21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 205 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2012

Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EG/EU-richtlijnen en EU-kaderbesluiten in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 2012.1 In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 maart jl. gold. Daarna worden de oorzaken van deze implementatieachterstand behandeld en worden vervolgens dreigende implementatieachterstanden genoemd. Ten slotte volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op uw verzoek zijn de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht «ingebrekestellingen» per departement opgenomen.

Aangezien de benamingen van de ministeries in de Rijksadressengids nog niet zijn aangepast, zijn in de bijlage (overzicht van de i-Timer)1 de oude benamingen van de ministeries gehanteerd. Ook de ministeries die als eerstverantwoordelijke voor de implementatie worden genoemd, zijn in het overzicht van de i-Timer nog niet aangepast aan de huidige situatie. Waarschijnlijk is dit het laatste kwartaaloverzicht waarbij dit het geval is.

In deze brief worden omwille van de actualiteit wel de nieuwe benamingen van de ministeries gebruikt bij de duiding van achterstanden. Ik vraag er uw begrip voor dat bij het vergelijken van de gegevens uit deze brief met de uitdraai van de i-Timer de benamingen derhalve niet één op één lopen.

Huidige achterstand

In het eerste kwartaal van 2012 zijn tien achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Tegelijkertijd zijn er dit kwartaal twee nieuwe richtlijnen/kaderbesluiten in overschrijding bijgekomen. Daarmee bedraagt de totale achterstand ultimo eerste kwartaal 17 richtlijnen/kaderbesluiten (tegenover 23 in het vorige kwartaal).

De 17 achterstallige richtlijnen/kaderbesluiten zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZK (1), EL&I (5), V&J (5), SZW (2) en I&M (4).

De overschrijding van de implementatie van de implementatiedatum varieert sterk: zo bedroeg op 31 maart 2012 de kleinste overschrijding 24 dagen, terwijl de uiterste implementatiedatum van een richtlijn met ruim 34 maanden was overschreden. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn/kaderbesluit is te vinden op de laatste pagina (pagina 96) van bijgevoegd kwartaaloverzicht.

Achterstanden en hun oorzaken

Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo eerste kwartaal speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.

BZK

Richtlijn 2009/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen:

Voor de implementatie van deze richtlijn is een wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen en het Vreemdelingenbesluit 2000 vereist. De verantwoordelijkheid voor de implementatie van deze richtlijn berust bij de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. De wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 is in werking getreden op 19 juni 2011. De wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen, voorbereid onder verantwoordelijkheid van de minister van SZW, is op 5 april jl. in het Staatsblad geplaatst (Stb. 2012, 143).

EL&I

Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54 en Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG.

De Eerste Kamercommissie voor EL&I zal op korte termijn een voorlopig verslag op het vereiste wetsvoorstel (32 814) uitbrengen. Naar wij hopen zullen de richtlijnen zo spoedig mogelijk dit jaar zijn geïmplementeerd.

Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en RL 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/19/EG inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatie-netwerken en bijbehorende

faciliteiten, en Richtlijn 2002/20/EG betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten.

De plenaire behandeling door de Eerste Kamer van het wetsvoorstel ter

implementatie (32 549) staat geagendeerd voor 8 mei a.s. Naar wij hopen zal eind mei a.s. de wet- en regelgeving ter voltooiing van de implementatie in werking treden.

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG.

Het wetsvoorstel ter implementatie (32 768) is voor plenaire behandeling in de Tweede Kamer voor de week van 22 mei a.s. aangemeld. Naar wij hopen zal de implementatie dit najaar zijn voltooid.

I&M

Richtlijn 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap en van Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuren;

Richtlijn 2009/131/EG van de Commissie van 16 oktober 2009 tot wijziging van bijlage VII bij Richtlijn 2008/57/EG.

Sinds 1 april jl. zijn de richtlijnen 2008/57/EG, 2008/110/EG en 2011/18/EU volledig geïmplementeerd, en richtlijn 2009/131/EG sinds 5 april. Alles is erop gericht om dit voorjaar ook richtlijn 2007/58/EG volledig te implementeren.

Een van de oorzaken van de vertraging was de beslissing om met één wet vijf richtlijnen te implementeren. Bovendien ontstond discussie met betrokken organisaties over de wijze van implementatie. Ook heeft de beslissing van de Tweede Kamer om een deel van richtlijn 2007/58/EG bij algemene maatregel van bestuur te implementeren in plaats van bij ministeriële regeling gezorgd voor een langere procedure.

Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2006 betreffende het rijbewijs (herschikking).

De vertraging ligt erin dat, anders dan in veel Europese landen, in Nederland op dit gebied de trajecten van het wijzigen en publiceren van regelgeving enerzijds en van het ter hand nemen van de uitvoering anderzijds voor dit onderwerp parallel lopen. Het wetsvoorstel met de benodigde wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn 2006/126/EG is inmiddels door beide Kamers aanvaard, tot wet verheven en gepubliceerd (Staatsblad 2012, 39). Ook de bijbehorende AMvB is inmiddels gereed en zal nog in april 2012 worden bekend gemaakt. Alle ministeriële regelingen zijn inmiddels gereed. Een deel is al gepubliceerd (Stcrt. 2012, 6 637, 6 444, 6 456, 6 457, 6 458 en 6461) een deel vindt plaats in april.

Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen.

Voor de implementatie van deze richtlijn is een ministeriële regeling en een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 vereist. De voorbereiding van het wetsvoorstel kostte gezien de complexiteit van de richtlijn meer tijd dan vooraf was ingeschat. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 is op 28 december 2011 verzonden aan de Tweede Kamer. Verwacht wordt dat de richtlijn voor de zomer van 2012 zal zijn geïmplementeerd.

SZW

Richtlijn 2008/104/EG van het Europese Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid:

Voor de implementatie van deze richtlijn is een wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de Wet op de ondernemingsraden vereist. In het voortraject voorafgaand aan indiening bij het parlement was het noodzakelijk veelvuldig overleg te voeren met sociale partners, als gevolg waarvan er vertraging is opgetreden.

Het wetsvoorstel is op 16 september 2011 aangeboden aan de Tweede Kamer en op 6 maart 2012 met algemene stemmen aangenomen. Het voorbereidend onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid vond plaats op 3 april 2012.

Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 (PbEU 2010, L 68) tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPA, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG:

Voor de implementatie van deze richtlijn is een wijziging van de Wet arbeid en zorg en de Arbeidstijdenwet vereist. Het desbetreffende wetsvoorstel is op 30 november 2011 aangeboden aan de Tweede Kamer en op 20 maart jl. zonder stemming aangenomen door de Eerste Kamer.

V&J

Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken:

De wet van 6 oktober 2011 tot implementatie van het kaderbesluit is op 1 april 2012 in werking getreden.

Kaderbesluit 2008/978 (Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures:

Het wetsvoorstel tot implementatie van dit kaderbesluit (Kamerstukken II, 32 717) is al geruime tijd gereed voor plenaire behandeling door de Tweede Kamer. Het plenair debat staat geagendeerd voor begin juni 2012.

Richtlijn 2008/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken:

De Eerste Kamer heeft op 23 februari 2012 een nader voorlopig verslag uitgebracht. Gelet op de kritische toonzetting beraadt de minister zich op de reactie.

Kaderbesluit 2008/909 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op strafvonnissen waarbij vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen zijn opgelegd, met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie:

Het wetsvoorstel tot implementatie van dit kaderbesluit (Kamerstukken II, 32 885) is op 3 april 2012 door de Tweede Kamer aangenomen.

Kaderbesluit 2008/947 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen:

Het wetsvoorstel tot implementatie van dit kaderbesluit (Kamerstukken II 32 885 is op 3 april 2012 door de Tweede Kamer aangenomen.

Dreigende overschrijding

BZK

Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (herschikking):

Voor de implementatie van deze richtlijn is een wijziging van de Woningwet, het Besluit energieprestatie gebouwen, het Bouwbesluit 2012 en de Regeling energieprestatie gebouwen vereist. De verantwoordelijkheid voor de implementatie van deze richtlijn berust bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet is op 16 december 2011 aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2011/2012, 33 124, nr. 2). Eind januari 2012 is het verslag van uw Kamer inzake het wetsvoorstel ontvangen. Naar verwachting zal de nota naar aanleiding van het verslag samen met een nota van wijziging de eerste helft van april aan uw Kamer worden verzonden. Volgens de richtlijn moeten uiterlijk 9 juli 2012 de nodige wettelijke bepalingen worden vastgesteld en bekendgemaakt. De meeste bepalingen moeten uiterlijk per 1 januari 2013 in werking treden. Er wordt naar gestreefd dat de wetswijziging uiterlijk 9 juli 2012 bekend wordt gemaakt en 1 januari 2013 in werking treedt.

I&M

Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG.

Voor de implementatie van deze richtlijn is wijziging van besluiten en regelingen van diverse ministeries noodzakelijk. Naast een wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 is wellicht een kleine wijziging van de Algemene douaneregeling nodig. De aanpassing van de wetgeving kost, gelet op complexiteit van de richtlijn, veel tijd. Over het voorstel tot aanpassing van de besluiten van de minister van Infrastructuur en Milieu is op 6 april 2012 door de Raad van State advies uitgebracht. Aan de aanpassing van de regelingen van de minister van Infrastructuur en Milieu en de Algemene douane regeling wordt thans de laatste hand gelegd. Tijdige implementatie, uiterlijk op 19 mei 2012, is daarmee voor deze wetgeving nog steeds haalbaar. De richtlijn noopt voorts tot wijziging van de Schengengrenscode, waarvan inwerkingtreding wordt voorzien in december 2012. De wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, teneinde de Schengengrenscode zijn nuttig effect in de Nederlandse rechtsorde te doen hebben, is daardoor complexer dan werd verwacht, waardoor die wijziging niet haalbaar is per 19 mei 2012.

SZW

Richtlijn 2004/40/EG van 29 april 2004 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid m.b.t. de blootstelling van werknemers aan de risico’s van fysische agentia (elektromagnetische velden) (18e bijzondere RL in de zin van art. 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG):

Uitvoering van de richtlijn zou leiden tot problemen met MRI-scans. De implementatietermijn – die oorspronkelijk liep tot en met 30 april 2008 – is daarom met Richtlijn 2008/46 opgeschoven naar 30 april 2012 in de hoop dat voor die tijd een nieuwe richtlijn tot stand zou komen. Inmiddels heeft het Europees Parlement het uitstel van de uiterlijke implementatiedatum van de richtlijn goedgekeurd. Deze wordt nu 31 oktober 2013.

V&J

Kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van 23 oktober 2009 inzake de toepassing, tussen de lidstaten van de Europese Unie, van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis:

De implementatie van dit kaderbesluit betreft een technisch ingewikkelde wijziging van onder meer het Wetboek van Strafvordering. Het bewijs dat meer lidstaten hiermee worstelen is het gegeven dat nog niet één EU-lidstaat dit kaderbesluit tot op heden heeft geïmplementeerd. Intussen is het conceptwetsvoorstel tot implementatie van dit kaderbesluit op 9 maart 2012 in consultatie gezonden. De consultatietermijn eindigt 1 mei 2012.

Ingebrekestellingprocedures

In het eerste kwartaal van 2012 is de Commissie drie nieuwe ingebrekestellingsprocedures gestart. Twee daarvan betreft richtlijnen van I&M: richtlijn 2011/18 over interoperabiliteit spoorwegsysteem (de implementatie daarvan is overigens inmiddels voltooid), en richtlijn 2010/40 over wegtransport. SZW heeft een zaak gekregen over richtlijn 2008/104, uitzendarbeid.

Er is ook achterstand ingelopen: vijf zaken over te late implementatie zijn dit kwartaal geseponeerd, te weten

I&A de richtlijn 2008/115 terugkeer illegaal verblijvende derdelanders;

EL&I de richtlijnen 2009/31 over geologische opslag van kooldioxide, en twee richtlijnen op het gebied van defensiemateriaal: 2009/43 over de overdracht van defensiegerelateerde producten en de wijzigingsrichtlijn daarvan, richtlijn 2010/80.

SZW heeft de implementatie van richtlijn 2009/38 over de Europese ondernemingsraad dit kwartaal voltooid en ook die zaak is inmiddels geseponeerd.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven