Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2011
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de eindrapportage aan van de Taskforce
Thuisgeven1.
Deze door het vorige kabinet ingestelde Taskforce, onder leiding van de heer Nijpels, heeft geadviseerd over de toewijzingsprocedure
voor de huisvesting van vergunninghouders. De Taskforce Thuisgeven heeft op 1 juli 2011 zijn werkzaamheden beëindigd. Met
mijn brief van 29 april 20112 zond ik u de tussenrapportage van de Taskforce toe.
De Taskforce constateert in zijn eindrapportage dat in het afgelopen jaar een gestage daling van de bezetting van vergunninghouders
in de Centrale opvang waarneembaar is. De eerder opgelopen achterstand van gemeenten in de huisvesting van vergunninghouders
wordt geleidelijk aan ingelopen. Gemiddeld blijven vergunninghouders daardoor minder lang in de opvang. Er is echter nog een
slag te maken voordat de achterstanden definitief zijn weggewerkt en de gemiddelde uitplaatsingstermijn tot het gewenste niveau
is teruggedrongen.
De Taskforce adviseerde in zijn tussenrapportage van januari dit jaar een nieuwe, efficiëntere toewijzingsprocedure in te
voeren. In zijn eindrapportage handhaaft de Taskforce dit advies: de verantwoordelijkheid voor de matching tussen woonruimte
en vergunninghouder wordt direct na vergunningverlening bij de gemeente gelegd in plaats van bij het COA. Dat zou gemeenten
eerder in staat stellen om op de komst van de nieuwe inwoner te anticiperen.
Met de voorgestelde werkwijze wordt momenteel in een pilot in drie gebieden ervaring opgedaan: in Friesland, Drenthe en de
provincie Utrecht (met uitzondering van de BRU-gemeenten). De pilot loopt tot het einde van dit jaar. Dan zal worden bezien
of de voorgestelde werkwijze in de praktijk efficiënter en effectiever is, en zo ja, op welke wijze de door de Taskforce voorgestelde
werkwijze landelijk kan worden ingevoerd.
Om de pilot goed te begeleiden en vervolgens te adviseren over wijzigingen in de procedure die de Taskforce heeft voorgesteld
is binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een projectgroep opgericht. Deze zal de lopende werkzaamheden
van de Taskforce ten aanzien van de gestarte pilot overnemen.
De Taskforce heeft in zijn eindrapport aanbevelingen opgenomen om een zo efficiënt mogelijk proces in te richten en aan te
sturen. Waar mogelijk worden deze aanbevelingen overgenomen. Deels zijn ze afhankelijk van het invoeren van de nieuwe, voorgestelde,
werkwijze en daarmee afhankelijk gesteld van de uitkomsten van de pilot.
Begin 2012 zal ik u verder informeren over de resultaten van de pilot en over de maatregelen die ik dan zal nemen met betrekking
tot de huisvesting van vergunninghouders.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers