Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2021
Op 20 april 2021 is de motie van de leden Jasper van Dijk en Kuik over het nader onderzoek
naar door Ranov-vergunninghouders ervaren knelpunten voor het indienen van een naturalisatieverzoek
aangenomen (Kamerstuk 19 637, nr. 2709).
De strekking van de motie is om het gezamenlijke WODC/IND-onderzoek te schrappen en
direct uitvoering te geven aan de motie van 4 februari 2021 van de leden Jasper van
Dijk en Van Toorenburg (Kamerstuk 35 483, nr. 68) inhoudende om voor Ranov-vergunninghouders in de Handleiding voor de toepassing
van de Rijkswet op het Nederlanderschap een vrijstelling op te nemen van de voor reguliere
vreemdelingen geldende documenteneis
Ik heb besloten op dit moment in zoverre uitvoering te geven aan deze moties dat de
niet-genaturaliseerde Ranov-vergunninghouder die als minderjarige samen met de ouder(s)
of zelfstandig een Ranov-vergunning heeft gekregen, en inmiddels meerderjarig is,
in de optie- en naturalisatieprocedure vrijgesteld wordt van:
-
a) het overleggen van een geldig buitenlands paspoort (of anderszins een bewijs van het
actuele bezit van een vreemde nationaliteit) en
-
b) het overleggen van een (buitenlandse) geboorteakte/geboorteregistratiebewijs en
-
c) alleen bij naturalisatie: van de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke
nationaliteit [en daarvan een bewijsstuk te overleggen].
De overige naturalisatievoorwaarden gelden onverminderd.
Mijn besluit wordt geformaliseerd met een daartoe strekkende aanpassing van het beleid
in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Om de
uitvoerende instanties voldoende gelegenheid te geven de relevante werkprocessen aan
te passen, zal deze beleidswijziging per 1 juni 2021 worden ingevoerd.
Voor de Ranov-vergunninghouders die zelf als meerderjarige in Nederland zijn geïmmigreerd
acht ik het noodzakelijk de onderzoeksresultaten af te wachten om voor hen tot een
afgewogen beleidsvorming te kunnen komen.
De onderzoeksresultaten komen in de zomer beschikbaar. Ik informeer uw Kamer over
deze resultaten en mijn op grond daarvan genomen beslissing.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol