21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1627 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2016

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 24 mei 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 24 MEI 2016

Voorbereiding van de Europese Raad van 28 en 29 juni 2016

De Raad Algemene Zaken (RAZ) zal de Europese Raad (ER) van 28 en 29 juni 2016 voorbereiden. Voor die ER zijn de volgende onderwerpen geagendeerd.

Migratie

Voor het Nederlandse voorzitterschap blijft de migratieproblematiek topprioriteit. Op het moment van het schrijven van deze Geannoteerde Agenda is de specifieke focus van de ER van 28 en 29 juni nog niet bekend. Waarschijnlijk wordt gesproken over de implementatie van gemaakte afspraken op het gebied van migratie alsmede de verschillende voorstellen die door de Europese Commissie zijn gepresenteerd, waaronder het Dublin IV-pakket d.d. 4 mei jl.

Het kabinetsstandpunt inzake de Europese asielproblematiek is uw Kamer reeds bekend. In het verlengde hiervan verwijst het kabinet uw Kamer naar de Kamerbrieven van 8 september 2015 (Kamerbrief kenmerk 682347) en 8 januari 2016 (Kamerstuk 22 112, nr. 2). Tevens werd de Kamer op 17 februari 2016 geïnformeerd over de maatregelen van de Europese Commissie met betrekking tot de uitvoering van de Europese Migratieagenda d.d. 10 februari 2016 (Kamerstuk 22 112, nr. 1076). Voor het Europese krachtenveld op het gebied van migratie verwijst het kabinet uw Kamer naar het verslag van de ER van 17 en 18 maart 2016 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1112), het verslag van de Raad Algemene Zaken van 15 maart 2016 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1597) en het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 april 2016 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1607).

Verenigd Koninkrijk

Zoals bekend vindt op 23 juni 2016 in het Verenigd Koninkrijk een referendum over het Britse EU-lidmaatschap plaats. De ER van 28 en 29 juni zal de uitslag van dit referendum bespreken. De aard van deze bespreking is nu nog ongewis en hangt uiteraard samen met de uitslag van het referendum.

Het kabinet acht het in het belang van Nederland, de EU en het Verenigd Koninkrijk zelf dat het Verenigd Koninkrijk lid blijft van de EU. Deze mening wordt breed gedeeld door de overige lidstaten en dit heeft geresulteerd in de afspraken die tijdens de ER van 18 en 19 februari zijn gemaakt met betrekking tot een aantal Britse wensen tot hervorming van de EU. Deze zullen van kracht worden indien het Verenigd Koninkrijk besluit lid te blijven van de EU. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in het verslag van de ER van 18 en 19 februari (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1092).

Interne Markt

Conform de conclusies van de ER van 17 en 18 maart zal de ER van 28 en 29 juni streven naar het aannemen van een agenda voor implementatie van de verschillende aspecten van de Interne Markt, op basis van de door de Commissie gepubliceerde strategieën voor de Interne Markt (COM(2015) 550 final), de Digitale Interne Markt (COM(2015) 192 final) en de Kapitaalmarktunie (COM(2015) 468 final).

Het kabinet is pleitbezorger van een diepere en eerlijkere Interne Markt. Het kabinet verwelkomt het voornemen om in de ER specifiek aandacht te besteden aan de voortgang van de verschillende initiatieven die met betrekking tot de Interne Markt zijn en worden gelanceerd. Gezien de verschillende ambitieniveaus en prioriteiten tussen lidstaten, acht het kabinet het wenselijk dat er door de ER een krachtig en eenduidig signaal wordt afgegeven ten aanzien van het belang van de Interne Markt, de implementatie van bestaande regelgeving en de voortvarende behandeling van nieuwe voorstellen van de Commissie die voortvloeien uit de genoemde strategieën.

Vervolmaking Economische en Monetaire Unie

De Raad zal in juni aan de ER rapporteren over de voortgang van de besprekingen met betrekking tot de vervolmaking van de Economische en Monetaire Unie (EMU).

In het najaar van 2015 deed de Europese Commissie voorstellen in het kader van het vijf presidentenrapport over de toekomst van de EMU, waaronder voorstellen voor een meer gestroomlijnd Europees Semester. Uw Kamer ontving de kabinetsappreciaties van deze voorstellen op 6 november 2015 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1051) en over de voorstellen op het terrein van de Bankenunie op 14 december 2015 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1334). Daarnaast heeft uw Kamer op 12 november 2015 een ambtelijke technische briefing gekregen over het vijf presidentenrapport.

Het Nederlandse voorzitterschap heeft in lijn met gestroomlijnde vormgeving van het Europees Semester de nadruk gelegd op implementatie van landenspecifieke aanbevelingen en thematische discussies geïnitieerd in verschillende horizontale Raadsformaties. Daarnaast vinden ambtelijke besprekingen plaats over het Commissievoorstel inzake gezamenlijke vertegenwoordiging van de eurozone in het Internationaal Monetair Fonds (IMF), m.b.t. het opzetten van nationale raden voor concurrentievermogen en het vervolmaken van de Bankenunie. De Europese Commissie werkt tot slot eveneens aan de opzet van een adviserende Europese Budgettaire Raad.

De meeste lidstaten onderschrijven het belang van een versterkt Europees Semester. Wel hebben veel lidstaten vragen over de precieze inrichting en toegevoegde waarde van de nationale raden voor concurrentievermogen en de Europese Budgettaire Raad.

Europees Semester / Landenspecifieke aanbevelingen

De Europese Commissie zal naar verwachting op 18 mei a.s. voorstellen presenteren voor landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester. Het kabinet zal uw Kamer per brief inlichten over de voor Nederland bedoelde aanbevelingen en de kabinetsreactie daarop. Deze voorstellen voor aanbevelingen zullen worden behandeld in de ECOFIN Raad en de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO Raad), en worden vervolgens voorgelegd aan de RAZ van juni. De RAZ zal na instemming de aanbevelingen in het kader van het Europees Semester ter bekrachtiging voorleggen aan de ER van 28 en 29 juni, waarna de ECOFIN Raad de aanbevelingen op 12 juli zal aannemen.

Sancties Rusland

Mogelijk zal tijdens de Raad ook aandacht uitgaan naar de sancties jegens Rusland in reactie op het destabiliserende optreden van Rusland in het oosten van Oekraïne, die aflopen per 31 juli 2016. Besluitvorming over eventuele verlenging van deze financiële en economische sancties is door de ER van maart 2015 gekoppeld aan volledige implementatie van de Minsk-akkoorden zoals overeengekomen op 12 februari 2015. In de RAZ van 24 mei a.s. zal hierover geen inhoudelijke discussie plaatsvinden.

EU Global Strategy on Foreign and Security Policy

De ER heeft in juni 2015 de EU Hoge Vertegenwoordiger voor buitenland- en veiligheidsbeleid Mogherini verzocht een EU Global Strategy on Foreign and Security Policy voor te bereiden en deze voor te leggen aan de ER van 28 en 29 juni. In aanloop hiernaartoe zal de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) op 23 mei a.s. stilstaan bij het proces en de inhoud van de strategie in deze laatste fase. Voor de inbreng van het kabinet hiervoor wordt verwezen naar de Geannoteerde Agenda van de RBZ van 23 mei a.s.

(Tweede) Rechtsstatelijkheidsdialoog

Gezien het belang dat Nederland hecht aan de waarborg en versterking van de rechtsstaat in EU-verband zal het Nederlandse voorzitterschap tijdens de RAZ van 24 mei a.s. voor de tweede keer de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog organiseren op basis van de conclusies van de Raad en de lidstaten van december 2014.1 De dialoog werd voor de eerste keer georganiseerd door het Luxemburgse voorzitterschap in november 2015 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1556).

In aansluiting op het voorbereidende seminar op 2 februari jl. in Straatsburg, is gekozen voor een thematische focus van de tweede dialoog op de bescherming van EU fundamentele waarden en de rechtsstaat in de context van integratie van migranten. Deze thematiek is, gezien de huidige migratiestroom, vanzelfsprekend actueel. Verschillende lidstaten brachten dit onderwerp ter sprake tijdens de eerste dialoog in november 2015. In de dialoog zal, naast de verantwoordelijkheden van de lidstaten zelf, ook aandacht worden besteed aan de verantwoordelijkheden van migranten en de bredere samenleving in het respecteren en naleven van de Europese waarden.

Ter voorbereiding van de tweede dialoog heeft het Nederlandse voorzitterschap het verslag van de voorbereidende seminar op 2 februari jl. verspreid onder de lidstaten. Het verslag ging ook uw Kamer toe (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1601). Daarnaast is een non-paper opgesteld met twee specifieke discussievragen aan de lidstaten.2 Op basis van deze documenten streeft het voorzitterschap naar een goede inhoudelijke discussie en uitwisseling van ervaringen, uitdagingen en ideeën. De dialoog zal worden ingeleid door de directeur van het EU Agentschap voor de Grondrechten, Michael O’Flaherty. Ook de Europese Commissie zal actief bijdragen aan de discussie. In de voorbereiding van de dialoog was ook de Raad van Europa, evenals bij het voorbereidende seminar, een belangrijke partner. Het kabinet hecht aan nauwe betrokkenheid van andere relevante instellingen en organisaties bij de dialoog. Dit om synergie te bewerkstelligen tussen het werk van de instellingen op dit terrein en onnodige duplicatie te voorkomen.

Naar boven