6 Begroting Defensie 2022

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022 ( 35925-X ).

De voorzitter:

Dan gaan we door met de behandeling van de begroting van Defensie.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De voorzitter:

We waren gebleven bij mevrouw Bromet van GroenLinks. Aan u het woord.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Als kind hield ik heel erg van schaken. Daar moest ik net even aan denken tijdens het debat. Want als er nou een begroting is waar je heel erg vooruit moet kijken, naast een heleboel dingen in de politiek, is het natuurlijk wel Defensie. Dat is ook een beetje het thema van mijn inbreng vandaag. Want het huidige kabinet produceerde een Defensievisie 2035, waarover het vandaag al eerder is gegaan, maar tegelijkertijd is er geen geld gereserveerd om deze visie in haar geheel uit te voeren en er zijn ook geen keuzes gemaakt, als je denkt: met een beperkt budget moeten we doen wat we kunnen doen. Er worden geen keuzes gemaakt die GroenLinks wel belangrijk vindt, en dan gaat het over specialisatie, wat al eerder vandaag aan de orde is geweest. Het heeft er alle schijn van dat bij Defensie de regel is, vooral niet te ver vooruit te kijken, niet verder vooruit te kijken dan strikt noodzakelijk is. Ik ga dit debat vandaag gebruiken om toch iets verder te kijken dan alleen maar naar de dag van morgen. Ik zag een berichtje van mijn voorganger op dit dossier die zei, naar aanleiding van wat hij las over dit debat: er is zo weinig veranderd. Dat herken ik bij heel veel debatten die we hier voeren, maar dat is niet de bedoeling, want daarvoor zijn we niet de politiek ingegaan.

Als het gaat over de kwestie van specialisatie van de krijgsmacht, noemde ik de motie al die vorig jaar is aangenomen om scenario's uit te werken en om te kijken waar je je dan als krijgsmacht op zou moeten specialiseren. De minister zegt dat hij de motie niet gaat uitvoeren, omdat het een gradueel proces is of zou moeten zijn en dat specialisatie in overleg met bondgenoten moet gebeuren. Maar dat ontkent GroenLinks ook helemaal niet. Dat graduele proces moet plaatsvinden, in overleg met bondgenoten, maar het moet wel een keer beginnen. Uitwerking van scenario's van opties die voor Nederland wel voor de hand liggen zou daarbij behulpzaam kunnen zijn, daarover zouden we het debat kunnen voeren. Wat wil Nederland zelf? Ik wil de minister daarom vragen de motie alsnog uit te voeren en voor de Kerst met uitgewerkte scenario's te komen.

Een van de specialisaties die GroenLinks voor zich ziet, is cyber, een punt waarop het lijkt dat Defensie niet door durft te denken. De ouderwetse krijgsmacht van landmacht, luchtmacht en marine is niet opgewassen tegen de dreigingen van de toekomst. Cyberdefensie is cruciaal als we de komende decennia onze infrastructuur veilig willen houden en grote militaire conflicten willen voorkomen. Maar Defensie verhindert een politiek debat over de omvang van onze cyberdefensie door de budgetten voor de cybercapaciteit, de MIVD en het Cybercommando geheim te houden. Wat vijanden aan deze budgetten zouden kunnen aflezen, is na meerdere vragen die ik hierover stelde nog steeds niet duidelijk. Is de minister bereid om met een goed argument te komen of anders de budgetten gewoon openbaar te maken? Ik overweeg op dit punt een motie.

Dan het proces rond de luchthavenbesluiten, nog een punt waar Defensie blind lijkt te zijn voor de risico's. Defensie wil meer vliegen boven De Peel en Gilze-Rijen, ondanks groot verzet van de lokale gemeenschappen en een knellend gebrek aan ruimte voor de extra stikstofdepositie in Brabant. Op vragen wat Defensie gaat doen als de luchthavenbesluiten afketsen, is het antwoord van de minister kort gezegd: dat zien we dan wel weer. Dat vinden wij niet goed genoeg, want regeren is vooruitzien. Zorg er nou voor dat de plannen klaarliggen voor als het niet lukt. Want eerlijk is eerlijk: die kans is behoorlijk groot. Zorg er nou voor dat er niet als bij de plaatsing van de SMART-L-radar in Herwijnen grote vertraging en maatschappelijke onrust ontstaan, puur omdat Defensie te koppig is om tijd bij te sturen. Graag een reactie van de minister. Voorzitter. Ten slotte een lichtpuntje. Defensie heeft de beschikking over 30.000 hectare aan natuurgebieden, waarop ook geoefend wordt. In de schriftelijke ronde heb ik gevraagd naar de rol die de terreinen kunnen spelen in de uitdagingen die er voor Nederland liggen op het gebied van biodiversiteit. De minister heeft gezegd dat hij met een rapportage komt. Mijn vraag is wanneer we die rapportage kunnen verwachten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan mevrouw Bromet. Dan is nu het woord aan de heer Ceder van de ChristenUnie. Gaat uw gang.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Toen ik mij een paar jaar geleden aanmeldde bij de Koninklijke Landmacht als reservist, moest ik naast een aantal fysieke onderzoeken, psychische onderzoeken en veiligheidsonderzoeken ook verschijnen voor een zogeheten adviescommissie van de landmacht. Het was een goed maar een streng gesprek, waarbij de kern was: wat doe je hier eigenlijk? Waarom wil je dit? Ik weet niet meer wat mijn exacte woorden waren, maar het kwam ongeveer op het volgende neer: "Vanuit mijn beperkte tijd en middelen zou ik een bijdrage willen leveren aan de vrede, stabiliteit en veiligheid van Nederland en de internationale rechtsorde. Ik geloof dat dat bij Defensie kan, en dat ik niet alleen iets kan geven, maar dat Defensie ook heel veel te bieden heeft." In de jaren heb ik opgemerkt dat dit ook een motivatie is voor heel veel mensen die momenteel bij Defensie werken of hebben gewerkt en die ik heb mogen leren kennen.

Voorzitter. Werken bij Defensie is een omvattende en verantwoordelijke taak. Daarom wil ik ook mijn bijdrage beginnen met het uitspreken van mijn dank aan alle militairen en aan civiel en ondersteunend personeel, die elke dag bezig zijn om zowel in het land als over de landsgrenzen heen vrede en stabiliteit mogelijk te maken. Velen hebben hiervoor ook het grootste offer gebracht, zodat wij in relatieve vrede mogen en kunnen leven. Dus dank daarvoor.

Voorzitter. Ik zie ook dat de discussie rond de basisgereedheid daarom extra zorgen baart. Na jaren van bezuinigingen op de krijgsmacht is er onder dit kabinet gelukkig een definitieve keer tot stand gebracht. In de afgelopen jaren is er structureel zo'n 1,5 miljard bij gekomen. Het percentage van het bruto nationaal product dat we aan onze landsverdediging besteden, is dit jaar gestegen van 1,22% naar 1,49%. Dat is een belangrijke stap. Maar zoals we weten, is dat nog niet goed genoeg.

Voorzitter. Ook is er discussie over de arbeidsvoorwaarden en het salaris van het personeel. Naar nu blijkt is er slechts ruimte voor een loonsverhoging van 1,4%. Voor het nieuwe loongebouw, waarvan we allemaal weten dat het er moet komen, is ook geld nodig dat er momenteel nog niet is. Op eerdere vragen hierover zei de minister onder andere dat mensen niet alleen door geld gemotiveerd zijn. Hoewel dat zeker waar is, zoals ik in mijn inleiding ook zei, doet het ergens ook wel onrecht aan de werkelijkheid dat er wel degelijk sprake is van een gedateerd loongebouw en dat mensen heel vaak uitstromen omdat ze simpelweg niet meer in hun levensonderhoud kunnen voorzien, hoe graag ze ook zouden willen bijdragen aan Defensie. Onder deze omstandigheden lijkt het me in ieder geval verstandig dat de minister de focus legt op het kwalitatief verbeteren van de personele gereedheid. Ik zou de minister daarom willen vragen of hij kan aangeven of hij daarin slaagt. Welk personeel haalt hij nu specifiek binnen dat zo veel mogelijk bijdraagt aan het verbeteren van de operationele gereedheid?

Voorzitter. Wij denken tevens dat het goed is om keuzes te maken, bijvoorbeeld door in te zetten op specialisatie rond de onderzeeërs. Daarover zijn ook een aantal moties ingediend die wij hebben meeondertekend. In de toekomst hopen wij deze onderzeeërs te kunnen vervangen. De besluitvorming over de vervanging van die onderzeebootcapaciteit heeft echter nu al vertraging opgelopen. De vervanging van de Walrusklasse zal daardoor niet op tijd gerealiseerd zijn. In een schriftelijk overleg dat aan dit debat voorafging, heb ik de vraag gesteld of de vertraging die nu opgelopen wordt, eigenlijk niet het gevolg is van de keuze om met drie werven te gaan praten in plaats van met één. Ik heb daar nog geen duidelijk antwoord op gezien, maar ik begrijp wel dat Defensie een te schaarse capaciteit heeft aan deskundigen om de dialoog met drie werven tegelijkertijd te voeren. Dat zorgde noodzakelijkerwijs toch ook voor vertraging. Ik hoor graag wat duidelijkheid van de minister hierover. Zoals aangegeven hebben we op dit thema een aantal moties.

Voorzitter. Tot slot wil ik het hebben over de geplande radar, waarbij Herwijnen een mogelijke locatie is. In de Kamer is al een motie aangenomen die de regering verzoekt de rijkscoördinatieregeling voor het plaatsen van een nieuwe SMART-L-radar bij Herwijnen te stoppen. Toch heeft de minister die optie nog opengehouden. Die radar is heel belangrijk; dat erkennen wij, maar het bewaren of zelfs het herstellen van het vertrouwen tussen overheid en burgers maakt dat er toch verwacht wordt dat we die motie nakomen. Ik vraag de minister dan ook of hij kan toezeggen dat in ieder geval Herwijnen in die zogenaamde Rijkscoördinatieregeling uit het traject wordt gehaald. Daar overweeg ik ook een motie over.

Tot zover, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan de heer Ceder. De heer Fritsma heeft een vraag aan u.

De heer Fritsma (PVV):

De ChristenUnie heeft zich in het verleden terecht altijd kritisch uitgelaten over de JSF, met name ook over het kostenaspect daarvan. Die zorgen waren terecht. De PVV en ook uw partij hebben gelijk gekregen, want we zitten met een heel groot probleem. Er zijn defecte vliegtuigen gekocht. Aan dit toestel kleven 875 tekortkomingen. Het is een soort vliegende Fyra. De kosten wordt een nog grotere nachtmerrie dan gedacht. Aangezien de ChristenUnie zich hier in het verleden vaak over heeft uitgelaten, wil ik vragen welke conclusies de ChristenUnie nu verbindt aan die problemen met dit vliegtuig.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Zoals mijn collega weet, hebben wij ons op dat punt inderdaad kritisch opgesteld. U heeft ook in mijn bijdrage gehoord dat wij met de schaarse middelen die wij hebben, echt kijken naar verbeteringen richting personeel, hoewel we zien dat er materieel ook wat moet gebeuren. Zoals aangegeven zijn we hier kritisch op. Ik heb geen pasklaar antwoord voor u over wat hier nou exact mee zou moeten gebeuren. Wij hebben gezien waar de begroting naartoe leidt. Ik zou ook graag van de minister willen horen hoe hij de komende periode de schaarse middelen denkt te kunnen inzetten voor de reparaties. Als u mij de politieke vraag stelt waar het geld naartoe zou moeten — want we hebben nu met schaarse middelen te maken — heeft u in mijn inleiding en mijn inbreng kunnen horen dat ik ook echt aandacht vraag voor het personeel. Ik zit niet aan tafel, ook niet met de vakbonden, maar volgens mij hebben wij ook ten aanzien van het personeel een verplichting.

De voorzitter:

Meneer Fritsma, dit is uw laatste interruptie.

De heer Fritsma (PVV):

Ja, dat weet ik, maar die wijd ik hier toch nog even aan. Ik vind het namelijk een eerlijk antwoord. Het biedt ook een opening, want het personeel wordt inderdaad zwaar onderbetaald. Stel dat we doorgaan met de JSF, waarvan je weet dat er zulke grote problemen mee zijn en zulke grote kostenoverschrijdingen. Ik kan me voorstellen dat u nu zegt dat u daar geen goed antwoord op heeft, maar ik zou uw fractie echt heel graag mee willen geven om daar goed naar te kijken. Als er namelijk op één moment aan de noodrem getrokken kan worden om bijvoorbeeld die additionele negen toestellen af te bestellen en daarmee 700 miljoen euro te besparen, dan is het nu. Dat zou ik uw fractie dus graag mee willen geven, ook in het licht van uw terechte kritiek de afgelopen jaren op het JSF-project.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dat zal ik meenemen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dan is nu het woord aan de heer Jansen van Forum voor Democratie. Gaat uw gang.

De heer Jansen (FVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Vandaag bespreken we de begroting van het departement van Defensie. Ik vind dat eigenlijk de meest treurige van alle begrotingen die besproken worden, want die raakt aan de vraag waartoe de overheid bestaat en die raakt aan de vraag waarom we überhaupt hier zijn. Ik denk dat de reden dat de overheid bestaat, als het er echt op aankomt, uiteindelijk de bescherming van de mensen die in dit land wonen, is. Daar is het leger voor bedoeld. Daar is het leger voor bedacht. Dat is de taak die het heeft meegekregen. Die kan het op heel veel punten niet uitvoeren. Er is structureel bezuinigd op deze allerbelangrijkste instantie binnen onze overheid. Er is decennialang roofbouw gepleegd op iets wat het allerbelangrijkste had moeten zijn.

Ik merk altijd in de commissie, maar ook vandaag in het debat, dat er toch bij iedereen een hele grote overeenstemming lijkt te zijn dat dit zo is en dat dit heel erg belangrijk is. Toch gebeurt het niet. Toch komt er niet structureel geld bij. Ik was heel erg blij om te lezen dat de minister aangaf dat er nu in de formatie misschien 4 miljard bij kan of moet komen voor Defensie, want die roep horen we ook vanuit het leger. Ik hoop dat dat gaat gebeuren. Ik begrijp tegelijkertijd niet waarom het niet gewoon nu kan. Ik had er net al een kort debatje over met de heer Boswijk. Ik snap niet waarom we hier nu niet toe besluiten. Ik snap ook niet waarom de minister niet heeft gezegd, zoals zijn collega van Economische Zaken op het gebied van klimaat, dat hij hier gewoon geld voor wil. Ik wil dat dit nu wordt opgelost. We lopen al decennia achter en er moet nu gewoon een keer iets gaan gebeuren.

Ik was ook verbaasd te lezen — het is net al een aantal keer genoemd — over de salarisverhoging. Het is schandalig wat daar gebeurt. Rijksambtenaren krijgen 2% extra salaris komend jaar. Gemeenteambtenaren krijgen 4% extra salaris komend jaar. Militairen moeten het doen met 1%, terwijl de inflatie 3,5% is. Waar slaat dit op? Hoe kan dit gebeuren? Het bewijst dat er een totaal verkeerd gevoel voor prioriteiten is.

Met een aantal collega's waren we samen op werkbezoek bij de luchtmacht. Daar kom je dan hele inspirerende mensen tegen. Dat waren een heleboel mensen die echt iets willen, die echt richting voelen, die er echt helemaal voor willen gaan en die ook echt bereid zijn om hun leven op het spel te zetten. Het offer dat zij willen geven, is dus zo ontzettend groot. Dat is niet te bevatten. Dan kom je daar. Dan staan ze allemaal trots voor hun voertuigen, die ze allemaal fantastisch vinden. Tegelijkertijd komen er verhalen bij, bijvoorbeeld dat er bij de militaire ambulances geen verband is tijdens oefeningen, omdat daar geen geld voor is. Het zijn verhalen die me ontzettend raken. Ik denk dan: waar zijn we in hemelsnaam mee bezig?

We liepen door de legeringen heen. Toen werd ons verteld dat het niet een van de slechtste gebouwen was, maar een gemiddeld gebouw. De systeemplafonds, die platen, hingen gewoon letterlijk uit het plafond. Het gips hing van de muren. Verf hing van de muren. Tegels in de badkamer waren eraf. Het was vies, oud, lelijk. De meubels waren kapot. Het was gewoon echt troep. Het is al sinds de jaren zeventig aan het aftakelen. Het wordt steeds erger. Er moet nu iets gebeuren. We kunnen dat nu besluiten. We hoeven niet te wachten op een formatie. We kunnen dat nu doen. De man die de rondleiding gaf, zei dat ze ongeveer 200 miljoen nodig hebben om alle legeringen op orde te krijgen. Misschien kan de minister daar een exacter getal van geven. Ze zijn bezig met renovaties. Die zien er allemaal prima uit. Dat gaat allemaal goed, maar het gaat heel langzaam, want er is gewoon weinig budget. Maar 200 miljoen. En toen moest ik denken aan het gemeentehuis van de gemeente Amersfoort, waar nu 109 miljoen op stukgeslagen wordt. 109 miljoen voor weer zo'n blokkendoos, voor zo'n doos van staal en glas, waar een burgemeester dan weer een mooi prestigeproject van heeft gemaakt. Maar de mensen in het leger worden al decennialang zwaar onderbetaald. De gebouwen, de kazernes, vallen uit elkaar. Het is niet te geloven wat hier gebeurt. Het is niet te geloven.

Dus ik heb een lijstje gemaakt van alle gemeentehuizen en opgeschreven wat die hebben gekost. Gewoon, simpel, via Google. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer. Het zijn: Amersfoort, 109 miljoen, Berkelland, 15 miljoen, Beverwijk, 13 miljoen, Blaricum, 9 miljoen, Boxmeer, 15 miljoen, Castricum, 15 miljoen, Coevorden, 7 miljoen, Dalfsen, 17 miljoen, Den Helder, 26 miljoen, Goes, 23 miljoen, Haaksbergen 7 miljoen, Haren, 9 miljoen, Heemskerk, 17 miljoen, Helmond, 36 miljoen, Hengelo, 35 miljoen, Hoorn, 28 miljoen, Krimpenerwaard, 27 miljoen, Lansingerland, 35 miljoen, Leudal, 12 miljoen, Lochem, 16 miljoen, Meppel, 14 miljoen, Midden-Delfland, 9 miljoen, Midden-Groningen, 28 miljoen, Nieuwegein, 67 miljoen, Nijkerk, 9 miljoen, Oldambt, 25 miljoen, Oosterhout, 13 miljoen, Overbetuwe, 19 miljoen — Overbetuwe heeft nog een keer verbouwd voor 9 miljoen — Rheden, 19 miljoen, Ridderkerk, 15 miljoen, Rijssen, 21 miljoen, Rotterdam, 60 miljoen, Sittard-Geleen, 37 miljoen, Texel, 13 miljoen, Tholen, 15 miljoen, Tilburg, 75 miljoen voor een gemeentehuis en nog eens 50 miljoen voor een stadswinkel, Twenterand, 6 miljoen, Utrechtse Heuvelrug, 26 miljoen, Vijfheerenlanden, 25 miljoen, Waalwijk, 17 miljoen, Weert, 25 miljoen, Westerveld, 11 miljoen, Westland, 65 miljoen, Winterswijk, 11 miljoen, Zaanstad 71 miljoen en Zwijndrecht, 13 miljoen. En dit is te vinden met een simpele Google-opdracht. Waarschijnlijk is het nog veel meer dan dit. En alleen deze al tellen op tot 1,2 miljard euro!

Natuurlijk moeten we ook gemeentehuizen hebben. Natuurlijk is het belangrijk dat er mooie gemeentehuizen zijn, maar dit soort bedragen zijn absurd als je bedenkt wat er nog gebeuren moet bij Defensie, als we bedenken dat 40% van het vastgoed afgestoten zal worden omdat er geen geld is. Waar zijn we in dit land mee bezig? Hoe kan dit gebeuren? Hoe kan het dat de minister niet woedend is geworden op zijn collega's in het kabinet die dat geld wél krijgen, terwijl Defensie al jarenlang veel meer geld nodig heeft? Dat snap ik niet. Dat is mijn vraag aan de minister.

Wat me heel erg is bijgebleven van het bezoek aan de luchtmacht is het volgende. Onze luchtmacht heeft bij een commerciële vlucht een kleine satelliet de ruimte in gelanceerd. Het is de eerste keer dat dit is gebeurd. Een raket onder een vleugel. Heel erg cool. Daar waren ze allemaal heel erg trots op, en terecht. Het was een heel mooi project. Wat ze daarbij vertelden, was dat heel Europa jaloers is, dat heel Europa nu naar ons toekomt en zegt: hé, dat willen wij ook; hoe kunnen we hieraan bijdragen, wat kunnen wij doen? Dat zijn van die fantastische dingen. Hoe kan het nou dat we in een land leven waarin de minister niet zegt "dit is zo'n fantastisch project; hier heb je 1 miljard en ga koploper worden in de wereld; we gaan hier het allerbeste van maken wat we kunnen"? Dat zou onze missie moeten zijn. Dat zouden wij moeten doen.

We zouden ervoor moeten zorgen dat het personeel weer normaal betaald krijgt. We zouden ervoor moeten zorgen dat het materieel en de infrastructuur weer op orde worden gebracht. Al die dingen. Daar kunnen we vandaag toe besluiten. Wij kunnen dat besluiten. We hoeven niet te wachten op een formatie. De Tweede Kamer is daartoe gemachtigd, niet een coalitie of een formatie of wat dan ook. De Tweede Kamer kan daartoe besluiten. Daar zal ik dan ook een amendement over indienen, en ik verwacht dat jullie dat steunen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan de heer Jansen. Dan is nu het woord aan de heer Eppink van JA21.

De heer Eppink (JA21):

Voorzitter. Elke politicus moet zich ervan bewust zijn dat elke dag in de politiek zijn of haar laatste kan zijn. Dat ondervond voormalig minister van Defensie, mevrouw Bijleveld, op 15 september van dit jaar op een nogal directe manier. Alles gebeurt dan onmiddellijk, en je bent zo weg. Voor afscheid is er geen tijd. Daarom wil ik op deze wijze mevrouw Bijleveld toch bedanken en haar het beste wensen voor de toekomst.

Voorzitter. De opvolger van de afgetreden minister komt ook uit het oosten van het land. Daar komen nuchtere mensen vandaan, die dingen zien en zeggen zoals ze zijn. Minister Kamp staat ook zo bekend. Ik was dan ook zeer verbaasd dat de minister bekendmaakte dat Defensie cursussen gaat geven inzake diversiteit en inclusiviteit. Dat zijn kernwoorden van de huidige woke-ideologie die juist verdeeldheid kunnen zaaien. Ik dacht: wat is dat nu, Kamp is de kluts kwijt. Ik vraag de minister daarom zijn uitspraken nader toe te lichten. Ik ben erg voor vrouwen in het leger; ik denk dat het Amerikaanse leger laat zien hoe men op die manier kan integreren. Maar ik wil wel de minister waarschuwen voor de ergste variant van de woke-industrie: de zogenoemde "critical race theory", de kritische rassenleer. Die leer verdeelt mensen in hokjes en ziet alles door het prisma van ras. En dat denken binnen de strijdkrachten halen, zorgt voor ruzie binnenshuis. Het zorgt voor verdeeldheid en twisten, juist daar waar een scherpe korpsgeest nodig is. Ik hoop dat de minister mij kan geruststellen.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik hoop dat de minister dat níét gaat doen. En ik zou eigenlijk dit aan de heer Eppink willen vragen. Het valt me eigenlijk ook een beetje tegen. U stelt het heel kort: altijd voor diversiteit en inclusie; o ja, ik ben wel voor vrouwen, maar dat overige dan niet en dat is dan "woke". Dat zijn echter totaal verschillende dingen. Ik zou willen vragen: meneer Eppink, bent u niet een voorstander ervan dat de Nederlandse krijgsmacht een afspiegeling moet zijn van alle mensen die in Nederland wonen, of je nou Jan, Piet, Klaas heet en al, geboren en getogen je hele familie uit Drenthe komt, of dat je Janilla heet en tweede kind van gastarbeiders bent in Nederland, dat je de krijgsmacht dient, het belangrijk vindt dat Nederland veilig is, daarvoor wilt staan, op wil gaan in de rest met hetzelfde uniform, dezelfde regels? Waarom zou de heer Eppink niet willen dat er meer diversiteit komt bij de krijgsmacht — via u, voorzitter?

De heer Eppink (JA21):

Er was natuurlijk heel veel diversiteit toen wij een dienstplicht hadden en er dienstplichtigen moesten opkomen. Dat was een afspiegeling van de samenleving. Nu is het een beroepsleger en komen de mensen omdat zij dat graag willen, omdat ze gemotiveerd zijn. Dan kun je zeggen: we willen daar meer diversiteit in brengen. En ik zeg: ik ben daar zelf ook niet tegen, alleen waarschuw ik voor de critical race theory, voor de "kritische rassenleer" zoals dat heet, want als je dat het leger binnenhaalt, dan krijg je ruzie over wie wat is, en hoe, en wanneer, en dan breek je de korpsgeest. Dus ik zou zeggen: zorg voor eenheid in een leger. En als je kijkt naar dit onderwerp: kijk naar Nelson Mandela, die eigenlijk altijd voor verzoening en voor samenwerking heeft gepleit, en ga geen tegenstellingen en polarisatie kweken.

Mevrouw Belhaj (D66):

Maar volgens mij is dat precies wat de minister en de krijgsmacht aan het doen zijn: je bewust worden van het feit dat mensen soms een andere achtergrond hebben, daar gesprekken over voeren. Want als je daar geen gesprekken over voert en mensen komen wel binnen maar gaan vervolgens weer weg, dan is er dus geen sprake van verzoening. En ik vind het principe dat iedereen bij de krijgsmacht moet kunnen werken, de overtuiging dat het goed is om diversiteit te hebben, belangrijk. Maar als je dat niet belangrijk vindt, dan zou ik aan de heer Eppink dit willen vragen. De demografische ontwikkelingen zijn dusdanig dat er van het klassieke model, van jongetjes tussen de 17 en 25 jaar die gaan solliciteren bij de krijgsmacht, te weinig zijn, kan ik u vertellen. Als u zich daarop oriënteert, is het dus ook vanuit realiteitszin belangrijk dat je breder kijkt dan het klassieke model dat we jarenlang hebben gehanteerd, zodat we veilig kunnen zijn in Nederland.

De heer Eppink (JA21):

Nogmaals, ik pleit voor eenheid en ook een groepsgeest in het leger, dat mensen goed met elkaar gaan samenwerken, dat er een korpsgeest is in een leger. En ik wil voorkomen dat men dan gaat ruziën over rassen, over het verleden of over andere zaken, en ik geloof dat je op die manier moet gaan werken. Het is een andere invalshoek. Tja, dan komen we misschien tot hetzelfde resultaat — want ik begrijp wat u bedoelt — maar ik waarschuw hier voor de polariserende werking van deze critical race theory. En dat zien we ook in de Verenigde Staten, dus laten we dat niet doen. Het Amerikaanse leger probeert dat te doen, en ze komen daar weer van terug. Andere onderdelen van de maatschappij ook: men komt daarvan terug. Voorzitter, mag ik verdergaan?

De voorzitter:

Ja.

De heer Eppink (JA21):

Dank u.

Defensie heeft al jarenlang te maken gehad met roofbouw. Defensie werd de sluitpost van de begroting. Daar spreek ik ook de premier op aan, die bezig is de langstzittende premier van Nederland te worden. In die lange tijd heeft Defensie zwaar geleden onder verwaarlozing. Het werd een uitgewoond departement. Er is een tekort aan alles, aan mensen, materieel en geld. Toch wijs ik er ook op dat je niet de premier met alle zonden van Israël kan beladen want hij heeft samengewerkt met andere partijen: twee jaar gedoogd door de PVV, het CDA, uiteraard de VVD, D66, de PvdA en de ChristenUnie. Dus hij was niet alleen. Als we hier spreken over verwaarlozing dan is er ten minste sprake van gedeelde schuld.

Structureel is er 4 miljard nodig, zo meent de minister, en dat zou een begin zijn. Al is dat nog steeds niet genoeg om bij de NAVO-norm van 2% te komen over drie jaar. Daarvoor heeft Defensie minstens 5 miljard nodig. Dat is hoognodig want het Nederlandse leger heeft drie belangrijke grondwettelijke taken, maar kan die niet meer naar behoren vervullen, zoals we al eerder hebben gehoord. In de praktijk zie je dat meteen terug. Zie de evacuatie in Afghanistan. Een van de twee Nederlandse evacuatievliegtuigen, de C-130, had een technisch defect en kon daarom niet vliegen. Gelukkig kon Oekraïne met zijn transportvliegtuig Nederland uit de brand helpen. Oekraïne besteedt overigens circa 3% van zijn bnp aan Defensie.

Defensie laat ook te vaak haar personeel in de kou staan. Het personeel krijgt, zoals het er nu voorligt, in totaal 1,2% salarisverhoging en een incidentele uitkering. Dat ligt dus onder de 2% tot 3% jaarlijkse inflatie die nu snel omhooggaat. Ons militair personeel gaat er dus op achteruit. Hoe kan de minister een ministerie dat weinig wenkend perspectief biedt, ooit duizenden vacatures laten vervullen? Er zijn er nu circa 9.000.

Voorts is er het AOW-gat voor oud-militairen. Toen de pensioenleeftijd werd verhoogd in 2013, kregen oud-militairen plots honderden euro's per maand minder. Er ontstond een financieel gat tussen de uitkering van gewezen militairen die op hun 65ste stopt en de AOW die pas op hun 67ste begint. Dat betrof bijna 20.000 oud-militairen. In plaats van deze oud-militairen te waarderen voor hun dienst beperkte het ministerie de regeling tot schrijnende gevallen. Zo werd de spoeling dunner gemaakt. De minister moet echter alle gevallen gelijk behandelen. Toon waardering voor het personeel, want anders demotiveert men de gehele krijgsmacht. Is de minister zich daarvan bewust?

Evenmin is het te verkopen dat ruim 200 miljoen van het ministerie van Defensie jaarlijks rechtstreeks verdwijnt als RVU-boete, de boete inzake de Regeling Vervroegde Uittreding, naar het ministerie van Financiën, dus van het ene naar het andere ministerie. De commissie die door dit parlement in het leven is geroepen concludeert dat de Belastingdienst de AOW-gatcompensatie waarschijnlijk ten onrechte als RVU heeft aangemerkt. Laten we daarom die 200 miljoen bijdrage aan belastingen inzetten om het personeelstekort op te lossen.

Er zijn te weinig investeringen geweest. Aanschaf van nieuw materieel laat te lang op zich wachten, zoals de bouw van nieuwe onderzeeboten in de Walrusklasse. Ik heb vorige week vrijdag nog een bezoek gebracht aan de Drechtsteden en heb dat allemaal kunnen zien. En je leert heel veel op zo'n werkbezoek. Je hebt plotseling voor ogen de noodzaak om samen te werken in deze sector, een sector waar Nederland nog veel technologie heeft, maar als de onderzeeboten niet doorgaan, gaat die technologie, die kennis verloren. Nederland heeft de technologie in eigen huis. De onderzeeboten kunnen in de maakindustrie van de Drechtsteden worden gebouwd. Het is wachten op het besluit van het kabinet. Men kan natuurlijk zeggen "we nemen een Franse onderzeeboot", maar dan zijn we de hele kennis kwijt en die krijgen we nooit meer terug. Waarom moet iets elders worden gemaakt terwijl we het zelf met local content kunnen maken? Dus het is wachten op de minister, de man met een nuchtere kijk op de wereld.

Dank u.

De voorzitter:

Dank. Mevrouw Belhaj heeft nog een vraag aan u, meneer Eppink.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik begin mijn vraag met: hij die zonder zonde is, werpe de eerste steen. Dan kom ik bij mijn vraag. De heer Eppink verwees heel erg naar al die politieke partijen die allemaal verantwoordelijk zijn voor de situatie waarin Defensie zich nu begeeft. Ik vroeg me af: van hoeveel politieke partijen is de heer Eppink lid geweest en in welke tijd?

De heer Eppink (JA21):

O, dat kan ik u makkelijk zeggen. In mijn studententijd is dat de PvdA geweest. Daarna, nadat ik Frits Bolkestein had leren kennen in Den Haag, is dat de VVD geweest. Daarna is het nog FVD geweest, maar dat was van korte duur, zoals u heeft gezien, en nu is het JA21. Mag dat? Je mag als burger toch lid zijn van een partij? En je mag toch ook naar een andere partij gaan?

De voorzitter:

Dit is uw laatste interruptie. Daarmee gaan we, denk ik, terug naar de begroting Defensie, via een U-bocht.

Mevrouw Belhaj (D66):

Wat mij betreft gaat het over de begroting van Defensie als iemand andere politieke partijen verwijt dat ze schuldig zijn aan bezuinigingen of dat ze medeverantwoordelijk zijn voor de beslissingen die zijn genomen. Daarom vroeg ik het aan de heer Eppink. Hij mag van mij lid zijn van honderd politieke partijen, maar als hij in zijn studententijd lid van de PvdA was, was dat waarschijnlijk in de tijd dat de PvdA heel erg aan het bezuinigingen was op Defensie. Als hij zo ongeveer in 2014, of nog eerder, lid was van de VVD, was dat toen er jarenlang niks gebeurde. Ik probeer eigenlijk te zeggen: ieder heeft zijn verantwoordelijkheid als hij lid is van een politieke partij, dus het is een beetje flauw dat de heer Eppink nu suggereert dat hij daar geen onderdeel van was. Daarom begon ik mijn vraag met: hij die zonder zonde is, werpe de eerste steen.

De heer Eppink (JA21):

Ik heb gewezen op de regeerperiodes van de heer Rutte. Dat is elf jaar. Ik heb duidelijk proberen te maken dat het niet alleen de premier was, maar dat het een gedeelde schuld is. Misschien is het ook wel een collectieve schuld.

Dank u.

De voorzitter:

Dank. Het woord is aan de heer Stoffer van de SGP.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Mevrouw Belhaj heeft geen interrupties meer, maar laat ik het gelijk maar zeggen: ik ben alleen maar lid geweest van de SGP en dat ben ik ongeveer al twintig jaar.

Goed, voorzitter. Dan de inhoud. Wat is de kerntaak van onze krijgsmacht? Als je dat aan heel veel mensen vraagt, zullen ze wellicht iets zeggen als: vrede brengen. Maar dat is onjuist, want de kerntaak van onze Defensie is vechten, strijd leveren, verantwoord geweld toepassen. Het doel is natuurlijk veiligheid en vrede, maar dat is niet de primaire taak. Ik vrees dat we dit na 75 jaar vrede in ons land soms vergeten zijn, dat we vergeten zijn dat de wereld een gevaarlijke plek is waar je zonder hard power, harde kracht, kwade krachten, dus zonder goede tegenkracht, op 1-0 achterstand staat. Waarom weigeren we anders al decennialang om Defensie de middelen te geven die nodig zijn om voor vrede te kunnen vechten?

Wat dat betreft ondersteunen wij de oproep van de minister om die miljarden aan de begroting van Defensie toe te voegen. Wat dat betreft wil ik ook wijzen op de motie die wij als SGP hebben ingediend en die door VVD, CDA en ChristenUnie is gesteund; ik heb er dus ook wel vertrouwen in dat het straks de goede kant op gaat. Die motie ging over extra miljarden als prioriteit voor de kabinetsonderhandelingen en het regeerakkoord. Wij vertrouwen erop dat het volgende kabinet de oproep van de minister en de motie waaraan ik refereer, serieus neemt en dat het dus ook gaat leveren. Want dat zijn we onze Grondwet, onze veiligheid, onze militairen, onze bondgenoten en ook de internationale rechtsorde verplicht.

Voorzitter. Laat ik, dit gezegd hebbend, met de deur in huis vallen: de vertraging bij de vervanging van de onderzeeboten baart de SGP grote zorgen. Dat dit inlichtingen- en wapenplatform, gezien de wereldwijde geopolitieke dreigingen, van cruciaal belang is, staat buiten kijf. Dat kabinet en Kamer meermaals de wens hebben uitgesproken voor een vervangingsproces dat zorgt voor strategische autonomie en dat wezenlijk recht doet aan de Nederlandse maritieme industrie, staat in mijn beleving eveneens als een paal boven water. Daarom vraag ik de minister: wil hij de concurrerende werven vragen om klip-en-klaar te laten zien hoe ze de Nederlandse maritieme industrie maximaal en op hoogwaardig technologisch niveau betrekken bij het ontwerp, de ontwikkeling, de bouw en vooral ook het onderhoud van de onderzeeboten, en het verwervingsproces op basis hiervan bespoedigen? Ik hoor graag het antwoord van de minister.

Voorzitter. Dan een andere cruciale capaciteit die ook van tactisch en strategisch belang is, namelijk het tactisch en strategisch luchttransport. Transporthelikopters die op vele plaatsen actief zijn, tot en met de Caribische gebieden. In crisissituaties komen militaire wapens, voorraden of evacués op die manier van a naar b. C-130-toestellen waren actief in Afghanistan en ook in Mali. We hebben echter, denk ik, met elkaar gezien dat de belasting op Defensie ook op dit gebied heel groot is. We hebben dat ook besproken bij de afgelopen discussie, de technische briefing en het debat over Mali. Mijn vraag aan de minister is of hij beaamt dat er behoefte is aan uitbreiding van deze capaciteiten. Zou hij de behoefte daaraan en de kosten en baten daarvan in kaart willen brengen?

Een ander aandachtspunt is de operationele ondersteuning en de opbouw van voldoende voorraden munitie en reserveonderdelen. Zonder deze smeerolie tussen de radertjes komt die hele machine tot stilstand. Mijn vraag aan de minister is dan ook: klopt het dat alleen al voor deze "smeerolie" structureel zo'n 800 miljoen extra nodig is? En — het is een makkelijke vraag, dat begrijp ik, maar het is wel een serieuze vraag — hoe zorgt de minister ervoor dat het benodigde bedrag er ook echt komt?

Voorzitter. De SGP-fractie is blij dat we de in de NAVO afgesproken investeringsquote van 2% gaan halen. 20% moet ik trouwens zeggen. Continue ontwikkelingen in de wereld vragen om continue innovatie. Daarbij kunnen en moeten Defensie en het bedrijfsleven elkaar aanvullen. Kan de minister aangeven hoe het staat met de uitvoering van onze motie over het stimuleren van de samenwerking tussen Defensie en het bedrijfsleven?

Voorzitter. Dit ging allemaal over spullen, maar het belangrijkst is de factor waarmee onze krijgsmacht echt staat of valt. En dat zie ik gelukkig ook breed in de Kamer terug. Dat zijn namelijk de mensen. Goede en gemotiveerde militairen zijn cruciaal, ook voor de gereedstelling en inzetbaarheid. Defensie moet daar de randvoorwaarden voor creëren. Er liggen ook op dit vlak al jarenlang veel kansen, maar die kansen liggen helaas wel stil.

Voorzitter. Ik wil hier drie aandachtspunten voor de bühne brengen. In de eerste plaats ga ik in op het behoud van personeel. Elke organisatie heeft namelijk oudgedienden met ervaring nodig. Die veldervaring is zeker bij Defensie nodig. Bovendien moeten we ook constateren dat werving van nieuwelingen duur is. Technische mensen zijn namelijk schaars. Mijn vraag is: hoe staat het met de uitrol van het nieuwe personeelsmodel? Wordt daarin echt voor een marktconform salaris en goede doorgroeimogelijkheden gezorgd?

Voorzitter. Het tweede punt dat ik hier wil maken is: zorg voor een goed bestuursmodel aan de top. Het lijkt mij namelijk niet wenselijk dat de Commandant der Strijdkrachten, de CDS, alleen maar een uitvoerende rol en geen beleidsmatige rol heeft. Mijn vraag aan de minister is of hij dit beaamt en of hij op dit punt het huidige besturingsmodel wil heroverwegen.

Voorzitter. In de derde plaats zou ik willen zeggen: laat Defensie en jeugdzorg elkaar versterken. Militairen zijn beroemd om hun disciplinaire vaardigheden onder het motto "klop op de schouder of schop onder hol". Die vaardigheden kunnen volgens mij grote toegevoegde waarde hebben voor de omgang met problematisch gedrag van jongeren die dreigen af te glijden in de criminaliteit. Eerder is op dit punt het project "De Uitdaging" opgezet, maar dat is helaas later wegbezuinigd. Mijn vraag aan de minister is of hij beaamt dat deze goede versterking van de samenwerking er zou kunnen zijn. Mijn vraag is ook of hij een pilot mogelijk wil maken waarin veteranen worden ingezet voor disciplinering en resocialisatie van de groep jongeren die ik zojuist benoemde.

Voorzitter. Tot slot. De kernwaarden van de landmacht zijn moed, toewijding en veerkracht. Laten we als politiek de moed hebben om de krijgsmacht serieus te nemen, ook als dat niet de populariteitsprijs oplevert. Ik vraag me af of wij onze toewijding aan het landsbelang boven partijpolitiek laten gaan. En laten we ook te midden van de verschuivende tektonische platen in de wereldpolitiek met veerkracht en weldoordacht keuzes maken, zodat we, als het erop aankomt, kunnen vechten voor vrede. Ik hoop en spreek nadrukkelijk de wens uit dat het volgend kabinet dit staatsmanschap ook daadwerkelijk zal tonen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan de heer Stoffer. De heer van Wijngaarden wil zijn laatste interruptievraag stellen.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Ja, ten aanzien van het werven van nieuwe mensen. Daar verwees de heer Stoffer naar en daar maakte hij zich zorgen over. Deelt hij met mij de zorgen ten aanzien van het Defensie Cyber Commando, dat natuurlijk in een heel specifiek en eigenlijk atypisch domein op de arbeidsmarkt opereert? Deelt hij dat het heel zorgelijk is dat dat Defensie Cyber Commando vanwege de tergend trage hr-transitie nog steeds niet zelfstandig, dus los van de andere krijgsmachtonderdelen, mensen kan werven en aanstellen? Het Defensie Cyber Commando is daarvoor compleet afhankelijk van de andere onderdelen, terwijl we ook hebben gezien dat juist die cyberdreiging toeneemt. Dus zouden we het Defensie Cyber Commando dus niet veel meer een eigenstandige positie moeten geven om de mensen aan te trekken die we nodig hebben om te beschermen wat ons dierbaar is?

De heer Stoffer (SGP):

Dat is een mooie vraag. Ik zou die heel kort met "ja" kunnen beantwoorden. Dat is dus ook mijn eerste antwoord. Ik wil nog wel heel kort een toelichting geven. Het is natuurlijk een hele lastige wereld, een heel lastig vak wat dat betreft. Ik denk dat er weinig mensen zijn die er echt goed in zijn. Je wilt natuurlijk de beste mensen op deze plek hebben. Misschien is dat loongebouw dan best wel knellend. Wij waren een paar jaar geleden in Israël. Daar zie je mooi die combinatie van bedrijfsleven en defensie. Daar is sprake van een model met een hoogwaardige, technologische kennis, die ze soms bij defensie opdoen en die ze daarna weer mogen vermarkten. Maar dat heeft ook andersom weer z'n voordelen. Ik zou dat dan ook maar mee willen geven aan de minister. Dat doe ik dan via de heer Van Wijngaarden. Misschien zou ook daarin een kans liggen om dit op te pakken. Maar nogmaals, mooie vraag. En het antwoord daarop is "ja".

De voorzitter:

Dank aan de heer Stoffer. Het woord is aan mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ik wil ten eerste even zeggen dat ik het ontzettend fijn vind om in een debat te zitten met een minister die echt aandacht heeft voor de sprekende Kamerleden. Dat compliment wil ik van tevoren even geven, want ik zie meneer Kamp, sorry, de minister, echt de hele tijd aandachtig luisteren naar de Kamerleden. Dat is in deze ruimte weleens anders.

Voorzitter, beste inwoners van Nederland en mensen hier op de tribune. Onze militairen verdienen de grootst mogelijke eer. Zij hebben hun leven verbonden aan dit land en zolang zij er zijn, ben ik ervan overtuigd dat onze vrijheid in goede handen is en dat onze nationale driekleur over dit land blijft wapperen. De daadkracht van onze mannen en vrouwen was ook dit jaar weer te zien, bijvoorbeeld tijdens de watersnood in Limburg en uiteraard tijdens de crisis in Afghanistan.

Ook blijft Defensie voor enorm belang voor het platteland. Onze militairen komen veelal uit dorpen en plattelandssteden in de regio's van Nederland. Jongens en meisjes van de gestampte pot, om het zo maar te zeggen. De kazernes, verspreid over de plattelandsregio's, functioneren als belangrijke sociale en economische centra. Maar ondertussen zucht onze krijgsmacht onder het juk van een kabinet dat graag zuinig is op onze nationale veiligheid. Ik ken verhalen van een aantal jaren geleden dat militairen moesten oefenen met schieten zonder wapens. En wat moesten ze dan doen? Dan moesten ze roepen: "pinda, pinda, pinda." Er zijn partijen die bij elk debat in deze Kamer vooraan staan met een internationale afspraak die Nederland wel móet nakomen. Maar als het gaat om een afspraak die we hebben gemaakt om ónze veiligheid en onafhankelijkheid te garanderen, hoor je deze partijen vaak niet meer over onze internationale afspraken.

Aankomend jaar is het twintigjarig jubileum van de eerste Nederlandse NAVO-belofte dat onze Defensiebegroting minimaal 2% van het bnp zal beslaan. Deze afspraak gaan we ondanks de beloftes van coalitiepartijen niet halen, en dat terwijl we van dezelfde bondgenoten afhankelijk zijn voor onze veiligheid in een wereld waar de onzekerheid toeneemt. Gelukkig lijkt de minister, gezien zijn dringende oproep voor 4 miljard extra, ook van dit feit doordrongen. Nu nog hopen dat de "generaals" aan de formatietafel dit ter harte nemen.

Dit geld is dringend nodig voor de salarissen van militairen. Onze mannen en vrouwen, onze strijders in uniform wordt door deze regering knollen voor citroenen verkocht. Een loonsverhoging van 1,4% zorgt dat met inflatie militairen er qua koopkracht op áchteruitgaan. En dat terwijl er in de cao van ambtenaren wél een loonsverhoging van 2% tot 4% beschikbaar is, bijvoorbeeld voor rijksambtenaren of gemeenteambtenaren.

Dagelijks benaderen militairen ons met noodkreten over hun nijpende financiële situatie. Zeker toen door de coronacrisis militairen vaker thuis zaten, werden zij geconfronteerd met geldgebrek. Ik heb hier de salarisschalen van militairen in de landmacht. U kunt het hier niet zien, maar er valt een complete hoek van deze schaal onder het minimumloon in de burgersamenleving. Kan de minister moreel verantwoorden dat onze militairen ónder het minimumloon ingeschaald zijn? Zou de minister zélf bereid zijn om voor deze rooie centen zijn leven op het spel te zetten voor ons land? Hoe kunnen wij dan verwachten dat er nieuwe aanwas komt?

Ook zal de Kamer in de komende jaren met elkaar en de minister in debat moeten over de aanbesteding van grote materiële vervangingen. Wat BBB betreft, moet de lijn van de minister duidelijk zijn. Aanbesteden doen we in Nederland, tenzij het echt niet anders kan. Het gaat hier om miljarden euro's die in Nederland duizenden banen kunnen creëren in de productieketen. Het gaat hier om het ontwikkelen van onze eigen strategische kennis en het gaat hier om een stukje trots. De Nederlandse marine hoort te varen met Nederlandse boten. Dat zijn we aan onze stand verplicht. In de woorden van general Patton: "De soldaat is de krijgsmacht. Geen krijgsmacht is beter dan zijn soldaten. De soldaat is tevens een burger. Sterker nog, het dragen van wapens voor iemands land is de hoogste roeping en het privilege van het burgerschap." Maar slechts 15% van de Nederlanders voelt deze roeping en is bereid om voor dit land te vechten. Dat is het laagste percentage in Europa en dat vind ik best wel zorgelijk.

Een organisatie als de Nationale Reserve zou een essentiële rol kunnen spelen in het warm maken van Nederlanders voor onze krijgsmacht. Als bijkomstigheid kunnen we via de Nationale Reserve ook specialistische kennis uit de samenleving inzetten voor Defensie en meer handen beschikbaar hebben in tijden van nationale crisis. Overweegt de minister grove uitbreiding en het laagdrempeliger maken van de Nationale Reserve? Kan de minister ook zijn mening geven over het mogelijk versoepelen van criteria bij selectie van nieuwe militairen? Het is niet ideaal, dat besef ik, maar met de huidige tekorten heb ik liever dat we iemand aannemen die in de piepjestest net te laag scoort dan dat we niemand aannemen. We moeten van "the computer says no"-doctrine naar de "yes you can"-maatschappij. Je kunt namelijk een rekruut die net ongeschikt is altijd nog geschikt maken tijdens zijn training.

Tot slot. Kan de minister ook toelichten of op het ministerie bekend is welk financieel en praktisch plaatje nodig is in het geval dat we besluiten tot heractivering van de dienstplicht?

Voorzitter. Bij de watersnood in Limburg zagen we dat boeren spontaan bijsprongen bij evacuatie en hulpverlening. Dit doen ze graag en dit zullen ze altijd blijven doen. Dat heet noaberschop. Maar de krijgsmacht en de Nationale Reserve beschikken niet over voldoende mensen en over voldoende trucks met de juiste doorwaadhoogte voor alle stromingen. Ook beschikken ze niet altijd over vooruitziend leiderschap vanuit politiek Den Haag. Hier moeten we aan werken, want het kan niet zo zijn dat regionale veiligheid afhankelijk is van boeren en hun trekkers, hoe gek ik ook op deze trekkers ben. Welke rol zou Defensie in deze gevallen volgens de minister moeten vervullen?

Defensie is momenteel een verwaarloosde organisatie. Het verdient een minister die gelooft in het potentieel van de krijgsmacht. Een minister die naast de militairen staat in plaats van mee te gaan in het woke diversiteitsverhaal. Mij kan het persoonlijk helemaal niks schelen of het leger bestaat uit allemaal mannen, of allemaal vrouwen, of allemaal lhbti'ers, of een mix van alles. Wat BBB betreft komt er een kwaliteitsquotum. Als je geschikt of geschikt te maken bent, word je aangenomen. Punt. Van welk geslacht, welk ras of welke seksuele geaardheid je ook bent.

Voorzitter. Mevrouw Bromet wil een humanitaire krijgsmacht. Ik wil vooral een geloofwaardige krijgsmacht. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Tot slot het woord aan de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Als ergens het belang van Nederland moet worden gediend, dan is het wel bij Defensie, maar we moeten ons na 25 jaar van bezuinigingen ervoor schamen dat de Nederlandse krijgsmacht niet meer in staat is om ons land te verdedigen. Net als bij vele andere ministeries werden de ministersposten op Defensie bevolkt door partijbureaucraten die weinig affiniteit hebben met onze krijgsmacht. VVD-minister Wim van Eekelen was in 1988 de laatste minister van Defensie die in dienst had gezeten: bij de Huzaren van Boreel en afgezwaaid als eerste luitenant. Daarna volgde een beledigende stoet van pennenlikkers die nog nooit een rugzak op hebben gehad, een schot hebben gelost, een speedmars hebben gelopen of uit een vliegtuig zijn gesprongen. Dat heeft onze krijgsmacht in een deplorabele staat gebracht. Overigens stemt het mij hoopvol dat het CDA tweede luitenant Boswijk heeft afgevaardigd voor dit kabinet, waarvoor complimenten aan het CDA. Misschien kan daar in de formatie nog rekening mee worden gehouden.

Voorzitter. We hebben nog nooit voldaan aan de NAVO-norm van 2% van het bbp, terwijl Mark Rutte op de NAVO-top in 2018 in Brussel beloofde dat we in 2024 op 2% zouden zitten. In de voorgaande jaren zouden we op 1,3% van het bbp zitten. Kan de minister uitleggen waarom ook die belofte is gebroken en wanneer we dan wel naar die 2%-norm gaan?

Voorzitter. Oud-staatssecretaris Barbara Visser becijferde dat er 6 miljard euro nodig was om het achterstallig onderhoud aan het militair vastgoed uit te voeren. Kan de minister aangeven hoeveel er tot nu toe is uitgevoerd, hoeveel er nog openstaat en hoe het zover heeft kunnen komen?

Voorzitter. Zowel de marine als de luchtmacht als de landmacht geeft aan dat er grote problemen zijn met hoogwaardig en inzetbaar materieel en met de beschikbaarstelling van brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de Defensieonderdelen. Wat gaat de minister hier op korte termijn aan doen? Is de minister het met Belang van Nederland eens dat dit volstrekt onacceptabel is?

Voorzitter. Dan de militairen zelf. Ik heb nog veel contact met de mannen uit mijn eigen peloton die wel hebben gekozen voor een militaire loopbaan. Er zijn indringende verhalen over buitenlandse missies en ik ben trots op hun ervaringen en avonturen. Maar ik schaam me echt diep als ik hoor wat ze verdienen. Het is een godvergeten schande dat we militairen uitzenden naar zwarte gaten op onze planeet voor een loon waar je nauwelijks een gezin van kan onderhouden. Een loonsverhoging van 1%. Hoe durft het kabinet! Een extra loonsverhoging van 0,4%. Wat een belediging. Een oefentoelage van €36 per dag, waarvoor je 24 uur per dag van huis bent. Wat een schande. Een uitzendtoelage van €68 per dag. Ik vraag me echt af of iemand hier, of de minister, bereid is om voor deze aalmoes onder vuur te liggen. Wel 7 miljard voor klimaat, 6 miljard voor ontwikkelingshulp, 80 miljard voor coronahulp en honderden miljarden voor massa-immigratie, maar niet het fatsoen om onze eigen militairen een passend loon te betalen.

Terwijl Defensie 9.000 vacatures kent, komt de sg met een vrouwenquotum en de minister met een diversiteits- en inclusiviteitstraining. Wat een gotspe. Is de minister het met Belang van Nederland eens dat de huidige salariëring van militairen ver onder de maat is? En wat gaan we hieraan doen? Kan hij aangeven hoeveel het nou zou kosten om, bijvoorbeeld in de formatie, af te spreken dat we een eenmalige loonsverhoging geven van bijvoorbeeld 10%? We kunnen niet verwachten dat onze mannen en vrouwen hun leven geven voor een appel en een ei, terwijl collega-ambtenaren op ministeries twee keer zoveel verdienen.

Voorzitter. We krijgen allemaal honderden noodkreten van oud-militairen die met een AOW-gat zitten. Wilt u zo vriendelijk zijn — dit zeg ik via u, voorzitter, tegen de minister — om dit eindelijk eens op te lossen? Het is toch niet meer uit te leggen dat we deze militairen, die hun hele leven hebben gediend, nu een oor aannaaien.

Voorzitter. Dan nog een vraag over de situatie rond corona, waarbij het gebrek aan ic-bedden een cruciale factor blijkt te zijn. We hebben in een aantal jaren, door keiharde bezuinigingen, het aantal burger-ic-bedden gehalveerd. Mijn vraag is de volgende: heeft de krijgsmacht de capaciteit om hierin een rol te spelen? Hoeveel militaire ic-bedden zouden er via Defensie kunnen worden toegevoegd aan de schamele 950 bedden van Hugo de Jonge?

Voorzitter, tot slot. De krijgsmacht is door verkeerde keuzes uitgehold en niet meer in staat om ons land te verdedigen. De Commandant der Strijdkrachten en de Commandanten van de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Marechaussee hebben de noodklok geluid over het voortbestaan van onze krijgsmacht. Nu heeft Defensie zelf een solide plan gemaakt om toe te werken naar een volwaardige krijgsmacht, in samenwerking met Europa, maar niet afhankelijk van de EU en zeker zonder EU-leger. Dit plan is vastgesteld in de Defensievisie 2035 en voorzien van een financiële doorrekening. Deze Defensievisie 2035, nota bene opgesteld door de experts en de mensen die met hun poten in de modder staan, is cruciaal voor het voortbestaan van onze krijgsmacht. Kan de minister toezeggen dat hij de Defensievisie 2035 zal omarmen? In het belang van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank de heer Van Haga. Hij was de laatste spreker vandaag.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

We zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn van de kant van de Kamer. Wij gaan morgenavond luisteren naar de beantwoording door de minister. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven