21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1291 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2013

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 30 september 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 30 SEPTEMBER 2013

De agenda van de Raad Algemene Zaken (RAZ) van 30 september a.s. is beperkt van omvang en kent slechts twee onderwerpen: het EU-cohesiebeleid en de voorbereiding van de Europese Raad van 24–25 oktober a.s.

EU-cohesiebeleid

De Raad zal naar verwachting het wetgevingspakket voor het EU-cohesiebeleid 2014–2020 bespreken. Over de voortgang van de trilogen is uw Kamer geïnformeerd door de Staatssecretaris van Economische Zaken (Kamerstuk 21 501-08, nrs. 470 en 472). De onderhandelingen tussen Europees Parlement en Raad lopen nog. Agendering van het Cohesie-pakket voor de komende RAZ is daarom nog niet definitief. Resterende discussiepunten tussen de Raad, de Commissie en het Europees Parlement zijn met name de macro-economische conditionaliteit en de prestatiereserve. Het kabinet steunt de in bovengenoemde kamerbrieven verwoorde Raadspositie, waarin deze principes overeind blijven.

Voorbereiding Europese Raad 24–25 oktober 2013

De Raad zal kort de agenda van de Europese Raad (ER) van 24-25 oktober 2013 bespreken. Meer inhoudelijke voorbereiding zal plaatsvinden bij de RAZ van 22 oktober a.s.

EMU-governance

Zoals afgesproken op de ER van 27–28 juni jl. zal de Europese Raad verder spreken over een versterkte coördinatie van het economisch beleid. Hierbij zal naar verwachting specifiek worden ingegaan op de sociale dimensie, evenals op de indicatoren die van belang zijn bij deze versterkte coördinatie van het economisch beleid. Tijdens de ER van december zal hierover verder worden gesproken, o.a. wat betreft de mogelijkheid van lidstaatcontracten.

Wat betreft de contracten is het kabinet van mening dat deze potentieel nuttig kunnen zijn als extra instrument om lidstaten aan te zetten tot het doorvoeren van structurele hervormingen. Hierbij gelden echter als voorwaarden dat de beleidsvrijheid van lidstaten die zich aan gemaakte afspraken houden niet wordt ingeperkt, dat het proces van economische beleidscoördinatie niet nodeloos wordt gecompliceerd en dat de totale Nederlandse afdrachten aan de EU niet stijgen.

Inzake de sociale dimensie vindt het kabinet dat deze moet aansluiten bij bestaande afspraken. Uitgangspunt daarbij blijft landenspecifiek advies en uitwisseling van «best practices», dus geen uniforme beleidsvoorschriften. Negatieve sociale gevolgen van arbeidsmigratie in de EU dienen te worden voorkomen.

Bankenunie

Naar verwachting zal de ER de stand van zaken ten aanzien van het geïntegreerd financieel kader (bankenunie) opmaken. Zoals bekend is het kabinet in principe voorstander van een volledige Europese bankenunie inclusief een Europees Resolutiemechanisme, maar stelt het voorwaarden aan de uitwerking van de individuele onderdelen, conform de Kamerbrieven van de Minister van Financiën van 1 oktober 2012 (Kamerstuk 21 501-07 nr. 946) en van 9 september 2013 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1083).

Innovatie/diensten/digitale agenda

De ER zal naar alle waarschijnlijkheid in een themasessie ingaan op innovatie, diensten en de digitale interne markt. Het kabinet verwelkomt bespreking van deze thema's op de Europese Raad vanwege het grote onbenutte potentieel voor economische groei van verdere integratie van de interne markt voor diensten en digitaal en het belang van innovatie voor het concurrentievermogen.

Oostelijk Partnerschap

Ter voorbereiding van de OP Top in Vilnius, op 28 en 29 november zal de ER naar verwachting kort stilstaan bij het Oostelijk Partnerschap. Inhoudelijke voorbereiding van deze Top zal plaatsvinden tijdens de RBZ van 21 oktober a.s. Uw Kamer zal voorafgaand aan deze RBZ worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet t.a.v. de Top in Vilnius.

Naar boven