Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2019
Tijdens het AO internationale misdrijven van 6 november 2019 is de toezegging gedaan
een Kamerbrief te verzenden die ingaat op enkele vragen die zijn gesteld over het
1F-beleid.
Het uitgangspunt van het 1F-beleid is dat Nederland geen vluchthaven wil zijn voor
personen die zich buiten Nederland schuldig hebben gemaakt aan ernstige internationale
misdrijven en straffeloosheid van plegers van internationale misdrijven wil tegen
gaan.
Indien sprake is van een 1F-tegenwerping, worden de gegevens gedeeld met het OM ten
behoeve van (eventuele) strafrechtelijke vervolging.
Project herbeoordelingen Syrische zaken
Tijdens de begrotingsbehandeling in 2017 heeft mijn voorganger uw Kamer toegezegd
de IND de opdracht te geven om, met het oog op het signaleren van potentiele oorlogsmisdadigers,
ingewilligde Syrische asielzaken opnieuw te beoordelen (Handelingen II 2016/17, nr. 29, item 9 en Handelingen II 2016/17, nr. 30, items 4, 7 en 12).
Het project is in het voorjaar 2018 van start gegaan en het project zal spoedig afgerond
worden. Om de onderzoeksmethode van deze herbeoordelingen niet prijs te geven, kan
er in dit stadium geen verdere informatie gedeeld worden. Uw Kamer wordt in het voorjaar
van 2020 van de resultaten van de herbeoordeling op de hoogte gesteld.
3 EVRM beletsel
Indien artikel 1F is tegengeworpen en een vreemdeling niet gedwongen kan worden om
terug te keren naar het land van herkomst (3 EVRM beletsel), zal de Dienst Terugkeer
en Vertrek niet overgaan tot uitzetting naar het land van herkomst. De vreemdeling
heeft niettemin een zelfstandige vertrekplicht om Nederland te verlaten.
De Dienst Terugkeer en Vertrek voert gesprekken met 1F-ers die vanwege een artikel 3
EVRM beletsel niet uitgezet kunnen worden ten behoeve van zelfstandig
vertrek naar een derde land. Door de IND wordt regelmatig herbeoordeeld of er nog
sprake is van een artikel 3 EVRM beletsel voor terugkeer.
De DT&V gaat in individuele zaken na of er alternatieve vertrekmogelijkheden voorhanden
zijn. Aan de hand van dossierstudie wordt nagegaan of er aanknopingspunten zijn voor
andere landen, bijvoorbeeld een land van eerder verblijf, waarnaar de vreemdeling
kan terugkeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol