19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2840 MOTIE VAN HET LID KUZU

Voorgesteld 5 april 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vluchtelingen uit Oekraïne rechten genieten die vallen onder de Europese Richtlijn tijdelijke bescherming, waarmee de vluchteling in loondienst of als zelfstandige mag werken, toegang krijgt tot volwassenenonderwijs, beroepsopleiding en werkervaring, een fatsoenlijk onderkomen krijgt of middelen om huisvesting te vinden ontvangt, recht heeft op sociale bijstand, financiële ondersteuning en medische zorg, en jongeren jonger dan 18 jaar toegang krijgen tot openbaar onderwijs;

overwegende dat er momenteel sprake is van een noodsituatie voor niet-Oekraïense vluchtelingen in Nederland, waarbij vluchtelingen onder barre leefomstandigheden met een gebrek aan voorzieningen en activiteiten soms al jarenlang vastzitten in opvang, zonder dat er enig perspectief op asiel wordt geboden;

van mening dat de bijzondere positie die vluchtelingen uit Oekraïne genieten de norm behoort te zijn voor de rechten van iedere vluchteling die zich in Nederland bevindt en dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen vluchtelingen uit Oekraïne en vluchtelingen uit andere landen;

verzoekt de regering om alle vluchtelingen in Nederland gelijkwaardig te behandelen, ongeacht het land van herkomst,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuzu

Naar boven