ik die kan vinden. Het kan aan mij liggen dat ik ze niet heb kunnen vinden. Ook zou ik willen weten wat er gebeurd is na de laatste RIVM-enquête, waarbij hulpverleners in overgrote meerderheid aangaven dat zij bij een serieuze kernramp hun post zouden verlaten omdat zij veel te bang zijn dat ze te weinig meegemaakt hebben en dat er te weinig geoefend is. Hoe staat het met de veiligheid als onze hulpverleners hun posten verlaten?
De heer Jan Vos (PvdA): Voorzitter. Ik bedank de Minister voor de beantwoording van de vragen die wij in eerste termijn gesteld hebben. Ik bedank haar ook voor haar toezegging om met haar Belgische collega's de mogelijkheid van gezamenlijke inspecties over en weer te bespreken. Dat kan bewoners van Nederland een belangrijke mate van geruststelling bieden. Zij zullen geruster zijn over de wijze waarop die kerncentrales opereren.
Wel heb ik nog een vraag over de amoveringskosten. Mijn fractie maakt zich altijd wat zorgen over dat punt. De ontmanteling zou ongeveer een half miljard moeten kosten, heeft EPZ weleens gezegd. In 2004 was er een potje van een kleine 150 miljoen, heb ik eens ergens gelezen. Ik heb daarover ook Kamervragen gesteld. Op een gegeven moment werd hiervoor een aparte stichting opgericht. Toen was het 80 miljoen. Nu is er nog 68 miljoen. Het beleggingsbeleid van die stichting is dus niet heel erg goed, want het bedrag wordt alleen maar lager. Hoe zit het precies met die amoveringskosten? Straks hebben we opeens niet de benodigde half miljard! Als een commerciële partij dit doet, vind ik het des te meer van belang dat zij voldoende geld reserveert. De Minister hoeft dat niet allemaal nu uiteen te zetten; het mag ook een keer in een brief.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dank de Minister voor de beantwoording van alle vragen en voor de toezegging dat over eventuele incidenten direct helder gecommuniceerd zal worden op de website van de ANVS. Wellicht kan de ANVS ook gaan twitteren, want ik herken wel wat de heer Dijkstra zegt: social media zijn vaak sneller dan de officiële berichtgeving.
Ik sluit mij aan bij de vraag van de heer Vos. Er is 45 jaar gespaard voor 68 miljoen, maar we hebben veel meer geld nodig. Ik zou een brief om dat verder te onderbouwen echt toejuichen. Als ik nu naar de cijfers kijk, geeft dat mij nog geen gerust gevoel. De Minister zegt dat er bij de ANVS een nieuw plan ligt voor Petten en het afval dat daar ligt. ECN moet dat allemaal gaan betalen. Ik ben daar geweest, maar zag nog geen financieel perspectief om al dat afval te gaan transporteren. Ik zou het heel plezierig vinden als ook dat in die brief aan de orde kon komen.
Meer tijd heb ik helaas niet.
De heer Smaling (SP): Voorzitter. Nu het VAO toch op tafel ligt, zou ik willen vragen wanneer de Minister van plan is om met haar Belgische collega te spreken. Het lijkt mij zinnig om dat VAO nog voor die afspraak te hebben. Los daarvan lijkt het mij geen gek idee als de Minister samen met haar collega Kamp gaat, desnoods met een binnenvaartschip, en met beide Belgische collega's de toekomst van kernenergie inclusief veiligheid bespreekt. Ik denk namelijk dat wij elkaar heel veel te bieden hebben in ons streven naar een meer op duurzame energie geschoeide toekomst. Dat wilde ik de Minister nog voorleggen.
De voorzitter: Ik vrees dat het gesprek morgen al plaatsvindt. Ik geef het woord aan de Minister in tweede termijn.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Voorzitter. Het gesprek vindt inderdaad morgen plaats. Dan zouden wij vanavond nog een VAO moeten houden, maar ik heb vanavond in ieder geval tot 22.30 uur een plenaire wetsbehandeling. Daarna zou het kunnen.
De heer Dijkstra heeft opmerkingen gemaakt die vooral betrekking hebben op het belang van transparantie en vertrouwen. Ik denk ook dat dat het allerbelangrijkst is. Wij hebben één kerncentrale en twee onderzoekscentrales. Die maken gewoon deel uit van onze maatschappij. Er hangt altijd een zorg omheen omdat de afvalstoffen en het productiemateriaal gevaar kunnen opleveren voor de samenleving. Je kunt dit soort dingen dus alleen maar doen als je volledig transparant bent, de juiste veiligheidscultuur hebt en er bovenop zit met controles. Dat is voor ons ook een reden om de ANVS op deze manier op te richten, om de verschillende terreinen te splitsen over verschillende Ministers, om verschillende verantwoordelijkheden te hebben en te houden en om het toezicht te verstevigen en versterken. Dat vind ik zelf ook heel belangrijk. Nu ik de verantwoordelijkheid hiervoor heb gekregen, zal ik niet alleen bekijken waar wij regeltechnisch aan moeten voldoen, maar ook hoe wij dat transparanter en inzichtelijker kunnen maken, zodat meer mensen dat kunnen volgen.
Mevrouw Van Tongeren vroeg mij naar de onderbouwing van mijn uitspraak over de incidenten, wellicht omdat zij dacht dat ik te snel mijn eigen conclusies trek terwijl dit mijn eerste keer is. Mijn conclusie komt mede doordat ik ervaring heb op meerdere terreinen. Ik heb vaker gezien dat het aantal meldingen omhooggaat bij een cultuurverandering. De officiële versie is dat het stijgende aantal storingen het gevolg is van het feit dat de installaties diepgaand zijn onderzocht na de opstapeling van een aantal technische problemen in 2013. Daarbij bleken ook technische gebreken die niet eerder werden gesignaleerd, misschien wel doordat de veiligheidscultuur toen wat gebrekkiger was. Men is nog beter en dieper gaan kijken. Daardoor is een aantal zaken in beeld gekomen die je misschien ook al eerder had kunnen zien en melden.
Mevrouw Van Tongeren vroeg ook waar de geactualiseerde rampenplannen te vinden zijn. De plannen zijn per regio geactualiseerd. Ik zal nagaan waar de regio's die publiekelijk openbaar maken.
De kosten zijn door zowel de heer Vos als mevrouw Dik-Faber aan de orde gesteld. Dit is toch echt een discussie die de Minister van Financiën met de verschillende organisaties voert. Ik kan hem vragen of hij de Kamer daarover op een gegeven moment wil rapporteren. De Kamer kan hem dat zelf natuurlijk ook vragen, maar ik neem aan dat deze commissie niet zo vaak een debat met hem heeft over dit soort onderwerpen. De Minister van Financiën is echter wel de aandeelhouder. Hij is ook samen met die organisaties verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat dat geld uiteindelijk beschikbaar zal komen. Ik zal de vraag van de commissie doorspelen.
Mevrouw Dik-Faber heeft ook voorgesteld dat de ANVS gaat twitteren. Zij zal merken of het voorstel aanslaat of niet! In ieder geval zullen wij een plek moeten vinden waar mensen dit soort informatie goed kunnen bestuderen. Twitter is met 140 tekens vaak niet de meest ideale vorm om dit soort serieuze onderwerpen te brengen, maar wellicht kan de ANVS op haar site heel goed duidelijk maken waar dingen te vinden zijn.
Ik antwoordde de heer Smaling daarnet al dat het gesprek met de Belgische Minister morgen plaatsvindt. Ik zal dat alleen voeren, niet met de heer Kamp. Het zijn twee verschillende dingen. Mijn zorg ligt nu bij de vraag of wij voldoende kunnen vertrouwen op het reilen en zeilen van de kerncentrales aan de Belgische zijde van de grens. Betrekken zij ons daar voldoende bij? Communiceren zij daar goed genoeg over? Welke afspraken kunnen wij voor de toekomst maken? Een VAO voor die tijd zit er niet meer in, maar als de Kamer mij zegt wat ik mee zou moeten nemen – volgens mij heeft zij dat al gedaan – is dat helder.
De heer Smaling (SP): Wat de Minister meeneemt, is toch gewoon een weerslag van alle interrupties die vandaag geplaatst zijn? Krijgen wij daar nog een terugrapportage van? Het is misschien een beetje zeuren, maar ik krijg heel veel reacties van mensen uit Zeeland en Brabant. Zij kijken echt naar ons als woordvoerders. Er rust dus een flinke verantwoording op onze schouders. Dat weet de Minister, maar ik vind het toch nodig om dat nog even te benadrukken.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: Ik had gezegd dat ik zou zorgen voor communicatie met de regio via de veiligheidsregio's. Diezelfde communicatie kan ik natuurlijk ook de Kamer doen toekomen. Hierbij zijn een paar dingen van belang. Je kunt meteen na een gesprek terugkoppelen, maar dan heb je een paar algemene zinnen. Ik wil liever een paar dingen goed uitwerken en helder maken, zodat wij ineens een goed verhaal voor de regio hebben. Dat zal even in beslag nemen.
De voorzitter: Dank u. Ik besluit met een aantal toezeggingen.
– De Minister stuurt de Kamer in januari 2016 het Nationaal Programma radioactief Afval.
– De Minister brengt de zorgen van de leden over de veiligheid van Belgische kerncentrales over naar haar Belgische collega en rapporteert de Kamer hierover.
– De Minister informeert de Kamer over de plaats waar de veiligheidsregio's de veiligheidsplannen informeren.
– De Minister vraagt de Minister van Financiën om de Kamer te informeren over de ontwikkeling van het Waarborgfonds Eindberging.
Mevrouw Van Tongeren heeft een VAO aangevraagd. Kunt u een tipje van de sluier oplichten over de zaken waarover u tijdens dat VAO wilt spreken, mevrouw Van Tongeren?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik wil gewoon een aantal moties indienen.
De voorzitter: Prima. Ik dank u allen voor uw aanwezigheid en uw deelname.
Sluiting 18.00 uur.
1. Aanbieding «Rapportage ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2014»
Kamerstuk 25 422, nr. 123 – Brief regering d.d. 29-06-2015
Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
2. Verslag 5e toetsingsconferentie van het Gezamenlijk Verdrag inzake bestraalde splijtstof en radioactief afval (Joint Convention)
Kamerstuk 25 422, nr. 122 – Brief regering d.d. 26-06-2015
Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
3. Afschrift van een koninklijk besluit 10 april 2015, houdende departementale herindeling met betrekking tot nucleaire veiligheid en stralingsbescherming
Kamerstuk 34 000 XII, nr. 67 – Brief regering d.d. 16-04-2015
Minister-President, M. (Mark) Rutte
4. Onderzoeksrapport van het RIVM over metingen van de stralingsbelasting door radon en thoron in meer dan 2500 woningen
Kamerstuk 25 422, nr. 124 – Brief regering d.d. 06-10-2015
Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
5. Stand van zaken inzake nucleaire veiligheid en stralingsbescherming
Kamerstuk 25 422, nr. 121 – Brief regering d.d. 01-05-2015
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
6. Verschillende onderwerpen betreffende nucleaire veiligheid en stralingsbescherming
Kamerstuk 25 422, nr. 119 – Brief regering d.d. 19-12-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
7. Audit van de overheid door het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA)
Kamerstuk 25 422, nr. 118 – Brief regering d.d. 11-12-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
8. Aanbieding van het Nationaal Crisisplan Stralingsincidenten
Kamerstuk 25 422, nr. 117 – Brief regering d.d. 06-11-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
9. Aanbieding vijfde Rapport Gezamenlijk Verdrag over de veiligheid van gebruikte splijtstof en radioactief afval
Kamerstuk 25 422, nr. 115 – Brief regering d.d. 27-10-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
10. Berichtgeving inzake de centrale in Petten
Kamerstuk 25 422, nr. 114 – Brief regering d.d. 27-10-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
11. Nationaal beleid stralingsbescherming en nucleaire veiligheid
Kamerstuk 25 422, nr. 113 – Brief regering d.d. 20-10-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
12. Stand van zaken Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Kamerstuk 25 422, nr. 116 – Brief regering d.d. 20-10-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
13. Reactie op toezeggingen gedaan tijdens het dertigledendebat Europese kerncentrales d.d. 6 maart 2013
Kamerstuk 32 645, nr. 62 – Brief regering d.d. 13-10-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
14. Uitstel toezending stand van zaken van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS)
Kamerstuk 32 645, nr. 61 – Brief regering d.d. 03-10-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
15. Rapportage aan de Europese Commissie over implementatie Richtlijn Nucleaire Veiligheid
Kamerstuk 25 422, nr. 111 – Brief regering d.d. 18-07-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
16. Rapportage van ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen 2013 (Storingsrapportage 2013)
Kamerstuk 25 422, nr. 110 – Brief regering d.d. 08-07-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
17. Harmonisatie van de voorbereiding op, en maatregelen bij, kernongevallen in Nederland en onze buurlanden
Kamerstuk 32 645, nr. 60 – Brief regering d.d. 02-07-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
18. Update situatie nucleaire installaties
Kamerstuk 32 645, nr. 63 – Brief regering d.d. 11-11-2015
Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25422-125.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.