19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1929 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2014

Bij motie van 13 november 2013 hebben de leden Maij (PvdA) en Azmani (VVD) (Kamerstuk 33 750 VI, nr. 49) mij verzocht om in overleg te treden met de Raad voor de rechtspraak en de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om, zonder het aantasten van de rechtsbescherming van vreemdelingen, te komen tot maatregelen die de doorlooptijden verkorten. De aanleiding voor de motie was de omstandigheid dat de doorlooptijden van vreemdelingenzaken in beroep en hoger beroep stegen.

Bij deze informeer ik u over de wijze waarop ik aan de motie uitvoering heb gegeven en over de uitkomsten van de gevoerde overleggen.

Ik heb het afgelopen jaar regelmatig met de Raad voor de rechtspraak en Raad van State gesproken over het bekorten van doorlooptijden. Ook heb ik een tweetal expertmeetings georganiseerd met de Raad voor de rechtspraak, de advocatuur en IND. In de gesprekken en expertmeetings hebben wij geconstateerd dat de doorlooptijden de afgelopen periode zijn afgenomen. Ook is gesproken over de mogelijke oorzaken van oplopende voorraden, de mate van beïnvloedbaarheid van deze oorzaken en zijn de mogelijke beheersmaatregelen verkend.

De oorzaken van oplopende doorlooptijden liggen onder meer in onvoorziene fluctuaties in de instroom van zaken. Ook hebben zaken die bijvoorbeeld wachten op beantwoording van prejudiciële vragen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie of richtinggevende uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, zaken waarin nader onderzoek nodig is en de omstandigheid dat een ingeplande zaak komt te vervallen wanneer een bestreden besluit vanwege nieuwe omstandigheden ingetrokken wordt, een negatief effect op de doorlooptijden. Dit zijn omstandigheden die moeilijk beïnvloedbaar zijn en waar niet of maar in zeer beperkte mate beheersmaatregelen tegen te treffen zijn.

De mogelijke maatregelen liggen met name in de sfeer van het tijdig signaleren van fluctuaties in de instroom en het tijdig informeren van de betrokken partijen. In het kader van het Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures zijn al maatregelen ingevoerd waardoor nieuwe informatie vroegtijdig wordt onderkend. Met de Raad voor de rechtspraak zijn en worden over het uitwisselen van informatie over fluctuaties in de instroom en wijze van afdoening teneinde de verschillende zaakstromen tijdig te kunnen onderkennen nadere afspraken gemaakt. Hoe tijdiger en hoe preciezer dat kan, hoe groter de invloed daarvan. Maar er zullen onvoorspelbare fluctuaties blijven voorkomen. Binnen de beïnvloedingssfeer liggen verder maatregelen die zien op het wegwerken van oude voorraden die flink op de gemiddelde doorlooptijden drukken, procesoptimalisatie en het zo efficiënt mogelijk gebruik maken van de zittingscapaciteit.

Op het wegwerken van de oude voorraden hebben de Raad voor de rechtspraak en de Raad van State de afgelopen maanden stevig ingezet, zodanig dat ze nagenoeg zijn weggewerkt. Dit heeft uiteindelijk (het afdoen van oude zaken leidt eerst tot een stijging van de doorlooptijd) een zeer positief effect op de doorlooptijden gehad. Zoals uit onderstaande tabel blijkt zijn deze de afgelopen periode afgenomen.

 

Eerste helft 2014 (weken):

Eerste helft 2013 (weken):

AA beroep

6

7

AA hoger beroep

10

23

VA beroep

27

33

VA hoger beroep

17

31

Regulier beroep

20

23

Regulier hoger beroep

19

32

Bron: Rapportage Vreemdelingenketen januari–juni 2014

In het kader van verdere procesoptimalisatie spraken wij ook over de lopende vernieuwingsprogramma’s van de rechtspraak genaamd «Kwaliteit en Innovatie rechtspraak» (KEI). Deze programma’s zien op procesinnovatie en de digitalisering. Ik heb de verwachting dat deze vernieuwingsprogramma’s zullen bijdragen aan verdere bekorting van de doorlooptijden in beroep.

De Raad voor de rechtspraak, IND en advocatuur spraken voorts af dat zij met elkaar in gesprek blijven over procesoptimalisaties die vooruitlopend op KEI al gerealiseerd kunnen worden.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven