Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2015
Op 19 december jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de asielinstroom voor de maanden
oktober en november (Kamerstuk 19 637, nr. 1939). Conform mijn toezegging om uw Kamer voor het resterende deel van 2014 te informeren
over het aantal asielaanvragen (Kamerstuk 33 930 VI, nr. 10), bericht ik u over het aantal asielaanvragen voor de maand december en voor heel
20141. In de bijlage treft u de meest recente asylum trends aan2, die de IND maandelijks op haar website publiceert.3
De totale asielinstroom bestaat uit eerste asielaanvragen, opvolgende asielaanvragen
en nareizigers. De asielinstroom was in december ongeveer 2.300. Dit is iets hoger
dan de asielinstroom in november. Hiermee komt de totale asielinstroom in 2014 uit
op 30.020; een stijging van +75% ten opzichte van 2013 (17.190).
Het aantal eerste asielaanvragen dat in 2014 in Nederland werd ingediend bedroeg 23.970.
De meest voorkomende groepen waren Syriërs (9.480), Eritreërs (3.930) en staatlozen
(2.760), veelal Palestijnen die eveneens afkomstig zijn uit Syrië. Het aantal opvolgende
asielaanvragen daalde in 2014 met 23% ten opzichte van 2013 (van 2.790 naar 2.150).
De meest voorkomende nationaliteiten bij de opvolgende asielaanvragen waren in 2014
Irak (450) en Afghanistan (300).
Binnen drie maanden na verlening van een verblijfsvergunning asiel kunnen vergunninghouders
onder speciale voorwaarden een machtiging voorlopig verblijf (mvv) voor hun gezinsleden
aanvragen. Indien een mvv wordt verstrekt, krijgen deze gezinsleden na binnenkomst
in Nederland een afgeleide asielvergunning. In december zijn ongeveer 850 nareizende
gezinsleden Nederland binnen gereisd. De belangrijkste nationaliteit bij nareizigers
is Syrië.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven