Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2017
Naar aanleiding van de behandeling van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018, heeft lid Agema ter vervanging van motie
met Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 68, een motie ingediend waarin de regering verzocht wordt geen onomkeerbare stappen
te zetten in de afhandeling van de Back-pay-regeling alvorens de Kamer de evaluatie
besproken heeft (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 115). Deze motie is door Uw Kamer aangenomen (Handelingen II 2017/18, nr. 38, Stemmingen).
De regering legt de motie als volgt uit. Geen onomkeerbare stappen wordt geïnterpreteerd
als een opdracht om geen enkele rechthebbende uit te sluiten van de mogelijke aanspraak
op deze tegemoetkoming op morele gronden. De regeling was immers bedoeld om alle mensen
die mogelijk binnen de criteria van deze regeling vielen, tegemoet te komen. De back-pay
regeling zoals in december 2015 met Uw Kamer overeengekomen (Kamerstuk 20 454, nr. 117), bevatte de mogelijkheid tot eenmalige verlenging. Van rechtswege loopt daarom de
huidige regeling af op 31 december 2017.
Na het aflopen van de regeling draagt VWS zorg voor een grondige evaluatie. Deze zal
zijn afgerond voor 1 juli 2018 en zal daarna naar Uw Kamer worden verzonden. Om tegemoet
te komen aan de wensen van Uw Kamer zal ik ervoor zorgen dat mocht er zich een mogelijk
rechthebbende melden vóór 1 juli 2018, die voldoet aan de criteria van de 31 december
2017 afgelopen back-pay regeling, er ten behoeve van die aanvraag er onmiddellijk
een nieuwe vergelijkbare regeling van kracht wordt. Hierdoor kan dan overgegaan worden
tot een spoedige uitbetaling van de uitkering.
Van afbouw van beschikbare uitvoeringscapaciteit is geen sprake: de afdeling V&O van
de SVB is en blijft hoe dan ook belast met de uitvoering van de pensioenen en uitkeringen
voor oorlogsgetroffenen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis