Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2017
Hierbij informeer ik u over de uitbreiding van de nationale lijst van veilige landen
van herkomst. In deze vijfde tranche betreft het de landen Brazilië, Colombia, Cuba,
Honduras en Trinidad en Tobago. De beoordeling van deze landen treft u aan in bijlage
1 van deze brief1.
De beoordeling van Brazilië, Colombia, Cuba, Honduras en Trinidad en Tobago heeft
plaatsgevonden volgens dezelfde lijnen als uiteengezet in de brief van 9 februari
2016 (Kamerstuk 19 637, nr. 2123). Kernvraag is derhalve of kan worden aangetoond dat er algemeen gezien en op duurzame
wijze geen sprake is van vluchtelingrechtelijke vervolging, foltering of onmenselijke
behandeling in de zin van artikel 3 EVRM.
Op basis van deze beoordelingen kom ik tot de volgende conclusies:
-
– Brazilië kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst. In individuele zaken
dient bijzondere aandacht te worden geschonken aan LHBTI’s.
-
– Colombia kan niet worden aangemerkt als veilig land van herkomst.
-
– Cuba kan niet worden aangemerkt als veilig land van herkomst.
-
– Honduras kan niet worden aangemerkt als veilig land van herkomst.
-
– Trinidad en Tobago kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst, met uitzondering
ten aanzien van LHBTI’s.
Voor vreemdelingen uit landen die zijn aangemerkt als veilig land van herkomst, in
dit geval Brazilië en Trinidad en Tobago, geldt dat de asielaanvragen in spoor 2 (een
versnelde procedure) worden afgehandeld. Voor aanvragen van vreemdelingen uit de landen
die niet zijn aangemerkt als veilig land van herkomst, is de «normale» procedure van
toepassing, waarbij elke aanvraag individueel beoordeeld wordt. Aanvragen van vreemdelingen
uit deze landen kunnen nog steeds afgewezen worden, waarna deze vreemdelingen dienen
terug te keren naar het land van herkomst.
Op basis van deze beoordelingen zal ik door middel van een wijziging van Bijlage 13
van het Voorschrift Vreemdelingen de nationale lijst van veilige landen van herkomst
aanpassen. Deze zal in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
In mijn brief van 3 november 2015 heb ik aangegeven dat de lijst veilige landen van
herkomst een lijst is die op elk gewenst moment aangepast kan worden, bijvoorbeeld
wanneer zich ontwikkelingen voordoen ten aanzien van de mensenrechtensituatie in een
veilig land van herkomst (Kamerstuk 19 637, nr. 2076).
Ten aanzien van de aanmerking van Jamaica als veilig land van herkomst informeer ik
u nog over het volgende.
Op dit moment staat Jamaica op de lijst veilige landen van herkomst, waarbij verhoogde
aandacht dient te worden besteed aan LHBTI’s. Ten aanzien van Jamaica is geen ambtsbericht
voorhanden en wordt op dit moment ook niet voorzien. Uit de thans beschikbare informatie
blijkt echter dat de situatie in Jamaica in hoge mate vergelijkbaar is met die in
bijvoorbeeld Marokko, Senegal en Tunesië, ten aanzien waarvan LHBTI’s categoriaal
zijn uitgezonderd van het veiligelandenbeleid.
Zo blijkt uit het Human Rights rapport van het US State Department dat homoseksuele
handelingen in Jamaica verboden en strafbaar zijn. Deze wet wordt in de praktijk niet
wordt toegepast (tenzij er sprake is van aanranding of «child molestation»), maar
dit geeft wel een indicatie dat aangifte tegen discriminatie geen reële optie is.
Human Rights Watch beschrijft de situatie van LHBT’s in Jamaica als volgt: «They are
taunted; threatened; fired from their jobs, thrown out of their homes; beaten, stoned,
raped, and even killed.» De autoriteiten bieden LHBT’s geen adequate bescherming.
In 2014 heeft Newsweek Jamaica geplaatst in de top 12 van meest homofobe landen.2
Dit brengt mij tot de conclusie dat een beleidsmatig onderscheid tussen Jamaica enerzijds
en Marokko, Senegal en Tunesië anderzijds niet zinvol is. Daarom heb ik besloten het
beleid zodanig te wijzigen dat Jamaica wordt aangemerkt als veilig land van herkomst,
met uitzondering van LHBTI’s.
De landen die ter beoordeling overblijven zijn Bangladesh, Jordanië, Libanon en Nepal.
Die volgen in de tranche hierna.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
K.H.D.M. Dijkhoff