19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1422 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S.

Voorgesteld 26 mei 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering vanwege de noodzaak tot aanpassing, de geïsoleerde positie en de inferieure status van vrouwen en meisjes in Afghanistan en de grote psychosociale druk die dit op verwesterde meisjes legt een specifiek beleid voor deze groep voert;

constaterende, dat de UNHCR meldt dat in Somalië meisjes en vrouwen in de door Al Shabaab beheerste gebieden moeten voldoen aan strenge kledingvoorschriften en gedragsregels, dat in Somalië scholen zijn aangevallen, dat vrouwenbesnijdenis een wijdverbreide gewoonte is, dat in landelijke gebieden meisjes al in hun twaalfde levensjaar worden uitgehuwelijkt en dat in Somalië de sharia actief wordt toegepast;

van mening, dat de noodzaak tot aanpassing, de geïsoleerde positie en de inferieure status van vrouwen en meisjes in Somalië net zo ernstig is als, zo niet ernstiger dan in Afghanistan;

verzoekt de regering ook voor Somalië, waar de sharia actief wordt toegepast, de psychosociale druk voor meisjes als gevolg van terugkeer, in welk kader tevens de verwestersing een rol speelt, onderdeel te maken van het landgebonden beleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Gesthuizen

Dibi

Naar boven