Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2021
De vaste commissie van Justitie en Veiligheid van uw Kamer heeft mij op 13 oktober
jl. verzocht om te reageren op «de push-backs in Kroatië in het licht van het onderzoek
van Lighthouse Report» van 6 oktober 2021. Dat verzoek doe ik hierbij gestand.
Ik heb kennisgenomen van de berichtgeving van Lighthouse Reports over het met geweld
terugsturen van migranten over de grens door Kroatische agenten. Tevens heb ik kennisgenomen
van de uitspraken van de Kroatische Minister van Binnenlandse Zaken van 8 oktober
jl. waarin hij meldde dat een onderzoeksteam heeft bevestigd dat Kroatische politieagenten
betrokken waren bij het gewelddadig terugdringen van migranten aan de grens met Bosnië.
Hij noemt dit gedrag onacceptabel. Dat deel ik. Het is zeer belangrijk dat mijn Kroatische
collega zich hier ook zo duidelijk over uitspreekt. Het beheer van de EU-buitengrenzen
dient te allen tijde plaats te vinden binnen de geldende Europese en internationale
kaders.
Zoals uw Kamer bekend is, is het de Europese Commissie die als hoedster van de verdragen
toeziet op de naleving van het Europees recht. De Commissie heeft op de berichtgeving
naar aanleiding van dit rapport gereageerd. Daarbij onderstreepte de Commissie – terecht
– dat het sterk gekant is tegen alle vormen van pushbacks waarbij mensen van het grondgebied
van een lidstaat worden verwijderd zonder dat rekening wordt gehouden met individuele
omstandigheden. De Commissie heeft tevens aangegeven de Kroatische autoriteiten voortdurend
te hebben duidelijk gemaakt dat dergelijke praktijken onwettig zijn en dat eventuele
beschuldigingen onderzocht moeten worden. Dit geldt ook voor berichtgeving over misbruik
van financiële middelen.
De Kroatische autoriteiten hebben in reactie op het rapport aangekondigd een onderzoek
te starten. Dit verwelkom ik zeer. Tevens acht ik het passend dat Kroatië heeft aangekondigd
maatregelen te treffen en agenten op non-actief heeft gesteld. Ik wacht de uitvoering
van dit onderzoek en het resultaat van de getroffen maatregelen af.
Tot slot zal ik gezamenlijk met mijn collega’s in het kabinet, in relevante gremia
en contacten actief en mede op verzoek van uw Kamer blijven benadrukken dat grensbeheer
aan de EU-buitengrenzen te allen tijde plaats dient te vinden binnen de geldende Europese
en internationale kaders.
Eerder dit jaar heb ik deze zorgen ook overgebracht aan mijn Kroatische ambtsgenoot
en eind oktober jl. heb ik dit in een bilateraal gesprek opnieuw gedaan. Ik zal dat
blijven doen, ook in het kader van besprekingen over de Schengentoetreding van Kroatië.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol