19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2374 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2018

Op 27 november 2017 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het besluit om gebruik te maken van de bemiddelingsprocedure waarin de Dublinverordening voorziet ten aanzien van het verschil in interpretatie van deze Verordening met Hongarije.1 Hierbij heb ik aangegeven dat Hongarije niet verplicht is het aanbod van een bemiddelingsprocedure te aanvaarden.

Bij deze informeer ik u over het feit dat Hongarije het aanbod van de bemiddelingsprocedure heeft afgeslagen. De bemiddelingsprocedure zal hierdoor niet van start gaan. De mogelijkheden waarin de Dublinverordening voorziet om dit interpretatieverschil op te lossen zijn hiermee uitgeput. Mijn inzet zal dan ook zijn om tijdens de onderhandelingen betreffende de herziening van de Dublinverordening dit punt te verduidelijken om in de toekomst dit interpretatieverschil te voorkomen.

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld2 draagt Nederland momenteel geen asielzoekers aan Hongarije in het kader van de Dublinverordening over vanwege een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State3 en vragen over de verenigbaarheid van nieuwe Hongaarse asielwetgeving met het Europees recht.

Nu het versturen van claims aan Hongarije geen enkel redelijk doel meer dient omdat Hongarije deze claims categorisch weigert en de bemiddelingsprocedure is afgesloten, heb ik besloten het verzenden van Dublinclaims aan Hongarije vooralsnog op te schorten.

Ten aanzien van Hongarije zal ik mij blijven inzetten voor een volledig werkend Dublinsysteem. Zo heb ik bij de Europese Commissie reeds melding gemaakt van deze problematiek, mede in het licht van de besprekingen over het Europese asielsysteem.

Voorts zal ik zowel op bilateraal als op Europees niveau het belang hiervan blijven benadrukken, teneinde Hongarije er toe te bewegen het Europees asielacquis volledig op te volgen zodat Dublinoverdrachten aan Hongarije weer mogelijk worden.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2355.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1806.

X Noot
3

Uitspraak van 26 november 2015, nr. 201507248/1 en 201507322/1.

Naar boven