24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen

AF/ Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 21 september 2011.

De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk 21 oktober 2011.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2011

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer U mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van de volgende verdragen:

  • de op 24 april 2008 te San José tot stand gekomen briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Panama betreffende de steun van Nederlandse strijdkrachten bij de bescherming tegen piraterij van een schip onder Panamese vlag dat humanitaire hulp aan Somalië biedt (Trb. 2008, 97). Dit verdrag, dat reeds tweemaal eerder is verlengd, wordt met een jaar verlengd tot 18 september 2012.

  • de op 12 juni 2008 te Amman tot stand gekomen briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië betreffende de steun van Nederlandse strijdkrachten bij de bescherming tegen piraterij van een schip onder Jordaanse vlag dat humanitaire hulp aan Somalië biedt (Trb. 2008, 134). Dit verdrag wordt voor onbepaalde tijd verlengd.

  • de op 30 mei 2008 te Kingstown tot stand gekomen briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en St. Vincent en Grenadines betreffende de steun van Nederlandse strijdkrachten bij de bescherming tegen piraterij van een schip onder St. Vincent en Grenadines vlag dat humanitaire hulp aan Somalië biedt (Trb. 2008, 127). Dit verdrag wordt voor onbepaalde tijd.

Voor wat het Koninkrijk betreft, golden de te verlengen verdragen alleen voor Nederland. De verdragen behoefden destijds op grond van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven