20 454 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen

Nr. 132 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2018

In reactie op uw verzoek om informatie d.d. 5 juli hoe kamerbrief d.d. 29 juni 2018 inzake de evaluatie Uitkeringsregeling Backpay en subsidieregeling collectieve erkenning Indisch en Moluks Nederland (Kamerstuk 20 454, nr. 130) zich verhouden tot de met algemene stemmen aangenomen gewijzigde motie van het lid Agema over de afhandeling van de backpayregeling (Kamerstuk 34 775, XVI, nr. 115; Handelingen II 2017/18, nr. 38, item 37) verwijs ik u naar mijn kamerbrief Uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Agema over de afhandeling van de Backpay-regeling (Kamerstuk 20 454, nr. 127) d.d. 22 december 2017.

De regering legt in deze kamerbrief de motie als volgt uit: «Geen onomkeerbare stappen wordt geïnterpreteerd als een opdracht om geen enkele rechthebbende uit te sluiten van de mogelijke aanspraak op deze tegemoetkoming op morele gronden.» Over de evaluatie staat in betreffende brief: «Deze zal zijn afgerond voor 1 juli 2018 en zal daarna naar Uw Kamer worden verzonden. Om tegemoet te komen aan de wensen van Uw Kamer zal ik ervoor zorgen dat mocht er zich een mogelijk rechthebbende melden vóór 1 juli 2018, die voldoet aan de criteria van de 31 december 2017 afgelopen backpay regeling, er ten behoeve van die aanvraag onmiddellijk een nieuwe vergelijkbare regeling van kracht wordt. Hierdoor kan dan overgegaan worden tot een spoedige uitbetaling van de uitkering.»

Er heeft zich na 31 december 2017 tot op heden geen nieuwe rechthebbende voor de Backpay-regeling gemeld.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven