21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 634 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2012

Met deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de Landbouw- en Visserijraad die op 24 en 25 september plaatsvindt in Brussel.

Op dit moment is nog niet bekend welke landbouwonderwerpen besproken zullen worden. De agenda komt zoals gebruikelijk pas twee weken voorafgaand aan de Raad beschikbaar. Informele navraag bij het Cypriotische voorzitterschap heeft uitgewezen dat men mogelijk gebieden met natuurlijke beperkingen en de horizontale verordening over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wil agenderen. Meer is op dit moment niet bekend. Op het vlak van visserij zal de Raad van gedachten wisselen over het visserijfonds. Onder diversen zal de Raad op verzoek van Spanje, Litouwen en Polen spreken over de situatie op de zuivelmarkt.

Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

(Orïenterend debat)

De Raad zal opnieuw spreken over de Verordening van het Europese Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV). Ik zal in dat debat interveniëren langs de bekende lijnen van de kabinetsreactie op de Commissievoorstellen voor de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (Kamerstuk 32 201, nr. 20) en het BNC-fiche inzake het EFMZV (Kamerstuk 22 112, nr. 1320).

De lijn van het kabinet is dat subsidieverlening beperkt moet worden, zodat de visserijsector op termijn onafhankelijk is van subsidies. De sector moet zich ontwikkelen tot een innovatieve, duurzame en economisch zelfstandige. De inzet van het EFMZV dient erop gericht te zijn dit proces te ondersteunen. Innovatiesubsidies moeten bijdragen aan selectievere visserijmethodes, beperking van de impact op het ecosysteem, lager energieverbruik, vernieuwing van de afzetketen en sterker ondernemerschap. Ik steun het voorstel van de Commissie om geen EFMZV-subsidies beschikbaar te stellen voor het saneren van schepen. Ik maak bezwaar tegen het voorstel van de Commissie om bij subsidietoekenning de meer kleinschalige vloot te bevoordelen. Subsidies mogen niet discrimineren tussen enerzijds grootschalige en anderzijds kleinschalige, artisanale (kust)visserij.

Diversen

Situatie op de zuivelmarkt

(Verzoek van de Spaanse, Litouwse en Poolse delegaties)

Spanje, Litouwen en Polen zullen onder diversen aandacht vragen voor de situatie op de zuivelmarkt. De zorgen van deze lidstaten betreffen naar verwachting vooral de prijzen, gestegen (mondiale) productie en gestegen productiekosten.

In de Landbouw- en Visserijraden van de afgelopen maanden is dit punt meerdere malen ingebracht. Zoals aangegeven in het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van juli jl. (Kamerstuk 21 501-32 nr. 631) heeft de Europese Commissie aangeven dat de situatie op de zuivelmarkt geen aanleiding vormt om marktmaatregelen te nemen. Ik sluit mij aan bij de Commissie. Het blijft mijns inziens van belang om de ontwikkelingen op de zuivelmarkt goed te blijven volgen.

Overige

Steun aan verwerkers van vezelvlas en vezelhennep

In 2012 is de gekoppelde steun voor de verwerking van vezelvlas en vezelhennep (in het vervolg «vezelgewassen») ontkoppeld, evenals de steun voor zaaizaad van vlas. Deze ontkoppeling is afgesproken tijdens de Midterm Review en de Health Check van het GLB in 2003 resp. 2008. De ontkoppeling van de steun voor vlas en hennep vormt in Nederland, samen met de ontkoppeling in 2012 van de aardappelzetmeelsteun en de steun voor gedroogde voedergewassen, het sluitstuk van het totale proces van ontkoppeling van de landbouwsteun dat in 2003 is ingezet. Deze ontkoppeling past in de ontwikkeling naar meer marktoriëntatie van de landbouwsector. Deze lijn blijft voor het kabinet de leidraad.

In de praktijk en ook in uw Kamer is regelmatig de zorg uitgesproken over mogelijke negatieve gevolgen van deze ontkoppeling voor de teelt van vezelgewassen en voor betrokken ketenpartijen. Achtergrond hiervan is het milieuvoordeel van de productie van deze natuurvezels met hernieuwbare grondstoffen t.o.v. de productie van kunststofvezels op basis van fossiele bronnen. Enkele malen is gevraagd in hoeverre steunmaatregelen voor de teelt van vezelgewassen mogelijk zou zijn, waarbij specifiek is verwezen naar mogelijkheden van artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009. In mijn brief van 14 juli 2011 (Kamerstuk 28 625, nr. 132) heb ik aangegeven geen mogelijkheden te zien, met name vanwege het feit dat steun alleen gegeven kan worden indien er sprake is van extra kosten en/of gederfde inkomsten. Daarvan was geen sprake bij de toenmalige reguliere teelt van vezelgewassen.

Inmiddels zijn de omstandigheden echter gewijzigd. We hebben nu te maken met een relatief hoge graanprijs. Bij het vaststellen van het bouwplan voor volgend jaar zullen akkerbouwers zich wellicht hierdoor laten leiden, waardoor de teelt van vezelgewassen onder druk kan komen te staan.

Tegelijkertijd wordt momenteel het nieuwe GLB (2014 – 2020) vorm gegeven, met een nog onbekende positie voor vezelgewassen hierbinnen. In de loop van 2013 zullen de contouren helder worden.

Het geheel overziend heb ik besloten om strikt éénmalig voor alleen het jaar 2013 een steunregeling in het leven te roepen gericht op de verwerkers van vezelgewassen. Deze regeling geef ik vorm via het voornoemde artikel 68. Toepassing van dit artikel is nu wel mogelijk, omdat er gezien de hoge graanprijs nu wel sprake is van gederfde inkomsten. De vezelverwerker zal immers een hoger bedrag moeten betalen voor de teelt van vlas in plaats van graan.

De steunregeling behelst dat verwerkers van vezelvlas en vezelhennep per hectare vezelgewas met 300 euro per hectare gesteund zullen worden tot een totaal van maximaal 3 100 hectare. Het totaal benodigde budget bedraagt daarmee maximaal 0,93 miljoen euro. Het areaal over de periode 2009 – 2011 bedroeg ca. 3 050 hectare. Het betreft hier zowel vezelgewassen in eigen teelt als gecontracteerd bij andere Nederlandse telers.

Met de nu voorgestelde steunregeling krijgt de vezelsector de tijd zich aan te passen aan de nieuwe marktomstandigheden, mede met het oog op het nieuwe GLB.

Ik wil hierbij opmerken dat recent bekend is geworden dat de melding voor artikel 68 maatregelen ten behoeve van 2013 toch nog gewijzigd kan worden, waar tot dan toe de laatste wijzigingsmogelijkheid 1 augustus 2011 was. Dit is opgenomen in Verordening (EU) nr. 671/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat de toepassing van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers voor 2013 betreft. De wijzigingsmogelijkheid gold tot 1 september jl.. Daarom heb ik deze steunregeling inmiddels in Brussel aangemeld. Ook wil ik opmerken dat in de Europese regelgeving verwerkers van vezelvlas en -hennep beschouwd kunnen worden als «landbouwer» en daarmee in aanmerking kunnen komen voor steun via artikel 68.

Tot slot wil ik aangeven dat voor mij voorop blijft staan dat de sector in principe zich zelf moet kunnen redden, zonder dit soort steunmaatregelen. Ik heb de sector dan ook nadrukkelijk gewezen op de mogelijkheden die er ook al in het jaar 2013 zijn binnen het Plattelandsprogramma om kennis te ontsluiten, innovaties te ontwikkelen en stappen te zetten naar een meer marktgeoriënteerde sector die op eigen kracht een plek op de markt veroverd.

Aanpassingen in de inzet artikel 68 (GLB)

In aanvulling op mijn inzet van artikel 68 voor de verwerkers van vezelvlas en vezelhennep informeer ik u over de overige aanpassingen binnen het totale artikel 68 maatregelenpakket. In mijn brief van 9 september 2011 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 511) heb ik u al geïnformeerd over mijn inzet op artikel 68 in 2012 en 2013, zoals dit ook is gemeld bij de Europese Commissie. De onderstaande wijzigingen betreffen een aanpassing op deze melding.

Zo is met ingang van dit jaar het onderdeel «Stimulering managementmaatregelen dierenwelzijn» vanwege technische uitvoeringsproblemen stopgezet. Voor deze maatregel is voor 2012 en 2013 1,5 miljoen euro beschikbaar. Dit budget is herverdeeld door een verhoging van het budget met 1,0 miljoen euro en 0,5 miljoen euro van respectievelijk de «Investeringsregeling duurzame stallen» en de «Subsidieregeling diervriendelijk produceren».

In 2013 wordt het budget voor de maatregel «Precisielandbouw en milieuvriendelijke bewaarplaatsen» met 2,2 miljoen euro verhoogd naar in totaal 12,2 miljoen euro. De financiering van deze aanpassing vindt plaats met de oorspronkelijk voor de verzekering voor de afdekking van de vervolgschade begrote middelen, te weten de afdekking van afwaardering van de broedeieren, als gevolg van een uitbraak van Aviaire Influenza. De voorbereidingen van deze verzekering zijn momenteel nog niet in het stadium dat deze risicoverzekering per 1 januari 2013 kan worden toegepast. Om te voorkomen dat Europese middelen onbenut zouden blijven wordt in een herinzet op de «Precisielandbouw en milieuvriendelijk bewaarplaatsen» voorzien.

De financiering de steun aan de vlas- en vezelverwerkers van 0,93 miljoen euro wordt gerealiseerd door een verlaging van het budget voor de brede weersverzekering. Dit budget was aanvankelijk voor 2013 verhoogd van 5,6 miljoen euro in 2012 naar 7,6 miljoen euro in 2013. Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren met betrekking tot het aantal aanvragen en de hoogte van de verstrekte steun zullen ondanks deze verlaging van het budget komend jaar voldoende middelen voor deze maatregelen overblijven.

Door de interne verschuivingen tussen de budgetten van de afzonderlijke artikel 68 maatregelen blijft per saldo de totale inzet van 38,9 miljoen euro voor 2013 ongewijzigd. In onderstaande tabel treft u de aanpassing aan. In de herbestemming van de generieke middelen heeft geen aanpassing plaatsgevonden. In de middelste kolom staan de bedragen voor 2013 waarover ik u heb geïnformeerd in mijn brief van 9 september 2011 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 511). In de laatste kolom staan de actuele budgetten.

(bedragen x mln. euro)
 

2013

2013

Dierenwelzijn:

– Investeringsregeling duurzame stallen*

– Subsidieregeling diervriendelijk produceren

15,00

1,50

15,00

1,50

Stimulering precisielandbouw en milieuvriendelijke bewaarplaatsen

10,00

12,20

Vaarvergoeding

1,10

1,10

Elektronische identificatie en registratie schapen/geiten

– Investering identificatie en registratie

1,50

1,50

Verzekeringen

– brede weersverzekering

– risicoverzekeringen Aviaire Influenza broedeiproductie

7,60

2,20

6,67

0,0

Instandhouding vezelgewassen

0,00

0,93

Totaal begrote uitgaven

38,90

38,90

Onbenutte middelen

7,50

7,50

Herbestemming generieke betalingen

31,40

31,40

Voorgenomen inzet artikel 68 in 2013

* Een pilot met alternatieve welzijnsvriendelijke vloeren in de kalverhouderij maakt onderdeel uit van deze maatregel.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven