22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1076 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2010

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zeven fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • 1. Verordeningen betreffende het European Network and Information Security Agency (Kamerstuk 22 112, nr. 1072)

  • 2. Richtlijn en mededeling herziening eerste spoorpakket (Kamerstuk 22 112, nr. 1073)

  • 3. Verordening betreffende OTC-derivatenhandel en centrale clearing (Kamerstuk 22 112, nr. 1074)

  • 4. Verordening over short selling en bepaalde aspecten van credit default swaps (Kamerstuk 22 112, nr. 1075)

  • 5. Mededeling Strategie voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen 2010–2015

  • 6. Verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2011 in de Oostzee (Kamerstuk 22 112, nr. 1077)

  • 7. Wijziging van verordeningen betreffende de verstrekking van levensmiddelen aan de meest behoeftigen in de Unie (Kamerstuk 22 112, nr. 1078)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche : mededeling Strategie voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen 2010–2015

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Strategie voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen 2010–2015

Datum Commissiedocument

21 september 2010

Nr. Commissiedocument

COM (2010) 491

Pre-lex

http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2010:0491:FIN:EN:PDF

Behandelingstraject Raad

Bespreking in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 6-7 december 2010

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2. Essentie voorstel

De Strategie voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen 2010–2015 is het nieuwe werkprogramma van de Commissie op het terrein van gelijkheid tussen vrouwen en mannen (ook wel gendergelijkheid genoemd). De strategie bouwt voort op de Routekaart gendergelijkheid 2006–2010 en op het Europese Pact voor Gender gelijkheid.

De strategie benoemt acties op op vijf prioritaire thema’s (gelijke economische onafhankelijkheid, gelijke beloning voor gelijk of gelijkwaardig werk, gelijkheid in besluitvorming, waardigheid, integriteit en bestrijding van gender-gerelateerd geweld en gendergelijkheid in externe relaties buiten de EU) en op een drietal horizontale thema’s (genderrollen, wetgeving en governance). Meer gedetailleerde voorstellen worden uiteengezet in het begeleidende werkdocument van de Commissie SEC(2010) 1079. Aanvullende achtergrondinformatie staat in het achtergrond document SEC(2010) 1080. De acties volgen de benadering van gender mainstreaming (het meenemen van gendergelijkheid in alle beleidsterreinen). De strategie heeft ook tot doel ontwikkelingen op nationaal niveau te ondersteunen en een basis te bieden voor samenwerking tussen EU-instellingen en belanghebbenden.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

Het voorstel kondigt concrete acties aan op een vijftal prioritaire terreinen zoals gedefinieerd in het VN Vrouwenverdrag, en gaat daarnaast in op een zesde prioriteit met een drietal horizontale thema’s. De vijf prioriteiten zijn:

  • 1. Gelijke economische onafhankelijkheid van vrouwen en mannen

    De Commissie wil het belang benadrukken van gendergelijkheid bij de implementatie van alle aspecten en in de flagships (kerninitiatieven) van de Europa 2020 Strategie door onder andere technische steun en via de Europese Structuur Fondsen (speciale aandachtsgroepen zijn arbeidsmigranten, gehandicapten en ouderen) en door werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid. Dit wil de Commissie doen door acties te formuleren gericht op armoede, sociale uitsluiting en pensioenen, jeugd en onderwijs, door het bevorderen van gender gelijkheid in Europese fondsen, door het bevorderen van vrouwelijk ondernemerschap en niet in loondienst verrichte werkzaamheden en door de aansluiting van werk en privéleven.

    De Commissie wil het belang van gendergelijkheid benadrukken in het immigratiebeleid en bij de integratie van migranten.

  • 2. Gelijke beloning voor gelijk of gelijkwaardig werk

    Met sociale partners, gegeven de autonomie van de sociale dialoog, wil de Commissie onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om meer transparantie in loonhoogten te krijgen en wat de impact is op gelijk loon van deeltijdwerk en specifieke arbeidscontracten. De Commissie denkt daarbij aan het steunen van gelijklooninitiatieven op de werkvloer en aan het organiseren van een Europese Gelijkloondag. De Commissie wil door bewustwordingscampagnes vrouwen en mannen aanmoedigen te werken buiten traditionele banen en richt zich daarbij onder meer op verhoogde participatie van vrouwen in de ICT. De Commissie streeft verder naar gendergelijkheid in onderzoek.

  • 3. Gelijkheid in besluitvorming

    De Commissie overweegt gerichte initiatieven om de genderbalans in besluitvorming te verbeteren. Zij heeft het voornemen de 25% doelstelling voor vrouwen in de top in de onderzoekswereld en de 40% doelstelling van iedere sekse in comités en expertgroepen van de Commissie te monitoren.

    De Commissie wil initiatieven steunen voor een hogere participatie van vrouwen bij de verkiesbaarheid voor het Europees Parlement en wil de ontwikkeling monitoren van benoemingen van vrouwen in hogere functies bij de Commissie.

  • 4. Waardigheid, integriteit en bestrijding van gendergerelateerd geweld

    De Commissie overweegt de aanname van een EU-strategie voor geweld tegen vrouwen (o.a. huiselijk geweld, seksuele intimidatie, verkrachting, seksueel geweld gedurende gewapende conflicten, genitale verminking, gedwongen huwelijken en eerwraak). Deze EU-strategie zou dan vooral gericht moeten zijn op het uitbannen van genitale verminking, eventueel met gebruik van strafrecht, ondersteund door een Europese bewustwordingscampagne over de aanpak van geweld tegen vrouwen.

    Bij asielbeleid wil de Commissie genderspecifieke training aanmoedigen en goede voorbeelden verspreiden met behulp van het European Asylum Support Office en met behulp van financiering uit het Europees Vluchtelingen Fonds.

    De Commissie overweegt het inbrengen van genderkwesties in gezondheidsbeleid en heeft het voornemen te rapporteren over gezondheid onder mannen (in navolging op het Women’s Health Report 2010).

  • 5. Gendergelijkheid in externe relaties buiten de EU

    De Commissie wil de naleving van de Kopenhagencriteria over de gelijke behandeling van vrouwen en mannen bij de uitbreiding van de EU en bij extern relatie- en ontwikkelingsbeleid ondersteunen en monitoren. De Commissie wil het verder integreren van genderoverwegingen in EU-humanitaire hulpverlening en andere externe acties en samenwerking met internationale organisaties monitoren.

De drie horizontale thema’s die de Commissie in haar mededeling noemt zijn:

a) Gender rollen

De Commissie wil de rol van mannen bij gendergelijkheid agenderen en wil goede voorbeelden in jeugd, onderwijs, cultuur en sport verspreiden.

b) Wetgeving

De Commissie wil de implementatie van EU-wetgeving gelijke behandeling monitoren en wil de volledige implementatie van het in Peking in 1995 tijdens de vierde wereldvrouwenconferentie geformuleerde actieprogramma aanmoedigen met de hulp van het Europees Instituut voor Gender Gelijkheid (EIGE).

c) Governance

De Commissie continueert het uitbrengen van het jaarlijkse rapport over gendergelijkheid en streeft naar het verbeteren van institutionele mechanismen van de Commissie.

De mededeling bevat dus concrete acties, maar geen concrete maatregelen in de zin van wetgevingsvoorstellen.

• Bevoegdheid

De EU is bevoegd maatregelen te nemen met als doel gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen op grond van artikel 19 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) of op grond van artikel 157 VWEU.

• Subsidiariteit

Het subsidiariteitoordeel luidt positief. Gelijkheid van mannen en vrouwen is een grondrecht, een gemeenschappelijke waarde van de EU, zoals geformuleerd in artikel 2 van het VEU. Een Europese aanpak biedt rechtszekerheid aan alle burgers binnen de EU. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen is van vitaal belang voor de verwezenlijking van de EU-doelstellingen betreffende groei, werkgelegenheid en sociale samenhang.In het licht van deze doelstellingen, is een Europese aanpak van gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verkiezen boven een aanpak uitsluitend op het niveau van de onderscheiden lidstaten.

• Proportionaliteit

Omdat de strategie wel prioriteiten en concrete acties aankondigt, maar geen concrete wetgevingsvoorstellen, kan de proportionaliteit thans nog niet worden beoordeeld. De strategie als zodanig schetst enkel de prioriteiten van het beleid. Deze zullen door de Commissie nader moeten worden uitgewerkt en toegelicht, alvorens een proportionaliteitsoordeel kan worden gegeven.

• Financiële consequenties

Hoewel consequenties voor de EU-begroting niet expliciet in de strategie worden genoemd, wil de Commissie de nodige middelen uittrekken (onder ander via de Europese Structuurfondsen) om de genoemde doelen te realiseren. De omvang van die middelen wordt niet genoemd.

Nederland is van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.

Budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland vindt het positief dat de Commissie een strategie heeft uitgebracht die expliciet is gericht op gelijkheid tussen vrouwen en mannen. De Strategie geeft een aantal prioriteiten weer die de Europese Commissie zichzelf stelt. De uitvoering van dit beleid is daarbij een verantwoordelijkheid van de lidstaten. De lidstaten benoemen binnen de nationale kaders hun eigen beleidsaccenten. Nederland acht het van belang dat lidstaten hiertoe de ruimte krijgen.

Nederland zal zelf, afhankelijk van de prioriteiten die het nieuwe kabinet in het emancipatiebeleid uiteenzet, een aantal prioritaire thema’s benoemen en daarbij ook de aansluiting zoeken bij de strategie. Nederland ziet in de strategie een bevestiging van het belang van de door Nederland eerder gemaakte keuzes op het terrein van het emancipatiebeleid.

Nederland wijst verder op de verschillen in ongelijkheid tussen vrouwen en mannen binnen en buiten de EU. Dat vraagt om een gedifferentieerde aanpak die zich over vele beleidsvelden uitstrekt.

Nederland is van mening dat de strategie uitstraalt dat beleid gericht op gelijkheid tussen vrouwen en mannen geen geïsoleerd beleidsterrein betreft, maar benadrukt dat juist gender mainstreaming van belang is in beleidsprogramma’s als Progress en in de implementatie van de Europa 2020 Strategie.

Naar boven