19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2581 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2020

Tijdens het algemeen overleg over het vreemdelingen- en asielbeleid van 4 juli 2019 (Kamerstuk 19 637, nr. 2529) heb ik uw Kamer toegezegd dat ik zou kijken in hoeverre het mogelijk is om met beperkte administratieve lasten cijfers op te vragen hoeveel intrekkingen van verblijfsvergunningen asiel op basis van openbare orde mogelijk waren, hoe vaak de IND dit heeft geprobeerd en dat ik uw Kamer zou informeren wat deze inspanning heeft opgeleverd. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Allereerst merk ik op dat wanneer de IND signalen of informatie binnenkrijgt die aanleiding kunnen zijn om een asielvergunning in te trekken, er onderzoek wordt verricht of de informatie of het signaal voldoende concreet en zwaarwegend is. De IND beoordeelt vervolgens of in het licht van alle relevante aspecten van de zaak tot intrekking kan worden overgegaan. Waar de IND op grond van de wet- en regelgeving en jurisprudentie tot het oordeel komt dat een asielvergunning kan worden ingetrokken, wordt deze daadwerkelijk ingetrokken. Openbare-ordezaken krijgen hierbij prioriteit.1

Zoals ook uit het onderzoek van de Commissie de Leeuw blijkt, is het door het geheel van rechtsregels en jurisprudentie waaraan de IND gehouden is soms lastig om asielvergunningen in te trekken. Weliswaar wordt bij ieder signaal een administratieve intrekkingsprocedure gestart, maar vaak moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan alle voorwaarden om tot intrekking te kunnen overgaan. Ook kan het zijn dat tijdens de intrekkingsprocedure informatie naar voren wordt gebracht op grond waarvan de intrekking achterwege dient te blijven.

De reden van intrekken van een verblijfsvergunning wordt in het systeem van de IND niet zodanig geregistreerd dat hierover automatisch op geaggregeerd niveau gerapporteerd kan worden. De IND onderzoekt in hoeverre dit in de toekomst mogelijk kan worden gemaakt. Voor de beantwoording van de vraag in hoeverre intrekkingsprocedures kunnen worden gerelateerd aan openbare-ordeaspecten, heeft de IND een handmatig onderzoek op de dossiers gedaan.2 De IND heeft deze vraag, in dit specifieke geval, kunnen beantwoorden met «beperkte administratieve lasten».

Het handmatige onderzoek heeft de volgende cijfers opgeleverd (afgerond op tientallen):

In 2016 zijn er circa 30 asielaanvragen afgewezen en 20 verblijfsvergunningen asiel ingetrokken op grond van openbare orde.

In 2017 zijn er circa 30 asielaanvragen afgewezen en circa 50 verblijfsvergunningen asiel ingetrokken op grond van openbare orde.

In 2018 zijn er circa 20 asielaanvragen afgewezen en circa 20 verblijfsvergunningen asiel ingetrokken op grond van openbare orde.

In 2019 (t/m juni 2019) zijn er circa 10 asielaanvragen afgewezen en circa 10 verblijfsvergunningen asiel ingetrokken op grond van openbare orde.

Tijdens de behandeling van de begroting voor 2020 heb ik toegezegd dat ik de mogelijke belemmeringen om tot intrekking van een verblijfsvergunning over te gaan, die de commissie-De Leeuw ook noemt, in kaart zal brengen en de Kamer hierover zal informeren. Ik verwacht u hierover in het eerste kwartaal van dit jaar te kunnen informeren.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Zie ook de Antwoorden van de Minister van Justitie en Veiligheid op de vragen van het lid Becker (VVD) over het bericht «Te weinig tijd, te veel moeite, te veel geld: IND stuurde criminelen niet weg», Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3277.

X Noot
2

Dit is bijvoorbeeld ook het geval waar het gaat om de cijfers in het incidentenoverzicht in de Rapportage Vreemdelingenketen, voor zover het om asielzoekers gaat.

Naar boven