19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1544 MOTIE VAN HET LID VAN NIEUWENHUIZEN-WIJBENGA

Voorgesteld 5 juni 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in jurisprudentie vastligt dat de omstandigheid dat vreemdelingen al lang in Nederland verblijven en zijn ingeburgerd, onvoldoende onderscheidend is om te leiden tot verblijfsaanvaarding;

overwegende dat deelname van uitgeprocedeerde vreemdelingen aan het maatschappelijk leven op zichzelf niet moet leiden tot het aanvaarden van het verblijf;

overwegende dat het gebruik van de discretionaire bevoegdheid terughoudend moet worden gebruikt en een streng en rechtvaardig asiel- en migratiebeleid van groot nationaal belang is;

overwegende dat het begrip «maatschappelijk belang» een zeer vaag begrip is;

overwegende dat een groter belang hieraan toekennen zal leiden tot uitholling van het terugkeerbeleid en er bovendien een aanzuigende werking van uit zal gaan;

verzoekt de regering, niet meer gewicht toe te kennen aan het maatschappelijk belang om tot verblijfsaanvaarding over te gaan dan tot nu toe het geval is geweest,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nieuwenhuizen-Wijbenga

Naar boven