Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 19637 nr. 2601 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 19637 nr. 2601 |
Vastgesteld 22 april 2020
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 20 maart 2020 inzake uitwerking van de maatregelen in de asielketen met betrekking tot het coronavirus (Kamerstukken 19 637 en 25 295, nr. 2592).
De vragen en opmerkingen zijn op 2 april 2020 aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 17 april 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
Adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels
De leden van de VVD-fractie hebben met begrip kennisgenomen van uw brief met de uitwerking van de maatregelen in de asielketen met betrekking tot het coronavirus. Deze leden zijn van mening dat in deze tijden van internationale crisis de veiligheid van het land voorop moet staan. Het voorkomen dat asielzoekers elkaar en andere mensen, zoals medewerkers van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND), besmetten verdient prioriteit. Voornoemde leden vinden het dan ook logisch dat de normale handelwijze van de IND niet door kan gaan. Iedereen moet zich aanpassen aan deze omstandigheden, dus dat vragen we ook van asielzoekers, die zich volgens het VN-verdrag op gelijke wijze moeten houden aan de voorschriften van de overheid.
De leden van de PVV-fractie vragen waarom u stelt dat het belang van de Nederlandse volksgezondheid ondergeschikt is aan de belangen van gelukszoekers door niet de grenzen voor asielzoekers te sluiten, maar in plaats daarvan noodopvang voor asielzoekers te faciliteren. Waarom doet u dit? Staat er een hek rondom de noodopvanglocaties die zijn ingericht voor nieuwe asielzoekers? Kunnen zij de locatie en het terrein feitelijk verlaten? Kunt u garanderen dat alle asielzoekers die, tijdens de gezondheidscrisis waar Nederland nu mee te kampen heeft, door u ons land binnen worden gelaten, in quarantaine worden gezet en op geen enkele manier in contact zullen komen met de Nederlandse bevolking? Kunt u garanderen dat er geen mondkapjes, ontsmettingsmiddelen of andere hulpgoederen naar asielzoekers in Griekenland of andere vluchtelingenkampen buiten Nederland worden gestuurd aangezien onze helden in de zorg vaak al gedwongen zonder deze essentiële beschermingsmiddelen en dus met gevaar voor eigen leven hun werk moeten doen? Sinds de Nederlandse grens met België en Duitsland op verschillende punten beperkt is afgesloten, is de asielinstroom afgenomen. Ziet u nu eindelijk in dat het sluiten van de grens de enige effectieve manier is om de asielinstroom in te dammen? Zo nee, waarom niet? Wat is volgens u dan de verklaring dat de asielinstroom de afgelopen weken fors is afgenomen?
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de maatregelen in de asielketen vanwege de uitbraak van het coronavirus. Deze leden hebben begrip voor de getroffen maatregelen. Wel hebben zij nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben vragen naar aanleiding van de maatregelen die in de asielketen zijn genomen als gevolg van het coronavirus.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben er begrip voor dat in deze uitzonderlijke tijden verregaande maatregelen worden genomen in de asielketen om de verspreiding van het coronavirus zoveel als mogelijk te kunnen beperken. Desondanks vinden zij het van groot belang dat de maximale ruimte wordt genomen om, binnen de kaders van de noodzakelijke coronamaatregelen, de opvang van asielzoekers en de organisatie van asielprocedures zo goed mogelijk te organiseren. Zij vragen of dit nu op alle punten het geval is, en stellen op basis daarvan u graag enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief naar aanleiding van de maatregelen die in de asielketen zijn genomen als gevolg van het coronavirus. Zij hebben een aantal vragen en opmerkingen. Om te beginnen spreken deze leden hun waardering uit voor allen die tijdens de coronacrisis werkzaam zijn in de asielketen. Zij onderkennen dat het werk nu extra zwaar is. De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de uitwerking van de maatregelen in de asielketen met betrekking tot het coronavirus. Deze leden begrijpen de zorgen die er bestaan ten aanzien van het besmettingsgevaar van medewerkers in de migratieketen en begrijpen derhalve ook dat die risico’s zoveel als mogelijk beperkt moeten worden. Echter, zo menen de aan het woord zijnde leden ook, mag dit niet op onevenredige wijze ten koste gaan van de veiligheid en rechten van asielzoekers. Vandaar de volgende vragen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de maatregelen die u heeft genomen voor de asielketen met betrekking tot het coronavirus. Zij hebben daar enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren erkennen de noodzaak in het kader van de bestrijding van het coronavirus maatregelen te nemen binnen de asielketen. Zij hebben enkele zorgen over de vreemdelingendetentie in Nederland en de situatie op de Griekse eilanden.
De noodopvang
De leden van de VVD-fractie hebben in de brief aanleiding gezien tot het stellen van de volgende vragen. Hoeveel asielzoekers zijn Nederland binnengekomen sinds de coronamaatregelen van kracht zijn gegaan? Hoeveel verblijven er momenteel in de noodopvang en uit welke landen van herkomst komen zij? Wat is de capaciteit van de noodopvang wanneer rekening wordt gehouden met de richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)? Kunt u de Kamer tijdig informeren als deze locatie vol dreigt te raken en een alternatief nodig is? U schrijft dat ten aanzien van de noodopvang een strak gebiedsverbod geldt zodat nieuwe asielzoekers zich niet kunnen verplaatsen in de gemeente. Hoe zit dit ten aanzien van andere COA-locaties? Legt de overheid daar momenteel ook een gebiedsverbod op voor de omliggende gemeenten om besmettingsgevaar te minimaliseren? Zo nee, waarom niet? U schrijft dat de opvang in de huidige situatie wordt gecontinueerd waar die in normale omstandigheden zou komen te vervallen. Wat betekent dit voor het aantal veiligelanders dat uitgeprocedeerd is en momenteel in de opvang zit? Hoe staat het met de overlast in en rond asielzoekerscentra (azc’s) en hoeveel asielzoekers zijn sinds de coronamaatregelen overgeplaatst naar de Handhaving en Toezichtslocatie (HTL) in Hoogeveen?
De leden van de D66-fractie hebben allereerst een aantal vragen over de noodopvang die is ingericht in de Willem Lodewijk van Nassaukazerne bij Zoutkamp. Hoeveel mensen zijn er momenteel in de noodopvang? Hoeveel mensen kunnen hier worden gehuisvest? Kunt u aangeven hoe de voorzieningen in deze kazerne eruit zien? Is deze opvang geschikt voor gezinnen met kinderen? Is de opvang geschikt voor minderjarigen? Zijn er mogelijkheden minderjarigen te begeleiden en is sprake van separate opvang? Is sprake van dagactiviteiten en/of scholing voor minderjarigen? Zo nee, waarom niet en wat kunt u doen teneinde de omstandigheden te verbeteren? Kunnen naast asielzoekers die net in Nederland zijn aangekomen, ook anderen zoals staatlozen, asielzoekers met een herhaalde aanvraag of afgewezen asielzoekers die wachten op uitzetting aanspraak maken op opvang in de kazerne? Zo nee, waar kunnen deze mensen dan terecht voor opvang? Deelt u de mening dat in ieder geval moet worden gezorgd dat niemand op straat komt te staan? Op welke juridische grondslag is het besluit gebaseerd dat vreemdelingen die zich nieuw in Nederland melden, ernstig beperkt worden in hun bewegingsvrijheid, doordat zij een strakke gebiedsbeperking wordt opgelegd zodat zij zich niet vrijelijk in de gemeenten kunnen bewegen? Kunt u dit besluit motiveren?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat met relatieve snelheid een noodopvangvoorziening is geregeld voor personen die sinds 15 maart2020 een asielverzoek hebben gedaan. Wel vragen deze leden meer informatie over de aard van de opvang en wie er al dan niet van het aanmeldcentrum in Ter Apel naar de noodopvanglocatie worden gebracht, en wie niet. Signalen hebben deze leden bereikt dat de noodopvang niet voor iedereen open staat, en dat sommigen alsnog zijn aangewezen op gemeentelijke noodopvang. Kunt u aangeven of, en zo ja welke, selectiecriteria worden toegepast bij het doorverwijzen naar de noodopvanglocatie Zoutkamp?
De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag informatie krijgen hoeveel personen zich sinds 15 maart 2020 hebben gemeld met een asielverzoek, hoeveel personen naar de Zoutkamp zijn gebracht en hoeveel personen van hen kinderen zijn. Deze leden vragen of er alleenstaande minderjarigen verblijven op de Zoutkamp, en zo ja, welke vorm van zorg en begeleiding voor hen is georganiseerd. Heeft Nidos bijvoorbeeld toegang tot de locatie? Voornoemde leden vragen voorts of er op de Zoutkamp speciale voorzieningen zijn getroffen voor gezinnen met kinderen. Zo nee, waarom niet? De aan het woord zijnde leden vragen of deze kinderen toegang hebben tot een vorm van onderwijs. Zo nee, waarom niet? Deze leden vragen of het een optie is om gezinnen met kinderen en/of alleenstaande minderjarigen elders dan op de Zoutkamp op te vangen. Is dit onderzocht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was de uitkomst? De leden van de GroenLinks-fractie vragen of Vluchtelingenwerk inmiddels toegang is verschaft tot de Zoutkamp, en zo nee, op welke termijn dit zal gebeuren. Ook vragen deze leden naar de beschermingsmaatregelen die zijn getroffen om besmettingen met corona onder asielzoekers en personeel te voorkomen. Is de Zoutkamp hiervoor een geschikte locatie? Hoeveel asielzoekers verblijven er inmiddels in de noodopvanglocatie Zoutkamp? Voor hoeveel asielzoekers is daar capaciteit? Welke voorzieningen zijn daar aanwezig en dan met name medische voorzieningen? Hebben organisaties zoals Vluchtelingenwerk toegang tot deze noodopvanglocatie? Zo nee, waarom niet en wanneer zal dit wel het geval zijn?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het van belang dat het onderwijs voor kinderen in azc en/of de noodopvang zoveel als mogelijk wordt voorgezet door middel van thuisonderwijs. Er bereiken deze leden echter signalen dat de bandbreedte van het wifi-netwerk op verschillende locaties onvoldoende is om dit thuisonderwijs te realiseren. Voornoemde leden vragen of u bereid bent, eventueel samen met de Minister voor basis- en voortgezet onderwijs en media, met spoed een grotere bandbreedte van wifi-netwerken op COA-locaties te realiseren, en daar de eventueel benodigde middelen voor beschikbaar te stellen, zodat kinderen thuisonderwijs kunnen krijgen, en zo ja, op welke termijn u dit kunt realiseren.
De leden van de SP-fractie merken op dat voor de noodopvang is gekozen voor een locatie in Zoutkamp. Is een capaciteit van 300 mensen voldoende volgens u? In hoeverre voldoet de noodopvang aan de nieuwste richtlijnen van het RIVM? In hoeverre acht u de locatie in Zoutkamp geschikt voor de opvang van gezinnen met kinderen? Bent u bereid gezinnen met kinderen in de reguliere opvang onder te brengen, desnoods in quarantaine om besmettingen te voorkomen? Kunt u aangeven hoe de noodopvang in Zoutkamp aan de opvangrichtlijn voor kwetsbare groepen voldoet? Wat acht u een aanvaardbare verblijfstermijn voor mensen op deze locatie? Kunt u reageren op de brief van de Werkgroep Kind in AZC van 19 maart jl, met name als het gaat om de roep op een kindvriendelijke opvang?
De leden van de PvdA fractie vragen of er binnen de groep asielzoekers die zich nu meldt gedifferentieerd kan worden, bijvoorbeeld door zogenoemde veiligelanders wel in een noodopvanglocatie onder te brengen maar asielzoekers die daar niet passen in een meer geschikte setting zoals een regulier azc op te vangen. Bij die laatste groep denken deze leden met name aan de groep asielzoekers met kinderen. Klopt het dat er momenteel acht kinderen in de noodopvang zich bevinden? Deelt u de mening dat een noodopvanglocatie niet geschikt is om kinderen in onder te brengen? Zo ja, hoe gaat u zorgen dat die elders in betere omstandigheden opgevangen gaan worden? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de noodopvanglocatie die is ingericht voor nieuwe asielzoekers die zich nu melden. Voor hen is de asielprocedure zelfs opgeschort. Kunt u aangeven hoeveel mensen tot nu toe in die noodopvanglocatie terecht zijn gekomen? Melden zich daar nog steeds mensen? Worden zij nu wel of niet geregistreerd, of waarin verschilt deze registratie van de normale gang van zaken? Wat houdt de medische check in? Deze leden nemen aan dat de nieuwe aanmeldingen niet gecontroleerd worden op het coronavirus, gezien de beperkte testcapaciteit tot nu toe. Deelt u de mening dat dit eigenlijk zo spoedig mogelijk wel gedaan zou moeten worden, juist omdat deze mensen een reis door verschillende landen achter de rug hebben? Nu er gewerkt wordt aan het uitbreiden van de testcapaciteit in Nederland, op welke termijn zou dit gerealiseerd kunnen worden? Verder zouden de aan het woord zijnde leden willen weten of er al coronagevallen zijn gerapporteerd vanuit de azc’s en zo ja, hoeveel. Wat is het beleid in dergelijke gevallen?
Opschorten asielprocedures (termijnen)
De leden van de VVD-fractie vragen u wat de crisis betekent voor de voortgang in de werkvoorraad van de IND? Verwacht u dat er een deel van de achterstand kan worden ingelopen omdat er nu geen nieuwe instroom is? Of is dat vanwege de vereiste contactmomenten in lopende procedures niet mogelijk? Wordt momenteel gekeken naar een werkwijze waardoor achterstanden gedurende de crisis toch zoveel mogelijk kunnen worden ingelopen en zo ja, welke? Wat betekent de crisis voor het aantrekken van het benodigde extra personeel bij de IND? Wat is de planning van de taskforce dwangsommen en het managementonderzoek dat u naar de IND heeft lopen?
De leden van de CDA-fractie lezen in uw brief dat de asielprocedure voor asielzoekers die zich nieuw aanmelden voorlopig is opgeschort, maar dat registratie van personen die zich melden voor asiel wel plaatsvindt. Zij verbazen zich over het feit dat juist de contactmomenten bij de registratie van asielzoekers lijken door te gaan (vingerafdrukken en fouilleren bijvoorbeeld). Kunt u aangeven waarom deze keuze zo gemaakt is? Zou het afnemen van vingerafdrukken en eventueel fouilleren voorlopig niet eveneens opgeschort moeten worden?
Deze leden vragen voorts wat deze maatregelen precies betekenen voor reeds lopende procedures. Verwacht u dat de procedures ernstig vertraagd zullen worden? De aan het woord zijnde leden vragen naar de strategie indien er op een COA-locatie het coronavirus wordt vastgesteld. Indien dat wordt vastgesteld zal de gehele COA-locatie dan geïsoleerd worden of worden de besmette personen bijvoorbeeld van het terrein gehaald? Voorts vragen deze leden of er strengere regels gelden voor COA-locaties in Brabant in vergelijking met COA-locaties elders in het land. De leden van de CDA-fractie lezen in uw brief dat u, om humanitaire redenen, heeft besloten om verblijf in een COA-locatie te continueren voor personen die daar onder normale omstandigheden geen recht meer op zouden hebben. Hoewel deze leden begrip hebben voor deze maatregel, vragen zij hoelang deze maatregel van kracht blijft. Zijn ook deze maatregelen vooralsnog tot zes april van kracht?
De leden van de D66-fractie vragen op welke juridische grondslag het besluit is gebaseerd om uitzettingen op te schorten? Welke gevolgen heeft dit voor de vreemdelingendetentie die immers alleen kan worden opgelegd als er reëel uitzicht op uitzetting is binnen een redelijke termijn is? Op welk moment is er, volgens u, niet langer sprake van een redelijke termijn? Voorts vragen deze leden wat de exacte juridische status is van de beperkte registratie, die blijkbaar bestaat uit het afnemen van vingerafdrukken, het doorzoeken van systemen, fouilleren, het doorzoeken van bagage en het innemen van documenten. Waarin verschilt dit van de praktijk van de laatste tijd gelet op alle vertragingen bij de IND? Is deze beperkte registratie een registratie conform de Procedurerichtlijn, of is er sprake van een soort voor-registratie? Wat is de juridische status van de groep mensen met een beperkte registratie? Klopt het dat zij een rechtmatig verblijf hebben? Welke gevolgen heeft deze beperkte registratie met betrekking tot de Dublinverordening? Op grond van de Procedurerichtlijn hebben asielzoekers het recht hun asielaanvraag zo spoedig mogelijk in te dienen. Hoe is geborgd dat dat onder de huidige situatie nog steeds kan? De aan het woord zijnde leden lezen in de brief dat indien niet binnen bepaalde termijnen volgens wettelijk voorschrift kan worden beslist als gevolg van de coronacrisis, er sprake is van een situatie van overmacht, als bedoeld in artikel 4:15 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Geldt dat, volgens u, ook voor mensen die worden geconfronteerd met het verlopen van bijvoorbeeld een aanvraagdeadline voor de verlening van een verblijfsvergunning, beroep- en bezwaartermijnen, termijnen in het kader van een nareisprocedure en andere termijn-gebonden procedures? Zo nee, waarom niet? De leden van de D66-fractie vragen u voorts naar de eerste inschatting van de gevolgen van de coronacrisis voor de wacht- en doorlooptijden. Op welke wijze kunt u de negatieve gevolgen zoveel mogelijk opvangen? Wat is in dit verband de stand van zaken met betrekking tot de taskforce die voorstellen maakt over de wacht- en doorlooptijden? Wat is uw inschatting wat de invloed zal zijn van de coronacrisis op het migratiepact dat de Europese Commissie dit voorjaar wil presenteren?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van uw besluit om sinds 15 maart 2020 de asielprocedures op te schorten. U heeft aangegeven dat, gelet op het contact-intensieve karakter van de asielprocedure, voortzetting niet verantwoord zou zijn. Voornoemde leden kunnen zich voorstellen dat dit besluit onder tijdsdruk tot stand is gekomen. Zij vragen u daarom of sindsdien nauwkeuriger is bekeken of, en zo ja, hoe, asielprocedures weer in gang kunnen worden gezet indien beschermingsmaatregelen worden getroffen. Zo ja, wat is uit deze analyse gebleken? Zo nee, bent u bereid alsnog op korte termijn dit te laten bekijken? De aan het woord zijnde leden vragen u een duiding te geven welke aspecten van de asielprocedure precies zijn opgeschort en welke nog doorgang vinden. Zo begrijpen deze leden dat in sommige procedures die reeds in gang waren gezet, door de IND nog besluiten worden genomen. Kunt u een overzicht verschaffen welke activiteiten nog wél door de IND worden uitgevoerd, en welke niet? De leden van de GroenLinks-fractie vragen voorts of u inmiddels een mededeling kunt doen over de te verwachten duur van de genomen maatregelen. Zij hopen dat u in uw beslissing over eventuele voortzetting van de maatregelen wil meewegen dat asielzoekers zich momenteel in een zeer beknellende positie bevinden, waarin de onzekerheid over de mondiale ontwikkelingen rond het coronavirus en een gebrek aan bewegingsvrijheid worden vermengd met de onzekerheid over het toekomstperspectief in Nederland. Voorts vragen voornoemde leden hoe asielzoekers tot nu toe zijn geïnformeerd over de maatregelen en de verwachting over de ontwikkelingen voor de korte termijn, en of hierbij bijzondere aandacht is voor het passend informeren van kinderen. U schreef in de kabinetsbrief van 15 maart 2020 dat vanwege de coronacrisis bij het niet halen van gebruikelijke termijnen door de IND een beroep op overmacht in juridische zin zal worden gedaan. De aan het woord zijnde leden hebben daar begrip voor. Evenwel vinden deze leden dat hetzelfde hoort te gelden voor asielzoekers die vanwege de coronacrisis termijnen overschrijden, bijvoorbeeld omdat er vanwege de coronacrisis onvoldoende contact met de raadsheer of raadsvrouw kan zijn. Kunt u bevestigen dat ook termijnoverschrijdingen door asielzoekers bij bijvoorbeeld de indiening van beroeps- of bezwaarschriften, aanvragen of het aanleveren van informatie door de vingers zullen worden gezien? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie onderschrijven de noodzaak om verdere besmettingen te voorkomen, maar maken zich daarnaast zorgen over de opgelopen wachttijden in de asielketen. De richtlijnen van het RIVM zijn inmiddels alweer aangescherpt ten opzichte van de brief van 20 maart 2020. Kunt u aangeven wat dit betekent voor de richtlijnen binnen de asielketen, wat is de laatste stand van zaken? Lukt het om binnen de AZC te voldoen aan alle richtlijnen, om te beginnen het voorschrift om 1,5 meter afstand te houden? Zo nee, wat wordt daartegen ondernomen? U geeft in antwoord op schriftelijke vragen van de SP-fractie van 18 maart 2020 (2020D10941) aan dat besloten is de asielprocedure stil te leggen vanwege de vele contactmomenten, maar gaat niet in op de suggestie om alternatieven te onderzoeken. Heeft u dit alsnog gedaan? Wat zijn de geschatte gevolgen voor de wachttijden en de dwangsommen als u geen methode vindt om besmettingsvrij en fatsoenlijk asielaanvragen in behandeling te nemen? Is het mogelijk de uitbetaling van dwangsommen stil te leggen vanwege de coronacrisis? In hoeverre ziet u mogelijkheden de asielaanvragen alsnog in behandeling te nemen, zonder het risico op besmettingen te vergroten? Bent u bereid de schriftelijke asielaanvragen in behandeling te nemen zoals Duitsland dat doet, dan wel te onderzoeken of interviews digitaal afgenomen kunnen worden? De leden van de SP-fractie vragen voorts op welke wijze vreemdelingen op de hoogte worden gebracht van de richtlijnen van het RIVM en hoe wordt erop toegezien dat deze worden nageleefd. Welk risico lopen vreemdelingen, medewerkers en advocaten? Klopt het dat het medewerkers en advocaten niet is toegestaan beschermingsmiddelen te dragen teneinde onrust te voorkomen? Welke maatregelen neemt u om de veiligheid te garanderen en verdere verspreiding van het virus te voorkomen? Wat is uw reactie op de oproep van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten van de Raad van Europa om gedurende de coronacrisis de vreemdelingendetentie op te heffen?
De leden van de PvdA-fractie vragen of er onder medewerkers werkzaam in de migratieketen of onder asielzoekers voor zover bekend sprake is van besmetting met het coronavirus. Zo ja, wat is de aard en omvang van die besmetting? Wordt er in de migratieketen, mede gezien de soms onduidelijk herkomst van asielzoekers, specifiek op corona getest?
Voornoemde leden zouden graag inzicht krijgen in de huidige toestroom van asielzoekers. Hoeveel asielzoekers komen er, ondanks de binnen de EU veelal gesloten grenzen, toch nog naar Nederland? Hoe is de opvang van asielzoekers die sinds u besloten heeft dat de reguliere opvang niet voor nieuwe asielzoekers open staat, wel geregeld? Krijgen alle asielzoekers die zich melden voor asiel daadwerkelijk opvang en waar bestaat die uit? De aan het woord zijnde leden begrijpen dat indien niet binnen bij wettelijk voorgeschreven bepaalde termijnen over een asielaanvraag kan worden beslist, er onder de huidige omstandigheden sprake kan zijn van een situatie van overmacht. Als dat geldt voor de IND die deze beslissingen moet nemen, geldt de overmachtssituatie dan ook ten aanzien van de wettelijke termijnen waaraan asielzoekers en vluchtelingen gehouden zijn? Deze leden menen dat dit billijk zou zijn in deze tijd waarin de dienstverlening aan deze groep wellicht beperkt is en de normale termijn voor asielzoekers moeilijk haalbaar is. Daarbij zouden voornoemde leden met name om coulance willen vragen ten aanzien van aanvragen voor gezinshereniging die niet op tijd kunnen worden ingediend of de andere termijnen die gelden gedurende de nareisprocedure. Vluchtelingenwerk wijst er op dat er gezinsleden zijn die nu niet tijdig hun machtiging tot voorlopig verblijf hebben kunnen ophalen of niet tijdig ermee kunnen reizen. Vluchtelingenwerk vraagt vanwege de overmachtssituatie om de termijnen in de nareisprocedure soepeler te hanteren en dit ook duidelijk te communiceren zodat niet in iedere individuele zaak apart om uitstel gevraagd moet worden. Dit speelt ook bij andere termijn gebonden procedures zoals de aanvraag voor verlenging van verblijfsvergunningen of bijvoorbeeld de aanvraag van een verblijfsvergunning voor een pasgeboren kind. Kunt u hierop ingaan? De aan het woord zijnde leden hebben begrip voor het feit dat u maatregelen treft aangezien het asielproces inderdaad veel contactmomenten en reisbewegingen met zich meebrengt. Zij spreken daarbij de wens uit dat u deze tijd, die naar verwachting een lagere instroom asielzoekers zal laten zien, gebruikt om de grote achterstanden in de behandeling van lopende dossiers in te halen. Kunt u dit toezeggen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wie er nu daadwerkelijk bij de Nederlandse grens geen toegang meer krijgt als gevolg van de coronamaatregelen. Klopt het dat dit in de praktijk eigenlijk alleen voor asielzoekers geldt? Deze leden vragen of het klopt dat ook de registratie en opvang van asielzoekers met een onderbouwde opvolgende asielaanvraag nu geweigerd wordt. Zo ja, wat is de juridische grondslag hiervoor? Zijn er overigens geen praktische maatregelen te nemen om de contactmomenten in het asielproces doorgang te laten vinden, zoals plexiglazen scheidingwanden bijvoorbeeld, zoals die nu ook in supermarkten gebruikt worden? Hoe zit het met nareizende gezinsherenigers? Wat verandert er in de situatie voor deze gevallen? Bent u bereid om niet alleen voor de overheid de termijnen in de asielketen te versoepelen, maar juist ook voor de statushouders die nu bijvoorbeeld het risico lopen gezinshereniging mis te lopen? Bent u het met voornoemde leden eens dat ambassades, met name als de visa al afgegeven kunnen worden, gezinsleden van vluchtelingen ondersteuning zouden kunnen blijven bieden zodat zij nog naar Nederland kunnen reizen? De aan het woord zijnde leden vinden dit belangrijk omdat het juist in deze gevallen kan gaan om gezinsleden die zich vaak in moeilijke en onveilige situaties bevinden. Ziet u dit belang ook?
Voornoemde leden roepen u op om er nu opnieuw bij de Bahreinse autoriteiten op aan te dringen de veroordeelde Bahreinse vluchteling die vanuit Nederland is teruggestuurd vrij te laten uit humanitaire overwegingen. Kunt u aangeven wat de stand van zaken is rond het inspectierapport over deze zaak?
Opschorten en intrekken van vergunningen
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat het onder de huidige omstandigheden nagenoeg onmogelijk is om internationaal te reizen. Zij constateren dat het daarmee noodzakelijk is om mensen die momenteel in Nederland verblijven op basis van een tijdelijk verblijfsrecht dat dezer dagen zou aflopen onder normale omstandigheden, van een verlenging van deze juridische basis te voorzien. Bent u voornemens alle bestaande verblijfstitels te verlengen tot het moment dat internationaal reizen redelijkerwijs weer mogelijk is? Zo nee, waarom niet? In het bijzonder vragen voornoemde leden of voor mensen met een tijdelijke verblijfsvergunning welke afhankelijk is van het economische verdienvermogen van de houder, zoals bijvoorbeeld de tijdelijke vergunning onder beperking «arbeid als zelfstandige» (artikel 3.4 lid 1, onder c, Vreemdelingenbesluit), een uitzondering wordt gemaakt vanwege de huidige coronacrisis. Zo nee, waarom niet? Bent u bereid de mogelijkheid en wenselijkheid te onderzoeken van het verstrekken van tijdelijke verblijfsvergunningen aan alle personen die momenteel in de asielprocedure zitten, geldig tot het moment dat aanvragen weer in behandeling genomen kunnen worden, zoals door Portugal reeds is besloten (https://joop.bnnvara.nl/nieuws/portugal-schiet-asielzoekers-te-hulp)? Zo nee, waarom niet?
Vreemdelingendetentie
De leden van de VVD-fractie vragen wat er gebeurt met uitgeprocedeerde asielzoekers waarvan zicht op uitzetting bestond en die om die reden in detentie zitten. Kunt u deze detentie verlengen? Hoe voorkomt u dat uitgeprocedeerde asielzoekers uit het zicht van de overheid raken? Bent u bereid vanuit uw stelselverantwoordelijkheid aan gemeenten te vragen hoe het momenteel staat met het aantal illegaal verblijvenden in de bed-, bad-, broodvoorzieningen en hun bewegingsvrijheid? In welke mate wordt in deze crisissituatie vanuit de reguliere daklozenopvang capaciteit ingezet voor ongedocumenteerden? Kunt u vanuit uw stelselverantwoordelijkheid in overleg met gemeenten treden om ervoor te zorgen dat opvang van illegaal verblijvende personen niet bijdraagt aan een hoger lokaal besmettingsrisico? Bijvoorbeeld door grootschalige opvang van illegalen zoals recent voor Amsterdam-Zuid is besloten, gepaard te laten gaan met een gebiedsverbod/gebod, zodat het risico voor bewoners niet wordt vergroot? Kunt u bovendien bij gemeenten met een illegalenopvang nagaan of zorghulpverleners zoals het Leger des Heils niet worden ingezet in de illegalenopvang bij mensen die over het algemeen zelfredzaam zijn, zodat hun inzet benut kan worden waar die echt nodig is, zoals bij mensen die niet zelf redzaam zijn?
De leden van de PVV-fractie vragen of het klopt dat uitgeprocedeerde vreemdelingen, die op dit moment niet gedwongen kunnen worden uitgezet, niet meer in vreemdelingendetentie worden geplaatst maar gewoon vrij worden gelaten of op kosten van de belastingbetaler in dure azc’s of in bed-, bad-, en broodlocaties worden opgevangen. Zo ja, hoeveel uitgeprocedeerden zijn er naar azc’s en de bed-, bad-, en broodlocaties gestuurd en hoeveel daarvan hebben de benen genomen? Per wanneer bent u van plan de gedwongen uitzettingen te hervatten?
De leden van de D66-fractie vragen of u kunt aangeven welke maatregelen worden geadviseerd door het RIVM met betrekking tot vreemdelingendetentie. Kunt u uiteenzetten welke beperkende maatregelen op basis van deze adviezen er zijn genomen, welke activiteiten nog wel mogelijk zijn en in welke mate contact, al dan niet telefonisch, met de buitenwereld daadwerkelijk mogelijk is voor gedetineerden?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de mensen die momenteel in vreemdelingendetentie zitten. Asielzoekers kunnen in vreemdelingendetentie worden geplaatst als uitzicht bestaat op uitzetting. Het is nadrukkelijk geen strafrechtelijke vorm van detentie. Nu uitzettingen de facto onmogelijk zijn vanwege de coronacrisis, nemen deze leden aan dat alle personen waarvoor uitzicht op uitzetting was aangenomen, inmiddels in vrijheid zijn gesteld. Mediaberichten lijken hier ook op te duiden, maar graag krijgen deze leden een bevestiging (https://nos.nl/artikel/2328839-vreemdelingen-vrijgelaten-uit-detentie-vanwege-coronacrisis.html). In deze mediaberichten wordt echter ook gemeld dat momenteel nog 330 personen in vreemdelingendetentie zitten. Kunt u motiveren op welke juridische basis deze mensen worden vastgehouden, nu zicht op uitzetting op de korte termijn ontbreekt? De aan het woord zijnde leden vragen u een appreciatie te geven van de oproep van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa om mensen die nu vastzitten in vreemdelingendetentie vrij te laten gedurende de coronacrisis (https://www.coe.int/en/web/commissioner/-/commissioner-calls-for-release-of-immigration-detainees-while-covid-19-crisis-continues).
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat ondanks dat er op dit moment geen zicht op uitzetting is, vreemdelingen toch in vreemdelingendetentie blijven. Waaruit bestaat nog de juridische titel om vreemdelingendetentie te handhaven? Daarnaast vragen de aan het woord zijnde leden of om praktische redenen niet voor andere oplossingen dan detentie kan worden gekozen. Het blijkt immers dat er sprake is van onderbezetting van personeel voor de vreemdelingendetentie, gedetineerden geen bezoek meer mogen ontvangen en dagprogramma’s worden aangepast. Daar waar de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) voor strafrechtelijk gedetineerden maatregelen heeft genomen die inhouden dat een aantal van die gedetineerden tijdelijk vrij komen, wordt hier voor de nota bene op bestuursrechtelijke titel gedetineerde vreemdelingen niet voor gekozen. Acht u het mogelijk dat de vreemdelingen die een verblijfsadres hebben tijdelijk in vrijheid worden gesteld en wellicht op een andere wijze in beeld kunnen blijven? Zo ja, om hoeveel gedetineerden zou het kunnen gaan? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen over enkele honderden mensen die zich op dit moment in vreemdelingendetentie bevinden. Op basis van welke juridische gronden worden deze mensen momenteel in vreemdelingendetentie gehouden, nu mensen niet uitgezet kunnen worden? Kunt u reageren op de oproep van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa om gedurende de coronacrisis de vreemdelingendetentie op te heffen? Bovendien kunnen in vreemdelingendetentie over het algemeen de adviezen van het RIVM rondom corona praktisch niet opgevolgd worden. Bent u bereid voor deze mensen alternatieve opvang te regelen?
Grensdetentie Schiphol
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat advocaten die hun cliënt willen bezoeken in het aanmeldcentrum Schiphol zou worden verboden mondkapjes te dragen tijdens contact met hun cliënt. Kunt u aangeven of dat bericht klopt en zo ja, waarom dat zo is? Bent u bereid dat beleid te wijzigen en daarbij ook te kijken naar andere beschermingsmaatregelen, zoals handschoenen? Kunt u ook ingaan op de vraag of het klopt dat mensen die zich op Schiphol melden niet worden getest op corona? Indien dit allemaal juist is, kunt u dan aangeven hoe dit ogenschijnlijke gebrek aan voorzorgmaatregelen zich verhoudt tot de vergaande afschermingsmaatregelen bij COA-locaties en het gegeven dat de IND de meeste contactmomenten heeft opgeschort? Kunt u aangeven welke gezondheidsmaatregelen zijn getroffen op het aanmeldcentrum Schiphol en op basis van welk advies? Bent u bereid dat advies met de Kamer te delen? Welke gevolgen heeft het eventuele gebrek aan testen voor mensen die op enig moment van het aanmeldcentrum worden overgebracht naar een opvanglocatie van het COA? Welke besmettingsrisico’s zijn hieraan verbonden? Welke gevolgen hebben de maatregelen voor de duur van de grensdetentie?
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat u in de brief van 20 maart 2020 beschrijft dat mensen die aan de grens of op Schiphol aankomen en asiel aanvragen vanaf nu langer in grensdetentie worden geplaatst om incubatie van het coronavirus uit te kunnen sluiten. De IND blijft echter wel beslissingen nemen in grensprocedures, in tegenstelling tot in asielprocedures. Kunt u dit verschil toelichten? Is het mogelijk grensprocedures goed uit te voeren binnen de kaders van de richtlijnen van het RIVM? Zo ja, waarom kan dit dan niet bij andere procedures? Kunt u toelichten op welke wijze de toegang tot rechtshulp in de grensdetentie nu geborgd is? Hoe wordt de gedetineerde in staat gesteld om zijn of haar verzoek met bewijs te onderbouwen, gelet op het feit dat de telefoon wordt afgenomen? Kunt u toelichten wat er gebeurt met een persoon zodra de IND een positieve, dan wel een negatieve beslissing neemt? Hoeveel mensen hebben zich sinds de aanvang van de maatregelen aan de grens of op Schiphol gemeld met een asielverzoek?
De leden van de SP-fractie vragen of u heeft kennisgenomen van het interview met asieladvocaat Flip Schüller (Radio1, 27 maart, 07:10). Hij luidt de noodklok over de situatie op Schiphol waar asielzoekers en uitgeprocedeerden in grensdetentie en vreemdelingenbewaring worden gehouden. In hoeverre worden de coronavoorschriften op deze locatie gehandhaafd? Neemt u maatregelen naar aanleiding van zijn bevindingen? In hoeverre worden zij gehandhaafd in het vreemdelingendetentiecentrum in Rotterdam?
Ten aanzien van de grensdetentie op Schiphol zouden de leden van de ChristenUnie-fractie willen weten waarom asielzoekers hun mobiele telefoon eigenlijk moeten inleveren tijdens de incubatieperiode. Wat is de reden van de verkorting van de voorbereidingstijd van zes tot drie dagen? Is een goede voorbereiding, voldoende rechtsbijstand en de mogelijkheid tot het verzamelen van bewijs nog gegarandeerd?
Dublinoverdrachten
De leden van de PVV-fractie vragen wat er gebeurt met de vreemdelingen die op grond van de Dublinverordening in een ander Europees land asiel hadden moeten aanvragen/of hebben aangevraagd maar waarvan de overdracht naar een andere EU-lidstaat op dit moment is opgeschort. Worden zij vastgezet tot het moment dat de overdracht naar een andere EU-lidstaat kan worden geëffectueerd? Zo nee, hoeveel Dublinclaimanten heeft u inmiddels vrijgelaten en waar zijn zij nu?
De leden van de D66-fractie krijgen de indruk dat veel EU-lidstaten met betrekking tot de uitvoering van de Dublinverordening individueel het besluit hebben genomen de feitelijke overdrachten van asielzoekers tijdelijk op te schorten, zo ook Nederland. Voornoemde leden vinden het opvallend dat EU-lidstaten individuele besluiten nemen over een Europese verordening die invloed heeft op andere EU-lidstaten. Waarom worden er over maatregelen met betrekking tot Europese verordeningen op het terrein van asiel en migratie geen gezamenlijke besluiten genomen? Kunt u de aan het woord zijnde leden een inspanningsverplichting toezeggen in de toekomst zoveel mogelijk gezamenlijk besluiten te nemen als het gaat om Europese verordeningen waar alle EU-lidstaten zich aan hebben gecommitteerd, om zo de uitvoering van dit beleid zo effectief mogelijk te laten zijn?
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat u in uw brief van 20 maart 2020 aankondigt dat Nederland in ieder geval tot zes april geen Dublinoverdrachten zal doen. Deze leden zijn benieuwd wat er tot het hervatten van de Dublinoverdrachten gebeurt met personen bij wie Nederland een Dublinclaim heeft geregistreerd. Worden zij in de opvang, de noodopvang in Groningen, Vreemdelingendetentie of op straat geplaatst? Kunt u uw keuze daarvoor motiveren?
De Griekse eilanden
De leden van de PVV-fractie vragen of u kunt garanderen dat er geen minderjarige vreemdelingen worden overgenomen van Griekenland of van andere landen. Zo nee, waarom niet?
De leden van de CDA-fractie vragen u of u iets kunt zeggen over de effecten van uw beleid en uw inzet ten aanzien van de zorgelijke omstandigheden in de kampen in Griekenland. Worden er bijvoorbeeld al personen in de kampen overgeheveld naar het Griekse vasteland?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de overvolle vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden, gelet op het feit dat op dit moment, maar zeker bij een corona-uitbraak, de bewoners van deze kampen zichzelf niet goed kunnen beschermen. Er is immers nauwelijks voldoende water en zeep voor de meest basale hygiëne. Deze leden zijn van mening dat mensen zo snel mogelijk moeten worden overgebracht naar, bijvoorbeeld, leegstaande hotels en andere fatsoenlijke huisvestiging in Griekenland waar de coronamaatregelen beter kunnen worden nageleefd. De Tweede motie Kamer heeft een (Kamerstuk 32 317, nr. 588) aangenomen om Griekenland aan te sporen mensen over te brengen naar het Griekse vasteland. Wat is er tot nu toe concreet door u gedaan om deze motie uit te voeren? Heeft u de Grieken hierop aangesproken en wat was de Griekse reactie? Zijn de Griekse autoriteiten al bezig om mensen uit de kampen over te plaatsen? Wat doet u om de Griekse autoriteiten te helpen? Is er ondertussen al een Europees noodplan opgesteld voor vluchtelingenkampen in verband met het coronavirus? Zo ja, wie heeft hierin de leiding? Zo nee, bent u bereid in Europees verband aan te dringen op een noodplan?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich grote zorgen over de gevolgen van een eventuele corona-uitbraak op de Griekse eilanden. Het is van het grootst mogelijke belang dat de overbevolkte vluchtelingenkampen op de eilanden minstens van adequate beschermingsmaatregelen worden voorzien, maar bij voorkeur dat de mensen op deze eilanden naar het vaste land worden overgebracht. Voornoemde leden herhalen graag de oproep aan u om samen met andere Europese lidstaten en Griekenland te komen tot een humanitaire oplossing. De aan het woord zijnde leden maken zich ernstige zorgen over de potentiele humanitaire ramp die zich kan voltrekken bij een corona-uitbraak op de dichtbevolkte Griekse eilanden. Heeft u kennisgenomen van de noodkreet van ruim 5.000 Europese artsen en hun oproep in ieder geval kamp Moria op Lesbos zo snel mogelijk te evacueren, en van de oproep van zeven hulporganisaties van vergelijkbare strekking (https://www.vluchtelingenwerk.nl/nieuws/oproep-aan-minister-president-rutte-vluchtelingen-op-griekse-eilanden-snel-evacueren)? Ook vragen voornoemde leden of u kennis heeft genomen van de brief die, op initiatief van Nederlandse Europarlementariër Tineke Strik, namens de LIBE-commissie van het Europees Parlement (EP) aan de Europese Commissie is gestuurd, met een oproep acuut te werken aan hervestiging van kinderen uit Griekenland (https://groenlinks.nl/sites/groenlinks.nl/files/downloads/newsarticle/D%282020%2911153%20Lopez%20Aguliar_Crisis%20Coordination%20Committee%20on%20Grece%20COVID.pdf), en hoe zij bereid is deze brede oproep van het EP te ondersteunen in woord en daad? Dat na jaren nog steeds niet is ingegrepen om een einde te maken aan de mensonterende positie van migranten op de Griekse eilanden is wat hen betreft een collectief falen van de EU, en in het licht van de corona-crisis bovendien levensgevaarlijk. De leden van de GroenLinks-fractie wijzen ook op het specifieke Nederlandse falen in het tonen van internationale solidariteit, door reeds voor de coronacrisis te weigeren op substantiële wijze deel uit te maken van een Europese oplossing. Zelfs nationale initiatieven van lokale gemeenschappen om een bescheiden bijdrage te leveren, heeft u geblokkeerd. Deze leden verwijzen naar het aanbod van tientallen gemeenten om alleenstaande minderjarigen uit Griekenland op te nemen. Door niet op dit aanbod in te gaan, heeft u bijgedragen aan het voortbestaan van de verschrikkelijke situatie op de Griekse eilanden. In dit licht vragen de aan het woord zijnde leden of u bereid bent tot inkeer te komen, en alsnog gehoor te geven en als Nederland een deel van de verantwoordelijkheid op te nemen voor dit Europese vraagstuk. Indien uw antwoord negatief luidt, vragen zij hoe u de (mede)verantwoordelijkheid voor een mogelijke humanitaire ramp op de eilanden dan beziet.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen voorts of het klopt dat er inmiddels drie corona-besmettingen zijn geconstateerd op Lesbos onder eilandbewoners. Zij vragen welke maatregelen zijn genomen door Griekenland en/of de Europese Unie om een uitbraak van corona op de Griekse eilanden te voorkomen en te testen op aanwezigheid van het virus onder de migrantenpopulatie. Wordt met spoed gewerkt aan adequaat sanitair en hygiënische producten zoals zeep? Heeft de Griekse regering om assistentie verzocht? Zo ja, in welke vorm, en welke bijdrage kan Nederland hieraan leveren? Is Nederland bereid om via non- Official Development Assistance (ODA) middelen op de begroting van Buitenlandse zaken bij te dragen aan het met spoed leveren van sanitair en hygiëne-producten? Is Nederland bereid aan te dringen op de inzet van Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO)-hulpmiddelen via de EU? Zo nee, waarom niet? Welk deel van de op 3 maart 2020 toegezegde € 350 miljoen van de EU die direct aan Griekenland ter beschikking zou komen voor het verbeteren van de opvang is inmiddels uitgegeven? Wordt dit gespendeerd om de kampen op de Griekse eilanden van goed sanitair en goede hygiëne te voorzien? Zo nee, waarom niet?
De aan het woord zijnde leden vragen u toe te lichten wat de stand van zaken is rond het herplaatsen van alleenstaande minderjarige vluchtelingen op verzoek van Griekenland, waar enkele Europese landen aan zouden meewerken. Wordt deze inspanning doorgezet, ondanks de uitbraak van het coronavirus, of hebben landen hun aanbod om minderjarigen te hervestigen ingetrokken? Indien dit het geval is, zijn deze landen dan voornemens op een later moment alsnog tot hervestiging over te gaan, en zo ja, is Nederland dan bereid hier alsnog deel aan te nemen? Voornoemde leden vragen of de maatregel asielzoekers op de Griekse eilanden een vertrekpremie te bieden, inmiddels effect heeft. Hoeveel mensen hebben van deze regeling inmiddels gebruik gemaakt?
De leden van de SP-fractie merken op dat de situatie op de Griekse eilanden al dramatisch was, maar dat als gevolg van corona een catastrofe dreigt. Tienduizenden mensen, waaronder kinderen, zitten op elkaar gepakt. Mensen moeten uren in de rij staan voor een maaltijd. Stromend water en toiletten zijn er nauwelijks,hygiëne en sociale distantie zijn feitelijk onmogelijk. Deelt u de mening dat een corona-uitbraak op de eilanden tot een grote ramp zal leiden? EU-lidstaten dienen gezamenlijk in te grijpen om het onheil af te wenden. Om een ramp te voorkomen dienen vluchtelingen in veiligheid gebracht te worden. Dit kan door mensen naar het vasteland te brengen, in lijn met een aangenomen motie. Bent u bereid alles op alles te zetten om dit te realiseren? Voornoemde leden vragen een reactie op de oproep van Europese artsen onder de naam #SOSMoria, de brief van Amnesty International, Artsen zonder Grenzen, Defence for Children, PAX, Stichting Vluchteling, Terre des Hommes, Save the Children en VluchtelingenWerk de mensen in de kampen op de Griekse eilanden zo snel mogelijk in veiligheid te brengen: «Het is volledig onverantwoord om vluchtelingen met hun kinderen in deze omstandigheden vast te houden. Er moet onmiddellijk begonnen worden met de evacuatie van mensen van de eilanden en het regelen van veilige, hygiënische en humane opvang van deze mensen. De gevolgen zijn anders niet te overzien.»1
De leden van de PvdA-fractie hebben reeds eerder dringend uw aandacht gevraagd voor de onhoudbare situatie in de vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden. In dit verband vragen zij of u de woorden van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking kent zoals zij die zaterdagavond 28 maart 2020 in het tv programma Op1 uitte? (https://twitter.com/D66/status/1244195130925604864?ref_src=twsrc%5Egoogle%7Ctwcamp%5Eserp%7Ctwgr%5Etweet) Daarin stelde zij, naar de mening van de aan het woord zijnde leden terecht dat 1,5 meter afstand houden en vaak je handen wassen in een vluchtelingenkamp niet kan. Voorts stelde de Minister voor BHOS, ook terecht, «dat in de coronacrisis we ook deze kwetsbare groep moeten helpen. Dat doe je vanuit moraliteit, maar ook vanuit Nederlands belang». Daarbij duidde zij op vluchtelingen in Afrika. Deelt u de mening van de Minister voor BHOS ten aanzien van de situatie in de Afrikaanse kampen? Zo nee, waarom niet en spreekt de regering dan niet meer met een mond? Deelt u de mening van de aan het woord zijnde leden dat de overwegingen van de Minister voor BHOS eveneens van toepassing zijn op de Griekse vluchtelingenkampen? Zo ja, welke gevolgen verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet en kunt u dan puntsgewijs aangeven waarom a) social distancing in de Griekse kampen beter mogelijk zou zijn dan in de Afrikaanse kampen, b) waarom je vanuit moraliteit de vluchtelingen in de Griekse kampen niet beter dan nu het geval is zou moeten helpen, en c) waarom het niet ook in het Nederlandse en Europees belang zou zijn om die vluchtelingen te helpen? Die situatie in de Griekse vluchtelingenkampen was al onhoudbaar toen er nog geen sprake van dreiging met corona was. Echter, is die situatie nu helaas wel sprake is van een coronadreiging, niet nog onhoudbaarder geworden? Zo ja, welke concrete actie verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat ten minste gezinnen met kinderen en zeker alleenstaande kinderen onmiddellijk in veiligheid moeten worden gebracht? Zo ja, welke concrete bijdrage gaat Nederland daaraan leveren? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat nu er in Nederland welwillende gemeenten zijn die aangeven alleenstaande kinderen te willen opnemen en voogdijinstelling Nidos heeft laten weten dat zij klaar staat als Nederland 500 kinderen overneemt, dat er geen valide reden meer is om geen kinderen op te nemen? Zelfs als dat geen structurele oplossing voor dit schrijnende probleem is, kunnen er immers wel kinderen die in acuut gevaar zijn of kunnen komen, door geholpen of gered worden. Zo ja, wat gaat u doen om er voor te zorgen dat, nadat andere EU-lidstaten dat reeds hebben toegezegd, ook Nederland dergelijke kinderen gaat opnemen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie willen weten wat er gebeurd is naar aanleiding van de motie om 2500 kwetsbare kinderen van de Griekse eilanden naar het vaste land over te brengen. Klopt het dat er momenteel slechts 1 kraan op 1300 mensen beschikbaar is in de kampen op de Griekse eilanden? Hoeveel geld heeft de Griekse regering van de EU gekregen specifiek voor deze hotspots? Is dit volgens u voldoende om acceptabele opvang te realiseren? Deelt u de mening dat de situatie op de Griekse eilanden een gezamenlijke Europese verantwoordelijkheid is, aangezien deze rechtstreeks voortvloeit uit de EU-Turkijeverklaring? Welke plannen zijn er gemaakt mocht het coronavirus ook deze kampen bereiken? Deelt u de mening dat het beter is om vóórdat er een coronageval is in de kampen mensen te evacueren en verspreiden? Deelt u voorts de mening dat het steeds urgenter wordt om in elk geval met een coalitie van bereidwillige landen asielzoekers uit Griekenland te herplaatsen? Waarom sluit u zich niet aan bij de coalities die al gevormd zijn om deze structureel te maken? Wat bent u van plan nu te doen?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich grote zorgen over de situatie op de Griekse eilanden. Bovenop de humanitaire ramp die zich daar voltrekt, komt nu het risico van de ongehinderde verspreiding van het coronavirus. De asielzoekers op de Griekse eilanden moeten zo snel mogelijk op een humane, veilige en hygiënische manier opgevangen worden. Is Nederland bereid zich aan te sluiten bij de oproep van talloze organisaties en bezorgde burgers om evacuatie, relocatie en medische zorg mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet? Voornoemde leden hebben enkele weken geleden de oproep gesteund om 2500 kwetsbare alleenstaande kinderen uit de Griekse kampen weg te halen en te verdelen over de EU-lidstaten. Helaas is aan die oproep nog altijd geen gehoor gegeven. Daarom roepen de aan het woord zijnde leden hierbij u alsnog met klem op in ieder geval de alleenstaande kinderen opvang te bieden. Kunt u aangeven of u hiertoe bereid bent en zo nee, waarom niet?
De Vietnamese kinderen
De leden van de SP-fractie constateren met grote zorg dat bijna alle Vietnamese kinderen uit de beschermde opvang met onbekende bestemming verdwijnen. Het onderzoek van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) bevestigt de signalen dat deze kinderen zeer waarschijnlijk slachtoffer worden van mensenhandel of mensensmokkel. Kunt u reageren op de brief van Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.Herman Bolhaar, die het onbegrijpelijk vindt dat nieuwe maatregelen uitblijven aangezien de Nederlandse staat mede verantwoordelijk is voor deze kinderen?
Consulaire dienstverlening en visa
De leden van de D66-fractie vragen of het klopt dat ambassades tijdelijk zijn gestopt met alle dienstverlening voor bijvoorbeeld nareizigers of voor het verstrekken van een machtiging tot voorlopig verblijf. Zo ja, deelt u de mening dat dit voor de mensen tot grote onzekerheden kan leiden? Welke opties kunnen er verkend worden om deze mensen toch op een bepaalde manier van dienst te zijn? Hoe wordt omgegaan met het aflopen van visa van mensen die zich nu in Nederland bevinden en moeilijk terug kunnen naar hun herkomstland, bijvoorbeeld vanwege gesloten grenzen of vanwege de slechte gezondheidssituatie aldaar?
Vrijwilligerswerk
De leden van de D66-fractie vragen of u heeft kennisgenomen van het bericht «Arts Feisal Abou uit Syrië: «Ik wil de pijn van coronapatiënten verlichten'» en het bericht «Asiel bestrijden corona in ter Apel: Mensen steken duimpjes omhoog»? Kunt u deze berichten bevestigen? Welke mogelijkheden ziet u nog meer voor asielzoekers in de opvang van het COA die zich nuttig willen inzetten tijdens de coronacrisis?
Om te beginnen wil ik in antwoord op de vragen van de leden van de PVV-fractie graag aangeven dat het belang van de Nederlandse volksgezondheid in alle maatregelen van het kabinet voorop staat, ook waar deze de asielketen betreffen. Het gecontroleerd bieden van noodopvang vormt tezamen met de overige in deze beantwoording beschreven maatregelen de beste wijze om de verspreiding van het virus te controleren.
In reactie op een vraag daarover van diezelfde leden, kan ik aangeven dat het juist is dat de enorme beperkingen die de Nederlandse samenleving op dit moment kent, samen met alle Europese en internationale beperkingen tot effect hebben dat er zich thans een lager aantal asielzoekers in Nederland meldt. Ik acht het niet aan de orde dit (op onderdelen) als een gewenst scenario voor de toekomst te presenteren. Het kabinet is daarbij van mening dat nationale maatregelen die het vrij verkeer van personen en goederen binnen de Unie kunnen beperken proportioneel moeten zijn.
De noodopvang
De leden van de VVD-fractie hebben in de brief aanleiding gezien tot het stellen van de volgende vragen. Hoeveel asielzoekers zijn Nederland binnengekomen sinds de coronamaatregelen van kracht zijn gegaan? Hoeveel verblijven er momenteel in de noodopvang en uit welke landen van herkomst komen zij? Wat is de capaciteit van de noodopvang wanneer rekening wordt gehouden met de richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)? Voorts vragen deze leden of ik de Kamer informeer als deze locatie vol dreigt te raken en een alternatief nodig is?
Tussen 20 maart en 7 april 2020 hebben circa 300 vreemdelingen de registratie in Ter Apel doorlopen en zijn doorverwezen naar de noodonderdaklocatie in Zoutkamp. Dit betreft asielzoekers die de wens tot indiening van een eerste asielaanvraag kenbaar hebben gemaakt, nareizende familieleden die niet konden worden bijgeplaatst bij het COA, en een klein aantal vreemdelingen dat in Dublin-bewaring een eerste asielaanvraag heeft ingediend. Deze informatie is gebaseerd op handmatige registratie en dient daarom met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
Op 7 april 2020 verbleven circa 195 asielzoekers op de noodonderdaklocatie in Zoutkamp. De meest voorkomende nationaliteiten zijn: Syrische (ca 35%), Jemenitisch (ca 7%), Nigeriaanse (ca 6%), Algerijnse (ca 4%) en Eritrese (ca 4%). Deze informatie is gebaseerd op handmatige registratie en dient daarom met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
De capaciteit van de noodonderdaklocatie is teruggebracht van 300 naar 210 personen nu er wordt gewerkt conform aangescherpte RIVM-richtlijnen. Het is mogelijk dat de maximale capaciteit van deze locatie zal worden bereikt, daarom ben ik inmiddels begonnen met de verkenning van een tweede locatie. Hoewel er weinig uitstroom bij het COA is, vindt die nog wel plaats. Bezien wordt dus ook of op verantwoorde wijze mensen uit het noodonderdak door kunnen stromen naar het COA.
De leden van de VVD fractie hebben aanvullend de volgende vragen gesteld: U schrijft dat ten aanzien van de noodopvang een strak gebiedsverbod geldt zodat nieuwe asielzoekers zich niet kunnen verplaatsen in de gemeente. Hoe zit dit ten aanzien van andere COA-locaties? Legt de overheid daar momenteel ook een gebiedsverbod op voor de omliggende gemeenten om besmettingsgevaar te minimaliseren? Zo nee, waarom niet?
Allereerst is het goed om op te merken dat de noodonderdaklocatie in Zoutkamp geen COA-locatie betreft en dat deze, gelet op de bijzondere omstandigheden waaronder deze voorzieningen tot stand zijn gekomen, een eigen regime kent. Ook op COA-locaties worden de richtlijnen van het RIVM en de GGD nageleefd. Bovendien is het aantal bewoners dat positief getest is op het coronavirus per 7 april 2020 beperkt, te weten vijf op een totale bezetting van 27.350 bewoners. Hoewel uiteraard niet duidelijk is hoe het aantal besmettingen op COA-locaties zich zal ontwikkelen, zie ik vooralsnog geen aanleiding om verdergaande maatregelen te nemen, zoals een gebiedsgebod.
Tenslotte hadden de leden van de VVD- fractie nog een aantal vragen met betrekking tot voornoemde onderwerp: U schrijft dat de opvang in de huidige situatie wordt gecontinueerd waar die in normale omstandigheden zou komen te vervallen. Wat betekent dit voor het aantal veiligelanders dat uitgeprocedeerd is en momenteel in de opvang zit? Hoe staat het met de overlast in en rond asielzoekerscentra (azc’s) en hoeveel asielzoekers zijn sinds de coronamaatregelen overgeplaatst naar de Handhaving en Toezichtslocatie (HTL) in Hoogeveen?
Vanwege de coronamaatregelen kunnen uitgeprocedeerde veilige landers in veel gevallen tijdelijk niet worden overgedragen naar een andere lidstaat of terugkeren naar land van herkomst. Daar staat tegenover dat er geen sprake is van nieuwe instroom van veilige landers in de COA opvang. De consequentie is dat het aantal veilige landers in de COA-opvang nauwelijks verandert. De berekening van het totale aantal uitgeprocedeerde veilige landers dat momenteel langer dan normaal in de COA-opvang verblijft vereist een arbeidsintensieve analyse van data uit verschillende informatiesystemen van betrokken partijen in de migratieketen. Deze berekening was niet mogelijk zonder vertraging van de beantwoording van de totale set van vragen.
Wat betreft overlast in opvanglocaties heb ik van het COA begrepen dat de overlast de laatste tijd lijkt te zijn verminderd. De politie ziet de laatste weken over het algemeen geen toename van overlast of criminaliteit in de omgeving van opvanglocaties.
Sinds de invoering van de coronamaatregelen zijn elf personen overgeplaatst naar de Handhaving- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.
De leden van de D66-fractie hebben allereerst een aantal vragen over de noodopvang die is ingericht in de Willem Lodewijk van Nassaukazerne bij Zoutkamp. Hoeveel mensen zijn er momenteel in de noodopvang? Hoeveel mensen kunnen hier worden gehuisvest? Ook vragen zij mij om aan te geven hoe de voorzieningen in deze kazerne eruit zien?
Op 7 april 2020 verbleven circa 195 asielzoekers op de noodonderdaklocatie in Zoutkamp. Deze informatie is gebaseerd op handmatige registratie en dient daarom met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. De capaciteit van de noodonderdaklocatie is teruggebracht van 300 naar 210 personen nu er wordt gewerkt conform aangescherpte RIVM-richtlijnen. De voorzieningen op de kazerne zijn gevestigd in verblijven waar voorheen cadetten van de krijgsmacht werden gehuisvest.
Voorts hebben de leden van de D66- fractie de volgende vragen gesteld: Is deze opvang geschikt voor gezinnen met kinderen? Is de opvang geschikt voor minderjarigen? Zijn er mogelijkheden minderjarigen te begeleiden en is sprake van separate opvang? Is sprake van dagactiviteiten en/of scholing voor minderjarigen? Zo nee, waarom niet en wat kunt u doen teneinde de omstandigheden te verbeteren?
Gezien de huidige omstandigheden, acht ik de locatie voldoende geschikt voor kinderen. De asielzoekers worden opgevangen in ruimten met 6–8 bedden. Gezinnen kunnen hierdoor op dezelfde kamer verblijven en worden niet opgesplitst. De medewerkers hebben waar mogelijk oog voor de positie van kinderen, al zijn de mogelijkheden daartoe op de noodonderdaklocatie op dit moment beperkt.
Wel is afgesproken dat voor amv’s op individuele basis wordt bekeken of doorplaatsing in kleinschalige Nidos-opvang aangewezen en mogelijk is. Dit heeft ertoe geleid dat het merendeel van de amv’s die zich de afgelopen weken in Ter Apel hebben gemeld zijn doorgeplaatst naar Nidos-opvang.
Omdat de noodonderdaklocatie pas sinds 20 maart 2020 operationeel is, is voor minderjarige asielzoekers op dit moment geen scholing op afstand beschikbaar. Wel wordt, in overleg met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en LOWAN (het centrum dat ondersteuning biedt aan scholen die het eerste onderwijs aan nieuwkomers verzorgen), verkend of onderwijs op afstand toch kan worden aangeboden. Dit zal onder meer afhangen van de beschikbaarheid van voldoende begeleidingscapaciteit en technische middelen. Er wordt in een vorm van dagbesteding voorzien, maar vanwege het risico op groepsvorming is dit slechts in beperkte mate mogelijk.
De aan het woord zijnde leden hebben tot slot nog enkele vragen: Kunnen naast asielzoekers die net in Nederland zijn aangekomen, ook anderen zoals staatlozen, asielzoekers met een herhaalde aanvraag of afgewezen asielzoekers die wachten op uitzetting aanspraak maken op opvang in de kazerne? Zo nee, waar kunnen deze mensen dan terecht voor opvang? Deelt u de mening dat in ieder geval moet worden gezorgd dat niemand op straat komt te staan? Op welke juridische grondslag is het besluit gebaseerd dat vreemdelingen die zich nieuw in Nederland melden, ernstig beperkt worden in hun bewegingsvrijheid, doordat zij een strakke gebiedsbeperking wordt opgelegd zodat zij zich niet vrijelijk in de gemeenten kunnen bewegen? Kunt u dit besluit motiveren?
In antwoord op de vraag van de leden van de D66-fractie kan ik aangeven dat staatloze personen die een eerste asielwens kenbaar maken niet zijn uitgesloten van toegang tot de noodopvanglocatie. Het is van groot belang dat asielzoekers die al langer in Nederland zijn niet gaan reizen binnen Nederland, niet naar Ter Apel of Zoutkamp, maar evenmin naar andere plaatsen. Gezien mijn besluit tot het tijdelijk continueren van opvang op COA-locaties van asielzoekers voor wie in een normale situatie het recht op opvang zou komen te vervallen, is onderdak in de Zoutkamp voor personen die een herhaald asielverzoek willen indienen of die in afwachting zijn van een uitzetting ook niet nodig. Voor personen die eerder op eigen initiatief onderdak elders hebben gevonden, geldt eveneens het uitgangspunt dat zij niet moeten reizen en het verblijf op hun huidige verblijfslocatie moeten continueren. De vrijheidsbeperkende maatregel die geldt bij plaatsing in de Zoutkamp betreft een maatregel op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De vrijheidsbeperking sluit aan bij het eerder genoemde uitgangspunt dat reizen binnen Nederland zo veel als mogelijk wordt tegengegaan.
De leden van de GroenLinks-fractie waren positief over het feit dat met relatieve snelheid een noodopvangvoorziening is geregeld voor personen die sinds 15 maart 2020 een asielverzoek hebben gedaan. Wel hebben de leden mij gevraagd antwoord te geven op de vraag om meer informatie over de aard van de opvang en wie er al dan niet van het aanmeldcentrum in Ter Apel naar de noodopvanglocatie worden gebracht, en wie niet. Aanleiding voor de vragen waren signalen die deze leden hebben bereikt over dat de noodopvang niet voor iedereen open staat, en dat sommigen alsnog zijn aangewezen op gemeentelijke noodopvang. Er is mij gevraagd of ik kan aangeven of, en zo ja welke, selectiecriteria worden toegepast bij het doorverwijzen naar de noodopvanglocatie Zoutkamp.
Op de noodonderdaklocatie krijgen vreemdelingen die nu niet kunnen instromen in het asielproces onderdak en basale voorzieningen geboden. Het klopt dat niet iedereen toegang krijgt tot deze locatie. Gedacht kan worden aan vreemdelingen die eerder in het zicht van hun uitzetting met onbekende bestemming zijn vertrokken en zich nu alsnog in Ter Apel melden. Onderliggende uitgangspunt is dat deze personen eerder op eigen initiatief elders onderdak hebben gevonden. Het is in het belang van de volksgezondheid dat zij niet reizen en het verblijf op de huidige verblijfslocatie continueren. Overigens is vanuit datzelfde uitgangspunt besloten tot tijdelijke continuering van de opvang op COA-locaties van vreemdelingen voor wie in een normale situatie het recht op opvang zou komen te vervallen. Enkel vreemdelingen die nergens anders terecht kunnen, zoals nieuwe asielzoekers en vreemdelingen wiens bewaring is opgeheven en die niet eerder op een COA-locatie verbleven, krijgen toegang tot de noodonderdaklocatie.
De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag informatie krijgen hoeveel personen zich sinds 15 maart 2020 hebben gemeld met een asielverzoek, hoeveel personen naar de Zoutkamp zijn gebracht en hoeveel personen van hen kinderen zijn.
Tussen 20 maart en 7 april 2020 hebben circa 300 vreemdelingen de registratie in Ter Apel doorlopen en zijn doorverwezen naar de noodonderdaklocatie in Zoutkamp. Op 7 april 2020 verbleven circa 195 asielzoekers op de noodonderdaklocatie Zoutkamp, waarvan circa 10 minderjarigen. Enkele tientallen personen zijn in diezelfde periode vrijwillig vertrokken. Deze informatie is gebaseerd op handmatige registratie en dient daarom met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
Deze leden vragen of er alleenstaande minderjarigen verblijven op de Zoutkamp, en zo ja, welke vorm van zorg en begeleiding voor hen is georganiseerd. Heeft Nidos bijvoorbeeld toegang tot de locatie, zo vragen deze leden.
Ook amv’s verblijven in principe op de noodonderdaklocatie. Wel is afgesproken dat voor amv’s op individuele basis wordt bekeken of doorplaatsing in kleinschalige Nidos-opvang aangewezen en mogelijk is. Dit heeft ertoe geleid dat een groot deel van de amv’s die zich de afgelopen weken in Ter Apel hebben gemeld zijn doorgeplaatst naar Nidos-opvang. Alle amv’s, ook degene die in de Nassaukazerne verblijven, staan onder voogdij van Nidos.
Voornoemde leden vragen voorts of er op de Zoutkamp speciale voorzieningen zijn getroffen voor gezinnen met kinderen. Ook vragen zij of deze kinderen toegang hebben tot een vorm van onderwijs.
Gezien de huidige omstandigheden, acht ik de locatie voldoende geschikt voor kinderen. De asielzoekers worden opgevangen in ruimten met 6–8 bedden. Gezinnen kunnen hierdoor op dezelfde kamer verblijven en worden niet opgesplitst. De medewerkers hebben waar mogelijk oog voor de positie van kinderen, al zijn de mogelijkheden daartoe op de noodonderdaklocatie op dit moment beperkt.
Omdat de noodonderdaklocatie pas sinds 20 maart 2020 operationeel is, is voor minderjarige asielzoekers op dit moment geen scholing beschikbaar. Wel wordt, in overleg met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en LOWAN, verkend of onderwijs op afstand toch kan worden aangeboden. Dit zal onder meer afhangen van de beschikbaarheid van voldoende begeleidingscapaciteit en technische middelen. Er wordt in een vorm van dagbesteding voorzien, maar vanwege het risico op groepsvorming is dit slechts in beperkte mate mogelijk.
Deze leden vragen of het een optie is om gezinnen met kinderen en/of alleenstaande minderjarigen elders dan op de Zoutkamp op te vangen.
Er is gezien het korte tijdsbestek en de beperkte beschikbaarheid vooralsnog geen aparte noodonderdaklocatie voor gezinnen met kinderen onderzocht. Ook amv’s verblijven in principe op de noodonderdaklocatie. Wel is afgesproken dat voor amv’s op individuele basis wordt bekeken of doorplaatsing in kleinschalige Nidos-opvang aangewezen en mogelijk is. Dit heeft ertoe geleid dat een groot deel van de amv’s die zich de afgelopen weken in Ter Apel hebben gemeld zijn doorgeplaatst naar Nidos-opvang.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of Vluchtelingenwerk inmiddels toegang is verschaft tot de Zoutkamp, en zo nee, op welke termijn dit zal gebeuren.
Vluchtelingenwerk Nederland heeft de noodonderdaklocatie bezocht en heeft werkafspraken gemaakt met het management van de locatie.
Ook vragen deze leden naar de beschermingsmaatregelen die zijn getroffen om besmettingen met corona onder asielzoekers en personeel te voorkomen.
Ik kan daarop antwoorden dat er op de Zoutkamp conform de RIVM-richtlijnen wordt gewerkt.
Welke voorzieningen zijn daar aanwezig en dan met name medische voorzieningen? Hebben organisaties zoals Vluchtelingenwerk toegang tot deze noodopvanglocatie? Zo vragen de leden van de PvdA.
Het voorzieningenaanbod op de locatie is sober, doch adequaat. Op de locatie is zorg in natura en huisartsenzorg aanwezig. Daarnaast wordt er voorzien in eten en drinken. De capaciteit van de noodopvang is teruggebracht van 300 naar 210 personen nu er wordt gewerkt conform aangescherpte RIVM-richtlijnen. Vluchtelingenwerk Nederland heeft de noodonderdaklocatie bezocht en heeft werkafspraken gemaakt met het management van de locatie.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben aangegeven dat het van belang is dat het onderwijs voor kinderen in azc en/of de noodopvang zoveel als mogelijk wordt voorgezet door middel van thuisonderwijs. Echter geven deze leden aan dat zij signalen hebben ontvangen dat de bandbreedte van het wifi-netwerk op verschillende locaties onvoldoende is om dit thuisonderwijs te realiseren. Voornoemde leden hebben gevraagd of ik bereid ben, eventueel samen met de Minister voor basis- en voortgezet onderwijs en media, met spoed een grotere bandbreedte van wifi-netwerken op COA-locaties te realiseren, en daar de eventueel benodigde middelen voor beschikbaar te stellen, zodat kinderen thuisonderwijs kunnen krijgen en zo ja, op welke termijn dit te realiseren is.
De netwerkcapaciteit is op een aantal COA-locaties tot op heden niet ingericht op het intensieve gebruik waar sinds enkele weken behoefte aan is, waaronder voor thuisonderwijs aan studenten en kinderen. Daarop heeft het COA geïnventariseerd of en op welke termijn deze capaciteit uitgebreid kon worden zowel ten behoeve van het gebruik door medewerkers, als dat van bewoners. Op basis van deze inventarisatie wordt door het COA, in samenwerking met de provider, waar mogelijk zowel de bandbreedte als de WIFI-capaciteit uitgebreid. Dit is naar verwachting in de derde week van april gerealiseerd.
De leden van de SP-fractie merken op dat voor de noodopvang is gekozen voor een locatie in Zoutkamp. Is een capaciteit van 300 mensen voldoende, vragen zij. In hoeverre voldoet de noodopvang aan de nieuwste richtlijnen van het RIVM? Ook vragen zij of ik bereid ben gezinnen met kinderen in de reguliere opvang onder te brengen, desnoods in quarantaine om besmettingen te voorkomen en of ik kan aangeven hoe de noodopvang in Zoutkamp aan de opvangrichtlijn voor kwetsbare groepen voldoet? Vervolgens vragen zij mij te reageren op de brief van de Werkgroep Kind in AZC van 19 maart jl, met name als het gaat om de roep op een kindvriendelijke opvang?
De capaciteit van de noodonderdaklocatie is teruggebracht van 300 naar 210 personen nu er wordt gewerkt conform aangescherpte RIVM-richtlijnen. Gezien de mogelijkheid dat de maximale capaciteit van deze locatie zal worden bereikt, ben ik inmiddels begonnen met de verkenning van een tweede locatie. Hoewel er weinig uitstroom bij het COA is, vindt die nog wel plaats. Bezien wordt dus ook of op verantwoorde wijze mensen uit het noodonderdak door kunnen stromen naar het COA.
De noodonderdak locatie voldoet niet in alle opzichten aan de opvangrichtlijn voor kwetsbare groepen. Juridisch gezien betreft het geen locatie voor asielopvang, maar noodonderdak. Ik acht een verblijfstermijn van enkele maanden op deze locatie aanvaardbaar.
Toegang tot de reguliere opvang is op dit moment in beginsel niet mogelijk. Mochten er schrijnende gevallen ontstaan die niet langer in de noodonderdaklocatie kunnen verblijven, dan zal ik per geval bekijken welke oplossing noodzakelijk is.
In haar brief roept de Werkgroep Kind in AZC op om alles in te zetten om (gezinnen met) kinderen op een zo kindvriendelijk mogelijke wijze opvang te bieden, met de nodige voorzieningen en toegang tot medische zorg. De medewerkers hebben waar mogelijk oog voor de positie van kinderen, maar de mogelijkheden daartoe op de noodonderdaklocatie zijn op dit moment beperkt. Er wordt zorg in natura geboden, waaronder eten en drinken. Ook is er ter plekke in huisartsenzorg voorzien. Omdat de noodonderdaklocatie pas sinds 20 maart 2020 operationeel is, is voor minderjarige asielzoekers op dit moment geen scholing beschikbaar. Wel wordt, in overleg met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en LOWAN, verkend of onderwijs op afstand toch kan worden aangeboden. Dit zal onder meer afhangen van de beschikbaarheid van voldoende begeleidingscapaciteit en technische middelen. Er wordt in een vorm van dagbesteding voorzien, maar vanwege het risico op groepsvorming is dit slechts in beperkte mate mogelijk.
De leden van de PvdA fractie hebben mij gevraagd of er binnen de groep asielzoekers die zich nu meldt gedifferentieerd kan worden, bijvoorbeeld door zogenoemde veiligelanders wel in een noodopvanglocatie onder te brengen maar asielzoekers die daar niet passen in een meer geschikte setting zoals een regulier azc op te vangen. Bij die laatste groep denken deze leden met name aan de groep asielzoekers met kinderen. Aanvullend hebben voornoemde leden de volgende vragen: Klopt het dat er momenteel acht kinderen in de noodopvang zich bevinden? Deelt u de mening dat een noodopvanglocatie niet geschikt is om kinderen in onder te brengen? Zo ja, hoe gaat u zorgen dat die elders in betere omstandigheden opgevangen gaan worden? Zo nee, waarom niet?
Op dit moment is maar een noodonderdaklocatie beschikbaar, waarin differentiatie zoals bedoeld niet mogelijk is. Instroom op de COA-locaties is, zoals u in mijn brief van 20 maart jl. heeft kunnen lezen, tot nu toe niet aan de orde geweest. Op peildatum 7 april verbleven er 30 kinderen in gezinsverband op de locatie. Ten aanzien van amv´s is afgesproken dat op individuele basis wordt bekeken of doorplaatsing in kleinschalige Nidos-opvang aangewezen en mogelijk is. Dit heeft ertoe geleid dat een groot deel van de amv’s die zich de afgelopen weken in Ter Apel hebben gemeld zijn doorgeplaatst naar Nidos-opvang. Alle amv’s, ook degenen die in de noodonderdaklocatie verblijven, staan onder voogdij van Nidos.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de noodopvanglocatie die is ingericht voor nieuwe asielzoekers die zich nu melden. Voor hen is de asielprocedure zelfs opgeschort. Kunt u aangeven hoeveel mensen tot nu toe in die noodopvanglocatie terecht zijn gekomen, zo vragen deze leden. Melden zich daar nog steeds mensen? Worden zij nu wel of niet geregistreerd, of waarin verschilt deze registratie van de normale gang van zaken? Wat houdt de medische check in? Deze leden nemen aan dat de nieuwe aanmeldingen niet gecontroleerd worden op het coronavirus, gezien de beperkte testcapaciteit tot nu toe, maar vragen of ik dat wel wenselijk acht.
Er melden zich nog steeds mensen in Ter Apel, zij het in kleine aantallen. Op 7 april 2020 verbleven circa 195 asielzoekers op de noodonderdaklocatie in Zoutkamp. Zij worden bij aankomst in Ter Apel geregistreerd, waarbij een medische controle plaatsvindt door de GGD en een veiligheidscontrole door de AVIM. Ook wordt het asielverzoek geregistreerd, maar wordt de asielprocedure nog niet gestart. De medische check houdt in dat de GGD Groningen bij aankomst in Ter Apel personen controleert op ziekteverschijnselen. Gezien de landelijke testcapaciteit worden asielzoekers niet specifiek op COVID19 getest. Indien bij een bewoner een vermoeden van besmetting met het coronavirus is of een besmetting wordt vastgesteld, dan wordt gewerkt volgens het protocol dat het COA met GZA, GGD en RIVM heeft opgesteld. De betreffende persoon zal in dat geval in quarantaine worden geplaatst.
Verder zouden de aan het woord zijnde leden willen weten of er al coronagevallen zijn gerapporteerd vanuit de azc’s en zo ja, hoeveel. Wat is het beleid in dergelijke gevallen, vragen deze leden.
Op peildatum 7 april was het aantal bewoners in AZC’s dat positief is getest op het coronavirus vijf. Indien bij een bewoner een vermoeden van besmetting met het coronavirus is, of een besmetting wordt vastgesteld, dan wordt gewerkt volgens het protocol dat het COA met GZA, GGD en RIVM heeft opgesteld. De betreffende persoon wordt in dat geval in quarantaine geplaatst. Elke COA-locatie heeft een lokaal draaiboek gemaakt met daarin aandacht voor het inrichten van een quarantaineplek op de locatie. Op een aantal locaties is het mogelijk om (een beperkt aantal) quarantaineplekken in te richten. Er zijn echter ook locaties waar geen, of slechts één quarantaineplek beschikbaar kan worden gemaakt. De verschillen tussen locaties worden bepaald door lokale omstandigheden, waaronder de bebouwing, de bezetting op locatie en in mindere mate de samenstelling van de bewonerspopulatie. Als verblijf op de huidige locatie niet mogelijk is, wordt in overleg met GGD en de veiligheidsregio gezocht naar een alternatief. Indien de medische toestand dit vereist, wordt de bewoner opgenomen in het ziekenhuis. Voorgaande regels gelden voor alle COA-locaties.
Opschorten asielprocedures (termijnen)
De leden van de VVD-fractie hebben mij gevraagd wat de crisis betekent voor de voortgang in de werkvoorraad van de IND? Voorts stelden zij aanvullende de volgende vragen: Verwacht u dat er een deel van de achterstand kan worden ingelopen omdat er nu geen nieuwe instroom is? Of is dat vanwege de vereiste contactmomenten in lopende procedures niet mogelijk? Wordt momenteel gekeken naar een werkwijze waardoor achterstanden gedurende de crisis toch zoveel mogelijk kunnen worden ingelopen en zo ja, welke? Wat betekent de crisis voor het aantrekken van het benodigde extra personeel bij de IND? Wat is de planning van de taskforce dwangsommen en het managementonderzoek dat u naar de IND heeft lopen?
Zoals ik in mijn brief van 20 maart jl. heb vermeld is de asielprocedure voor asielzoekers die zich nieuw aanmelden tot nu toe opgeschort. Gezien het contact-intensieve karakter van het asielproces wordt een andere keuze op dit moment niet verantwoord geacht.
Dit betekent tevens dat er momenteel nog geen asielgehoren worden afgenomen. Wel wordt er een beperkte start gemaakt met telehoren. De behandeling van asielaanvragen aan de grens wordt voortgezet omdat dit vanwege het grensbewakingsbelang een vitaal proces betreft waarvan het noodzakelijk wordt geacht dat dit doorgang vindt en ook asielaanvragen van vreemdelingen in vreemdelingenbewaring worden behandeld. Dit heeft als gevolg dat een aanzienlijk deel van het asielproces is stil komen te liggen. Waar dat mogelijk is, vindt besluitvorming plaats. Dat gebeurt in zaken waar het dossier gereed is om op te beslissen, het betreft dat met name zaken waarin al is gehoord.
Het klopt dat er nu vrijwel geen nieuwe instroom is. Echter, het tijdelijk niet of in beperkte mate kunnen horen op een deel van de voorraad asielzaken is van invloed op het terugbrengen van de achterstanden.
De IND heeft onderzocht wat alternatieve mogelijkheden zijn om procedures doorgang te laten vinden binnen het uitgangspunt van zo veilig mogelijk werken. Hierbij worden ook de ervaringen van andere lidstaten betrokken. Te denken valt aan inzet van schriftelijk horen, telehoren en (zo mogelijk) fysiek veilig horen. Het voornemen is om op korte termijn de gehoren gefaseerd weer op te starten, met inachtneming van de richtlijnen van het RIVM. Desalniettemin is de verwachting dat de effecten van de noodzakelijke coronamaatregelen op de beslistermijnen substantieel zullen zijn.
De IND geeft aan dat de impact op het aantrekken van extra personeel nog niet goed is in te schatten omdat niet bekend is hoe lang de crisis nog duurt.
Voor de planning van de taskforce en de implementatie van de aanbevelingen die volgen uit het rapport van Significant verwijs ik naar de brief van 9 april jl. Het spreekt voor zich dat ook de voortgang van de taskforce momenteel beperkingen kent door de genomen maatregelen vanwege het corona virus.
De leden van de CDA-fractie lezen in mijn brief dat de asielprocedure voor asielzoekers die zich nieuw aanmelden voorlopig is opgeschort, maar dat registratie van personen die zich melden voor asiel wel plaatsvindt. Zij verbazen zich over het feit dat juist de contactmomenten bij de registratie van asielzoekers lijken door te gaan (vingerafdrukken en fouilleren bijvoorbeeld) en vragen mij aan te geven waarom deze keuze zo gemaakt is? Zou het afnemen van vingerafdrukken en eventueel fouilleren voorlopig niet eveneens opgeschort moeten worden, zo vragen zij?
Het door de AVIM identificeren en registreren van personen die zich melden voor asiel wordt om meerdere redenen noodzakelijk geacht. Zo is identificatie van belang om controles in het kader van de openbare orde te laten plaatsvinden, de vrijheidsbeperkende maatregel te kunnen handhaven, medische zorg te kunnen verlenen en zelf om medische controles te kunnen uitvoeren. Wanneer identificatie en registratie niet plaatsvindt kunnen uitkomsten van controles immers niet (goed) gekoppeld worden aan de betreffende personen. Het identificeren en registreren vindt plaats op een wijze die zoveel als mogelijk aansluit bij de geldende RIVM voorschriften.
Deze leden vragen voorts wat deze maatregelen precies betekenen voor reeds lopende procedures en of ik verwacht dat de procedures ernstig vertraagd zullen worden?
Zoals ik aan uw Kamer heb gemeld worden ook in het asielproces de contacten tot een minimum beperkt en kunnen geen asielgehoren worden afgenomen. Dit heeft als gevolg dat een aanzienlijk deel van het asielproces is stil komen te liggen. Waar dat mogelijk is vindt besluitvorming plaats. Dat zal zijn in de zaken waar het dossier gereed is om op te beslissen, dat zal met name het geval zijn als het gehoor al heeft plaatsgevonden. Op dit moment wordt tevens onderzocht wat alternatieve mogelijkheden zijn om procedures doorgang te laten vinden binnen het uitgangspunt van zo veilig mogelijk werken. Desalniettemin is de verwachting dat de effecten van de noodzakelijke coronamaatregelen op de procedures en beslistermijnen substantieel zullen zijn. Zo kunnen lopende zaken in verband met de coronamaatregelen niet worden behandeld waardoor na het intrekken van deze maatregelen de resterende duur om binnen de wettelijk beslistermijn te beslissen beperkter zal zijn.
De aan het woord zijnde leden vragen naar de strategie indien er op een COA-locatie het coronavirus wordt vastgesteld. Indien dat wordt vastgesteld zal de gehele COA-locatie dan geïsoleerd worden of worden de besmette personen bijvoorbeeld van het terrein gehaald? Voorts vragen deze leden of er strengere regels gelden voor COA-locaties in Brabant in vergelijking met COA-locaties elders in het land. De leden van de CDA-fractie lezen in mijn brief dat ik, om humanitaire redenen, heb besloten om verblijf in een COA-locatie te continueren voor personen die daar onder normale omstandigheden geen recht meer op zouden hebben. Hoewel deze leden begrip hebben voor deze maatregel, vragen zij hoelang deze maatregel van kracht blijft.
Indien bij een bewoner een vermoeden van besmetting met het coronavirus is of een besmetting wordt vastgesteld dan wordt gewerkt volgens het protocol dat het COA met GZA, GGD en RIVM heeft opgesteld. De betreffende persoon wordt in dat geval in quarantaine geplaatst. Elke COA-locatie heeft een lokaal draaiboek gemaakt met daarin aandacht voor het inrichten van een quarantaineplek op de locatie. Op een aantal locaties is het mogelijk om (een beperkt aantal) quarantaineplekken in te richten. Er zijn echter ook locaties waar geen, of slechts één quarantaineplek beschikbaar kan worden gemaakt. De verschillen tussen locaties worden bepaald door lokale omstandigheden, waaronder de bebouwing, de bezetting op locatie en in mindere mate de samenstelling van de bewonerspopulatie. Als verblijf op de huidige locatie niet mogelijk is, wordt in overleg met GGD en de veiligheidsregio gezocht naar een alternatief. Indien de medische toestand dit vereist, wordt de bewoner opgenomen in het ziekenhuis. Voorgaande regels gelden voor alle COA-locaties.
Aangezien de coronamaatregelen zijn verlengd tot en met dinsdag 28 april, zullen deze maatregelen in ieder geval ook tot die datum van kracht blijven. In de week vóór 28 april beoordeelt het kabinet wat er voor de periode daarna nodig is en zal navenant besluitvorming plaatsvinden over de duur van deze en andere maatregelen in de migratieketen.
Voorts vragen deze leden wat de exacte juridische status is van de beperkte registratie, die blijkbaar bestaat uit het afnemen van vingerafdrukken, het doorzoeken van systemen, fouilleren, het doorzoeken van bagage en het innemen van documenten. Waarin verschilt dit van de praktijk van de laatste tijd gelet op alle vertragingen bij de IND? Is deze beperkte registratie een registratie conform de Procedurerichtlijn, of is er sprake van een soort voor-registratie? Wat is de juridische status van de groep mensen met een beperkte registratie? Klopt het dat zij een rechtmatig verblijf hebben? Welke gevolgen heeft deze beperkte registratie met betrekking tot de Dublinverordening? Op grond van de Procedurerichtlijn hebben asielzoekers het recht hun asielaanvraag zo spoedig mogelijk in te dienen. Hoe is geborgd dat dat onder de huidige situatie nog steeds kan? Zo vragen deze leden.
Het gebruikelijke identificatie- en registratieproces is gelet op de omstandigheden en de maatregelen die zijn genomen in verband met het corona virus opgeschort. Er zal nog wel registratie plaatsvinden van personen die zich melden voor asiel, maar die beperkt zich tot de noodzakelijke handelingen, in lijn met de richtlijnen van het RIVM. Ik verwijs uw Kamer naar de brief van 20 maart jl.
Op het moment dat een vreemdeling bij de Nederlandse autoriteiten te kennen heeft gegeven dat hij een aanvraag voor asiel wil indienen krijgt hij rechtmatig verblijf. Deze registratie vindt in beperktere omvang plaats dan de registratie zoals wij die onder gewone omstandigheden hanteren, maar is nog steeds een registratie in de zin van de Procedurerichtlijn.
Het belangrijkste verschil is dat thans de asielaanvraag door de vreemdeling nog niet wordt ondertekend. De verdere stappen van de asielprocedure worden voor de vreemdelingen die zich nieuw aanmelden opgeschort. Daar voorziet de Procedurerichtlijn niet expliciet in. Ik heb hiertoe besloten omdat we te maken hebben met een uitzonderlijke situatie waarbij de veiligheid en de volksgezondheid alle prioriteit hebben. Een dergelijke crisis was niet te voorzien en bij het opstellen van de Procedurerichtlijn is dan ook geen rekening gehouden met een crisis als deze. Uiteraard is dit geen wenselijke situatie. De alternatieve mogelijkheden om de procedures weer (deels) doorgang te laten vinden worden onderzocht.
Onderdeel van de beperkte registratie is het registeren van de vingerafdrukken van de vreemdeling in Eurodac en een check op treffers in dit systeem. Als blijkt dat er een treffer is, bijvoorbeeld omdat de vreemdeling eerder in een andere lidstaat asiel heeft aangevraagd of via die lidstaat illegaal het grondgebied van de lidstaten is ingereisd, wordt dit resultaat gedeeld met de Dublinunit van de IND. De IND zal in deze zaken, voor zoveel als mogelijk, een claim leggen op de betreffende lidstaat. Door de maatregel om tijdelijk geen gehoren af te nemen, zal het claimproces naar verwachting vertraging oplopen.
De aan het woord zijnde leden lezen in de brief dat indien niet binnen bepaalde termijnen volgens wettelijk voorschrift kan worden beslist als gevolg van de coronacrisis, er sprake is van een situatie van overmacht, als bedoeld in artikel 4:15 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Zij vragen of dat ook geldt voor mensen die worden geconfronteerd met het verlopen van bijvoorbeeld een aanvraagdeadline voor de verlening van een verblijfsvergunning, beroep- en bezwaartermijnen, termijnen in het kader van een nareisprocedure en andere termijn-gebonden procedures?
De vreemdeling en diens gemachtigde hebben ook te maken met de maatregelen die getroffen zijn in het kader van de coronacrisis en kunnen daarom ook niet altijd voldoen aan bepaalde wettelijke termijnen. De IND zal in deze gevallen ruimhartig bezien of een termijn overschrijding verschoonbaar is en daarbij gebruik maken van de mogelijkheden die het beleid veelal biedt. De IND houdt er ook rekening mee dat statushouders door de maatregelen rondom het corona virus niet altijd in staat zijn om tijdig een nareis aanvraag in te dienen. Zoals gebruikelijk wordt aan verschoonbaarheid daarvan getoetst. Ook wanneer niet tijdig gereageerd wordt op verzoeken of een beschikking, ziet de IND de corona maatregelen als een reden tot verschoonbaarheid. Of termijnoverschrijding in beroepszaken verschoonbaar is, zal door de rechter in redelijkheid worden beoordeeld.
De leden van de D66-fractie vragen voorts naar de eerste inschatting van de gevolgen van de coronacrisis voor de wacht- en doorlooptijden. Ook vragen zij op welke wijze de negatieve gevolgen zoveel mogelijk kunnen worden opgevangen en wat in dit verband de stand van zaken is met betrekking tot de taskforce die voorstellen maakt over de wacht- en doorlooptijden?
Zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd in de brief van 20 maart jl. is als gevolg van de noodzakelijke Coronamaatregelen een aanzienlijk deel van het asielproces stil komen te liggen.
Op dit moment wordt onderzocht wat de beste wijze is om procedures weer doorgang te laten vinden binnen het uitgangspunt van zo veilig mogelijk werken. Hierbij worden ook de ervaringen van andere lidstaten betrokken. Te denken valt aan inzet van schriftelijk horen, telehoren en fysiek veilig horen. Het voornemen is om op korte termijn de gehoren weer op te starten, met inachtneming van de regels van het RIVM. Ondanks die inspanningen is het onvermijdelijk dat de coronamaatregelen effect zullen hebben op de doorlooptijden.
Voor de planning van de taskforce verwijs ik naar de brief van 9 april jl. Alle inspanningen zijn er op gericht de dossiers van de liggende zaken op orde te brengen zodat, zodra dat weer mogelijk is, in deze zaken gehoord en beslist kan worden.
Wat is uw inschatting wat de invloed zal zijn van de coronacrisis op het migratiepact dat de Europese Commissie dit voorjaar wil presenteren vragen de leden van D66.
Voor zover ik heb begrepen, is het nog steeds het streven van de Europese Commissie om dit voorjaar het nieuwe pact op asiel en migratie te presenteren.
De leden van de GroenLinks-fractie geven aan kennis genomen te hebben van het besluit om sinds 15 maart 2020 de asielprocedures op te schorten. Ik heb in dat besluit aangegeven dat, gelet op het contact-intensieve karakter van de asielprocedure, voortzetting niet verantwoord zou zijn. Voornoemde leden kunnen zich voorstellen dat dit besluit onder tijdsdruk tot stand is gekomen. Zij vragen of sindsdien nauwkeuriger is bekeken of, en zo ja, hoe, asielprocedures weer in gang kunnen worden gezet indien beschermingsmaatregelen worden getroffen. Zo ja, wat is uit deze analyse gebleken? Zo nee, of ik bereid ben alsnog op korte termijn dit te laten bekijken? De aan het woord zijnde leden vragen me vervolgens een duiding te geven welke aspecten van de asielprocedure precies zijn opgeschort en welke nog doorgang vinden. Zo begrijpen deze leden dat in sommige procedures die reeds in gang waren gezet, door de IND nog besluiten worden genomen. Aanvullend wordt gevraagd of ik een overzicht kan verschaffen welke activiteiten nog wél door de IND worden uitgevoerd, en welke niet? De leden van de GroenLinks-fractie vragen voorts of ik inmiddels een mededeling kan doen over de te verwachten duur van de genomen maatregelen. Ze geven aan dat zij hopen dat ik in de beslissing over eventuele voortzetting van de maatregelen wil meewegen dat asielzoekers zich momenteel in een zeer beknellende positie bevinden, waarin de onzekerheid over de mondiale ontwikkelingen rond het coronavirus en een gebrek aan bewegingsvrijheid worden vermengd met de onzekerheid over het toekomstperspectief in Nederland.
Gelet op de genomen maatregelen in verband met het corona virus zijn de contacten tot een minimum beperkt en kunnen geen asielgehoren worden afgenomen. Dit heeft als gevolg dat een aanzienlijk deel van het asielproces is stil komen te liggen. Waar dat mogelijk is vinden nog handelingen in het asielproces plaats. Dat zal zijn in de zaken waar het dossier gereed is om op te beslissen, met name als het gehoor reeds heeft plaatsgevonden.
Ik ben mij bewust van de onzekere situatie van de asielzoeker en ook hecht ik er groot belang aan dat de IND door kan gaan met zijn werkzaamheden. Op dit moment wordt onderzocht wat alternatieve mogelijkheden zijn om procedures doorgang te laten vinden binnen het uitgangspunt van zo veilig mogelijk werken. Hierbij worden ook de ervaringen van andere lidstaten betrokken. Te denken valt aan inzet van schriftelijk horen, telehoren en (zo mogelijk) fysiek veilig horen. Het voornemen is om op korte termijn de gehoren gefaseerd weer op te starten, met inachtneming van de regels van het RIVM. Maar een winstwaarschuwing is hier wel op zijn plaats. Ook als er alternatieve maatregelen kunnen worden genomen om het asielproces voort te zetten blijven er grote beperkingen bestaan voor alle personen en organisaties die betrokken zijn bij het proces. De te verwachten duur van de genomen maatregelen hangt nauw samen met de duur van de richtlijnen die vanuit het RIVM worden verstrekt. Ik kan derhalve geen concrete mededeling doen over de te verwachten duur van de afgekondigde maatregelen in het asielproces.
Voorts vragen voornoemde leden hoe asielzoekers tot nu toe zijn geïnformeerd over de maatregelen en de verwachting over de ontwikkelingen voor de korte termijn, en of hierbij bijzondere aandacht is voor het passend informeren van kinderen.
COA-medewerkers doen er alles aan om bewoners op locaties goed en volledig te informeren over het coronavirus, de genomen maatregelen en wat dit voor de bewoners betekent. Informatievoorziening door het COA vindt onder meer plaats via de website mycoa.nl, waar de meest actuele informatie te vinden is in meerdere talen en via verschillende kanalen (infosheets, filmpjes etc.). Daarnaast heeft het COA op alle locaties posters in meerdere talen (en pictogrammen) geplaatst, met daarop uitleg wat bewoners zelf kunnen doen om verspreiding van het virus tegen te gaan. Deze posters worden, wanneer nodig, van updates voorzien. Uiteraard zijn COA-medewerkers, met inachtneming van de RIVM-richtlijnen, beschikbaar voor aanvullende vragen van bewoners. Voor het passend informeren van kinderen is specifiek aandacht. Gedacht kan worden aan filmpjes voor jongeren en oudere kinderen, flyers, posters en een informatietasje. Ten aanzien van de noodonderdaklocatie in Zoutkamp geldt aanvullend dat ik de bewoners een brief heb gestuurd met informatie over de maatregelen in verband met het coronavirus, en de gevolgen daarvan voor de asielprocedure.
De aan het woord zijnde leden hebben er begrip voor dat vanwege de coronacrisis bij het niet halen van gebruikelijke termijnen door de IND een beroep op overmacht in juridische zin zal worden gedaan. Evenwel vinden deze leden dat hetzelfde hoort te gelden voor asielzoekers die vanwege de coronacrisis termijnen overschrijden, bijvoorbeeld omdat er vanwege de coronacrisis onvoldoende contact met de raadsheer of raadsvrouw kan zijn.
De vreemdeling en diens gemachtigde hebben ook te maken met de maatregelen die getroffen zijn in het kader van de coronacrisis en kunnen daarom ook niet altijd voldoen aan bepaalde wettelijke termijnen. De IND zal in deze gevallen ruimhartig bezien of een termijn overschrijding verschoonbaar is en daarbij gebruik maken van de mogelijkheden die het beleid veelal biedt. De IND houdt er ook rekening mee dat statushouders door de maatregelen rondom het corona virus niet altijd in staat zijn om tijdig een nareis aanvraag in te dienen. Zoals gebruikelijk wordt aan verschoonbaarheid daarvan getoetst. De termijn voor het ophalen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis bij de diplomatieke post is verlengd van 3 maanden naar 6 maanden. De corona maatregelen kunnen een reden zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Ook wanneer niet tijdig gereageerd wordt op verzoeken of een beschikking, ziet de IND de corona maatregelen als een reden tot verschoonbaarheid. Of termijnoverschrijding in beroepszaken verschoonbaar is, zal door de rechter in redelijkheid worden beoordeeld.
De leden van de SP-fractie onderschrijven de noodzaak om verdere besmettingen te voorkomen, maar maken zich daarnaast zorgen over de opgelopen wachttijden in de asielketen. De richtlijnen van het RIVM zijn inmiddels alweer aangescherpt ten opzichte van de brief van 20 maart 2020. Gevraagd wordt om aan te geven wat dit betekent voor de richtlijnen binnen de asielketen, wat is de laatste stand van zaken? Lukt het om binnen de AZC te voldoen aan alle richtlijnen, om te beginnen het voorschrift om 1,5 meter afstand te houden? Zo nee, wat wordt daartegen ondernomen?
Binnen de asielketen zijn alle niet-essentiële contacten op dit moment uitgesteld vanwege het opschorten van de asielprocedure. Binnen de opvanglocaties van het COA, die sterk van omvang en opzet verschillen naar gelang de gebouwen die worden ingezet, worden de richtlijnen van het RIVM zo goed mogelijk nageleefd. COA-medewerkers doen er alles aan om bewoners goed te informeren en sturen actief op handhaving van de maatregelen. Informatiemateriaal over de maatregelen, waaronder het bewaren van ten minste 1,5 meter afstand, is in verschillende talen en via verschillende kanalen beschikbaar. Indien bij een bewoner een vermoeden van besmetting met het coronavirus is of een besmetting wordt vastgesteld, dan wordt gewerkt volgens het protocol dat het COA met GZA, GGD en RIVM heeft opgesteld. De betreffende persoon wordt in dat geval in quarantaine geplaatst. Elke COA-locatie heeft een lokaal draaiboek gemaakt met daarin aandacht voor het inrichten van een quarantaineplek op de locatie. Op een aantal locaties is het mogelijk om (een beperkt aantal) quarantaineplekken in te richten. Er zijn echter ook locaties waar geen, of slechts één quarantaineplek beschikbaar kan worden gemaakt. De verschillen tussen locaties worden bepaald door lokale omstandigheden, waaronder de bebouwing, de bezetting op locatie en in mindere mate de samenstelling van de bewonerspopulatie. Als verblijf op de huidige locatie niet mogelijk is, wordt in overleg met GGD en de Veiligheidsregio gezocht naar een alternatief. Indien de medische toestand dit vereist, wordt de bewoner opgenomen in het ziekenhuis. Voorgaande regels gelden voor alle COA-locaties.
De leden van de SP-fractie stellen het volgende: U geeft in antwoord op schriftelijke vragen van de SP-fractie van 18 maart 2020 (2020D10941) aan dat besloten is de asielprocedure stil te leggen vanwege de vele contactmomenten, maar gaat niet in op de suggestie om alternatieven te onderzoeken. Zij vragen me of ik dit alsnog heb gedaan? Voorts stellen ze de volgende vragen: Wat zijn de geschatte gevolgen voor de wachttijden en de dwangsommen als u geen methode vindt om besmettingsvrij en fatsoenlijk asielaanvragen in behandeling te nemen? Is het mogelijk de uitbetaling van dwangsommen stil te leggen vanwege de coronacrisis? In hoeverre ziet u mogelijkheden de asielaanvragen alsnog in behandeling te nemen, zonder het risico op besmettingen te vergroten? Bent u bereid de schriftelijke asielaanvragen in behandeling te nemen zoals Duitsland dat doet, dan wel te onderzoeken of interviews digitaal afgenomen kunnen worden?
Op dit moment wordt onderzocht wat de beste wijze is om procedures weer doorgang te laten vinden binnen het uitgangspunt van zo veilig mogelijk werken. Hierbij worden ook de ervaringen van andere lidstaten betrokken. Te denken valt aan inzet van schriftelijk horen, telehoren en fysiek veilig horen. Het voornemen is om op korte termijn de gehoren weer op te starten, met inachtneming van de regels van het RIVM. Ondanks die inspanningen is het onvermijdelijk dat de coronamaatregelen effect zullen hebben op de doorlooptijden.
De leden van de PvdA-fractie vragen of er onder medewerkers werkzaam in de migratieketen of onder asielzoekers voor zover bekend sprake is van besmetting met het coronavirus. Wordt er in de migratieketen, mede gezien de soms onduidelijk herkomst van asielzoekers, specifiek op corona getest, vragen deze leden.
Ik verzamel geen specifieke gegevens over besmetting van medewerkers in de migratieketen. Tot 7 april 2020 was het aantal bewoners van COA-locaties dat positief is getest op COVID19 vijf. In Limburg is een asielzoeker die op een AZC positief was getest op COVID19 in het ziekenhuis opgenomen. In het AZC waar deze persoon verbleef zijn adequate maatregelen genomen om verdere besmetting zoveel mogelijk te beperken.
Gezien de landelijke testcapaciteit en het uitblijven van signalen dat in Nederland verblijvende asielzoekers een verhoogd besmettingsrisico lopen, worden asielzoekers niet specifiek op COVID19 getest. Wel wordt bij personen die zich aanmelden voor verblijf in de noodonderdaklocatie een medische controle door de GGD uitgevoerd. Indien bij een bewoner een vermoeden van besmetting met het coronavirus is of een besmetting wordt vastgesteld, dan wordt gewerkt volgens het protocol dat het COA met GZA, GGD en RIVM heeft opgesteld. De betreffende persoon zal in dat geval in quarantaine worden geplaatst.
Voornoemde leden zouden graag inzicht krijgen in de huidige toestroom van asielzoekers. Hoeveel asielzoekers komen er, ondanks de binnen de EU veelal gesloten grenzen, toch nog naar Nederland?
Tussen 20 maart en 7 april 2020 hebben circa 300 vreemdelingen de registratie in Ter Apel doorlopen en zijn doorverwezen naar de noodonderdaklocatie in Zoutkamp. Dit betreft asielzoekers die de wens tot indiening van een eerste asielaanvraag kenbaar hebben gemaakt, nareizende familieleden die niet konden worden bijgeplaatst bij het COA, en een klein aantal vreemdelingen dat in Dublin-bewaring een eerste asielaanvraag heeft ingediend. Deze informatie is gebaseerd op handmatige registratie en dient daarom met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
Hoe is de opvang van asielzoekers die sinds u besloten heeft dat de reguliere opvang niet voor nieuwe asielzoekers open staat, wel geregeld? Krijgen alle asielzoekers die zich melden voor asiel daadwerkelijk opvang en waar bestaat die uit? Zo vragen de leden van de PvdA-fractie.
Op de noodonderdaklocatie krijgen vreemdelingen die nu niet kunnen instromen in het asielproces onderdak en basale voorzieningen geboden. Niet iedereen krijgt toegang tot deze locatie. Gedacht kan worden aan vreemdelingen die eerder in het zicht van hun uitzetting met onbekende bestemming zijn vertrokken en zich nu alsnog in Ter Apel melden. Onderliggende uitgangspunt is dat deze personen eerder op eigen initiatief elders onderdak hebben gevonden. Het is in het belang van de volksgezondheid dat zij niet reizen en het verblijf op de huidige verblijfslocatie continueren. Overigens is vanuit datzelfde uitgangspunt besloten tot tijdelijke continuering van de opvang op COA-locaties van vreemdelingen voor wie in een normale situatie het recht op opvang zou komen te vervallen. Enkel vreemdelingen die nergens anders terecht kunnen, zoals nieuwe asielzoekers en vreemdelingen wiens bewaring is opgeheven en die niet eerder op een COA-locatie verbleven, krijgen toegang tot de noodonderdaklocatie.
De aan het woord zijnde leden begrijpen dat indien niet binnen bij wettelijk voorgeschreven bepaalde termijnen over een asielaanvraag kan worden beslist, er onder de huidige omstandigheden sprake kan zijn van een situatie van overmacht. Als dat geldt voor de IND die deze beslissingen moet nemen, geldt de overmachtssituatie dan ook ten aanzien van de wettelijke termijnen waaraan asielzoekers en vluchtelingen gehouden zijn? Deze leden menen dat dit billijk zou zijn in deze tijd waarin de dienstverlening aan deze groep wellicht beperkt is en de normale termijn voor asielzoekers moeilijk haalbaar is. Daarbij zouden voornoemde leden met name om coulance willen vragen ten aanzien van aanvragen voor gezinshereniging die niet op tijd kunnen worden ingediend of de andere termijnen die gelden gedurende de nareisprocedure. Vluchtelingenwerk wijst er op dat er gezinsleden zijn die nu niet tijdig hun machtiging tot voorlopig verblijf hebben kunnen ophalen of niet tijdig ermee kunnen reizen. Vluchtelingenwerk vraagt vanwege de overmachtssituatie om de termijnen in de nareisprocedure soepeler te hanteren en dit ook duidelijk te communiceren zodat niet in iedere individuele zaak apart om uitstel gevraagd moet worden.
De vreemdeling en diens gemachtigde hebben ook te maken met de maatregelen die getroffen zijn in het kader van de coronacrisis en kunnen daarom ook niet altijd voldoen aan bepaalde wettelijke termijnen. De IND zal in deze gevallen ruimhartig bezien of een termijn overschrijding verschoonbaar is en daarbij gebruik maken van de mogelijkheden die het beleid veelal biedt. De IND houdt er ook rekening mee dat statushouders door de maatregelen rondom het corona virus niet altijd in staat zijn om tijdig een nareis aanvraag in te dienen. Zoals gebruikelijk wordt aan verschoonbaarheid daarvan getoetst. De termijn voor het ophalen van een mvv in het kader van nareis bij de diplomatieke post is verlengd van 3 maanden naar 6 maanden. De corona maatregelen kunnen een reden zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Ook wanneer niet tijdig gereageerd wordt op verzoeken of een beschikking, ziet de IND de corona maatregelen als een reden tot verschoonbaarheid. Of termijnoverschrijding in beroepszaken verschoonbaar is, zal door de rechter in redelijkheid worden beoordeeld.
De aan het woord zijnde leden hebben begrip voor het feit dat ik maatregelen tref aangezien het asielproces inderdaad veel contactmomenten en reisbewegingen met zich meebrengt. Zij spreken daarbij de wens uit dat ik deze tijd, die naar verwachting een lagere instroom asielzoekers zal laten zien, gebruikt om de grote achterstanden in de behandeling van lopende dossiers in te halen.
De IND en de door mij ingestelde taskforce werken hard om de achterstanden weg te werken. Echter, de omstandigheden waaronder de IND momenteel zijn werk kan doen door de genomen corona maatregelen zoals het thuiswerken en het tijdelijk niet kunnen horen zijn onvermijdelijk ook van invloed op het terugbrengen van de achterstanden. Dit betekent dat de gezien deze omstandigheden de mogelijkheden om de achterstanden in te lopen beperkt zijn. Alle inspanningen zijn er op gericht de dossiers van de liggende zaken op orde te brengen zodat, zodra dat weer mogelijk is, in deze zaken gehoord en beslist kan worden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wie er nu daadwerkelijk bij de Nederlandse grens geen toegang meer krijgt als gevolg van de coronamaatregelen. Klopt het dat dit in de praktijk eigenlijk alleen voor asielzoekers geldt, zo vragen zij.
Vanaf donderdag 19 maart 2020 18.00 uur zijn de toegangsvoorwaarden voor personen die naar Nederland willen reizen verscherpt. Het gaat om een inperking voor alle niet noodzakelijke reizen van personen vanuit derde landen naar Europa (alle EU-lidstaten, alle leden van Schengen en het VK) met als doel de verspreiding van het COVID19 virus tegen te gaan. Er is een aantal belangrijke uitzonderingen op de reisbeperking, waaronder inwoners uit het Schengengebied en hun familie of mensen die zwaarwegende redenen hebben om hun familie te bezoeken. Ook grenswerkers en mensen die werkzaam zijn in de zorg, in het transport van goederen, diplomaten, militairen en personeel van internationale en humanitaire organisaties worden uitgezonderd. Doorgang wordt verleend aan mensen in transit. Ten slotte kan een uitzondering gemaakt worden op humanitaire gronden en personen die om bescherming vragen. Personen die niet onder de uitzonderingspositie vallen kan de toegang tot Nederland worden geweigerd.
Voorts vragen deze leden of het klopt dat ook de registratie en opvang van asielzoekers met een onderbouwde opvolgende asielaanvraag nu geweigerd wordt. Zo ja, wat de juridische grondslag hiervoor is?
Gezien mijn besluit tot het tijdelijk continueren van opvang op COA-locaties van asielzoekers voor wie in een normale situatie het recht op opvang zou komen te vervallen, is toegang tot de noodonderdaklocatie voor personen die een herhaald asielverzoek willen indienen niet nodig.
Zijn er overigens geen praktische maatregelen te nemen om de contactmomenten in het asielproces doorgang te laten vinden, zoals plexiglazen scheidingwanden bijvoorbeeld, zoals die nu ook in supermarkten gebruikt worden? Aldus de leden van de fractie van de ChristenUnie.
Op dit moment wordt onderzocht wat alternatieve mogelijkheden zijn om procedures doorgang te laten vinden binnen het uitgangspunt van zo veilig mogelijk werken en het zoveel mogelijk beperken van reisbewegingen. Hierbij worden ook de ervaringen van andere lidstaten betrokken. Te denken valt aan inzet van schriftelijk horen, telehoren en (zo mogelijk) fysiek veilig horen. Het voornemen is om op korte termijn de gehoren gefaseerd weer op te starten, met inachtneming van de regels van het RIVM. Desalniettemin is de verwachting dat de effecten van de noodzakelijke Coronamaatregelen op de voortgang van het asielproces en de afdoening van zaken substantieel zijn.
Hoe zit het met nareizende gezinsherenigers? Wat verandert er in de situatie voor deze gevallen?
Momenteel worden machtigingen tot voorlopig verblijf in het kader van nareis tijdelijk niet afgegeven door ambassadeposten. Nareizende gezinsleden die met een eerder afgegeven mvv Nederland kunnen bereiken, dienen zich in Ter Apel te melden voor voorregistratie. Ten aanzien van hun verblijf zal vanwege de eenheid van het gezin worden bekeken of de overkomende gezinsleden bij de vergunning houdende referent op een COA locatie kunnen worden geplaatst. Pas wanneer dit geen optie is, zal aan de gezinsleden onderdak op het terrein van de Willem Lodewijk van Nassaukazerne worden geboden. Uiteraard zal, zo snel als wanneer de situatie dat toelaat, worden ingezet op opvang op een COA locatie of uitplaatsing naar de gemeente waaraan de vergunninghouder is gekoppeld.
De leden van de ChristenUnie vragen of ik bereid ben om niet alleen voor de overheid de termijnen in de asielketen te versoepelen, maar juist ook voor de statushouders die nu bijvoorbeeld het risico lopen gezinshereniging mis te lopen?
De IND houdt er rekening mee dat statushouders door de maatregelen rondom het Corona virus niet altijd in staat zijn om tijdig een nareis aanvraag in te dienen. Zoals gebruikelijk wordt aan verschoonbaarheid daarvan getoetst. De corona-maatregelen kunnen een reden zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Ook wanneer niet tijdig gereageerd wordt op verzoeken of een beschikking, acht de IND de corona-maatregelen als een reden tot verschoonbaarheid.
Deze leden vragen voorts of ik het eens ben dat ambassades, met name als de visa al afgegeven konden worden, gezinsleden van vluchtelingen ondersteuning zouden kunnen blijven bieden zodat zij nog naar Nederland kunnen reizen? De aan het woord zijnde leden vinden dit belangrijk omdat het juist in deze gevallen kan gaan om gezinsleden die zich vaak in moeilijke en onveilige situaties bevinden.
Om te garanderen dat kritische consulaire processen doorgang kunnen blijven vinden, heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken besloten om per 18 maart alle reguliere consulaire dienstverlening tijdelijk af te schalen. Deze periode loopt vooralsnog tot en met 28 april. De aanvragen van nareizigers met een positieve beschikking van de IND die zich tot en met 17 maart bij een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging hebben gemeld om biometrie af te staan, worden in principe nog wel afgehandeld. Dat wil zeggen dat deze nareizigers zich nog tot de diplomatieke vertegenwoordiging kunnen wenden en aan hen – waar de lokale omstandigheden het toelaten – de mvv nog kan worden verstrekt. Verdere consulaire bijstand wordt ook in normale omstandigheden niet geboden aan deze gezinsleden. Er kan in die zin dan ook niet gesproken worden van een eventuele voortzetting van ondersteuning.
Voornoemde leden roepen op om er nu opnieuw bij de Bahreinse autoriteiten op aan te dringen de veroordeelde Bahreinse asielzoeker die vanuit Nederland is teruggestuurd vrij te laten uit humanitaire overwegingen en vragen mij aan te geven wat de stand van zaken is rond het inspectierapport over deze zaak?
De zaak van de afgewezen Bahreinse asielzoeker wordt nauwlettend gevolgd. De Nederlandse Ambassade in Koeweit volgt met regelmaat de zittingen van betrokkene. In zijn contacten met de autoriteiten wijst de Ambassadeur geregeld op het belang van een eerlijk proces. Detentieomstandigheden en de mensenrechtensituatie in het algemeen in Bahrein worden in hoogambtelijke, diplomatieke en politieke contacten aan de orde gesteld, ook in Europees verband. Het kabinet blijft zich hiervoor inzetten.
Zoals ik uw Kamer bij brief van 12 februari jl. heb geïnformeerd heb ik de Inspectie verzocht om nieuwe door de Inspectie aangedragen vertrouwelijke informatie en eventueel andere informatie die in dit verband relevant kan zijn alsnog te onderzoeken en te betrekken bij het eerdere onderzoek. Ik ben nu in afwachting van het nadere onderzoek en zal uw Kamer hierover informeren zodra dat mogelijk is.
Opschorten en intrekken van vergunningen
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat het onder de huidige omstandigheden nagenoeg onmogelijk is om internationaal te reizen. Zij constateren dat het daarmee noodzakelijk is om mensen die momenteel in Nederland verblijven op basis van een tijdelijk verblijfsrecht dat dezer dagen zou aflopen onder normale omstandigheden, van een verlenging van deze juridische basis te voorzien. Zij vragen mij of ik voornemens ben alle bestaande verblijfstitels te verlengen tot het moment dat internationaal reizen redelijkerwijs weer mogelijk is?
Houders van een aflopende verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd, kunnen momenteel nog steeds een verlenging bij de IND aanvragen. Indien zij geen aanvraag voor een verlenging doen, dienen zij normaal gesproken terug te keren naar hun land van herkomst. Momenteel is dat voor veel vreemdelingen moelijker dan anders of helemaal niet mogelijk. Indien vreemdelingen kunnen aantonen dat zij momenteel niet kunnen terugkeren naar hun land van herkomst, kunnen zij – ondanks hun verlopen verblijfsvergunning – tijdelijk in Nederland verblijven. Dit verblijf met een verlopen verblijfsvergunning heeft geen consequenties voor de uitreis en toekomstige aanvragen voor een visum kort verblijf of verblijfsvergunning. Omdat verwacht wordt dat deze situatie tijdelijk van aard is, wordt gekozen voor een pragmatische oplossing.
In het bijzonder vragen voornoemde leden of voor mensen met een tijdelijke verblijfsvergunning welke afhankelijk is van het economische verdienvermogen van de houder, zoals bijvoorbeeld de tijdelijke vergunning onder beperking «arbeid als zelfstandige» (artikel 3.4 lid 1, onder c, Vreemdelingenbesluit), een uitzondering wordt gemaakt vanwege de huidige coronacrisis.
Voor vreemdelingen met een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking «arbeid als zelfstandige» die een beroep doen op de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) wordt een uitzondering gemaakt. Gezien de bijzondere omstandigheden en de tijdelijke aard van de regeling, zal een beroep op deze regeling geen gevolgen voor het verblijfsrecht van de vreemdeling hebben.
Vervolgens vragen de leden of ik bereid ben de mogelijkheid en wenselijkheid te onderzoeken van het verstrekken van tijdelijke verblijfsvergunningen aan alle personen die momenteel in de asielprocedure zitten, geldig tot het moment dat aanvragen weer in behandeling genomen kunnen worden, zoals door Portugal reeds is besloten (https://joop.bnnvara.nl/nieuws/portugal-schiet-asielzoekers-te-hulp)?
Vreemdelingen met een lopende asielprocedure hebben op basis daarvan ingevolge de vreemdelingenwet 2000 reeds rechtmatig verblijf. Er bestaat dan ook geen noodzaak tot het bieden van een ander tijdelijk verblijfsrecht.
Vreemdelingendetentie
De leden van de VVD-fractie vragen wat er gebeurt met uitgeprocedeerde asielzoekers waarvan zicht op uitzetting bestond en die om die reden in detentie zitten. De leden vragen of ik deze detentie kan verlengen.
Vreemdelingenbewaring op grond van de Terugkeerrichtlijn kan voortduren als er zicht is op verwijdering binnen een redelijke termijn. Daarbij is van belang dat de vraag wat een redelijke termijn is, moet worden bezien tegen de achtergrond van de totale duur die de vreemdelingenbewaring kan hebben. De maximale duur is in beginsel zes maanden, maar kan onder omstandigheden worden verlengd tot maximaal achttien maanden. Een tijdelijk beletsel voor de verwijdering maakt niet dat het zicht op uitzetting ontbreekt. Telkens wordt aan de hand van de individuele merites van het geval afgewogen in hoeverre oplegging of voortduring van de bewaring in redelijkheid nog gerechtvaardigd is. In deze individuele afweging wordt rekening gehouden met de huidige uitzettingsbeletselen, maar ook met het maatschappelijk belang om de bewaring te continueren. Voor vreemdelingen met zware criminele antecedenten of overlastgevers is er bijvoorbeeld een zwaarwegend maatschappelijk belang om de bewaring op te leggen of te continueren. Verder zullen bewaringen van vreemdelingen die nog niet beschikken over geldige reisdocumenten in beginsel langer kunnen voortduren dan de bewaringen van vreemdelingen met geldige reisdocumenten. Vanwege het ontbreken van reisdocumenten is in die zaken de effectuering van het vertrek hoe dan ook nog niet aan de orde. De vreemdeling kan de voortduring van de bewaring natuurlijk aan de rechter voorleggen.
Hoe voorkomt u dat uitgeprocedeerde asielzoekers uit het zicht van de overheid raken, zo vragen deze leden mij?
Waar een bewaring wordt opgeheven, zal niet altijd recht op opvang of onderdak bestaan en wordt ook niet in alle gevallen een toezichtsmaatregel opgelegd als daar onder het staande beleid geen grondslag voor bestaat. Voor asielzoekers met een eerste asielverzoek is de noodonderdaklocatie beschikbaar, alwaar in de eerste levensbehoeften wordt voorzien en een vrijheidsbeperkende maatregel wordt opgelegd. In enkele gevallen bestaat een voor de inbewaringstelling geldende aanspraak op COA-opvang nog steeds.
De leden van de VVD fractie vragen of ik bereid ben vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid aan gemeenten te vragen hoe het momenteel staat met het aantal illegaal verblijvenden in de bed-, bad-, broodvoorzieningen en hun bewegingsvrijheid. In welke mate wordt in deze crisissituatie vanuit de reguliere daklozenopvang capaciteit ingezet voor ongedocumenteerden en kunt u vanuit uw stelselverantwoordelijkheid in overleg met gemeenten treden om ervoor te zorgen dat opvang van illegaal verblijvende personen niet bijdraagt aan een hoger lokaal besmettingsrisico, zo vragen deze leden. Bijvoorbeeld door grootschalige opvang van illegalen zoals recent voor Amsterdam-Zuid is besloten, gepaard te laten gaan met een gebiedsverbod/gebod, zodat het risico voor bewoners niet wordt vergroot. Zij vragen voorts bij gemeenten met een illegalenopvang na te gaan of zorghulpverleners zoals het Leger des Heils niet worden ingezet in de illegalenopvang bij mensen die over het algemeen zelfredzaam zijn, zodat hun inzet benut kan worden waar die echt nodig is, zoals bij mensen die niet zelf redzaam zijn.
Zoals u weet, werkt dit kabinet met een vijftal gemeenten samen in het kader van het programma Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (hierna: LVV). Van de deelnemende pilotgemeenten heb ik vernomen dat zij ieder onder hun eigen verantwoordelijkheid de benodigde maatregelen nemen om te kunnen voldoen aan de RIVM-richtlijnen. In dat kader maken enkele gemeenten gebruik van de richtlijn opvang van dak- en thuisloze mensen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de extra capaciteit te financieren die nodig is om het onderdak voor de LVV-doelgroep in conformiteit te brengen met de RIVM-richtlijnen2. Overigens is het belangrijk om te benadrukken dat het besmettingsrisico voor de LVV-populatie niet hoger is dan gemiddeld in Nederland. Ik zie dus geen aanleiding om verdergaande maatregelen te treffen, zoals een gebiedsgebod, en bovendien is dat primair aan de gemeente. Uiteraard kan ik in een volgend bestuurlijk overleg wijzen op de noodzaak voor het handhaven van de RIVM-richtlijnen en vragen naar de prioritering van de inzet van maatschappelijke organisaties. Wat betreft de gemeentelijke bed, bad en broodvoorzieningen geldt dat gemeenten deze geheel onder hun eigen verantwoordelijkheid aanbieden.
De leden van de PVV-fractie vragen of het klopt dat uitgeprocedeerde vreemdelingen, die op dit moment niet gedwongen kunnen worden uitgezet, niet meer in vreemdelingendetentie worden geplaatst maar gewoon vrij worden gelaten of op kosten van de belastingbetaler in dure azc’s of in bed-, bad-, en broodlocaties worden opgevangen. Zo ja, hoeveel uitgeprocedeerden zijn er naar azc’s en de bed-, bad-, en broodlocaties gestuurd en hoeveel daarvan hebben de benen genomen? Per wanneer bent u van plan de gedwongen uitzettingen te hervatten?
Vreemdelingenbewaring op grond van de Terugkeerrichtlijn kan voortduren als er zicht is op verwijdering binnen een redelijke termijn. Daarbij is van belang dat de vraag wat een redelijke termijn is, moet worden bezien tegen de achtergrond van de totale duur die de vreemdelingenbewaring kan hebben. De maximale duur is in beginsel zes maanden, maar kan onder omstandigheden worden verlengd tot maximaal achttien maanden. Een tijdelijk beletsel voor de verwijdering maakt niet dat het zicht op uitzetting ontbreekt. Telkens wordt aan de hand van de individuele merites van het geval afgewogen in hoeverre oplegging of voortduring van de bewaring in redelijkheid nog gerechtvaardigd is. In deze individuele afweging wordt rekening gehouden met de huidige uitzettingsbeletselen, maar ook met het maatschappelijk belang om de bewaring te continueren. Voor vreemdelingen met zware criminele antecedenten of overlastgevers is er bijvoorbeeld een zwaarwegend maatschappelijk belang om de bewaring op te leggen of te continueren. Verder zullen bewaringen van vreemdelingen die nog niet beschikken over geldige reisdocumenten in beginsel langer kunnen voortduren dan de bewaringen van vreemdelingen met geldige reisdocumenten. Vanwege het ontbreken van reisdocumenten is in die zaken de effectuering van het vertrek hoe dan ook nog niet aan de orde. Ook in gevallen waarin de terugkeer tijdelijk feitelijk niet mogelijk is, kan de DT&V doorwerken aan het onderzoek naar de identiteit en nationaliteit en het verkrijgen van de voor de terugkeer noodzakelijke documenten, zodat de terugkeer ter hand kan worden genomen zodra zich een mogelijkheid voordoet.
De leden van de D66-fractie vragen of ik kan aangeven welke maatregelen worden geadviseerd door het RIVM met betrekking tot vreemdelingendetentie. En of ik uiteen kan zetten welke beperkende maatregelen op basis van deze adviezen er zijn genomen, welke activiteiten nog wel mogelijk zijn en in welke mate contact, al dan niet telefonisch, met de buitenwereld daadwerkelijk mogelijk is voor gedetineerden.
Het RIVM heeft niet specifiek op de situatie in vreemdelingendetentie geadviseerd. Het RIVM heeft een aantal richtlijnen opgesteld met het oog op het vermijden van besmetting tussen mensen. DJI heeft bij het opstellen van de maatregelen die binnen de inrichting zijn genomen, maximaal acht geslagen op deze adviezen. De vreemdelingen worden daarover ook geïnformeerd na binnenkomst in de inrichting. De gesloten omstandigheden in de Penitentiaire inrichtingen in Nederland zijn naar hun aard echter afwijkend van de vrije maatschappij, en dat brengt mee dat de invulling van de richtlijnen daar op onderdelen af kan wijken. De Minister voor Rechtsbescherming heeft reeds maatregelen getroffen voor het gevangeniswezen, forensische zorg en justitiële jeugdinrichtingen die daarmee ook gelden voor de detentiecentra voor vreemdelingenbewaring. Een deel van deze maatregelen is ook genomen met het oog op het waarborgen van voldoende personele bezetting van DJI.
Onderdeel daarvan is het beperken van de grootte van de groepen met wie contact onderhouden wordt. Op basis van de adviezen van het RIVM is het regime voor ingeslotenen iets aangepast waar het gaat om het ontplooien van activiteiten in groepsverband. De ingeslotenen hebben een beperkt dagprogramma tussen 07.15 en 16.00 uur. De afdelingen zijn opengesteld met een halve bezetting. Dit betekent dat er maximaal 32 ingeslotenen op een afdeling verblijven. Ingeslotenen verblijven nog steeds met twee personen op een cel. Volgens de medische dienst is dit mogelijk en bestaat hier geen contra-indicatie voor.
Voor wat betreft het ontvangen van bezoek geldt dat momenteel wordt ingeregeld dat bezoek kan plaatsvinden door middel van Skype-momenten. Deze Skype-momenten zullen plaatsvinden op de reguliere bezoekmomenten.
Bezoek dat noodzakelijk is in het kader van de rechtsgang, zoals bezoek van een advocaat, kan doorgaan als deze er niet voor kiezen om via telefoon of Skype met hun cliënten te spreken.
Indien er een aanwijzing is dat een ingeslotene besmet is met het virus, kan hij op een reguliere cel geïsoleerd en verpleegd worden, vergelijkbaar met thuisisolatie. Uiteraard is bij ernstiger ziekte verschijnselen opname in het ziekenhuis geïndiceerd. De kwaliteit van de zorg in de PI is vergelijkbaar met die in de vrije maatschappij. Op 7 april waren er geen vreemdelingen in vreemdelingenbewaring voor wie preventieve maatregelen genomen hoefde te worden in verband met een (mogelijke) besmetting.
De leden van de SP-fractie vragen voorts op welke wijze vreemdelingen op de hoogte worden gebracht van de richtlijnen van het RIVM, hoe erop wordt toegezien dat deze worden nageleefd en welke maatregelen er zijn om de veiligheid te garanderen en verdere verspreiding van het virus te voorkomen? Zij vragen welk risico vreemdelingen, medewerkers en advocaten lopen en of het juist is dat het medewerkers en advocaten niet is toegestaan beschermingsmiddelen te dragen teneinde onrust te voorkomen?
Het RIVM heeft een aantal richtlijnen opgesteld met het oog op het vermijden van besmetting tussen mensen. DJI heeft bij het opstellen van de maatregelen die binnen de inrichting zijn genomen, maximaal acht geslagen op deze adviezen. De vreemdelingen worden daarover ook geïnformeerd na binnenkomst in de inrichting.
De Minister voor Rechtsbescherming heeft reeds maatregelen getroffen voor het gevangeniswezen, forensische zorg en justitiële jeugdinrichtingen die daarmee ook gelden voor de detentiecentra voor vreemdelingenbewaring. Onderdeel daarvan is het beperken van de grootte van de groepen met wie contact onderhouden wordt. Op basis van de adviezen van het RIVM is het regime voor ingeslotenen iets aangepast waar het gaat om het ontplooien van activiteiten in groepsverband. De ingeslotenen hebben een beperkt dagprogramma tussen 07.15 en 16.00 uur. De afdelingen zijn opengesteld met een halve bezetting. Dit betekent dat er maximaal 32 ingeslotenen op een afdeling verblijven. Ingeslotenen verblijven nog steeds met twee personen op een cel. Volgens de medische dienst is dit mogelijk en bestaat hier geen contra-indicatie voor.
Voor wat betreft het ontvangen van bezoek geldt dat momenteel wordt ingeregeld dat bezoek kan plaatsvinden door middel van Skype-momenten. Deze Skype-momenten zullen plaatsvinden op de reguliere bezoekmomenten. Bezoek dat noodzakelijk is in het kader van de rechtsgang, zoals bezoek van een advocaat kan doorgaan, als deze er niet voor kiezen om via telefoon of Skype met hun cliënten te spreken.
Indien er een aanwijzing is dat een ingeslotene besmet is met het virus, kan hij op een reguliere cel geïsoleerd en verpleegd worden, vergelijkbaar met thuisisolatie. Uiteraard is bij ernstiger ziekte verschijnselen opname in het ziekenhuis geïndiceerd. De kwaliteit van de zorg in de PI is vergelijkbaar met die in de vrije maatschappij. Op 7 april waren er geen vreemdelingen in vreemdelingenbewaring voor wie preventieve maatregelen genomen hoefde te worden in verband met een (mogelijke) besmetting.
De leden van de SP-fractie vragen voorts wat mijn reactie is op de oproep van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten van de Raad van Europa om gedurende de coronacrisis de vreemdelingendetentie op te heffen?
Voor een algehele beëindiging van de bewaringsmaatregelen, zoals door de Hoge Commissaris van de Mensenrechten en sommige NGO’s is voorgesteld, zie ik nu geen aanleiding. Wel geldt dat bewaringen, na een individuele belangenafweging, in voorkomende gevallen worden opgeheven, waardoor er sprake is van een afname van het aantal in bewaring gestelde vreemdelingen. Ter illustratie kan op de caseload van de DT&V worden gewezen: op 2 april 2020 bevonden er zich nog circa 310 vreemdelingen in de bewaringscaseload van DT&V, terwijl op 31 januari 2020 er zich nog circa 460 vreemdelingen in de bewaringscaseload van DT&V bevonden.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de mensen die momenteel in vreemdelingendetentie zitten. Asielzoekers kunnen in vreemdelingendetentie worden geplaatst als uitzicht bestaat op uitzetting. Het is nadrukkelijk geen strafrechtelijke vorm van detentie. Nu uitzettingen de facto onmogelijk zijn vanwege de coronacrisis, nemen deze leden aan dat alle personen waarvoor uitzicht op uitzetting was aangenomen, inmiddels in vrijheid zijn gesteld. Mediaberichten lijken hier ook op te duiden, maar graag krijgen deze leden een bevestiging (https://nos.nl/artikel/2328839-vreemdelingen-vrijgelaten-uit-detentie-vanwege-coronacrisis.html). In deze mediaberichten wordt echter ook gemeld dat momenteel nog 330 personen in vreemdelingendetentie zitten. Zij hebben daarbij de volgende vragen. Kunt u motiveren op welke juridische basis deze mensen worden vastgehouden, nu zicht op uitzetting op de korte termijn ontbreekt? De aan het woord zijnde leden vragen u een appreciatie te geven van de oproep van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa om mensen die nu vastzitten in vreemdelingendetentie vrij te laten gedurende de coronacrisis (https://www.coe.int/en/web/commissioner/-/commissioner-calls-for-release-of-immigration-detainees-while-covid-19-crisis-continues).
Met betrekking tot het terugkeerproces zal duidelijk zijn dat er op dit moment in veel gevallen een tijdelijk beletsel voor de terugkeer bestaat hetzij doordat er geen bruikbare verbinding met het land van herkomst is, hetzij door maatregelen die in het land van herkomst zijn getroffen met betrekking tot grenspassage. Dat neemt niet weg dat de DT&V onverminderd werkt aan en ondersteunt bij de terugkeer waar dat mogelijk is. Ook in gevallen waarin de terugkeer tijdelijk feitelijk niet mogelijk is, kan de DT&V doorwerken aan het onderzoek naar de identiteit en nationaliteit en het verkrijgen van de voor de terugkeer noodzakelijke documenten, zodat de terugkeer ter hand kan worden genomen zodra zich een mogelijkheid voordoet. Er is dus geen reden voor de conclusie dat uitzetting onmogelijk is geworden.
Vreemdelingenbewaring op grond van de Terugkeerrichtlijn kan voortduren als er zicht is op verwijdering binnen een redelijke termijn. Daarbij is van belang dat de vraag wat een redelijke termijn is, moet worden bezien tegen de achtergrond van de totale duur die de vreemdelingenbewaring kan hebben. De maximale duur is in beginsel zes maanden, maar kan onder omstandigheden worden verlengd tot maximaal achttien maanden. Een tijdelijk beletsel voor de verwijdering maakt niet dat het zicht op uitzetting ontbreekt. Telkens wordt aan de hand van de individuele merites van het geval afgewogen in hoeverre oplegging of voortduring van de bewaring in redelijkheid nog gerechtvaardigd is. In deze individuele afweging wordt rekening gehouden met de huidige uitzettingsbeletselen, maar ook met het maatschappelijk belang om de bewaring te continueren. Voor vreemdelingen met zware criminele antecedenten of overlastgevers is er bijvoorbeeld een zwaarwegend maatschappelijk belang om de bewaring op te leggen of te continueren. Verder zullen bewaringen van vreemdelingen die nog niet beschikken over geldige reisdocumenten in beginsel langer kunnen voortduren dan de bewaringen van vreemdelingen met geldige reisdocumenten. Vanwege het ontbreken van reisdocumenten is in die zaken de effectuering van het vertrek hoe dan ook nog niet aan de orde3. De vreemdeling kan de voortduring van de bewaring aan de rechter voorleggen.
Voor een algehele beëindiging van de bewaringsmaatregelen, zoals door de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa en sommige NGO’s is voorgesteld, zie ik dan ook geen aanleiding. Wel geldt dat bewaringen, na een individuele belangenafweging, in voorkomende gevallen worden opgeheven, waardoor er sprake is van een afname van het aantal in bewaring gestelde vreemdelingen. Ter illustratie kan op de caseload van de DT&V worden gewezen: op 2 april 2020 bevonden er zich nog circa 310 vreemdelingen in de bewaringscaseload van DT&V, terwijl op 31 januari 2020 er zich nog circa 460 vreemdelingen in de bewaringscaseload van DT&V bevonden.
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat ondanks dat er op dit moment geen zicht op uitzetting is, vreemdelingen toch in vreemdelingendetentie blijven. Waaruit bestaat nog de juridische titel om vreemdelingendetentie te handhaven?
Vreemdelingenbewaring op grond van de Terugkeerrichtlijn kan voortduren als er zicht is op verwijdering binnen een redelijke termijn. Daarbij is van belang dat de vraag wat een redelijke termijn is, moet worden bezien tegen de achtergrond van de totale duur die de vreemdelingenbewaring kan hebben. De maximale duur is in beginsel zes maanden, maar kan onder omstandigheden worden verlengd tot maximaal achttien maanden. Een tijdelijk beletsel voor de verwijdering maakt niet dat het zicht op uitzetting ontbreekt. Telkens wordt aan de hand van de individuele merites van het geval afgewogen in hoeverre oplegging of voortduring van de bewaring in redelijkheid nog gerechtvaardigd is. In deze individuele afweging wordt rekening gehouden met de huidige uitzettingsbeletselen, maar ook met het maatschappelijk belang om de bewaring te continueren. Voor vreemdelingen met zware criminele antecedenten of overlastgevers is er bijvoorbeeld een zwaarwegend maatschappelijk belang om de bewaring op te leggen of te continueren. Verder zullen bewaringen van vreemdelingen die nog niet beschikken over geldige reisdocumenten in beginsel langer kunnen voortduren dan de bewaringen van vreemdelingen met geldige reisdocumenten. Vanwege het ontbreken van reisdocumenten is in die zaken de effectuering van het vertrek hoe dan ook nog niet aan de orde. De vreemdeling kan de voortduring van de bewaring aan de rechter voorleggen.
Daarnaast vragen de aan het woord zijnde leden of om praktische redenen niet voor andere oplossingen dan detentie kan worden gekozen. Het blijkt immers dat er sprake is van onderbezetting van personeel voor de vreemdelingendetentie, gedetineerden geen bezoek meer mogen ontvangen en dagprogramma’s worden aangepast. Daar waar de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) voor strafrechtelijk gedetineerden maatregelen heeft genomen die inhouden dat een aantal van die gedetineerden tijdelijk vrij komen, wordt hier voor de nota bene op bestuursrechtelijke titel gedetineerde vreemdelingen niet voor gekozen, zo menen deze leden. Acht u het mogelijk dat de vreemdelingen die een verblijfsadres hebben tijdelijk in vrijheid worden gesteld en wellicht op een andere wijze in beeld kunnen blijven zo vragen de leden mij.
Voor een algehele beëindiging van de bewaringsmaatregelen, zie ik geen aanleiding om de reden zoals hiervoor gegeven. Indien in het individuele geval een minder bezwarende maatregel effectief kan worden opgelegd ben ik gehouden die maatregen toe te passen, ook buiten de context die thans in samenhang met de corona maatregelen aan de orde is. Bewaring is immers het ultimum remedium.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen over enkele honderden mensen die zich op dit moment in vreemdelingendetentie bevinden. Zij vragen op basis van welke juridische gronden deze mensen momenteel in vreemdelingendetentie gehouden worden, nu mensen niet uitgezet kunnen worden.
Vreemdelingenbewaring op grond van de Terugkeerrichtlijn kan voortduren als er zicht is op verwijdering binnen een redelijke termijn. Daarbij is van belang dat de vraag wat een redelijke termijn is, moet worden bezien tegen de achtergrond van de totale duur die de vreemdelingenbewaring kan hebben. De maximale duur is in beginsel zes maanden, maar kan onder omstandigheden worden verlengd tot maximaal achttien maanden. Een tijdelijk beletsel voor de verwijdering maakt niet dat het zicht op uitzetting ontbreekt. Telkens wordt aan de hand van de individuele merites van het geval afgewogen in hoeverre oplegging of voortduring van de bewaring in redelijkheid nog gerechtvaardigd is. In deze individuele afweging wordt rekening gehouden met de huidige uitzettingsbeletselen, maar ook met het maatschappelijk belang om de bewaring te continueren. Voor vreemdelingen met zware criminele antecedenten of overlastgevers is er bijvoorbeeld een zwaarwegend maatschappelijk belang om de bewaring op te leggen of te continueren. Verder zullen bewaringen van vreemdelingen die nog niet beschikken over geldige reisdocumenten in beginsel langer kunnen voortduren dan de bewaringen van vreemdelingen met geldige reisdocumenten. Vanwege het ontbreken van reisdocumenten is in die zaken de effectuering van het vertrek hoe dan ook nog niet aan de orde. De vreemdeling kan de voortduring van de bewaring aan de rechter voorleggen.
Grensdetentie Schiphol
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat advocaten die hun cliënt willen bezoeken in het aanmeldcentrum Schiphol zou worden verboden mondkapjes te dragen tijdens contact met hun cliënt. Zij vragen mij aan te geven of dat bericht klopt en zo ja, waarom dat zo is. Verder vragen zij of ik bereid ben dat beleid te wijzigen en daarbij ook te kijken naar andere beschermingsmaatregelen, zoals handschoenen?
De inrichtingen van DJI zien zich geconfronteerd met een dilemma. DJI volgt de richtlijnen van het RIVM in het kader van het dragen van mondkapjes. Dit betekent dat binnen de inrichtingen bij de personeelsleden (m.u.v. zorgpersoneel) en gedetineerden het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (waaronder mondkapjes) niet wordt toegestaan.
Het meenemen en dragen van beschermingsmiddelen door bezoekers zal zeker onrust en verontwaardiging veroorzaken in de inrichting waar het voor justitiabelen en medewerkers niet is toegestaan persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Immers, DJI volgt de RIVM richtlijnen die een terughoudend gebruik adviseren van deze schaarse middelen
Het is richting het personeel en justitiabelen lastig uitlegbaar dat zij zonder de beschermende middelen met elkaar in contact staan terwijl een advocaat met een kortdurend contact moment in de gelegenheid wordt gesteld om zich, buiten de RIVM-richtlijnen om, met deze middelen in de inrichting te begeven. Het personeel of justitiabele kan en mag immers niet zijn eigen afweging maken of hij beschermende middelen gebruikt, al dan niet privé aangeschaft. Advocaten worden, conform de richtlijnen van het RIVM, in de gelegenheid gesteld om de afstand van 1,5 meter in acht te nemen en de handen te wassen. Indien het bovenstaande voor een advocaat niet voldoende waarborg biedt zijn er alternatieven om het noodzakelijke contact met de justitiabele veilig te realiseren:
– Telefonisch contact;
– Beeldbellen via Skype;
– Bezoek in een ruimte waarin de gesprekspartners ruime afstand van elkaar kunnen bewaren.
Ook nu er alternatieven beschikbaar zijn voor een onbelemmerde rechtshulpverlening, is DJI echter bereid per geval te overwegen om advocaten die daarop staan met beschermende middelen toegang tot de inrichting te verlenen. Daarbij moet worden opgemerkt dat de directeur van de inrichting verantwoordelijk is voor de orde, rust en veiligheid. Vanuit die verantwoordelijkheid kan hij ook alsdan besluiten dat, indien het dragen van een mondkapje door een advocaat tot zodanige onrust zal leiden dat de orde en veiligheid in het geding komen, toegang tot de cliënt op alternatieve wijze zoals hierboven geschetst kan geschieden.
Deze leden van de D66 fractie vragen mij in te gaan op de vraag of het klopt dat mensen die zich op Schiphol melden niet worden getest op corona? Indien dit allemaal juist is, kunt u dan aangeven hoe dit ogenschijnlijke gebrek aan voorzorgmaatregelen zich verhoudt tot de vergaande afschermingsmaatregelen bij COA-locaties en het gegeven dat de IND de meeste contactmomenten heeft opgeschort, vragen deze leden. Ook vragen zij welke gezondheidsmaatregelen zijn getroffen op het aanmeldcentrum Schiphol en op basis van welk advies? Welke gevolgen heeft het eventuele gebrek aan testen voor mensen die op enig moment van het aanmeldcentrum worden overgebracht naar een opvanglocatie van het COA? Welke besmettingsrisico’s zijn hieraan verbonden?
Het RIVM heeft niet specifiek op de situatie in vreemdelingendetentie geadviseerd. Het RIVM heeft een aantal richtlijnen opgesteld met het oog op het vermijden van besmetting tussen mensen. DJI heeft bij het opstellen van de maatregelen die binnen de inrichting zijn genomen, maximaal acht geslagen op deze adviezen. De vreemdelingen worden daarover ook geïnformeerd na binnenkomst in de inrichting. De gesloten omstandigheden in de Penitentiaire inrichtingen in Nederland zijn naar hun aard echter afwijkend van de vrije maatschappij, en dat brengt mee dat de invulling van de richtlijnen daar op onderdelen af kan wijken. De Minister voor Rechtsbescherming heeft reeds maatregelen getroffen voor het gevangeniswezen, forensische zorg en justitiële jeugdinrichtingen die daarmee ook gelden voor de detentiecentra voor vreemdelingenbewaring. Een deel van deze maatregelen is ook genomen met het oog op het waarborgen van voldoende personele bezetting van DJI.
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat ik in de brief van 20 maart 2020 beschrijf dat mensen die aan de grens of op Schiphol aankomen en asiel aanvragen vanaf nu langer in grensdetentie worden geplaatst om incubatie van het coronavirus uit te kunnen sluiten. De IND blijft echter wel beslissingen nemen in grensprocedures, in tegenstelling tot in asielprocedures. Kunt u dit verschil toelichten, vragen de leden. Is het mogelijk grensprocedures goed uit te voeren binnen de kaders van de richtlijnen van het RIVM? Zo ja, waarom kan dit dan niet bij andere procedures? Ook vragen de leden of ik kan toelichten op welke wijze de toegang tot rechtshulp in de grensdetentie nu geborgd is en hoe de gedetineerde in staat wordt gesteld om zijn of haar verzoek met bewijs te onderbouwen, gelet op het feit dat de telefoon wordt afgenomen?
De leden van de SP-fractie vragen of ik kennis heb genomen van het interview met asieladvocaat Flip Schüller (Radio1, 27 maart, 07:10). Hij vraagt aandacht voor de situatie op Schiphol waar asielzoekers en uitgeprocedeerden in grensdetentie en vreemdelingenbewaring worden gehouden.
De afhandeling van de asielaanvraag in grensdetentie mag maximaal 28 dagen duren; dit is een wettelijke termijn en deze wordt uiteraard nog steeds gehanteerd. Conform de bestaande werkwijze wordt de grensdetentie opgeheven wanneer de conclusie wordt getrokken dat de aanvraag niet langer in de grensprocedure kan worden afgedaan. Hoewel de afweging is gemaakt om de asielprocedure in de meeste procedures stil te leggen omdat deze niet goed uitvoerbaar is gezien de beperkingen die nu gelden, wordt de behandeling van asielaanvragen aan de grens voortgezet omdat dit vanwege het grensbewakingsbelang een vitaal proces betreft waarvan het noodzakelijk wordt geacht dat dit doorgang vindt. De aantallen aanvragen die worden behandeld in de grensprocedure zijn relatief gering en maken dat ook met extra aandacht dit proces nog steeds op een verantwoorde wijze kan worden voortgezet. Wel is het zo dat de zogenaamde rust- en voorbereidingstijd, waarvan in regelgeving is bepaald dat deze minimaal zes dagen duurt, op dit moment langer duurt, ongeveer 17 dagen. De rust en voorbereidingstijd is dus niet verkort, maar juist verlengd. Deze aangepaste planning brengt mee dat op het moment dat de IND, maar ook de anderen, zoals de rechtshulpverlener of VluchtelingenWerk, de vreemdeling spreken, er meer beeld is bij diens algehele toestand, ook op medisch vlak.
Ook in de huidige situatie vind grensdetentie van (gezinnen met) minderjarige kinderen in de regel niet plaats.
In de volledige periode voorafgaand aan het besluit op de asielaanvraag, hebben rechtshulpverleners en VluchtelingenWerk Nederland (VWN) toegang tot de vreemdeling. Dit gaat om contact in persoon maar juist nu ook en bij voorkeur ook langs elektronische weg. Dat betekent dus dat zij toegang hebben voorafgaand aan het gehoor door de IND, en daarna, als de procedure wordt voortgezet in de grensprocedure. Daarbij kan uiteraard ook de procedure worden voorbereid. Het is gebruikelijk dat, wanneer de vreemdeling aangeeft bewijzen te hebben in zijn bagage/telefoon, de vreemdeling deze eigendommen onder begeleiding tijdelijk in ontvangst kan nemen om bewijzen te kunnen verzamelen. Begeleiding daarbij kan plaatsvinden door bijvoorbeeld VWN of de IND. Ook bij de afdeling waar de telefoon wordt opgehaald, is het mogelijk om te voldoen aan de richtlijnen van RIVM.
Als de IND tot de conclusie komt dat de asielaanvraag niet in de grensprocedure kan worden afgedaan wordt de vreemdeling in vrijheid gesteld en wordt de vreemdeling doorverwezen naar de procedure in Ter Apel. Dit betekent dat de vreemdeling in de noodonderdaklocatie onderdak kan krijgen. Als de IND de aanvraag afwijst, wordt de terugkeer ter hand genomen, waarbij de aanvoerende maatschappij in beginsel gehouden is de vreemdeling terug te voeren. Sinds 18 maart hebben minder dan 10 personen asiel aangevraagd aan de buitengrens.
Ten aanzien van de grensdetentie op Schiphol zouden de leden van de ChristenUnie-fractie willen weten waarom asielzoekers hun mobiele telefoon eigenlijk moeten inleveren tijdens de incubatieperiode. Wat is de reden van de verkorting van de voorbereidingstijd van zes tot drie dagen? Is een goede voorbereiding, voldoende rechtsbijstand en de mogelijkheid tot het verzamelen van bewijs nog gegarandeerd, zo vragen deze leden.
Van een formele incubatieperiode is geen sprake. Wel is het zo dat de zogenaamde rust- en voorbereidingstijd, waarvan in regelgeving is bepaald dat deze minimaal zes dagen duurt, op dit moment langer duurt, ongeveer 17 dagen. De rust en voorbereidingstijd is dus niet verkort, maar juist verlengd. Deze aangepaste planning brengt mee dat op het moment dat de IND, maar ook de anderen, zoals de rechtshulpverlener of VluchtelingenWerk, de vreemdeling spreken, er meer beeld is bij diens algehele toestand, ook op medisch vlak.
In de volledige periode voorafgaand aan het besluit op de asielaanvraag, hebben rechtshulpverleners en VluchtelingenWerk Nederland (VWN) toegang tot de vreemdeling. Dit gaat om contact in persoon maar juist nu ook en bij voorkeur ook langs elektronische weg. Dat betekent dus dat zij toegang hebben voorafgaand aan het gehoor door de IND, en daarna, als de procedure wordt voortgezet in de grensprocedure. Daarbij kan uiteraard ook de procedure worden voorbereid. Daarbij gelden in beginsel geen strengere of afwijkende regels. Het is gebruikelijk dat, wanneer de vreemdeling aangeeft bewijzen te hebben in zijn bagage/telefoon, de vreemdeling deze eigendommen onder begeleiding tijdelijk in ontvangst kan nemen om bewijzen te kunnen verzamelen. Begeleiding daarbij kan plaatsvinden door bijvoorbeeld VWN of de IND. Ook bij de afdeling waar de telefoon wordt opgehaald, is het mogelijk om te voldoen aan de richtlijnen van RIVM.
Dublinoverdrachten
De leden van de PVV-fractie vragen wat er gebeurt met de vreemdelingen die op grond van de Dublinverordening in een ander Europees land asiel hadden moeten aanvragen/of hebben aangevraagd maar waarvan de overdracht naar een andere EU-lidstaat op dit moment is opgeschort. Worden zij vastgezet tot het moment dat de overdracht naar een andere EU-lidstaat kan worden geëffectueerd? Zo nee, hoeveel Dublinclaimanten heeft zijn er inmiddels vrijgelaten en waar zijn zij nu?
In de Kamerbrief van 20 maart jl. is uw Kamer geïnformeerd over de opschorting van alle in- en uitgaande Dublinoverdrachten4. Dublinclaimanten die in een opvanglocatie van het COA zitten in afwachting van hun overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat, behouden die opvang. Met het opschorten van de Dublinoverdrachten is er tijdelijk beperkt zicht op overdracht aan de verantwoordelijke Dublinlidstaat. Daarom wordt zeer terughoudend omgegaan met de mogelijkheid (nieuwe) bewaringsmaatregelen aan Dublinclaimanten op te leggen. Ten tijde van mijn besluit om Dublinoverdrachten op te schorten, zaten ongeveer 70 personen in bewaring in afwachting van de overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat. Ongeveer 50 daarvan zijn geplaatst in de COA-opvang, ongeveer 10 zijn doorverwezen naar de noodonderdaklocatie in Zoutkamp en ongeveer 10 maken geen aanspraak op COA-opvang of onderdak in de noodvoorziening. Het opheffen van bewaringsmaatregelen en de opschorting van Dublinoverdrachten, betekent echter nog niet dat deze overdrachten definitief geen doorgang zullen vinden. Wanneer een Dublinclaimant weer overgedragen kan worden, zal opnieuw ingezet worden op de overdracht. Wel kunnen in individuele zaken de, in de EU-Dublinverordening, neergelegde, uiterste overdrachtstermijn zijn verstreken. In de JBZ-raad van 13 maart jl. heb ik een verlenging van de uiterste overdrachtstermijn gesuggereerd gezien de uitzonderlijke omstandigheden. Mochten er op dit onderwerp door de Europese Commissie richtlijnen worden geformuleerd, zal ik die uiteraard betrekken bij de Nederlandse hervatting van het Dublinsysteem.
De leden van de D66-fractie krijgen de indruk dat veel EU-lidstaten met betrekking tot de uitvoering van de Dublinverordening individueel het besluit hebben genomen de feitelijke overdrachten van asielzoekers tijdelijk op te schorten, zo ook Nederland. Voornoemde leden vinden het opvallend dat EU-lidstaten individuele besluiten nemen over een Europese verordening die invloed heeft op andere EU-lidstaten. Waarom worden er over maatregelen met betrekking tot Europese verordeningen op het terrein van asiel en migratie geen gezamenlijke besluiten genomen, zo vragen zij. Verder vragen ze mij of ik een inspanningsverplichting kan toezeggen in de toekomst zoveel mogelijk gezamenlijk besluiten te nemen als het gaat om Europese verordeningen waar alle EU-lidstaten zich aan hebben gecommitteerd, om zo de uitvoering van dit beleid zo effectief mogelijk te laten zijn?
Ik deel dit punt van zorg met de betreffende leden. In de JBZ-Raad van 13 maart jl. heb ik dan ook nadrukkelijk gevraagd om coördinatie door Europese Commissie in relatie tot de uitvoering van de Dublinverordening, dit ter voorkoming van unilateraal handelen. De Europese Commissie heeft deze coördinerende rol opgepakt en gezegd richtsnoeren op te stellen over de toepassing van de Dublinverordening tijdens de huidige, uitzonderlijke omstandigheden.
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat ik in mijn brief van 20 maart 2020 aankondig dat Nederland in ieder geval tot 6 april geen Dublinoverdrachten zal doen. Deze leden zijn benieuwd wat er tot het hervatten van de Dublinoverdrachten gebeurt met personen bij wie Nederland een Dublinclaim heeft geregistreerd. Worden zij in de opvang, de noodopvang in Groningen, Vreemdelingendetentie of op straat geplaatst?
Uitgangspunt is dat reisbewegingen vanuit het belang van de volksgezondheid, zo veel mogelijk dienen te worden beperkt. Dit betekent in principe dat vreemdelingen, waaronder ook Dublinclaimanten, de opvang waarvan zij thans gebruik maken, behouden. Vreemdelingen die in afwachting zijn van hun overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat en in een COA-locatie zitten, behouden dus die opvang. De Dublinclaimanten van wie de bewaringsmaatregel is opgeheven wegens gebrek aan concreet zicht op overdracht, zijn voor het overgrote deel opgevangen in COA-locaties. Omdat er momenteel door de opschorting van Dublinoverdrachten beperkt concreet zicht op overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat is, wordt zeer terughoudend omgegaan met het opleggen van nieuwe bewaringsmaatregelen aan Dublinclaimanten.
De Griekse eilanden
Een groot aantal fracties heeft vragen gesteld over de situatie op de Griekse eilanden, die zijn terug te vinden in onderdeel I van deze brief. Ik heb ervoor gekozen deze vragen hierna van een doorlopende beantwoording te voorzien.
Meerdere fracties hebben om een reactie gevraagd op de oproepen, van onder andere de oproep van Europese artsen onder de naam #SOSMoria en een brief van verschillende NGO´s om asielzoekers in de opvangkampen op de Griekse eilanden zo snel mogelijk in veiligheid te brengen. Het kabinet deelt de zorgen van deze organisaties en de fracties. Dat is ook de reden waarom het kabinet de situatie nauwlettend volgt en in verschillende contacten met Europese en Griekse partners aandacht vraagt voor het doorvoeren van adequate maatregelen. Het is de primaire verantwoordelijkheid van de Griekse autoriteiten om dergelijke maatregelen te treffen. Daarin verdient Griekenland wel steun van de Europese Commissie, de agentschappen en de lidstaten.
Dit geldt ook voor een mogelijke evacuatie van de opvangkampen op de Griekse eilanden. Griekenland is, net als andere Europese lidstaten, bezig om passende maatregelen te treffen in de strijd tegen het coronavirus. Hierbij zijn de opvangfaciliteiten op de Griekse eilanden een aandachtspunt. De Griekse autoriteiten hebben specifieke maatregelen getroffen om de kans op een uitbraak aldaar te verkleinen. Zo worden nieuwe aankomsten niet toegelaten tot de hotspots; zijn asielprocedures, registratie en beroep tijdelijk opgeschort; is er actieve bewustwording en informatievoorziening aan migranten en vluchtelingen; zijn gezamenlijke ruimtes gesloten en worden activiteiten tijdelijk gestaakt, is er een avondklok ingesteld en zijn er speciale medische eenheden opgezet.
Daarnaast is het de praktijk dat kwetsbare migranten, waaronder alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s), van de Griekse eilanden worden overgebracht naar het Griekse vasteland. Het kabinet vraagt hier geregeld specifiek aandacht voor bij zowel Griekse partners als bij vertegenwoordigers van de Europese Commissie, cf. de motie Voordewind. Dit jaar zijn meer migranten en vluchtelingen overgeplaatst naar het vasteland dan aangekomen op de Griekse eilanden. In de eerste drie maanden werden 10.800 kwetsbare migranten en vluchtelingen overgeplaatst naar het vasteland, waarvan 4.300 in maart jl. Ondanks het grote aantal transfers van migranten van de Griekse eilanden naar het vasteland dit jaar, blijven de omstandigheden op de Griekse eilanden penibel. Mede daarom zet Nederland in op het doorvoeren van structurele verbeteringen op het gebied van terugkeer, opvang en asiel om de druk op de eilanden te ontlasten en de situatie te verbeteren.
De situatie blijft, zeker ook in relatie tot COVID-19, kwetsbaar, in het bijzonder vanwege het gebrek aan gezondheidszorg en ondermaatse sanitaire voorzieningen en hygiëne in de overvolle opvanglocaties. De Europese Commissie, UNHCR, IOM en andere hulporganisaties ondersteunen waar mogelijk om o.a. de gezondheidszorg te versterken en preventie te bevorderen middels informatie in de eigen taal van migranten. Indien een migrant in de opvangfaciliteiten positief wordt getest, wordt de patiënt overgeplaatst naar het lokale ziekenhuis, en wordt haar of zijn directe omgeving in quarantaine geplaatst. De capaciteit van de ziekenhuizen op de eilanden is een punt van zorg.
Daarnaast werken de Europese Commissie en de Griekse autoriteiten samen aan een noodplan om de risico’s op een COVID-19 uitbraak zo veel mogelijk te verkleinen in de opvanglocaties op de Griekse eilanden. Daarbij werkt de Europese Commissie samen met UNCHR om zo veel mogelijk hotels en kamers beschikbaar te stellen voor de verplaatsing van kwetsbaren, waaronder alleenstaande minderjarige vreemdelingen in de kampen, met het oog op COVID-19.
In reactie op de vragen van GroenLinks over het leveren van hygiënische producten stelt het kabinet het volgende. In geval van calamiteiten kunnen lidstaten gebruik maken van Europese crisismechanismen, waarmee om acute in-kind assistentie kan worden verzocht. Zo hebben lidstaten naar aanleiding van de verhoogde instroom eerder dit jaar Griekenland meer dan 90.000 hulpstukken aangeboden. In dit kader heeft Nederland maart jl. 71 generatoren, 4.300 kussens, 6 tenten en 1.900 nooddekens ter beschikking gesteld aan Griekenland. Via dit mechanisme kan Griekenland ook om steun vragen in relatie tot COVID-19. Dit is tot op heden niet gebeurd. Wanneer een dergelijk verzoek van de Griekse autoriteiten of andere EU-lidstaten wordt ontvangen, maakt het kabinet een realistische afweging mede gelet op de nationale noden. Wanneer het een verzoek om steun van buiten de EU betreft, dient het besluit bovendien in lijn te zijn met Europese verordening 2020/402. Ook heeft de Europese Commissie het voorstel gedaan om in de strijd tegen de gevolgen van COVID-19 het Emergency Support Instrument te activeren, waar alle EU–lidstaten gebruik van zullen kunnen maken om maatregelen te financieren.
Daarnaast heeft de Europese Commissie op 4 maart jl. een actieplan voor Griekenland aangekondigd naar aanleiding van de recente ontwikkelingen aan de Grieks-Turkse grens. Dit actieplan wordt ook ingezet om de situatie in Griekenland structureel te verbeteren. Hiermee heeft de EU gezamenlijke verantwoordelijkheid getoond met betrekking tot de aanhoudende migratiedruk aan de EU buitengrenzen. Het actieplan bestaat uit twee zogenaamde Rapid
Border Intervention operaties door Frontex, een nieuw Frontex terugkeerprogramma om vrijwillige terugkeer naar landen van herkomst vanuit Griekenland te bespoedigen, EUR 700 miljoen euro aan financiële ondersteuning aan Griekenland voor migratie- en grensmanagement, inzet van 160 experts in Griekenland onder EASO-vlag en ondersteuning via het EU civiel beschermingsmechanisme. De eerste EUR 350 miljoen heeft de Europese Commissie direct beschikbaar gesteld om grens- en migratiemanagement aan te pakken. Voor de direct beschikbare EUR 350 miljoen wordt gekeken naar het vergroten van opvangcapaciteit, vrijwillige terugkeer en de infrastructuur die nodig is voor «screening procedures» voor gezondheid en veiligheid. De Europese Commissie heeft voor de additionele EUR 350 miljoen op 27 maart jl. een voorstel gedaan.5 Uw Kamer is separaat over dit voorstel en de Nederlandse appreciatie hieromtrent geïnformeerd.6 Het voorstel van de additionele EUR 350 miljoen ziet op de bouw van vijf nieuwe opvang- en identificatiecentra op de Griekse eilanden in 2020, het bevorderen van vrijwillige terugkeer en re-integratie van migranten en vluchtelingen en voor diensten en noodhulpmiddelen in de nieuwe opvangfaciliteiten (waaronder transport en voedsel), additionele staf voor medische teams en aanvullende steun voor de Griekse asieldienst (RIS) en grensbeheer, waaronder kosten m.b.t. de inzet van personeel, operationele kosten en de aanschaf van benodigde apparatuur. Daarnaast wordt het budget voor Frontex met EUR 10 miljoen euro verhoogd ter ondersteuning van de coördinatie van een terugkeerprogramma voor migranten die geen verblijfsrecht hebben in Griekenland. Het kabinet heeft met betrekking tot het voorstel omtrent de additionele EUR 350 miljoen aangegeven dat een substantieel deel moet worden benut om de (opvang)omstandigheden van amv´s te verbeteren, cf. motie Voordewind. Daarnaast is het van belang dat de financiering wordt ingezet voor de versterking van de gezondheidszorg in de opvanglocaties, mede gelet op de het risico op corona-uitbraken.
Ten slotte wordt het budget voor het European Asylum Support Office (EASO) met 10 miljoen euro verhoogd voor de inzet van experts in Griekenland, waaronder hoor-en beslismedewerkers, beveiligers en tolken.
Het kabinet ondersteunt de Grieks autoriteiten doorlopend in zowel EU als bilateraal verband, waaronder ook via het EU actieplan voor Griekenland. Nederland draagt bij met vier experts aan de zgn. Rapid Border Intervention van Frontex, aan de landgrens. Daarnaast helpt Nederland om de meest acute humanitaire noden te verlichten, bijvoorbeeld door humanitaire organisaties in staat te stellen snel en flexibel te reageren in noodsituaties. Nederland verleent bijvoorbeeld ongeoormerkte steun aan diverse organisaties – zoals UNHCR – die een belangrijke rol spelen in de huidige humanitaire respons in Griekenland.
In reactie op de vragen van de PvdA daarover kan ik aangeven het oordeel van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking te delen. Het is van noodzakelijk belang dat adequate maatregelen worden genomen om de situatie te verbeteren in zowel de vluchtelingenkampen binnen de Europese Unie als daarbuiten.
Zo stelt de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking via het Nederlandse Rode Kruis (NRK) EUR 500.000 beschikbaar om het regionale appeal van de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maanvereniging (IFRC) te ondersteunen. Een deel van dit IFRC-plan betreft humanitaire activiteiten in Griekenland, waaronder in en rondom de opvangfaciliteiten op de eilanden. Dit zal onder meer ingezet worden om de acute noden op het gebied van water- en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en bescherming te lenigen. De eerder genoemde hulpgoederen die Nederland beschikbaar heeft gesteld op verzoek van Griekenland, dragen hier ook aan bij. Daarnaast stelt Nederland per direct EUR 100 miljoen beschikbaar ten behoeve van het bestrijden van de COVID-19 pandemie in ontwikkelingslanden. Voor preventie, het lenigen van humanitaire behoeften en sociaaleconomische weerbaarheid en macro-economische stabiliteit.
Ten aanzien van de gevraagde informatie omtrent de mogelijke besmettingen op de Griekse eilanden, kan het kabinet uw Kamer als volgt informeren. Voor zover bij het kabinet bekend zijn tot 8 april 2020 geen migranten in de opvangkampen op de Griekse eilanden positief getest op COVID-19. Vooralsnog zijn acht inwoners van het eiland Lesbos en één inwoner op Chios, één op Kos, en één op Samos positief getest op COVID-19, dit betreffen geen migranten.
Op 1 april is bekend geworden dat op het vaste land een vrouw in het kamp Ritsona (75 km van Athene) besmet is met COVID-19. In het kamp zijn momenteel 23 mensen positief getest op COVID-19. Geen van deze 23 migranten vertoont symptomen, en allen zijn in quarantaine geplaatst. De komende dagen zullen meer mensen in Ritsona worden getest. Daarnaast werd op 5 april jl. bekend dat een man van 53, dat in kamp Malakasa verblijft – tevens op het vaste land – het virus heeft opgelopen. Dezelfde test- en quarantainemaatregelen als in Ritsona zijn van kracht.
In reactie op vragen omtrent de mogelijke (ad hoc) herplaatsing van minderjarigen vanuit Griekenland herhaalt het kabinet het standpunt dat het hier geen voorstander van is. De inzet van het kabinet op het doorvoeren van structurele verbeteringen ten aanzien van de zorgwekkende situatie in Griekenland blijft ongewijzigd.
Specifiek met betrekking tot de verbetering van de situatie van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Griekenland roept het kabinet op om de (opvang)omstandigheden van deze kwetsbare groep te verbeteren. Zo is meermaals in EU verband door Nederland aangegeven dat een substantieel deel van de additionele steun van EUR 350 miljoen van het EU actieplan voor Griekenland hiervoor kan worden benut, cf. de motie Voordewind. Nederland blijft hiervoor aandacht vragen. Daarnaast is tijdens de afgelopen JBZ-Raad op 13 maart jl. door Nederland aan de Europese Commissie gevraagd om mogelijkheden te identificeren om de omstandigheden voor deze kwetsbare groep te verbeteren.7 Samen met UNHCR werkt de Europese Commissie er aan om te zorgen dat zo veel mogelijk hotels en kamers beschikbaar worden gesteld om kwetsbare asielzoekers, waaronder ook alleenstaande minderjarigen, over te brengen vanuit de opvangkampen. Dit specifiek met het oog op COVID-19.
Uiteraard is het zo dat alleenstaande minderjarigen tot de meest kwetsbare groep behoren. Zoals hierboven is aangegeven spant men zich in om te zorgen dat deze groep van de eilanden naar het vasteland wordt overgebracht.
De Europese Commissie heeft tevens aangegeven dat de EUR 700 miljoen financiering als onderdeel van het EU actieplan voor Griekenland kan worden ingezet voor het verbeteren van de gezondheidzorg en de situatie van kwetsbare migranten, waaronder amv’s.
Bij het kabinet is bekend dat momenteel een beperkt aantal lidstaten voornemens is om in verschillende mate bij te dragen aan het verzoek van Griekenland om alleenstaande minderjarigen te herplaatsen. Hierover zijn deze lidstaten separaat met de Europese Commissie en Griekenland in overleg. Zover het kabinet bekend is, heeft Luxemburg recent aangekondigd volgende week 12 minderjarigen te zullen herplaatsen. Duitsland heeft aangegeven 50 amv’s te zullen opnemen. Naar verluidt zijn de overige lidstaten in afwachting van actuele ontwikkelingen.
Tot slot is het kabinet is op de hoogte van het voorstel van enkele gemeentes en NIDOS om amv’s uit Griekenland op te nemen en ziet dit als een sympathiek gebaar. Dit blijft echter een besluit dat wordt genomen door het kabinet.
Met betrekking tot de vragen van ChristenUnie kan het kabinet melden dat de Europese Unie sinds 2.015 EUR 2,42 miljard beschikbaar heeft gesteld om de Griekse autoriteiten te ondersteunen op het terrein van migratie en de omstandigheden voor vluchtelingen en migranten in Griekenland te verbeteren. Dat gebeurt met name via internationale organisaties en NGO’s. Een deel van deze steun is ingezet om de opvangfaciliteiten te verbeteren op de eilanden en het vasteland. Er zijn specifieke projecten voor de eilanden, maar veel van deze projecten zijn regio-overstijgend. Het is daarom moeilijk te zeggen hoeveel geld specifiek voor de hotspots bestemd is. Op de website van de Europese Commissie is een overzicht van alle projecten te zien.8
Met betrekking tot de vragen van GroenLinks kan het kabinet melden dat gelet op de huidige omstandigheden met betrekking tot COVID-19 momenteel geen (vrijwillige) terugkeer vanuit Griekenland plaatsvindt. Er hebben dan ook nog geen personen gebruik gemaakt van de regeling. Wel is door de Europese Commissie in het voorstel over de financiering van de aanvullende EUR 350 mln. voorgesteld om EUR 10 miljoen beschikbaar te stellen voor vrijwillige terugkeer (AVVR), en EUR 10 miljoen aan Frontex ter ondersteuning van hun terugkeerprogramma. Met de steun van Frontex en het IOM zal een nieuwe regeling voor vrijwillige terugkeer worden gelanceerd die de Griekse autoriteiten zal steunen om de vrijwillige terugkeer te bevorderen van maximaal 5000 migranten die vóór 1 januari zijn aangekomen en momenteel op het eiland aanwezig zijn.
De Vietnamese kinderen
De leden van de SP-fractie constateren met grote zorg dat bijna alle Vietnamese kinderen uit de beschermde opvang met onbekende bestemming verdwijnen. Het onderzoek van het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel (EMM) bevestigt de signalen dat deze kinderen zeer waarschijnlijk slachtoffer worden van mensenhandel of mensensmokkel. Deze leden vragen mij te reageren op de brief van Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Herman Bolhaar, die het onbegrijpelijk vindt dat nieuwe maatregelen uitblijven aangezien de Nederlandse staat mede verantwoordelijk is voor deze kinderen?
In reactie op de vragen van de leden van de SP-fractie over het vertrek met onbekende bestemming van de Vietnamese kinderen, antwoord ik als volgt. Al sinds meerdere jaren zijn er zorgwekkende signalen over het vertrek met onbekende bestemming van Vietnamese amv’s uit de Nederlandse opvang. Dit heeft de afgelopen jaren ook al tot maatregelen geleid, zoals het standaard doorplaatsen van alle Vietnamese amv’s naar de beschermde opvang. Vorig jaar is het EMM gevraagd om nader onderzoek naar deze problematiek te doen. Doel van dit onderzoek was om een beter beeld te krijgen van de groep jongeren die vertrekt en hun reisbewegingen en om te bezien of de maatregelen die genomen zijn effectiever kunnen worden ingezet, dan wel of er aanleiding is tot het nemen van extra maatregelen.
Bij brief van 23 maart jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de onderzoeksresultaten en de verdere aanpak van deze problematiek. Uit het onderzoek van het EMM komen geen strafbare feiten m.b.t. mensenhandel in Nederland naar voren in relatie tot de vertrokken Vietnamese jongeren. Wel worden de vermoedens van mensensmokkel van deze groep bevestigd.
Verder blijkt uit het EMM onderzoek dat Vietnamese amv’s Nederland slechts als transitland zien en hier maar korte tijd verblijven op weg naar het Verenigd Koninkrijk. Dit beperkt de mogelijkheden die Nederland heeft om hier eigenstandig iets aan te doen. Een integrale benadering en samenwerking met andere lidstaten, derde landen en relevante EU- en internationale organisaties is noodzakelijk. Zoals uiteengezet in de brief van 23 maart, wordt hier door middel van verschillende maatregelen, op ingezet.
De aanpak van mensensmokkel is een kabinetsprioriteit en in de afgelopen jaren geïntensiveerd, onder meer door controles uit te voeren bij asielzoekerscentra en landsgrenzen. Bij deze controles zijn de Kmar en nationale politie alert op mogelijke signalen van mensensmokkel en kijken zij ook naar verdachte voertuigen die in de buurt van AZC’s rondrijden. Als er uit de informatie of controle blijkt dat er mogelijke sprake is van mensensmokkel dan wordt hiernaar nader onderzoek gedaan door de recherche. Dit heeft in de afgelopen periode reeds tot aanhoudingen op verdenking van mensensmokkel geleid. Ook in Europol verband werkt Nederland al nauw samen met andere lidstaten.
In het Europees samenwerkingsverband EMPACT THB, waar Nederland trekker van is, worden de mogelijkheden onderzocht van nadere samenwerking rondom mensenhandel en mensensmokkel met Vietnam. Ook vanuit de rijksoverheid worden mogelijkheden verkend om juist de internationale informatiepositie te verbeteren. Ondertussen wordt in Europa gewerkt aan het verbeteren van de registratiemogelijkheden in de vingerafdrukdatabase, onder andere met gezichtsherkenning en uitgebreidere personalia, zodat vermiste jongeren sneller kunnen worden opgespoord.
Verder zijn tussen COA, IND, DT&V, Nidos en de AVIM’s nieuwe werkafspraken gemaakt over wie wat moet doen als wordt geconstateerd dat een amv is vertrokken uit de opvang, waaronder de beschermde opvang. Hierdoor kan de politie de juiste vervolgstappen sneller nemen en kan eenduidiger gehandeld worden door de betrokken organisaties. Daarnaast is de AVIM’s verzocht te onderzoeken of het mogelijk is dat zij Vietnamese vreemdelingen die geen asielaanvraag indienen maar stellen minderjarig te zijn zo snel mogelijk schouwen op de dag van aankomst in ter Apel, opdat voorkomen wordt dat meerderjarigen ten onrechte in een opvangvorm voor minderjarigen worden geplaatst. Uit het onderzoek van het EMM blijkt namelijk dat er twijfels zijn over de opgegeven leeftijd en identiteit bij een gedeelte van de Vietnamese groep en dat bovendien een deel van deze groep geen asiel aanvraagt.
Consulaire dienstverlening en visa
De leden van de D66-fractie vragen of het klopt dat ambassades tijdelijk zijn gestopt met alle dienstverlening voor bijvoorbeeld nareizigers of voor het verstrekken van een machtiging tot voorlopig verblijf en welke opties kunnen er verkend worden om deze mensen toch op een bepaalde manier van dienst te zijn? Ook vragen zij hoe wordt omgegaan met het aflopen van visa van mensen die zich nu in Nederland bevinden en moeilijk terug kunnen naar hun herkomstland, bijvoorbeeld vanwege gesloten grenzen of vanwege de slechte gezondheidssituatie aldaar?
Om te garanderen dat kritische consulaire processen doorgang kunnen blijven vinden, heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken besloten om per 18 maart alle reguliere consulaire dienstverlening tijdelijk af te schalen. Deze periode loopt vooralsnog tot en met 28 april. De aanvragen van nareizigers met een positieve beschikking van de IND die zich tot en met 17 maart bij een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging hebben gemeld om biometrie af te staan, worden in principe nog wel afgehandeld. Dat wil zeggen dat deze nareizigers zich nog tot de diplomatieke vertegenwoordiging kunnen wenden en aan hen – waar de lokale omstandigheden het toelaten – de mvv nog kan worden verstrekt. Om eventuele overige onzekerheden te voorkomen, is de ophaaltermijn voor de mvv nareis vooralsnog verlengd van 3 naar 6 maanden. Verdere consulaire bijstand wordt ook in normale omstandigheden niet geboden aan deze gezinsleden.
Vreemdelingen die met een visum kort verblijf in Nederland verblijven en het land niet kunnen verlaten, dienen in eerste instantie hun visum te verlengen. Momenteel kunnen zij telefonisch de verlenging aanvragen. De verlenging is alleen geldig in Nederland en wordt in het Visum Informatie Systeem (VIS) geregistreerd. Ook zal minder streng gehandhaafd worden op vreemdelingen die na de geldigheidsduur van hun visum in Nederland hebben verbleven. Indien zij kunnen aantonen dat dit gerelateerd is aan reisbeperkingen door toedoen van Corona-maatregelen, zal de «overstay» geen gevolgen voor hen hebben. Wel wordt van alle vreemdelingen die Nederland wel kunnen verlaten, verwacht dat zij dit doen.
Vrijwilligerswerk
De leden van de D66-fractie vragen of ik heb kennisgenomen van het bericht «Arts Feisal Abou uit Syrië: «Ik wil de pijn van coronapatiënten verlichten'» en het bericht «Asiel bestrijden corona in ter Apel: Mensen steken duimpjes omhoog»? Kunt u deze berichten bevestigen? Zij vragen welke mogelijkheden ik nog meer zie voor asielzoekers in de opvang van het COA die zich nuttig willen inzetten tijdens de coronacrisis?
Ja, ik ben bekend met deze berichten, waarbij bijvoorbeeld bewoners in Ter Apel bij supermarkten vrijwillig karretjes desinfecteren. Ook elders in het land zijn er dergelijke acties door bewoners. Het COA ondersteunt initiatieven van bewoners om bij te dragen aan de aanpak van het coronavirus. Gelet op de extra behoefte aan medisch/zorg-personeel heeft het COA een inventarisatie gedaan onder vergunninghoudende bewoners op azc´s die werkervaring hebben in deze sector. Dit initiatief, genaamd «Handen voor de zorg», heeft al tientallen potentiële kandidaten opgeleverd. Het COA levert hun gegevens, met hun instemming, aan bij www.extrahandenindezorg.nl, waarna contact met de betreffende bewoners wordt opgenomen en een screening plaatsvindt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-19637-2601.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.