21 501-08 Milieuraad

Nr. 849 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2022

Met deze brief informeren wij u, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie, over de bijeenkomst van klimaat- en milieuministers die op 20 en 21 januari in Amiens, Frankrijk plaatsvond. Er vonden werksessies plaats over gewasbeschermingsmiddelen, geïmporteerde ontbossing en bossen.

In deze brief wordt uw Kamer ook geïnformeerd dat de toezegging die tijdens het commissiedebat Milieuraad op 8 december jl. is gedaan1 om de door de Kamer ingebrachte punten inzake het Commissievoorstel over de wijziging Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA), mee te nemen in het BNC-fiche, is nagekomen. De door uw Kamer ingebrachte punten over afvalexport en de waarborgen voor een milieuverantwoorde verwerking, zijn meegenomen in het BNC-Fiche dat op 14 januari jl. aan uw Kamer is verzonden.2

Daarnaast ontvangt uw Kamer bijgaand de brief die op 31 januari jl. naar de Commissie is gestuurd, waarin een aantal lidstaten, waaronder Nederland, de Commissie oproept om tot een ambitieuze herziening van de Verpakkingenrichtlijn te komen3. Dit is van groot belang voor de transitie naar een circulaire economie.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

De Minister voor Natuur en Stikstof, C. van der Wal-Zeggelink

VERSLAG

= Gewasbeschermingsmiddelen

Tijdens de informele bijeenkomst van klimaat- en milieuministers vond er een gedachtewisseling plaats over gewasbeschermingsmiddelen. Er werd door het Frans voorzitterschap vooruitgekeken naar de publicatie van het voorstel tot wijziging van Richtlijn 2009/128/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden, die volgens het werkprogramma van de Commissie op 23 maart 2022 zal worden gepubliceerd.4 Uw kamer zal via de gebruikelijke BNC-procedure over het kabinetsstandpunt op dit voorstel geïnformeerd worden.

De discussie werd gevoerd over drie punten die onder het voorstel voor duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zullen vallen. Zo werd er gesproken over de reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de context van de Green Deal5 en zijn er gedachten gewisseld over Europese kaders voor alle lidstaten. Verder werd de Europese ambitie onderstreept om het gebruik van niet in de EU goedgekeurde gewasbeschermingsmiddelen op producten vanuit derde landen te verminderen. Als derde discussiepunt stond de export van in de EU verboden gewasbeschermingsmiddelen en chemische stoffen geagendeerd.

De lidstaten, inclusief Nederland, waren over het algemeen eensgezind en vroegen aandacht voor een goede monitoring en zorgvuldige besluitvorming om het aankomend voorstel goed te kunnen implementeren en op Europees niveau bij te sturen. Tijdens deze informele bijeenkomst van klimaat- en milieuministers gaf de meerderheid van de lidstaten aan de visie van de Commissie te delen en uit te zien naar de samenwerking op dit onderwerp met de Europese ministers van Landbouw.

Het voorzitterschap concludeerde dat op gewasbeschermingsmiddelen, de samenwerking met de Landbouwraad moet worden gewaarborgd. Daarnaast zal de keten van gewasbeschermingsmiddelen centraal gesteld moeten worden in de aangekondigde publicatie van het wijzigingsvoorstel om de uitvoering mogelijk te maken. Afsluitend is door het voorzitterschap opgeroepen om in Europees verband goede voorbeelden die leiden tot vermindering van gebruik en risico’s, te blijven delen en kennis uit te wisselen.

= Geïmporteerde ontbossing

Tijdens de informele bijeenkomst van klimaat- en milieuministers vond tevens een gedachtewisseling plaats over geïmporteerde ontbossing. Het is een belangrijk thema, als opvolging van de klimaatafspraken in Glasgow, om ontbossing in 2030 te stoppen en daarmee het wereldwijde biodiversiteitsbehoud te bevorderen.6 Op 17 november 2021 presenteerde de Commissie het voorstel voor een verordening over ontbossingsvrije producten waarover uw kamer door middel van een BNC-fiche is geïnformeerd over het kabinetstandpunt.7 Het voorzitterschap gaf hiermee vervolg aan de eerdere discussie over dit onderwerp op de Milieuraad van 20 december jl.8

Tijdens de informele bijenkomst op 20 en 21 januari jl. werd de ambitie om wereldwijde ontbossing in 2030 te stoppen, gesteund door de meeste lidstaten. Een aantal lidstaten plaatste wel kanttekeningen bij de omvang en invulling van het recent gepubliceerde voorstel. Daarbij werd aangegeven dat monitoring en sturing nog vraagstukken blijven die verder besproken zullen worden in de Raadswerkgroep. Nederland heeft samen met een groot gedeelte van de andere lidstaten aandacht gevraagd voor het stoppen van ontbossing als onderdeel van de klimaatdoelstellingen. Daarbij hebben deze lidstaten ook steun uitgesproken voor een brede en gezamenlijke aanpak om de onderliggende oorzaken van ontbossing terug te dringen. Tot slot onderstreepte deze groep het belang om kennis te delen met derde landen om ontbossingsvrije en duurzame goederen te bevorderen.

= Gezamenlijke sessie Bossen

Tijdens de gezamenlijke sessie van klimaat-, milieu en energieministers over Bossen werd er gesproken over bossen en houtproducten als onderdeel van milieu en energiebeleid. Het voorzitterschap opende de discussie met het onderstrepen van het belang van bossen in het kader van koolstofputten, biodiversiteit en biogrondstoffen. De discussie ging in op het Fit for 55%-pakket, namelijk het voorstel voor de herziening van de landgebruiksverordening (LULUCF).9 Er werd tevens gesproken over wetgeving en beleid om koolstofputten te vergroten, koolstofopslag, de relatie met hernieuwbare energie en het cascaderingsprincipe10 als onderdeel van het voorstel voor de hernieuwbare energierichtlijn (RED).11

De Commissie gaf aan dat houtige biomassa afkomstig uit bossen op dit moment nog de belangrijkste bron voor opwekking van bioenergie is en momenteel nog onmisbaar is voor de energietransitie in een aantal lidstaten. Daarbij gaf zij echter wel aan dat biobrandstoffen duurzaam geproduceerd moeten worden, volgens de criteria van duurzaamheid in het LULUCF- en het cascaderingsprincipe in het kader van het RED-voorstel en in de EU-biodiversiteitstrategie.12 De Commissie zei overtuigd te zijn dat met de nieuwe voorstellen biomassa ook duurzaam kan worden ingezet. Volgens de Commissie zullen bossen in de toekomst gezonder en groter moeten worden en het LULUCF-voorstel kan daaraan bijdragen. Lidstaten moeten ecosysteem-diensten belonen en perverse prikkels wegnemen. Daarbij gaf de Commissie aan dat biomassa die nu gebruikt wordt als energiebron, nuttiger en duurzamer is voor andere toepassingen, zoals uitgelicht in het cascaderingsprincipe. Het LULUCF-voorstel zal naar verwachting, samen met een aantal andere Fit for-55 voorstellen, besproken worden tijdens de volgende Milieuraad op 16 maart.

Nederland heeft samen met andere lidstaten het standpunt van de Commissie ondersteund over het belang van koolstofopslag door bossen om klimaatneutraliteit te behalen. Ook zijn er zorgen geuit over de daling van koolstofputten in de EU en de huidige staat van bossen. Het cascaderingsprincipe voor het gebruik van (producten van) hout wordt door Nederland en veel andere lidstaten als cruciaal onderdeel van de LULUCF- en RED-voorstellen gezien, al pleitten verschillende lidstaten voor derogatiemogelijkheden en flexibiliteit.

Meerdere lidstaten grepen deze sessie aan om kritische kanttekeningen bij de EU-bossenstrategie13 te plaatsen. Het ging hier met name om nationale bevoegdheden en de toepassing van het cascaderingsprincipe. Veel bosrijke lidstaten pleitten voor het behoud van nationale bevoegdheden en ontheffingen en derogaties op EU-niveau. Deze kanttekeningen waren in lijn met het joint-paper14, opgesteld door Zweden en ondertekend door veel andere (bosrijke) lidstaten, waarin nationale bevoegdheden, administratieve lasten en het cascaderingsprincipe uitgelicht worden als grote aandachtspunten. Nederland heeft opnieuw de suggestie gedaan om de externe effecten van de EU-bossenstrategie op bossen buiten de Europese Unie in kaart te brengen, met name de effecten van houtgebruik, en daarbij te onderzoeken of alleen houtige biomassa die geproduceerd is binnen de EU toegestaan kan worden in lijn met het coalitieakkoord.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-08, nr. 844

X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 3259

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

COM(2021) 645 final

X Noot
5

Kamerstuk 35 377, nr. 1

X Noot
6

Kamerstuk 31 793, nr. 203

X Noot
7

Kamerstuk 22 112, nr. 3281

X Noot
8

Kamerstuk 21 501-32, nr. 1360

X Noot
9

Kamerstuk 22 112, nr. 3195

X Noot
10

Het kabinet zet in op adaptieve en flexibele cascadering door volledige economische benutting van gewassen en robuuste conversietechnieken met toepassingen die grondstoffen langer en met hoge kwaliteit in de keten houden.

X Noot
11

Kamerstuk 22 112, nr. 3185

X Noot
12

Kamerstuk 22 112, nr. 2897

X Noot
13

Kamerstuk 22 112, nr. 3196

Naar boven