Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 maart 2020
Op 13 maart 2020 bent u geïnformeerd over de restricties in Nederland ten aanzien
van de burgerluchtvaart in verband met het COVID-19-virus (Kamerstukken 24 804 en 25 295, nr. 119).
Naar aanleiding van een aanvullend advies van het RIVM, heeft het kabinet, op voordracht
van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, besloten om de geldende restricties
in de Regeling tijdelijk verbod burgerluchtvaart luchtruim Nederland in verband met COVID-19-virus uit te breiden.
Het reeds bestaande tijdelijk vliegverbod voor passagiersvluchten is uitgebreid met
Oostenrijk. Er geldt een uitzondering voor repatriëring. Dit betreft zowel geplande
als ongeplande vluchten met uitsluitend EU-, VK en Schengeningezetenen aan boord,
waarbij niet Nederlands ingezetenen aantoonbaar op doorreis zijn en passagiers slechts
op grond van de gezondheidsvoorschriften van de WHO en de EU aan boord worden toegelaten.
Tevens is een uitzonderingsgrond voor het vervoer van medisch personeel of patiënten
toegevoegd, wanneer dit in het belang is van de volksgezondheid in Nederland.
Deze restricties gaan in op 23 maart 2020 om 21:00 uur lokale Nederlandse tijd met
inwerkingtreding van de bijgevoegde regeling van de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat. De regeling geldt tot 6 april, 21:00 uur lokale Nederlandse tijd, tenzij
de Minister van IenW voor dat tijdstip tot verlenging van de regeling heeft besloten1.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga