19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1535 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2012

Tijdens het spoeddebat van 15 mei jl. (Handelingen II, 2011/2012, nr. 83) over het tentenkamp in Ter Apel heb ik uw Kamer toegezegd een nadere schriftelijke toelichting te geven over de mogelijkheden tot terugkeer naar Somalië. Met deze brief doe ik mijn toezegging gestand. De informatie in deze brief is eerder in diverse brieven1 aan uw Kamer verstrekt. Het betreft dus een samenvatting van die informatie.

De situatie in Somalië

Zoals ik u eerder bericht heb, is de situatie in met name Zuid- en Centraal-Somalië zorgelijk. Voor personen die afkomstig zijn uit deze delen van het land, wordt aangenomen dat zij bescherming behoeven indien zij zich niet kunnen handhaven onder de regels van Al-Shabaab. In dat geval kunnen zij in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b van de Vreemdelingenwet.

De situatie in de hoofdstad Mogadishu is daarbij dusdanig ernstig, dat deze wordt gekwalificeerd als een uitzonderlijke situatie van willekeurig geweld als bedoeld in artikel 15c van de EU-Kwalificatierichtlijn. Uw Kamer is hierover door mij geïnformeerd op 19 november 20102. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft in de zaak Sufi en Elmi versus het VK (uitspraak 28 juni 2011) bevestigd dat er in Mogadishu sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 15c. Dit heeft als gevolg dat een Somalische asielzoeker die zijn identiteit en zijn afkomst uit Mogadishu aannemelijk maakt, in beginsel in aanmerking kan komen voor een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 tenzij betrokkene een vestigingsalternatief heeft in Zuid- of Centraal-Somalië. Een vestigingsalternatief wordt, in overeenstemming met de al genoemde uitspraak Sufi en Elmi, aanwezig geacht indien:

  • de vreemdeling nauwe familiebanden heeft in het gebied waar hij naar toe terugkeert, waarbij de familie in staat moet zijn om hem bescherming te bieden; en

  • de vreemdeling recent in Somalië heeft verbleven en/of in staat kan worden geacht zich te gedragen conform de regels die Al-Shabaab oplegt.

Vluchtelingenkampen worden niet als vestigingsalternatief aangemerkt.

Voor de meest kwetsbare groepen, te weten alleenstaande vrouwen, alleenstaande minderjarigen en niet-Somali minderheden, wordt een vestigingsalternatief niet aanwezig geacht.

De situatie in Noord-Somalië is de afgelopen jaren relatief stabiel en veilig geweest. Voor asielzoekers afkomstig uit Noord-Somalië wordt dan ook geen bijzonder beleid gevoerd.

Reis- en terugkeermogelijkheden

– Zuid- en Centraal-Somalië

Omdat het internationale vliegveld aan de rand van Mogadishu ligt en daar geen situatie geldt als benoemd in artikel 15c, is het mogelijk om naar het vliegveld in Mogadishu te reizen en van daar uit over land door te reizen naar andere steden of regio’s in Somalië, als regio van herkomst of vestigingsalternatief. Diverse luchtvaartmaatschappijen onderhouden vluchten op de luchthaven van Mogadishu. Onlangs heeft zich Turkish Airlines daarbij gevoegd met een regelmatige verbinding en van deze mogelijkheden wordt ook in de praktijk gebruik gemaakt. Vreemdelingen afkomstig uit Zuid- en Centraal-Somalië die niet in aanmerking komen voor bescherming, kunnen daarom terugkeren via de internationale luchthaven van Mogadishu en verder reizen over land.

Vrijwillige terugkeer heeft de voorkeur, maar ook gedwongen terugkeer is mogelijk, uiteraard na een zorgvuldige individuele toets. In de praktijk keren Somalische vreemdelingen vrijwillig terug naar Somalië. Sinds 1 januari 2010 zijn ongeveer 15 Somaliërs vrijwillig teruggekeerd naar Somalië via de luchthaven van Mogadishu, vanwaar zij verder zijn gereisd naar een bestemming in Zuid- en Centraal-Somalië dan wel Noord-Somalië.

– Somaliland en Puntland (Noord-Somalië)

(Vrijwillige) terugkeer naar Noord-Somalië (Somaliland en Puntland) is mogelijk.

De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) faciliteert vrijwillige terugkeer naar Noord-Somalië. In 2010 en in 2012 zijn enkele vreemdelingen met IOM teruggekeerd naar Noord-Somalië.

Voor Somaliland geldt dat het zich onafhankelijk heeft verklaard en er sprake is van een de facto autoriteit. Deze de facto autoriteit werkt niet mee aan gedwongen terugkeer. Dit betekent dat er niet rechtstreeks uitgezet kan worden naar internationale luchthavens in Somaliland. Wel kan via de luchthaven van Mogadishu worden uitgezet naar Somaliland. De Temporary Transitional Government is de jure de overheid en accepteert gedwongen terugkeer van Somaliërs. Na aankomst op de luchthaven kan een Somalilandse vreemdeling zelfstandig doorreizen naar een luchthaven in Somaliland. Ten aanzien van de gedwongen terugkeer van vreemdelingen van Somalilandse origine via Mogadishu heb ik geoordeeld dat het op dit moment niet mogelijk is om te komen tot een wijze van gedwongen terugkeer naar Somaliland die ik verantwoord acht, omdat niet gegarandeerd kan worden dat de de facto autoriteiten de vreemdeling na gedwongen terugkeer toegang zullen geven en derhalve het risico bestaat dat deze vreemdeling wordt teruggezonden naar Mogadishu. Mijn inzet blijft gericht op het zoeken naar verantwoorde mogelijkheden voor gedwongen terugkeer naar Somaliland.

Voor gedwongen terugkeer naar Puntland geldt dat Puntland zich niet onafhankelijk heeft verklaard. Ik bezie op dit moment wat de betekenis daarvan is voor de mogelijkheid om gedwongen uitzetting via Mogadishu naar Puntland op verantwoorde wijze te laten plaatsvinden. Er is nog geen ervaring met uitzetten naar Puntland.

Ik heb in deze brief uiteengezet dat, na een zorgvuldige toets, zowel gedwongen als vrijwillige terugkeer mogelijk is naar Zuid- en Centraal-Somalië, alsmede vrijwillige terugkeer naar Noord-Somalië. Daarom is het opschorten van de terugkeer(verplichting) van asielzoekers die afkomstig zijn uit Zuid- en Centraal- of Noord-Somalië, of het verlenen van opvang of onderdak buiten de bestaande regelgeving, niet aan de orde.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers


X Noot
1

O.a. Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 19 637, nr. 1445 en Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel van Handelingen, nr 2489.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 556.

Naar boven