21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1115 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2012

Hierbij bieden wij u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 27 januari 2012.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 27 JANUARI 2012

  • Follow-up Europese Raad d.d. 9 december jl.

  • Voorbereiding informele Europese Raad d.d. 30 januari a.s.

  • Voorbereiding Europese Raad d.d. 1-2 maart a.s.

Voor dit agendapunt verwijzen wij u kortheidshalve naar de geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad d.d. 30 januari. Daarin wordt tevens de nodige aandacht geschonken aan de follow-up van de Europese Raad van 9 december jl.

De Raad Algemene Zaken (RAZ) zal zoals gebruikelijk tevens kennis nemen van de geannoteerde agenda voor de eerstvolgende formele Europese Raad, in dit geval de ER van 1-2 maart a.s. Hoewel ER-voorzitter Van Rompuy de geannoteerde agenda op het moment van schrijven nog niet heeft verspreid, zal de Europese Raad naar verwachting voor een belangrijk deel in het teken zal staan van het Europese Semester.

Meerjarig Financieel Kader

De RAZ zal de oriënterende discussie voortzetten over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de Europese Unie 2014–2020 (MFK). Het Deense voorzitterschap wil deze discussie richten op de belangrijkste prioriteiten onder het MFK en de door de Europese Commissie voorgestelde omvang van het MFK. De aandacht voor de omvang van het totaalbudget tijdens deze RAZ is op verzoek van o.a. Nederland en andere like-minded die net als Nederland inzetten op een lager plafond. Te verwachten is dat sommige andere landen deze benadering niet steunen. Zij hechten eraan eerst inhoudelijke prioriteiten vast te stellen en vervolgens de daarbij benodigde middelen.

De Europese Raad van 9 december jl. heeft het Deense voorzitterschap opgeroepen om, met het oog op bespreking door de Europese Raad van juni 2012, een basis te leggen voor een akkoord dat eind 2012 bereikt moet zijn. Het voorzitterschap mikt daarbij op het bereiken van een zogenaamde «partial general approach». Dit houdt in: het bereiken van deelakkoorden op wetgevende voorstellen op de verschillende beleidsterreinen onder het MFK, met uitzondering van budgettaire aspecten en andere horizontale elementen die opgelost dienen te worden als onderdeel van besluitvorming over het MFK-pakket als geheel.

Ten aanzien van de omvang van het MFK zal Nederland interveniëren langs de lijnen van de Kamerbrief van 2 september jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 553). De totale omvang van de begroting in de voorstellen van de Commissie is in de ogen van het kabinet te groot. Het kabinet acht het noodzakelijk dat in tijden van bezuinigingen ook de Europese begroting een bijdrage levert aan het onder controle brengen van de overheidsuitgaven in de lidstaten. Om deze reden zal het kabinet zich samen met andere lidstaten inspannen voor een reductie van het uitgavenplafond, in lijn met de mede door minister-president Rutte ondertekende brief van vijf regeringsleiders van december 2010, die kortgezegd stelt dat de EU-Begroting vanaf 2011 met maximaal de inflatie kan stijgen.

Wat betreft de inhoudelijke prioriteiten zal Nederland interveniëren langs de lijnen van de Kamerbrief van 2 september jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 553), alsmede de verschillende kabinetsappreciaties op de diverse wetgevende voorstellen. Daarbij zal Nederland ook rekening houden met de motie Lucas (Kamerstuk 33 000 VIII/Nr.84) die de regering verzoekt te pleiten voor verlaging van de cohesie-, landbouw en structuurfondsen en de Europese investeringen voor onderwijs, onderzoek en innovatie te ontzien. Het kabinet ziet de motie Lucas als een ondersteuning van de richting die het heeft gekozen voor de MFK-onderhandelingen. Als onderdeel van de hervormingsinzet heeft het kabinet investeringen in de concurrentie- en innovatiekracht van de EU als prioritair aangemerkt. Dit betekent dat het kabinet het wenselijk acht dat binnen het nieuwe MFK een zwaarder accent komt te liggen op investeringen op deze terreinen, in het bijzonder op Horizon2020 (programma voor onderzoek en innovatie). Deze inzet is mogelijk omdat het kabinet zich inspant voor een forse verlaging van de cohesie- en structuurfondsen en een nominale bevriezing van de landbouwfondsen vanaf 2013. Een nominale bevriezing van de landbouwfondsen komt in reële termen neer op een verlaging van 9% ten opzichte van de huidige MFK-periode. Als in de loop van de onderhandelingen de Nederlandse inzet om op deze uitgaven besparingen te realiseren niet haalbaar blijkt, waardoor de hoofddoelstelling (substantieel lagere afdrachten) niet kan worden gerealiseerd, zal het kabinet bezien of een inzet op een verdere verlaging van de landbouwuitgaven wenselijk is. Geldig blijft steeds dat ook hier wat Nederland betreft groot gewicht wordt toegekend aan het innovatieve deel.

Sinds de publicatie van de Commissievoorstellen heeft de RAZ naast een eerste informele gedachtenwisseling op 29 juli 2011, twee oriënterende debatten gevoerd over het nieuwe MFK. Daarbij heeft het vorige Poolse voorzitterschap de discussie gericht op de volgende onderwerpen: structuur, looptijd en flexibiliteit van het MFK (12 september 2011) en het cohesiebeleid, het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de Connecting Europe Facility voor infrastructuur en het gemeenschappelijk visserijbeleid (15 november 2011). Het Poolse voorzitterschap heeft op basis van deze besprekingen een voortgangsrapport opgesteld. De Europese Raad van 9 december 2011 heeft kennisgenomen van dat voortgangsrapport. Staatssecretaris Knapen heeft de Tweede Kamer op 22 december jl. een kwartaaloverzicht van de onderhandelingen gestuurd (Kamerstuk 21 501-20, nr. 601), conform afspraken uit het AO-behandelvoorbehoud MFK.

Presentatie Deens voorzitterschapsprogramma

De RAZ zal kennisnemen van een presentatie van het Deense voorzitterschap over het werkprogramma in de verschillende Raadsformaties gedurende de eerste helft van 2012. Het Deense voorzitterschap heeft daarvoor een viertal hoofdthema’s geïdentificeerd:

  • Een Verantwoordelijk Europa, waarbij onder andere centraal staan: de bestrijding van de economische crisis, het doorvoeren van structurele hervormingen, het finaliseren van het nieuwe «Euro-verdrag», implementatie van het six-pack, versterking van toezicht op de financiële sector en concrete voortgang in de MFK-onderhandelingen.

  • Een Dynamisch Europa: het creëren van groei en werkgelegenheid, verdere versterking van de interne markt en het intensiveren van internationale handel.

  • Een Groen Europa met een offensieve agenda op gebied van klimaat en energie en integratie van klimaat- en milieu-overwegingen in andere beleidsthema’s (o.a. landbouw-, visserij- en transportbeleid).

  • En een Veilig Europa met aandacht voor efficiënte bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme, voltooiing van het Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem (GEAS) en efficiëntere controle aan de buitengrenzen, versterking van het Europees extern beleid, waaronder ontwikkelingssamenwerking, met een stevige coördinerende rol voor de Hoge Vertegenwoordiger alsook een geconditioneerd uitbreidingsbeleid.

Het kabinet kan de keuze van het Deens voorzitterschap wat betreft de prioriteiten voor het komende half jaar goeddeels onderschrijven. Voor Nederland zijn met name de volgende onderwerpen gedurende het komende halfjaar prioritair: het bestrijden van de crisis in de eurozone o.a. door het versterken van budgetdiscipline, het aanzwengelen van economische groei en het creëren van werkgelegenheid, voortgang in de onderhandelingen over het MFK, concrete voortgang op het terrein van asiel en migratie en specifiek, de CVM-rapportages over Bulgarije en Roemenië.

Situatie Hongarije

Mede namens Luxemburg en Nederland heeft België als Benelux-voorzitter per brief verzocht om een toelichting tijdens de RAZ door de Commissie en Hongarije op de mogelijke schending door Hongarije van een aantal basisbeginselen van het EU-recht en de infractieprocedures die de Commissie naar aanleiding daarvan inmiddels in gang heeft gezet. Het gaat om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de onafhankelijkheid van de Centrale bank en de onafhankelijkheid van de toezichthouder databescherming. Hongarije heeft nu maand de tijd om te reageren. Reageert Hongarije niet of onvoldoende dan kan Commissie met een «met redenen omkleed advies» komen met aanwijzingen. Worden deze niet opgevolgd dan volgt mogelijk een Hofzaak.

Naar boven