Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2011
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het niet verlengen van
het besluit- en vertrekmoratorium dat betrekking heeft op Ivoorkust.
Het betreffende besluit- en vertrekmoratorium trad in werking op
31 maart 2011 voor de duur van een half jaar.1 Aanleiding vormde de politieke crisis in Ivoorkust
die leidde tot een verslechtering van de veiligheidssituatie, in combinatie met
het feit dat er naar verwachting enige tijd onzekerheid zou blijven bestaan
over de situatie in Ivoorkust.
Op 29 september jl. heeft de minister van Buitenlandse Zaken een
thematisch ambtsbericht over de situatie in Ivoorkust uitgebracht. Met het oog
op een besluit over het al dan niet verlengen van het besluit- en
vertrekmoratorium voor asielzoekers uit Ivoorkust, werd in dit ambtsbericht met
name ingegaan op de veiligheidssituatie alsmede op de recente politieke
ontwikkelingen.
Uit het ambtsbericht bleek dat de veiligheidssituatie in
Ivoorkust met name vanaf mei 2011 langzaam is verbeterd. Vanaf half augustus
2011 hebben zich relatief weinig geweldsincidenten meer voorgedaan. Sinds half
september zijn veel militairen, die eerder het straatbeeld bepaalden, weer
gestationeerd in hun kazernes. De situatie in Ivoorkust is nog wel fragiel te
noemen. Teneinde de situatie verder te stabiliseren en het gevoel van
onveiligheid te verminderen voeren VN-militairen en VN-politie in het hele
land, samen met de Forces républicaines de Côte d’Ivoire (FRCI) en de
lokale politie patrouilles uit.
Vooral in het westen is de veiligheidssituatie op veel plaatsen
nog kwetsbaar. De VN-missie is mede met het oog daarop verlengd. In de periode
juli-september 2011 verbeterde de veiligheidssituatie ook in het westen en
keerden veel vluchtelingen en ontheemden terug.
Op grond van de informatie uit het ambtsbericht heb ik kunnen
concluderen dat er in Ivoorkust niet langer sprake is van een situatie die een
besluit- en vertrekmoratorium rechtvaardigt.
Het niet verlengen van het besluitmoratorium heeft tot gevolg dat
de individuele beslistermijnen niet meer worden verlengd. Daar waar onder het
besluitmoratorium de individuele beslistermijn is verlengd zal, conform het
systeem van de Vreemdelingenwet 2000, deze verlenging in stand blijven.
Dit laat onverlet dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst zo
spoedig mogelijk op de individuele zaken van asielzoekers uit Ivoorkust zal
beslissen. Als gevolg van de beëindiging van het vertrekmoratorium herleven de
opgeschorte rechtsgevolgen van de beschikking.
Het landgebonden beleid inzake Ivoorkust, zoals neergelegd in de
Vreemdelingencirculaire, zal in lijn met het bovenstaande worden
aangepast.
De minister voor
Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers