Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2022
Door de Russische inval in Oekraïne en de daaropvolgende gevechten is een vluchtelingenstroom
op gang komen vanuit Oekraïne naar – vooralsnog – met name buurlanden. In enkele dagen
zijn er naar schatting van de, UNHCR, vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties,
reeds een miljoen Oekraïners op de vlucht geslagen.1 Door de hevige gevechten in stedelijke gebieden die gaande zijn of mogelijk nog beginnen
is de verwachting dat het aantal vluchtelingen nog sterk zal toenemen en dat Europa
en Nederland daarbij in opvang zullen moeten voorzien voor hen die dat onder deze
omstandigheden nodig hebben. Het is een onweerlegbaar feit dat deze situatie beschouwd
moet worden als een crisis.
Tegen die achtergrond wordt dan ook voortdurend gehandeld.
In deze eerste fase zijn de eerste onmiddellijke opvangplekken gerealiseerd om de
Oekraïense vluchtelingen die nu naar Nederland komen op te vangen. Zo is per 1 maart
jl. een locatie met opvangplekken beschikbaar gekomen in Amsterdam. Inmiddels is deze
locatie vol en is Legerkamp Harskamp gereed gemaakt voor de opvang van Oekraïense
vluchtelingen, deze locatie opent heden en ontvangt de eerste Oekraïners. Ook met
andere gemeenten wordt gesproken om op korte termijn opvanglocaties te realiseren
voor de groep Oekraïense vluchtelingen. Ik waardeer deze betrokkenheid en actiebereidheid
van gemeenten en Defensie en vele anderen. Ditzelfde geldt voor de hulp en ondersteuning
die wordt aangeboden vanuit maatschappelijke partners, zoals VluchtelingenWerk Nederland,
het Leger des Heils en het Rode Kruis.
De verwachting is evenwel dat de komende weken en maanden veel meer vluchtelingen
vanuit Oekraïne naar Nederland kunnen komen. De mate waarin deze tweede fase zich
aandient is zeer ongewis. Dit hangt in grote mate af van de duur en intensiteit van
de oorlog. Desalniettemin, is het zaak dat Nederland zich opmaakt voor grootschalige
opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Over dit vraagstuk ga ik op korte termijn in
gesprek met het Veiligheidsberaad. Daarbij zal ook het vraagstuk rondom de realisatie
van opvangplekken voor asielzoekers uit overige landen worden besproken.
Zoals aangegeven in de verklaring van het kabinet in het debat over de situatie in
Oekraïne op 28 februari jl. zal deze humanitaire crisis Nederland ook ten aanzien
van opvang grootschalig en langdurig raken. Het kabinet bereidt zich ook organisatorisch
voor op deze derde fase.
De ontwikkelingen in Oekraïne blijven zorgelijk. Vanuit het kabinet is alles erop
gericht om, samen met medeoverheden en het maatschappelijke middenveld, de opvang
van Oekraïense vluchtelingen goed vorm te geven. Al die stappen gebeuren met de grootst
mogelijke zorgvuldigheid. Tegelijkertijd laten de omstandigheden onmiskenbaar zien
dat er plotselinge en onverwachte ontwikkelingen kunnen zijn. Gezien de omvang van
de opgave kan het soms tijdelijk zo zijn dat Europese en nationale uitgangspunten
ten aanzien van de standaarden niet volledig worden gerealiseerd.
Het kabinet zal uw Kamer over al deze zaken zo goed en tijdig mogelijk informeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg