25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 115 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2014

Op grond van het Gezamenlijk Verdrag inzake de Veiligheid van het Beheer van Bestraalde Splijtstof en inzake de Veiligheid van het Beheer van radioactief Afval (Joint Convention) behoort iedere verdragspartij om de drie jaar een nationaal rapport in te dienen bij het Internationale Atoom Energie Agentschap. Het rapport behandelt de maatregelen die door de verdragspartij zijn genomen ter nakoming van de verplichtingen van de Joint Convention.

De rapportages dienen ter voorbereiding van de toetsingsconferentie, die om de drie jaar wordt gehouden. Tijdens deze conferentie wordt het nationale rapport besproken. De vorige toetsingsconferenties van de verdragspartijen vonden plaats in 2003, 2006, 2009 en 2012.

Bij de 4e conferentie in 2012 zijn door andere verdragspartijen geen specifieke verbeterpunten voor Nederland genoemd. Wel zijn de volgende uitdagingen opgemerkt:

  • a. De totstandkoming van een nationaal beleidsprogramma voor radioactief afval rond 2014;

  • b. De voorbereiding van regulering rond de verlenging van de vergunning van de kerncentrale in Borssele, en mogelijke initiatieven voor nieuwe kerncentrales, inclusief training en opleiding van nieuwe medewerkers bij de bevoegde regelgevende autoriteit;

  • c. De uitvoering van het plan voor het transport van het historisch nog aanwezige radioactief afval van ECN in Petten naar de COVRA. Alsmede het transport van het radioactief afval naar een buitenlandse dienstverlener voor de behandeling en daaropvolgend transport naar COVRA.

Bovenstaande onderwerpen worden in het onderliggende rapport voor de vijfde conferentie op volgende wijze geadresseerd:

Ad a.

Het vijfde rapport geeft aan dat het ontwerp nationaal programma voor radioactief afval op grond van de Europese richtlijn 2011/70/Euratom tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval eind 2014 aan uw Kamer wordt aangeboden. In dit programma wordt het beleid voor het beheer van radioactief afval van het ontstaan tot aan de beheeroptie voor de zeer lange termijn beschreven. Hierover bent u geïnformeerd door de brief van 13 augustus 2013 (Kamerstuk 25 422, nr. 105);

Ad b.

Het vijfde rapport geeft aan dat de vergunning voor de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale Borssele is verleend en dat de plannen voor een nieuwe kerncentrale door de initiatiefnemers zijn uitgesteld. Hierover bent u geïnformeerd per de brief van 30 januari 2012 (Kamerstuk 32 645 nr. 35). Verder geeft het vijfde rapport aan dat het aantal medewerkers bij de programmadirectie Nucleaire Installaties en Veiligheid (NIV) en de Kernfysische Dienst (ILT/KFD) is uitgebreid en dat de medewerkers opleiding en training gevolgd hebben of volgen. Ook geeft het rapport aan dat nationale en internationale (advies)organisaties NIV en ILT/KFD ondersteunen bij de uitvoering van de taken;

Ad c.

Het vijfde rapport geeft aan dat de afvoer van het opgeslagen historisch radioactief afval vertraging ondervindt. Hierover heb ik uw Kamer geïnformeerd door middel van mijn brief van 13 oktober jl. over de toezeggingen gedaan tijdens het 30-ledendebat Europese kerncentrales van 6 maart 2013.

De vierde toetsingsconferentie wordt van 11 tot en met 22 mei 2015 in Wenen gehouden. Ter voorbereiding daarop is het vijfde nationale rapport opgesteld. Dit rapport bied ik u hierbij ter kennisneming aan1.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven