18 Pakket Belastingplan 2022

Pakket Belastingplan 2022

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022) ( 35927 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2022) ( 35928 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 tot wijziging van de fiscale regeling voor aandelenoptierechten met het oog op het wegnemen van een liquiditeitsprobleem in het geval van het verstrekken van aandelenoptierechten als loon (Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten) ( 35929 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 tot invoering van een grondslag voor het bieden van een tegemoetkoming bij schrijnende gevallen (Wet delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen) ( 35930 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet bronbelasting 2021, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft de maatregel om mismatches door een omgekeerde hybride tegen te gaan (PbEU 2017, L 144/1) (Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking) ( 35931 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen) ( 35932 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van enkele mismatches die ontstaan bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in de vennootschapsbelasting (Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel) ( 35933 );

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting ( 35873 ).

De voorzitter:

Aan de orde is het Pakket Belastingplan 2022 (35927 tot en met 35932). Het is zover! We behandelen tevens de Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel (35933) en het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (35873). Daar heeft u allemaal verstand van! Ik ben er nu al door geïmponeerd dat er mensen in de zaal zijn die dit allemaal weten.

Een hartelijk woord van welkom, om te beginnen aan de beide staatssecretarissen van Financiën, die we zoals gewoonlijk bij het belastingplan mogen verwelkomen. Fijn dat u bij ons bent. Ook een speciaal woord van welkom aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die vandaag bij ons is omdat ze eerder bij het WGO afwezig was. Daardoor zijn er Kamerleden die wellicht iets willen zeggen over zaken die wonengerelateerd zijn. De minister van BZK zal daar met belangstelling naar luisteren. Als u het netjes formuleert, krijgt u morgen ook antwoord op uw vragen, maar dat ligt helemaal aan uzelf. Ik waarschuw u allen. Dat waren alle verplichtingen.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

We hebben twaalf sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is de heer Edgar Mulder van de fractie van de Partij voor de Vrijheid, die in totaal twintig minuten spreektijd heeft. Maar hoeveel daarvan gaat hij gebruiken in de eerste termijn? Vijf, roept de zaal. Het woord is aan de heer Mulder.

De heer Edgar Mulder (PVV):

De debatten over het belastingplan zijn ieder jaar behoorlijk technisch en vaak saai. Sinds ik hier ben, zijn ze in ieder geval nooit leuk. Dat geldt trouwens voor wel meer debatten in de commissie voor Financiën. Maar — nu wordt het serieus — door het toeslagenschandaal zijn de debatten ook somber en naargeestig geworden, met als treurig dieptepunt de uit huis geplaatste kinderen.

Voorzitter. Het was zeer terecht dat de minister voor Rechtsbescherming tijdens het wetgevingsoverleg tekst en uitleg kwam geven, maar de verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij D66. De D66-staatssecretaris is immers verantwoordelijk voor de toeslagen. Onder een D66-staatssecretaris zijn de problemen jarenlang niet serieus genomen. Onder een D66-staatssecretaris werden memo's niet gearchiveerd. Onder een D66-staatssecretaris werden rapporten herschreven. Deze staatssecretaris is derhalve verantwoordelijk voor de gevolgen, ook van de uithuisplaatsing. Dan blijkt opnieuw de kilheid van dit kabinet, want als antwoord kregen we: ja, er zijn wel kinderen uit huis geplaatst, maar dat gebeurt nooit alleen vanwege het geld. Ze zeiden: ja, het is heel traumatisch voor een kind, maar soms is het ook beter af. We hoorden: ja, er lijkt sprake van oververtegenwoordiging van uithuisplaatsing bij de gedupeerden, maar dat valt niet vast te stellen zonder diepgravend onderzoek. Daar heeft deze Kamer helemaal geen boodschap aan en daar hebben de ouders ook geen boodschap aan. Dat onderzoek had er allang kunnen zijn. Het CBS heeft de cijfers op 18 oktober gepubliceerd. Dat is dik vier weken geleden. Het onderzoek liep natuurlijk daarvoor al, dus voor de staatssecretaris was het geen verrassing, maar voor deze Kamer natuurlijk wel. Ik wil dan ook van de staatssecretaris weten welke stappen ze heeft ondernomen, zodat de ouders hun kinderen binnenkort weer in de armen kunnen sluiten.

Voorzitter. Het toeslagenschandaal heeft enorme gevolgen voor de slachtoffers, maar trekt ook zijn wissel op de gehele Nederlandse samenleving. Het vertrouwen in de overheid daalt met de maand. Het is een steile lijn naar beneden en dat is begrijpelijk, want dat krijg je als je als overheid jarenlang burgers oppakt en geld afpakt. Dat krijg je als je mensen onterecht aanmerkt als fraudeur. Dat krijg je als de hoogste bestuursrechter deze foute praktijken steunt. Dat krijg je als de Belastingdienst honderden zwarte lijsten bijhoudt over honderdduizenden burgers. Dat krijg je als je de mond vol hebt van het bestrijden van belastingontwijking, maar ondertussen een belasting ontduikende minister van Financiën en een frauderende landsadvocaat hebt.

Voorzitter. Als je dat als burger allemaal ziet en hoort, dan is het niet raar dat nog maar 30% van de bevolking vertrouwen heeft in deze overheid. Let wel: u zou wellicht kunnen denken dat ik een opsomming gaf van jarenlange misstanden in Nederland, maar niets is minder waar. Ik had de lijst nóg langer kunnen maken, en dit speelde allemaal gewoon dit jaar, in 2021. Rutte heeft zo ongelofelijk veel kapotgemaakt. Het is niet alleen het liegen, het is ondertussen totale betonrot. Als wat er met het vertrouwen van de burgers in de overheid is gebeurd, ook gebeurt met de belastingmoraal in Nederland, dan hebben we er een immens probleem bij. Zoals ik al stelde: je wordt er niet vrolijk van.

Voorzitter. Ik ga nu door naar de wetten uit het Belastingplan, te beginnen met de woningmarkt. Die is een grote puinhoop. Die puinhoop is de afgelopen jaren alleen maar groter en groter geworden. Laten we eerlijk zijn: voor de verantwoordelijk D66-minister is de woningmarkt nooit echt een prioriteit geweest. De gevolgen zien we elke dag. Wil je een woning kopen of huren, vergeet het maar. Er is een tekort aan 300.000 woningen. De woningen die nog wel beschikbaar zijn, zijn voor een doorsneegezin niet betaalbaar. Meer aanbod, lagere prijzen: dat hebben we nodig. Hoe bizar is het dan dat Nederland als enige land ter wereld een speciale belasting heeft op sociale huurwoningen: de verhuurderheffing. Dat is een belasting die ten koste gaat van de betaalbaarheid en van nieuwbouw. 12,5 miljard heeft de verhuurderheffing de staatskas vanaf 2013 opgeleverd. Met dat geld hadden we woningen kunnen bouwen. Met dat geld hadden we ook huurders een lagere prijs kunnen laten betalen. De nu voorgestelde verlaging van de verhuurderheffing is bij lange na niet genoeg. Dat is 831 miljoen. Dat is mooi, maar alleen al door de stijgende WOZ gaat daar weer 400 miljoen van af. De enige juiste oplossing — ik zie de SP enthousiast knikken — is het afschaffen van de verhuurderheffing. Dit kabinet is selectief demissionair. Het is wel vaker hier gezegd: gewoon 6,8 miljard extra uitgeven aan klimaatgekte vinden ze allemaal normaal en moet kunnen; maar de verhuurderheffing afschaffen, kan niet, want ze zijn demissionair. Ik ben benieuwd wat we volgende week dan horen. Het is in ieder geval niet uit te leggen aan al die huurders en aan woningzoekenden.

Dan komen we bij de wet voor schrijnende gevallen. Dat is een slecht en niet uitgewerkt wetsvoorstel. Er staan geen definities in, er wordt geen hoogte van schadevergoedingen genoemd, er worden geen termijnen genoemd waarbinnen iemand gecompenseerd moet zijn. Deze wet voelt veel te veel als een soort vrijbrief voor het kabinet. De PVV wil niet de controlerende macht van de Kamer inleveren, alleen omdat die wet een sympathieke naam draagt. Eerlijk gezegd hebben we simpelweg te weinig vertrouwen in dit kabinet, te weinig vertrouwen dat het nu vanzelf wel goed gaat komen. Daarvoor is er gewoon te veel gebeurd. Ook de actuele berichten over de afwikkeling baren ons zorgen. Berichten van ouders over de uitspraken van de Commissie Werkelijke Schade die twijfels oproepen over de door de staatssecretaris toegezegde aannemelijkheid en menselijke maat. Want hoe je dit ook uitlegt: deze staatssecretaris, deze regering, heeft de schijn tegen. Wij als Kamer moeten in dit proces gewoon heel voorzichtig zijn, want de ouders zijn al zo vaak bedrogen. De PVV verzoekt de staatssecretaris dus om óf de wet alsnog uit te werken in een concrete wet óf de wet vooralsnog in te trekken.

Box 3, het meest verwaarloosde kindje van dit Belastingplan, het kindje van Vijlbrief. Op een herziening van de berekeningswijze na gebeurde er tijdenlang heel erg weinig, maar opeens bij het commissiedebat Belastingen van 30 juni was er actie. De staatssecretaris laat ons weten dat er in de machinekamer van Financiën gewerkt wordt aan heffing op basis van daadwerkelijk rendement. De uitwerking komt binnenkort naar de Kamer. De PVV kijkt uit naar het voorstel. Maar zelfs als er nu eindelijk een voorstel komt, zijn de problemen niet voorbij. Sterker, de problemen gaan dan waarschijnlijk pas echt beginnen, want er liggen nu meerdere uitspraken, conclusies, waaruit je kunt uitmaken dat de huidige situatie onhoudbaar is. De conclusie is dat de gehele box 3-heffing niet terecht was en niet terecht is.

Voorzitter. Mijn vraag is derhalve: wat gaat de staatssecretaris doen als de adviezen dadelijk door de Hoge Raad worden overgenomen en dat de hele heffing op stelselniveau dan inderdaad in strijd is met het recht op eigendom? Dat brengt ons bij de volgende vraag — dat was ook de vraag van de PVV tijdens het commissiedebat van 30 juli — of burgers die over het afgelopen jaar te veel hebben betaald dan met terugwerkende kracht gecompenseerd gaan worden. De vraag is: moet de Staat alle box 3-heffingen gaan terugbetalen? Over welk bedrag zouden we het dan in totaal hebben? Graag een reactie of daar ook in de machinekamer over nagedacht is.

Dan hebben we nog de opkomst en ondergang van de BIK, de Baangerelateerde Investeringskorting. Dat was het grote voorstel van het Belastingplan van vorig jaar. Als amateurisme ergens een juiste betiteling is, dan is het hier wel. Als deze wet straks wordt ingetrokken, dan heeft de BIK slechts voor acht dagen het licht mogen zien. Om een collega in het wetgevingsoverleg aan te halen: laten we er in ieder geval donderdag bij de stemmingen voor zorgen dat deze BIK keurig begraven wordt. Deze BIK is natuurlijk ook terecht mislukt. Het is een ordinaire VVD-vriendjeswet. De BIK is ook mislukt omdat de wet vorig jaar bij het vorige Belastingplan er onder druk doorheen moest worden gejast. We kregen geen tijd om de wet rustig te lezen en te bespreken. Het moest heel erg snel van de vier coalitiepartijen.

Voorzitter. Dat zie je wel vaker, in het algemeen. Als burgers in de penarie zitten, of het nu burgers in Groningen of de ouders van de toeslagenaffaire betreft, dan duurt het jaren en jaren voordat er een oplossing komt. Dan is alles moeilijk en worden er zware afwegingen tussen zorgvuldigheid en snelheid gemaakt. Dat wordt ons in ieder geval verteld. Er moeten dossiers worden aangelegd, er dienen bewijsstukken overlegd te worden en alles gaat ontzettend langzaam. Maar als er fiscale cadeautjes aan vriendjes kunnen worden uitgedeeld, dan is de wetgeving opeens à la Speedy Gonzales. Dan kan het wel heel snel gaan en is het opeens van het grootste belang dat er hetzelfde jaar nog geld wordt gegeven, want toezegging is toezegging. Dan wel, voorzitter. Dan wel. Maar goed, de wanhopige zoektocht naar een project voor die grote zak met in totaal 4 miljard euro van de BIK is als het goed is nu afgerond. Wat eerst bekend was onder de naam "afschaffing van de dividendbelasting", veranderde naar "verlaging vennootschapsbelasting", en ging vorig jaar "BIK" heten. Er was dan nog wel een kleine, korte afleidingsmanoeuvre richting verlaging van de AWf-premies, maar uiteindelijk werd wat er nog van het BIK-geld over was tijdens de APB ingezet als smeergeld. Het kan verkeren.

Dan belastingontwijking. We hebben het heel lang over dividendstrippen gehad, de CumEx- en de CumCumfiles. Maar we hebben het ook in het algemeen, meneer Van Raan ook, gehad over het geld dat via brievenbusfirma's wordt doorgesluisd. En als ik het goed heb, is er een toezegging geweest over waar dat geld uiteindelijk terechtkomt. Ik hoop dat we die uitwerking binnenkort krijgen en dat we daar dan apart over kunnen debatteren.

Ik wil het in het kader van belastingontwijking vandaag ook graag hebben over accijnzen. Ik heb tijdens het wetgevingsoverleg voorgerekend dat de Staat alleen al 1,23 miljard euro misloopt aan accijnzen en btw op tabak. De staatssecretaris zou komen met een eigen rekensom. Die kreeg ik vrijdag. Hij komt op 525 miljoen. Of nu de cijfers van de tabaksindustrie zelf kloppen of die van het rapen van pakjes of die van de staatssecretaris van vrijdag, het gaat hoe dan ook over enorme bedragen. De PVV vindt het gewoon zonde dat wij de Duitse en Belgische staatskas blijven spekken. Dat geldt niet alleen voor sigaretten, maar ook voor benzine. Nederland heeft inmiddels de hoogste benzineprijs ter wereld, dus het loont om in het buitenland te gaan tanken. Als je dan toch in België of Duitsland bent om te tanken en sigaretten te kopen, dan kun je daar natuurlijk net zo goed je overige belastingen doen. Belastingontwijking in optima forma! De PVV wil graag een onderzoek naar hoeveel belasting Nederland misloopt door weglekeffecten naar het buitenland en naar de financiële gevolgen daarvan voor de Nederlandse grensondernemer. De vraag aan de staatssecretaris is dan ook of hij deze Kamer jaarlijks van relevante cijfers wil voorzien. Ik hoop op een toezegging.

Voorzitter. Natuurlijk staan er niet alleen maar foute voorstellen in dit Belastingplan. Ook de PVV zal voor een aantal onderdelen stemmen. Maar een van de grootste minpunten blijft toch wel dat dit wederom geen Belastingplan voor de gewone man is. Maar de gewone Nederlander betaalt wel alles. Alles wat we hier doen, wordt uiteindelijk betaald door die Nederlander. En die boert al vele jaren achteruit. Alles is duurder geworden en hij kan vaak nog maar net of niet rondkomen. Hoe mooi zou het nou zijn als er eens een Belastingplan was waarin hij een flinke compensatie zou krijgen? Maar ook in 2022 krijgt hij alleen klappen. De koopkrachtverbetering schommelde al rond de 0% en dat was nog voor de bizarre stijging van de energierekening die mensen binnenkort voorgeschoteld krijgen. Gezinnen moeten honderden, soms duizenden, euro's meer gaan betalen. Energie is een primaire levensbehoefte. Waarom moet de overheid dan die primaire levensbehoefte maximaal belasten met een dubbele heffing, energiebelasting en ODE, en ook nog eens afgetopt met het hoge btw-tarief? Het is bijna crimineel, maar op z'n minst schandalig. En de waterpomppatsers hebben daar geen last van. Die leven van subsidie naar subsidie en krijgen alles cadeau, maar Jan met de pet mag betalen. Wat gaat deze regering doen om mensen die stoken op gas te compenseren? Dat kunt u zich misschien niet voorstellen, maar een heleboel mensen stoken gewoon op gas.

Voorzitter, afsluitend. Ik hoop echt dat dit het laatste Belastingplan is van deze staatssecretarissen. Het wordt tijd voor Wilders I.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot het zo ver is gaan we luisteren naar de heer Aartsen van de fractie van de VVD.

De heer Aartsen (VVD):

Meneer de voorzitter. Laat ik beginnen met een persoonlijke noot. Ik vervang vandaag mijn collega Idsinga, die helaas niet bij dit debat aanwezig kan zijn. De heer Mulder zei dat de debatten van de commissie voor Financiën saai en technisch zijn. Ik moet zeggen dat ik dit niet volledig kan ontkennen, na een weekend van alles lezen, maar volgens mij was zijn opmerking wel terecht. Als je gaat lezen over de kindertoeslagaffaire, en afgelopen weekend heb ik bij de voorbereiding alle details weer opnieuw zitten lezen — die ellende, de verhalen, de hele tijdlijn, van voor naar achter — dan lopen de koude rillingen je wel over de rug. Dat wil ik hier wel persoonlijk gezegd hebben. Het blijft lezen alsof het een soort nare thriller is, waarbij je om de paar zinnen, bij iedere bullet, toch weer denkt: ah, had toen die en die maar dit gedaan, of als toen dit en dit was gebeurd, dan hadden we een hele hoop dingen kunnen voorkomen. Dat is een beetje de nare bijsmaak bij wat ik afgelopen weekend heb kunnen lezen, als je weer opnieuw al die details tot je neemt. Het is ook een koud feit dat we die dingen die er toen zijn gebeurd, helaas niet over kunnen doen, hoe graag velen van ons dat ook hadden gewild.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Dank dat de collega van de VVD dit zo deelt. Ik moest opeens even denken aan de woorden van de heer Dijkhoff, over dat we misschien wat vaker saaie debatten moesten hebben in dit huis. U refereerde aan de opening van de collega van de PVV. Ik dacht: misschien is het goed om dat ook eens even te zeggen, want die hele toeslagenaffaire, waar we hier allemaal de rillingen over hebben en waar we het vandaag ook over gaan hebben, komt ook doordat wij en het kabinet dat werk met die saaie wetten niet goed gedaan hebben in het verleden. Ik was benieuwd of u daar een reflectie over wilde delen.

De heer Aartsen (VVD):

Ik denk dat collega Maatoug daar zeker ook gelijk in heeft. Nogmaals, als je die tijdlijn zo eens leest, dan is iedere keer weer het gevoel: was er toen maar dit of dat gebeurd. Volgens mij is de kern een stukje zorgvuldigheid. Gisteren hebben we in de procedurevergadering gesproken over de wet van de staatssecretaris. Dan zie je ook weer die balans. Dat was voor mijzelf ook weer een eyeopener over dat dilemma. Aan de ene kant wil je snel goed doen. Volgens mij heeft iedereen die intentie om snel dingen op te lossen of voor elkaar te boksen. En aan de andere kant is zorgvuldigheid juist een van de lessen; politiek saai, technisch gezien. Even twee keer nadenken als het gaat om bepaalde wetten en vooral kijken naar de uitvoerbaarheid in de praktijk. Dat zijn dingen die zeker ook spelen. Ik zal er zo wat meer over zeggen, als het gaat om de uitvoering.

Ik wil hier graag onderstrepen dat we drie dingen kunnen doen; drie prioriteiten. Zorgen dat mensen niet verder in de put zakken of verder in de problemen komen. Zorgen dat mensen snel, fatsoenlijk en goed gecompenseerd worden. En tot slot uiteraard: zorgen dat mensen netjes hun dossier afgehandeld en afgewikkeld krijgen. Volgens mij moeten de dingen ook in die volgorde gebeuren.

Laat ik dan ook maar beginnen bij prioriteit nummer één: voorkomen dat mensen verder wegzakken in die problemen. Met het bevriezen van de publieke en de private schulden is er volgens mij een goede stap gezet, maar het betekent niet dat wij er al zijn. Het zou ook echt wel goed zijn als mensen nu eens geholpen worden en zelfs beschermd zouden worden door de overheid, in plaats van dat ze naar de rechtbank moeten stappen. Die voorbeelden hebben we ook voorbij zien komen.

Gemeenten spelen hier volgens mij ook een belangrijke rol in. Gemeenten staan vaak dicht bij mensen. De aantallen zijn voor de meeste gemeenten goed te behappen. Ze kunnen ook kijken wat er nog meer speelt in het leven van mensen. Echter, we ontvangen wel een aantal geluiden dat dit toch behoorlijk stroef loopt. Laten we dat maar gewoon zeggen. Hier zie je dan ook weer dat het verschil tussen de Haagse tekentafel en de praktijk zich wreekt.

Ik wil graag een aantal knelpunten doorlopen. Ik ben benieuwd naar de reactie van het kabinet daarop. Klopt het bijvoorbeeld dat gemeenten maar één keer contact kunnen opnemen met gedupeerden? Klopt het dat ze in één gesprek het vertrouwen van deze mensen moeten zien te winnen en dat ze daarna niet meer bij machte zijn om contact op te nemen, dat ze moeten wachten totdat iemand zelf contact opneemt? Ik ben benieuwd naar de reactie van het kabinet hierop.

Klopt het dat gegevensuitwisseling tussen de Belastingdienst en de gemeenten door middel van de AVG erg lastig is? Ik ben ook benieuwd welke gegevens wel en welke gegevens niet mogen worden uitgewisseld tussen de Belastingdienst en de gemeenten. Is hierop al een speciale regeling van toepassing? Ik kan me voorstellen dat overheden hierover zeggen: dit is zo uitzonderlijk; laten we dit een beetje goed onderling regelen en mensen er vooral niet mee lastig vallen.

We horen veel frustratie over dat er in de praktijk veel personele wisselingen zijn bij de UHT, dat veel mensen zich keer op keer moeten inlezen op hetzelfde dossier. Dan ontstaat er onnodige vertraging. Hoe staat het met de doorlooptijden van de personele wisselingen bij de UHT? Hoeveel zaakbeheerders zijn er gemiddeld per zaak? Klopt het dat er amper beslissingsbevoegdheid is georganiseerd, bijvoorbeeld wat lager in de organisatie? We horen signalen over een frontoffice en een backoffice, dat de ene alleen maar bevoegd is om contact te hebben en dat de andere alleen maar bevoegd is om beslissingen te nemen. Vervolgens moeten mensen eindeloos wachten terwijl het dossier heen en weer gaat. Is dit de meest praktische manier om mensen snel te helpen?

Voorzitter. Krijgen mensen die formeel zijn aangewezen als gedupeerden inmiddels ook een formele brief ter bevestiging? Of gebeurt dit alleen telefonisch? En een laatste vraag: wat gebeurt er met mensen die €30.000 gestort krijgen, de Catshuisregeling, maar die zelf proactief de schulden afbetalen, die inmiddels al bevroren zijn, uit angst voor schuldeisers? Hoe worden deze mensen geholpen? Alle lof uiteraard voor de individuele medewerkers bij de Belastingdienst en de diensten die hier hard aan werken, maar ik denk dat het ook mijn taak is als volksvertegenwoordiger, onze taak als volksvertegenwoordiger, om door te vragen op dit soort uitvoeringspunten die minder goed lopen.

De tweede en de derde prioriteit die ik noemde, is het snel compenseren van de geleden schade om vervolgens ook de complexe dossiers van mensen af te handelen. Hoe staat het met de snelheid van dit compenseren? Hoe wordt er omgegaan met de nieuwe gevallen die zich iedere week nog steeds melden? Hoe zit het met de samenwerking tussen CWS, UHT en de Belastingdienst? Vooral het tijdig afhandelen kost wat ons betreft nog te veel tijd.

Voorzitter. Dan wil ik een aantal onderdelen van het Belastingplan aansnijden. Ons land staat de komende jaren voor behoorlijk wat grote uitdagingen. We hebben er al vaker over gesproken. Denk aan de nasleep van de coronacrisis en vooral het herstel ervan voor heel veel ondernemers en gezinnen. Denk aan de woningmarkt die op slot zit, mensen die geen woning kunnen vinden of vastzitten waar ze zitten. Denk aan het klimaatprobleem, dat we graag op een verstandige, dus ook op een betaalbare en haalbare manier willen oplossen, zodat we de aarde goed en schoon kunnen doorgeven aan onze kinderen. En uiteraard dit alles in het licht van de groepen die juist ook voor de VVD belangrijk zijn: de middenklasse en het mkb. Het gaat erom dat die in de komende periode ook nog een stapje vooruit kunnen zetten.

De eerlijkheid gebiedt echter wel te zeggen dat deze grote, majeure onderwerpen, deze grote, majeure problemen, een breed plan vergen. Al deze onderwerpen los je niet simpelweg op door middel van één maatregel, door één motie of één amendement. Daarvoor hebben we wat mij betreft echt een breder plan nodig. Dat is, hoe politiek dat misschien ook klinkt, uiteraard wel een coalitieakkoord met nieuw beleid, waarin ook de financiële afwegingen voor de komende jaren worden gemaakt. Iedere euro kun je per slot maar één keer uitgeven. Dit Belastingplan is wat ons betreft echter wel een goede stap vooruit, ondanks de demissionaire status van het kabinet. Het is zeker niet hét masterplan dat alle problemen als sneeuw voor de zon zal laten verdwijnen, maar het is wel een verbetering voor de problemen die ik net noemde. Door constructieve samenwerking met andere partijen is het ook gelukt om bij de Algemene Politieke Beschouwingen met name voor 2022 een stap te zetten op de woningmarkt, en op de energierekening voor het mkb en voor normale gezinnen. Die constructieve samenwerking in het brede midden willen wij dan ook graag doorzetten.

Ik heb wel nog een aantal specifieke vragen over het Belastingplan. Laat ik beginnen met een punt waar wij ons als VVD al vaker druk over hebben gemaakt, en dat is de belasting op spaargeld: de vermogensrendementsheffing in box 3. Door tal van factoren begint dit namelijk toch wel een behoorlijk nare situatie te worden. Spaarders hebben te maken met een spaarrente van 0%. Sterker nog, in sommige gevallen is er sprake van een negatieve spaarrente. De inflatie schiet behoorlijk hard omhoog, waardoor spaargeld simpelweg minder waard wordt. Daar komt de Belastingdienst dan vervolgens ook nog eens met een heffing overheen. Deze mensen worden dus juist zwaarder belast. Laat dat even tot je doordringen. Die mensen worden zwaarder belast, juist omdat ze spaarzaam zijn, omdat ze zeggen: ik wil dat geld dat ik heel mijn leven lang heb gespaard graag als extraatje hebben voor mijn oude dag. Denk ook aan de middenstanders die hun zaak hebben verkocht en dit werkelijk waar alleen als hun pensioen zien, en daar iedere maand een beetje geld moeten afhalen om iedere maand rond te kunnen komen. Deze mensen zitten dus ook niet te wachten op allerlei risicovolle beleggingen of allerlei andere financiële avonturen. Zij willen simpelweg hun zuurverdiende spaarcentjes op hun rekening laten staan. Zij willen vooral niet zien dat het minder wordt, helemaal niet door toedoen van de Belastingdienst. Dat gebeurt op dit moment wel.

We moeten dan wat ons betreft ook daadwerkelijk toe naar een systeem van werkelijk rendement, het belasten van werkelijk rendement op spaargeld. De VVD vindt dit al een tijdje en we zien inmiddels ook gerechtelijke uitspraken die deze richting op wijzen. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer we nou op daadwerkelijk rendement gaan heffen voor spaarders? Er is inmiddels een contourennota aangekondigd, die onze kant op gaat komen. Ik ben heel benieuwd wanneer we die nu specifiek kunnen verwachten. En kan de staatssecretaris dan ook al enigszins een beetje een reflectie geven op wat er dan in staat en in welke richting hij dan denkt? Dit is geen nieuw onderwerp. Dit zou geen nieuw thema moeten zijn voor de staatssecretaris. Ik ben heel benieuwd in welke richting hij zit te denken. De staatssecretaris heeft aangegeven dat dit op z'n vroegst in 2025 mogelijk is. Mijn vraag is dan ook bijna: waarom kan dat niet eerder? We spreken hier al lange tijd over. Het is toch niet zo dat we gisteren zijn begonnen met nadenken over dit onderwerp? Tot slot. De heer Mulder zei er ook al iets over, maar hoe denkt de staatssecretaris ermee om te gaan als er een gerechtelijke uitspraak komt waardoor dit ook met terugwerkende kracht moet worden gerepareerd? Welke scenario's liggen er klaar?

Voorzitter. Wij zijn als VVD blij dat het kabinet het mogelijk maakt voor ondernemers om hun medewerkers mede-eigenaar te laten worden van hun bedrijf. Nu wordt dat nog flink belast. Startende techondernemers hebben vaak geen geld voor flinke salarissen, maar kunnen op deze manier toch talent binden aan hun bedrijf. Zo kunnen ze de concurrentiestrijd aangaan met andere start-ups. Het is ook een mooie mogelijkheid voor het mkb om medewerkers aan hun bedrijf te binden, door ze mede-eigenaar en dus ook medeondernemer te maken. Dat is wat ons betreft een mooie ontwikkeling.

Juist daarom vinden wij dat dit wetsvoorstel eigenlijk nog wel een beetje een beperkte stap is, want alleen aandelenopties worden hierin geregeld maar niet zaken als aandelen zelf of de manier waarop we dat hebben geregeld of het werken met certificaten. Is dit voor het kabinet dan ook het eindstation van deze discussie? Of is het een beginstation van deze discussie? Vergeleken met andere landen kunnen mede-eigenaarschap, medeondernemerschap en werknemersparticipatie in Nederland echt nog wel aan kracht winnen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Het hele idee van het wetsvoorstel is dat er opties uitgegeven worden en dat je die opties niet onmiddellijk kunt uitoefenen. Bij aandelen is dat anders. Op het moment dat een bedrijf aandelen verschaft aan z'n werknemers of bestuurders — de vraag is of dat op dit moment de grootste prioriteit van Nederland moet zijn, maar daarover kun je van mening verschillen — dan heb je het hele probleem niet dat je die de dag erop niet kunt verhandelen. Je kunt die namelijk gewoon verhandelbaar uitgeven. Dit hele wetsvoorstel is juist bedoeld voor kleine bedrijven die alleen maar opties kunnen uitgeven, omdat ze nog geen kapitaal hebben. Stelt de VVD hier nu voor om een nieuwe belastingfaciliteit in te voeren om CEO's van grote bedrijven goedkoop aandelen te kunnen geven?

De heer Aartsen (VVD):

Nee, ik schetste net een andere denkrichting. Daarom benoem ik ook specifiek het punt van medeondernemerschap en mede-eigenaarschap. Het betreft ideeën die er spelen rondom bijvoorbeeld mkb-bedrijven. Men zegt: "Ik heb een productiebedrijf. Daarin heb ik twee goede meewerkend voormannen werken. Financieel is het lastig om dat goed te regelen. Wij zouden deze mensen graag willen betrekken bij het wel en wee van het bedrijf, dus we zouden deze mensen graag mede-eigenaar en medeondernemer willen laten worden van het bedrijf." Daar zijn prachtige ideeën voor als het gaat om participaties in een bedrijf, zonder dat dat automatisch betekent dat iemand daadwerkelijk aan de knoppen zit. Het gaat dus om de binding met het mooie mkb-bedrijf. Daar zijn een paar prachtige voorbeelden van in onder andere Limburg en Brabant; daarover heb ik gesproken met mensen daar. Zij zeggen dat ze dat graag kleinschalig zouden willen, om met name een goede binding tussen bedrijf en werkgever enerzijds en werknemers anderzijds te hebben. Dan hebben we het niet over enorme bedragen, maar zij zeggen nu: dat wordt een beetje ingewikkeld, want dan moet ik naar een notaris of dan moet ik een stichting oprichten en dan zit je met bepaalde entries en exits en dat soort zaken. Je ziet nu dus eigenlijk, juist zoals de heer Omtzigt zegt, dat hele grote bedrijven het zich kunnen veroorloven om dat soort pakketten aan te bieden, terwijl juist het kleine middenbedrijf zegt: ik zou het heel graag willen, maar het is zo complex en duur in Nederland. Wat dat betreft zijn er nog mooie voorbeelden te vinden in Australië, Amerika of Groot-Brittannië. Daar hebben ze echt wel hele mooie voorbeelden van hoe je wat meer betrokkenheid kunt krijgen van werknemers binnen je bedrijf.

De voorzitter:

Helder.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

De voorzitter zegt "helder", maar het is mij nog niet helemaal helder. Dat ligt vast aan mij, voorzitter. Wat stelt de VVD hier voor? Op dit moment kun je iemand €100 extra salaris uitbetalen. Valt hij in de hoogste salarisschrijf — want daar zul je het toch net over hebben — dan betaalt hij daar €50 belasting over. Dat is Nederland. Als de ondernemer aan zijn hoge middenmanagement — want daar hebben we het dan vaak over, hè; dit gaan we niet bij postbezorgers doen; dat weten we ook wel weer — dan liever aandelen wil geven, wat stelt de VVD dan voor? Dat daar geen of minder belasting over betaald wordt? Of zit daar een soort administratief probleem? Welk probleem zijn we nu aan het oplossen? Dat is even mijn vraag.

De heer Aartsen (VVD):

Het wetsvoorstel dat hier vandaag voorligt, richt zich specifiek op kleine techstartbedrijven. Die hebben aangegeven dat ze het fijn vinden om het op die manier te doen, zodat zij de strijd kunnen aangaan met internationale start-ups. Die roep is er al vaker geweest. Als mkb-woordvoerder heb ik me ook regelmatig verdiept in de discussie over die participaties. Het zijn dus, in tegenstelling tot wat de heer Omtzigt zegt, middenbedrijven. Dan heb ik het over productiebedrijven met 50, 60, 70 man in dienst die zeggen: ik zou graag wat meer binding willen tussen mijn werknemers en mijn bedrijf, zonder dat we die werknemers gelijk aan het stuur zetten en op de directeursstoel neerzetten. Zij willen gewoon een stukje binding tussen het bedrijf en de werknemers. Daar zijn allerlei ideeën voor, ook internationaal, op het gebied van werknemersparticipatie, mede-eigenaarschap, mede-ondernemerschap. Je ziet dat wij daar in Nederland vrij beperkte faciliteiten voor hebben, omdat de fiscaliteit in box 1 wordt gezet; dat is een probleem waar we ook over spreken. Dan moet je dus een waardebepaling laten uitvoeren voor die mkb-bedrijven en noem maar op. Mijn vraag aan het kabinet — dat zal hier ook mijn oproep zijn — is: is het dossier hiermee nou gesloten of ga je kijken hoe dit in de praktijk uitpakt? Zijn er nog meer vragen van mkb-bedrijven in de samenleving? Zijn er dingen die zij ook interessant vinden, maar waarbij zij tegen bepaalde punten aanlopen waarover zij verder zouden willen praten? Ik denk dat het verstandig is, in het kader van mede-ondernemerschap en mede-eigenaarschap, dat we daarnaar kijken.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dit is het Belastingplan. Het Belastingplan is heel precies. Belastingheffing is heel precies en dat is soms heel naar. Dat was ook het eerste gedeelte van wat de heer Aartsen hier te berde bracht: hoe naar het uitpakt voor de toeslagen. Eén zinnetje verkeerd in de belastingwetgeving of de uitvoering en dan hebben we met z'n allen een groot probleem. Voor het algemene idee dat we werknemers bij het bedrijf zouden willen betrekken, bestaan allerlei regelingen. Je kunt bijvoorbeeld winstdelingsregelingen of eindejaarsuitkeringen doen, op basis van wat voor bedrijf het is. Sommige bedrijven doen dat ook. Ik vraag mij af: wat wordt hier nou voorgesteld? Na tien minuten ben ik daar met de beste wil van de wereld nog niet achter. Dat is dus mijn vraag. Moeten ze gratis of goedkopere aandelen kunnen krijgen? Ze krijgen toch de meerderheid niet, dus ze gaan niet op die directeursstoel zitten. De directeur is echt niet zo gek dat hij 51% wegschenkt; hij houdt die 51% echt wel lekker bij zichzelf of zorgt voor aandelen met verschillende stemrechten. Er is van alles mogelijk. Dat is helemaal niet lastig. De vraag is: welke fiscale faciliteit stelt de VVD hier voor?

De heer Aartsen (VVD):

Ik stel geen fiscaliteit voor op dit moment. Ik stel een vraag aan het kabinet over deze brede discussie, juist in het kader van de zorgvuldigheid, waar we het net over hadden. Ik sta hier geen initiatiefwet te verdedigen. Ik zeg alleen: we slaan nu deze weg in met dit wetsvoorstel, terwijl daar breder in de samenleving ideeën over zijn. Ik noemde net voorbeelden van mkb'ers die zeggen: ik zou mijn medewerkers graag wat meer willen betrekken bij het ondernemerschap, het eigenaarschap, van mijn bedrijf, maar ik loop tegen bestaande faciliteiten aan. Mijn oproep of mijn vraag aan het kabinet zou dus zijn om daar ook eens naar te kijken. Ziet u dit wetsvoorstel als: strik eromheen en het is daarmee klaar? Of leggen we ons oor te luisteren in de samenleving, bij de mkb'ers die deze wens uitspreken? We zouden dat graag willen doen. Ik heb daar tal van ideeën over, maar het is exact wat de heer Omtzigt zegt: juist omdat het zo specifiek moet, ligt hier nu geen concreet uitgewerkt voorstel van de VVD.

De heer Alkaya (SP):

Die wet heeft de Socialistische Partij wel, en we gaan het zeker ook met elkaar hebben over het bevorderen van mede-eigenaarschap. Dat moet je natuurlijk collectief doen, want als je dat individueel toestaat, krijg je allemaal kleine kapitalistjes. Dan krijg je de boardrooms en de managers die wel profiteren. Het is precies zoals de heer Omtzigt zei: niet de postbezorger, niet de klantenservicemedewerker, niet de schoonmaker; die profiteren dan niet mee. Als je mede-eigenaarschap wilt stimuleren, moet je dat dus collectief regelen. Daar gaan we het zeker over hebben.

Mijn vraag gaat heel specifiek over wat er vandaag wél voorligt: het uitstellen van het moment van belastingheffing als het gaat om aandelenoptierechten. Het kabinet heeft ervoor gekozen om dat voor alle bedrijven te laten gelden. Ik hoor de heer Aartsen hier ook een aantal keren zeggen: we doen het om die kleine ondernemers te helpen, die startende techbedrijven. Daar zijn we het met elkaar over eens, maar is hij het dan ook met de SP-fractie eens dat we de wet moeten beperken tot die kleine bedrijven? Want dat is op dit moment helemaal niet zo.

De heer Aartsen (VVD):

Gezien de discussie van net kan ik het toch niet weerstaan om te reageren op het begin van de interruptie van de heer Alkaya. Het is inderdaad een interessant wetsvoorstel, dat we waarschijnlijk nog gaan bespreken. Het is alleen wel jammer dat het nog de kapitalistische lagen tussen werkgever en werknemer overeind houdt in die winstdelingssituatie. Het zou mooi zijn om mensen juist onderdeel te laten zijn van zo'n bedrijf: mede-eigenaarschap. Dat is ook het idee achter die situatie die ik net schetste.

Dan even de vraag van de heer Alkaya over de personen. Nee, wat dat betreft niet, want dan ga je weer een beperking opleggen als het gaat om werknemers. Dan gaan we ons denk ik weer te veel bemoeien met hoe een bedrijf is ingericht. Ik denk dat er ook situaties zijn waarin je er misschien qua fte overheen zit. Dan maak je het onnodig complex. Ik zou het dus graag even hierbij willen laten, maar ik ben zeker ook geïnteresseerd … Nogmaals, als mkb-woordvoerder heb ik wel bijzondere interesse in dit onderwerp. Het lijkt me dus goed om daar nog eens over door te spreken, want ik denk dat er zeker interessante situaties zijn die wij in Nederland nog beter kunnen maken. Nogmaals, er zijn ook internationale voorbeelden waarvan wij kunnen leren.

De heer Alkaya (SP):

De hele argumentatie van de VVD begon met de kleine bedrijfjes, die snelgroeiende bedrijfjes, die techstart-ups die we moeten helpen. De wet die voorligt is helemaal niet gericht op specifiek die groep bedrijven, maar op alle bedrijven. Je hebt ook grote bedrijven die nog niet beursgenoteerd zijn en die hiervan gaan profiteren. Er wordt nu veel gesproken over Coolblue, maar ook toen Adyen naar de beurs ging, een bedrijf waar we met z'n allen trots op zijn, was het al een groot bedrijf. Geef het dan gewoon eerlijk toe en zeg dan als VVD-fractie: het gaat niet om die kleine startende bedrijfjes, het gaat ook om de grote bedrijven. Die krijgen nu dus ook een mogelijkheid om belastingheffing uit te stellen. Geef dat dan gewoon eerlijk toe. Het gaat helemaal niet om die kleine bedrijfjes.

De heer Aartsen (VVD):

Ik ga niet mee in die vooringenomenheid van mijn collega Alkaya, sorry. Het spijt me.

De heer Alkaya (SP):

Als dat echt zo is, verwacht ik ook dat de VVD voor ons amendement stemt om deze wet specifiek te richten op die kleine bedrijven. We zijn er met z'n allen voor om die meer mogelijkheden te bieden, maar dat doet de wet op dit moment niet.

De heer Aartsen (VVD):

Nee. De heer Alkaya zegt alleen maar dat de definitie "klein" op het aantal fte zit, maar er zit natuurlijk nog een differentiatie in als het gaat om omzet, fte et cetera. Dat zegt natuurlijk niks over groot, klein of wat dan ook. Laten we het niet onnodig complex maken, zou ik in dezen tegen de heer Alkaya zeggen.

De heer Stoffer (SGP):

Een vraag over hetzelfde onderwerp, maar wel een ietwat ander thema. De Wet aandelenoptierechten dient op zich een goed doel: binding van mensen, een stukje mede-eigenaarschap; prachtig. Aan de andere kant hebben we in deze Kamer de laatste tijd niet voor niets heel veel aandacht voor de uitvoerbaarheid van wetten. We zien dat daar best kritiek op is als we naar deze wet kijken, niet alleen vanuit de samenleving maar vooral ook vanuit bijvoorbeeld de Raad van State. Hoe kijkt de VVD, hoe kijkt de heer Aartsen aan tegen die uitvoerbaarheid? Heeft hij daar ook enige zorg over? Legt hij bijvoorbeeld de vraag bij het kabinet neer om daar nadrukkelijk naar te kijken? Ik denk dat we het eens zijn over het doel, maar die zorg zit bij ons heel sterk. De vraag is: delen we die zorg?

De heer Aartsen (VVD):

Deels denk ik wel. Daarom stel ik ook de vraag: is dit nou het eindstation, of is dit het beginstation van deze discussie? Volgens mij is dat een terechte vraag, die wij met elkaar moeten bespreken. Zegt het kabinet nu: "Dit is het en zoek het voor de rest maar uit"? Of zeggen we: "Nee, we gaan hier continu mee aan de gang"? In die faciliteit zit volgens mij deze continue balans: aan de ene kant wil je het denk ik eenvoudig maken voor mensen om er gebruik van te maken, maar aan de andere kant moet het wel uitvoerbaar zijn en niet onnodig complex, zoals ik net al in een interruptie zei.

De heer Stoffer (SGP):

In het antwoord op de vragen van de heer Omtzigt komt er vanuit de VVD niet zoiets van: dit is het, enzovoorts. Het blijft eigenlijk redelijk open. het is ook iets wat nadrukkelijk bij de Belastingdienst terechtkomt, waar wij toch al wat te verstouwen en op te lossen hebben de komende tijd. Daar ligt voor mij nadrukkelijk een zorg. Heeft de VVD niet zoiets van: nu beginnen en dan maar eens verder kijken? Moet je het niet eerst heel scherp hebben en bezien of het echt goed verankerd en goed uitvoerbaar is, in plaats van dat we een extra probleem stapelen bij een organisatie waarbij je dat vooral niet zou moeten willen volgens ons?

De heer Aartsen (VVD):

Ik probeerde net ook al uit te leggen in de beantwoording van de vraag van collega Omtzigt dat wij niet nu een plan hebben dat tot drie cijfers achter de komma is uitgewerkt. Ik denk dat het verstandig is om dit nu te doen, maar wij zien dit nadrukkelijk als eerste stap. Daarna moeten we gewoon kijken hoe dit in de praktijk uitpakt. Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen? Hoe wordt er gebruik van gemaakt? Nogmaals, het onderwerp medeondernemerschap en mede-eigenaarschap heeft de warme belangstelling van mij als mkb-woordvoerder. Ik weet daardoor ook hoe verschrikkelijk complex het is om het in goede fiscale wetgeving te vatten. Daarom denk ik dat het goed is om het kabinet uit te dagen om daarop met voorstellen te komen, of in ieder geval om erover na te denken.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Ik snap het niet. We zijn nu die saaie wet aan het behandelen. We hebben hier een wet die nu voor ons ligt. We stellen weer vragen en we hebben twee WGO's gehad. Bij die wet zit een uitvoeringstoets met rode vlaggetjes. Het oordeel over die eerste stap is: die kunnen we nu niet goed doen. De vraag aan de collega van de VVD, via u, voorzitter, is: dan zouden we toch moeten wachten met het zetten van de eerste stap, gezien de nauwkeurigheid? We moeten de discussie toch breder voeren en niet een verkeerde eerste stap zetten, als de uitvoering tegen ons zegt: wij kunnen dat niet?

De heer Aartsen (VVD):

De vragen over de uitvoering verwijs ik graag door naar het kabinet. Maar nogmaals, daar is mijn vraag ook voor bedoeld. Is dit nou een beginstart of een eindstation? Als dit een eindstation is, vind ik het lastig. Ik denk dat het verstandig is om hiermee te beginnen en vervolgens te kijken hoe zich dit ontwikkelt. Wordt er gebruik van gemaakt of niet? Op welke manier wordt er gebruik van gemaakt? Dan ontwikkelt zich die discussie. Misschien is het mijn nieuwigheid hier als vervanger: ik probeerde een technisch onderdeel van deze wet te koppelen aan een interessant discussiepunt. Ik zie de heer Nijboer nee schudden, om aan te geven dat ik dat in de toekomst niet meer moet doen: mijn persoonlijke interesses en de maatschappelijke ontwikkelingen, die misschien nog niet in drie cijfers achter de komma te vatten zijn, inbrengen in het Belastingplan. Dan is dat volgens mij een wijs leerpunt vandaag; om dat niet meer te doen.

De voorzitter:

Het eerste winstmoment is binnen.

De heer Aartsen (VVD):

Precies.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Ik ben ook een invaller, voorzitter, dus ik ben me ook aan het verbazen over dit Belastingplan. De vraag aan het kabinet hebben we gesteld. Ik heb oprecht de volgende vraag aan de VVD-fractie. Wij krijgen die uitvoeringstoetsen om ze ook te wegen. Die informatie gezien hebbende, de rode vlaggen gezien hebbende, het aantal fte's en de rest van de opgave bij de Belastingdienst gezien hebbende, is het dan niet verstandig om te concluderen: dit moeten we nu zo niet doen?

De heer Aartsen (VVD):

Dan verwijs ik nog steeds terug naar de vragen die ik ook aan het kabinet stel. Als dit een beginpunt is, denk ik dat het een goede eerste stap is. Maar nogmaals, ik denk dat we hiervan moeten leren en dat we moeten kijken hoe vaak er gebruik van wordt gemaakt en wat de situatie is. Dan denk ik dat ik zeker graag nog eens met enkele collega's over mijn passie voor medeondernemerschap en mede-eigenaarschap aan de gang ga, maar dat zal ik niet meer hier in het debat doen.

De voorzitter:

Ik wijs de heer Aartsen erop dat hij tien minuten spreektijd had aangevraagd en nu op tien minuten en negen seconden staat.

De heer Aartsen (VVD):

Ja, ja, poeh, poeh.

De voorzitter:

De rest kan schriftelijk, zeg ik dan.

De heer Aartsen (VVD):

Ja, precies, hè, dat is dan de truc denk ik. Dan denk ik dat ik dat maar ga doen. Ik ga nog wel een vraag stellen, voorzitter, als dat mag. Ik ga twee dingen doen. Aangezien mevrouw Ollongren hier ook zit, ga ik een vraag stellen over de prestatieafspraken. Wij hebben gezegd: de verhuurderheffing wordt nu verlaagd. Dat staat in de motie-Hermans. Volgens mij wil iedereen dat dat geld daadwerkelijk wordt ingezet voor het bouwen van extra woningen. In de schriftelijke beantwoording zegt mevrouw Ollongren, excuus, de minister: moeilijk, moeilijk, lastig, lastig. Ik verwoord het maar even zoals ik het zelf zou zeggen. Dat zouden wij als VVD net iets te simpel vinden. Ik denk dat wij echt moeten zeggen: jongens, kom op, even wat meer landelijke sturing daarop. We kunnen gewoon afspraken maken met corporaties. Er kunnen convenanten worden afgesloten. Er kunnen overleggen zijn geweest. Ik denk dat het echt belangrijk is om dat te doen.

Voorzitter. Dan een laatste opmerking. Ik had u daar al voor gewaarschuwd. Wij wensen het amendement op stuk nr. 6 (35931) in te trekken. Alleen, dat kan enkel mijn collega Idsinga doen, zo begrepen wij van Bureau Wetgeving.

De voorzitter:

Ja, want hij is de eerste indiener.

De heer Aartsen (VVD):

Exact. Ik wilde dat even vermelden.

De voorzitter:

Omdat u het nu gezegd heeft, denk ik dat het juridisch goed zou moeten zitten, maar laten we een slag om de arm houden.

De heer Aartsen (VVD):

Het leek mij gezien de wetsgeschiedenis wel belangrijk om dit hier te melden. Dan gaan we daarna kijken hoe we het technisch gaan organiseren.

De voorzitter:

Heel belangrijk. Het is goed dat u het zegt, want anders zouden we erover gaan stemmen.

De heer Aartsen (VVD):

Precies.

De heer Nijboer (PvdA):

Nou, dan is dat geregeld. Ik heb nog een politieke vraag aan de VVD. Vorig jaar bleek dat het in de Eerste Kamer best wel moeilijk was om de woonbegroting voor elkaar te krijgen. Toen hebben de coalitie en het kabinet met de PvdA en GroenLinks een akkoord gesloten. We hebben volgende week de woonbegroting. Is met de VVD te spreken over de dekking van de ideeën die wij hebben? Denk aan het doortrekken van het Volkshuisvestingsfonds om leefbaarheid van steden en dorpen te vergroten en aan het verlagen van de verhuurderheffing, dat vandaag wel wordt geregeld en waar donderdag over wordt gestemd. Of is dit gewoon: we gaan over rechts met Van Haga en trawanten en u ziet het wel?

De heer Aartsen (VVD):

Ik benoemde net al dat het goed is dat er in ieder geval uit het brede politieke midden een pakket is gekomen tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Ik weet niet in hoeverre de heer Nijboer het prettig vindt om dat pakket wel of niet in de toekomst te doen. Daar daag ik hem dan ook maar op uit. Het is toch ook een beetje naar elkaar toe bewegen, zou ik willen zeggen. Maar als het gaat om de woonbegroting, wil ik echt even verwijzen naar mijn collega die de woonbegroting doet. Ik neem hier vandaag al het belastingpakket over. Als ik hier ook nog de woonbegroting ga doen, dan wordt er wel heel veel van mijn parate kennis gevraagd.

De heer Nijboer (PvdA):

De verhuurderheffing is een van onze belangrijke stenen des aanstoots. Daar wordt inderdaad wat aan gedaan, maar ik zeg het maar klip-en-klaar: de PvdA — dat geldt ook voor GroenLinks, want die heeft dat ook al eerder gezegd — stemt niet voor de woonbegroting als die niet wordt aangepast. We stemmen donderdag over het Belastingplan, waar vaak dekkingsmogelijkheden in zitten. Dat is vorig jaar ook gebeurd met het meer belasten van beleggers met 8%. Daar zijn ook onze wensen uit gefinancierd. Als wij donderdag stemmen en de VVD zegt dat het wel gedekt moet worden en dat niet meer kan nadat er is gestemd omdat wij maandag de woonbegroting behandelen, dan hebben wij wel een groot probleem. Dan hebben in ieder geval huurders een groot probleem, want dan moet u over rechts. Dan krijgt u van de PvdA in ieder geval geen meerderheid. In die zin vind ik het wel een relevante vraag in dit debat. We hebben het over alle inkomsten, dus ook over de dekkingsmogelijkheden. Ik heb bijvoorbeeld ook een mooi amendement in de aanbieding. Dat gaat over de prinsbernhardbelasting. Dat is een mooie dekking. Als u daarvoor stemt, ben ik ook wat beter gezind. Daaruit kunnen mooie dingen worden gefinancierd. Maar daar gaat het wel over vandaag.

De heer Aartsen (VVD):

Volgens mij wordt de verhuurderheffing aangepast, mede naar aanleiding van de motie-Hermans. Dan zou ik ook de vraag aan de heer Nijboer willen stellen …

De voorzitter:

Nee, nee, geen vragen stellen.

De heer Aartsen (VVD):

Dan wil ik toch de retorische vraag stellen hoe hij de definitie van "compromis" ziet.

De heer Nijboer (PvdA):

Tot slot. Ik ben glashelder. Wij hebben weleens tegen het Belastingplan gestemd. Wij zullen de wet wel afzonderlijk beoordelen, maar wij gaan niet tegen de verhoging van de winstbelasting stemmen die er nu in zit voor het zorgpakket. Maar de woonbegroting, zoals die er nu ligt, de begroting van Binnenlandse Zaken, vinden wij onvoldoende doen aan de woningnood die er nu is. Daar moeten zaken aan veranderd worden. Anders stemmen wij tegen, want wij vinden het nu onvoldoende. De VVD vindt dat het blijkbaar allemaal wel goed gaat, dat de wooncrisis niet zo erg is en dat het die huurders allemaal wel goed gaat. Dat kan, maar dan moet die elders meerderheden zoeken.

De heer Aartsen (VVD):

Volgens mij is de verhuurderheffing aangepast. Ik hoop dat de definitie van de heer Nijboer in het kader van compromissen is dat je ergens in het midden uitkomt en niet alleen maar uitkomt op het punt dat je zelf heel graag wilt.

Mevrouw Beckerman (SP):

De wooncrisis wordt alleen maar groter. Het kabinet geeft in de beantwoording in eerste termijn over het Belastingplan ook toe dat het afschaffen van de verhuurderheffing eigenlijk noodzakelijk is., maar ik denk dat ik de VVD daar niet van kan overtuigen. Het was wel interessant wat de VVD net zei over dat zo'n compromis ontzettend mooi is. Maar de VVD is er waarschijnlijk ook van op de hoogte dat door de stijgende WOZ-waarde sinds de algemene beschouwingen de verhuurderheffing alweer aan het stijgen is. Zou de VVD in ieder geval bereid zijn om dat compromis te handhaven, dus te zorgen dat de WOZ-waarde er niet voor zorgt dat de verhuurderheffing weer stijgt?

De heer Aartsen (VVD):

Dat vind ik een lastige, omdat er altijd dingen veranderen in de wereld. We hebben volgens mij een mooie tegemoetkoming gedaan met de energiebelasting, maar ook daar gaan dingen omhoog en gaan dingen omlaag. Ik vind het echt lastig om daar dan continu op te reageren. Volgens mij is er een politiek akkoord gesloten. Daar zitten een aantal compromissen in van tal van verschillende partijen. Daar zit ook de verlaging van de verhuurderheffing in. Het is voor u inderdaad geen geheim dat de VVD daar geen voorstander van is. Je maakt afspraken met elkaar; laten we ons daar dan ook aan houden. Ik daag ook andere partijen uit om zich bij die afspraken aan te sluiten en compromissen te sluiten.

Mevrouw Beckerman (SP):

Die uitdaging gaat de SP natuurlijk niet aan. Wij staan hier pal voor die huurders, die al 12,5 miljard aan verhuurderheffing hebben betaald. Dat heeft ervoor gezorgd dat er veel te weinig woningen zijn gebouwd, dat de huren zijn gestegen, dat de kwaliteit van woningen achterblijft. Dus nee, dat lijkt me een vrij tragische uitdaging. Maar dingen gaan omhoog, dingen gaan omlaag? Wat zijn we hier dan aan het doen, als er geen enkele ruimte meer is bij de collega van de VVD om ook nog maar iets aan te passen in het Belastingplan? Wij bepalen toch wat er omhoog en wat er omlaag gaat, toch niet "dingen in de wereld"?

De heer Aartsen (VVD):

Nee. Alleen, we hebben met elkaar — althans, we, het politieke midden — een afspraak gemaakt over de verlaging van de verhuurderheffing. Die wordt in dit wetsvoorstel verlaagd. Er worden een aantal andere dingen gedaan, ook als het gaat om defensie, om veiligheid, leraren, et cetera. Dat is natuurlijk ook wel weer politiek in de zin van kiezen in schaarste. Het spitst zich niet alleen toe op één maatregel.

De voorzitter:

Mevrouw Maatoug nog en dan gaan we naar de volgende spreker.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Ik ben nieuw in de politiek en ik ken de definitie van "compromis" nog niet zo goed. Maar de laatste keer dat ik het opzocht in het woordenboek en ook als ik naar de politieke verhoudingen kijk, staat u eigenlijk alleen, zeg ik tegen de collega van de VVD. De hele Kamer zegt dat dit een ontzettend slechte maatregel is, maar uw fractie houdt het tegen. Waarom bent u dan niet bereid tot een compromis, vraag ik met alle respect via u, voorzitter.

De heer Aartsen (VVD):

Volgens mij stemmen we dinsdag over een voorstel over de verlaging van de verhuurderheffing. Dat is volgens mij een compromis. Dat kun je niet ontkennen.

De voorzitter:

Prima. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Beckerman namens de fractie van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

12 miljard, 649 miljoen, 581 duizend en 965 euro. Dat is wat er door huurders tot nu toe aan verhuurderheffing is betaald, ruim 12,5 miljard. Het is zo'n groot bedrag dat het bijna abstract wordt. Maar het is heel concreet voor de mensen die het betalen, de mensen die het raakt. Het betekent dat tienduizenden nieuwe sociale huurwoningen niet gebouwd zijn, dat wachtlijsten van langer dan tien jaar niet meer ongebruikelijk zijn. Het betekent hogere huren, mensen die hun huur niet meer kunnen betalen, die elke maand over elk dubbeltje moeten nadenken. En het betekent een slechtere kwaliteit van woningen. Het betekent mensen die nu nog in een doorwaaiwoning zitten en de kachel niet aan durven doen vanwege de hoge gasprijzen. Ruim 12,5 miljard weghalen bij sociale huurders is asociaal, het heeft enorm veel ellende veroorzaakt, het heeft de wooncrisis vergroot en het moet stoppen. Dat voorstel dienen wij daarom dan ook opnieuw in.

Maar ondanks dat het de wooncrisis vergroot, gaat de VVD flink door. Dit had natuurlijk het debat moeten zijn waarbij we zouden spreken over een voorstel om de verhuurderheffing af te schaffen. Immers, in de Grondwet staat dat voldoende woongelegenheid onderwerp van zorg van de overheid is. En er is ook al heel lang een grote meerderheid in de Tweede Kamer voor afschaffing van die verhuurdersheffing. Alleen de VVD en, vooruit, de SGP, zijn nog voorstander van de heffing. We hadden moeten spreken over afschaffing omdat het bizar is om je te midden van de grootste woningnood sinds de Tweede Wereldoorlog, te verschuilen achter een formatie met precies dezelfde partijen die het vorige kabinet vormden. We moeten spreken over afschaffing omdat we kostbare tijd verspillen die we ook nodig hebben om andere belastingmaatregelen tegen de wooncrisis te nemen.

Tijdens de Algemene Beschouwingen werd met trots een verlaging van de verhuurderheffing gepresenteerd. Een verlaging is niet genoeg, maar die verlaging wordt nu alweer minder. De WOZ-waarde stijgt, waardoor corporaties juist weer meer verhuurderheffing moeten betalen. In de schriftelijke beantwoording zagen we een verdediging van het kabinet die echt werkelijk onnavolgbaar is. Aan de ene kant staat op pagina 42 dat het maximeren van de verhuurderheffing op het afgesproken bedrag het kabinet geld kost. Dat is bizar, omdat de hoge verhuurderheffing helemaal niet geraamd is. Aan de andere kant staat op pagina 45 van de beantwoording — ik zeg het er maar bij, want dan kunt u het nazoeken — dat de hogere verhuurderheffing goed zou zijn voor de corporaties. Dit is al helemáál absurd. In die beantwoording zien we ook nog een soort gegoochel met jaartallen. Op de ene pagina is de heffing in 2030 weer op het niveau van afgelopen jaar, maar op de andere pagina is dat al in 2025 zo. En tegelijkertijd geeft het kabinet toch ook wel eerlijk toe dat dit corporaties verder in problemen brengt. Zelfs als de hele verlaging wordt ingezet, kunnen er niet voldoende woningen worden gebouwd. Die beantwoording: wat is het nou? Waarom deze onnavolgbare antwoorden op een serieus, zo u wilt technisch debat? Waarom niet toegeven dat het gewoon een heel slecht idee was om die verhuurderheffing weer op te laten lopen? Waarom, vraag ik mijn collega's in de Kamer, laat een meerderheid zich gijzelen door een VVD-minderheid? Waarom is dat belangrijker dan het aanpakken van de wooncrisis?

In de beantwoording zien we dat er ook nog steeds geen echte oplossing is voor die andere belastingen die huurders betalen, namelijk de winstbelasting en de belasting voor belastingontwijkende multinationals. En als huurders íets niet zijn, dan is het dat wel.

Tot slot wil ik het hebben over de betaalbaarheid. De verhuurderheffing werd ingevoerd in de economische crisis. Huurders betaalden de vorige crisis en ze betalen die nog steeds. Maar huurders dreigen nu ook de volgende crisis weer te moeten betalen, namelijk de energiecrisis en de oplopende inflatie. Na een lange strijd zijn nu tot juli de huren in de sociale huursector bevroren. En in de vrije sector zijn de huurstijgingen gemaximeerd op inflatie plus 1%. Maar de huren dreigen vanaf juli hard te gaan stijgen door die oplopende inflatie. En de wet voor een eenmalige huurverlaging, die vorig jaar bij het plan zat, loopt af. Ondertussen zitten veel huurders door de hoge energieprijzen nu al in de problemen. Wat gaat het kabinet doen? Gaat het de huren verlagen? Of gaat het op z'n minst de huurbevriezing verlengen, voor zowel corporaties als voor commerciële verhuurders? Gaat het kabinet de wet voor een eenmalige huurverlaging verlengen? Gaat het het drempelbedrag in de huurtoeslag verlagen, zodat huurders met heel lage inkomens niet in de problemen komen? Gaat het kabinet de huurtoeslag ook toegankelijk maken voor huren boven de liberalisatiegrens? Want juist huurders met een laag inkomen maar hoge huren hebben dit extra hard nodig. Het zijn zomaar wat voorstellen waarmee we écht een begin aan het einde van die wooncrisis kunnen maken. De vraag is: laten we ons gijzelen door het smaldeel van de VVD, of nemen we echte maatregelen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Alkaya, van dezelfde fractie.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Toen medio september, rond de Algemene Politieke Beschouwingen, de formatie even helemaal vastzat, werd eventjes duidelijk hoe de meerderheid in Nederland, en ook de meerderheid in deze Kamer, echt denkt over de samenleving. Even was dus niet het allerbelangrijkste hoe de grootste partij van ons land tegen de samenleving aankijkt, maar hoe de meerderheid van de partijen dat doet. En dus ging er een klein stukje van die verhuurderheffing af, zodat sociale huurwoningen hopelijk ietsje toegankelijker, betaalbaarder en duurzamer kunnen worden gemaakt. Maar dus ging ook de winstbelasting voor multinationals weer iets omhoog, nadat die al decennialang aan het dalen was. Dus kregen zorgverleners ook een dikverdiende loonsverhoging, waar de SP al een hele lange tijd voor strijdt.

Dat waren slechts de eerste maar veelbelovende stappen. Daar is het helaas bij gebleven, want de oude coalitie wil met elkaar door. Daarom is het echte debat weer verschoven van de plenaire zaal van ons parlement naar de formatietafel. En wat duurt het daar lang aan die formatietafel. Om ondertussen stilstand te voorkomen heeft de SP, misschien tegen beter weten in, meerdere amendementen ingediend, gebaseerd op de alternatieve keuzes die wij hebben gepresenteerd op Prinsjesdag. Wij stellen bijvoorbeeld voor om de winstbelasting voor de grootste bedrijven verder te verhogen, want ik wil nog even in herinnering roepen dat die 48% was begin jaren tachtig. Nu stijgt die naar 25,8%. Met het geld dat wij ophalen, kunnen wij de lonen verder verhogen, bijvoorbeeld in de zorg of in het onderwijs, maar daardoor kan ook de verhuurderheffing geheel verdwijnen en de winstbelasting voor woningbouwverenigingen en -stichtingen van tafel.

Als alle partijen in deze Kamer straks zullen stemmen volgens hun verkiezingsprogramma's, volgens hun beloften, dan kan ons land er wellicht flink op vooruitgaan, dankzij de amendementen die zijn ingediend door de verschillende partijen, onder andere de SP. Maar als zij dat niet doen, dan dreigen miljoenen mensen in 2022 erop achteruit te gaan, terwijl de economie op papier weer flink zal groeien. Dat is fantoomgroei. Dat is onrechtvaardig en ook onnodig. Dat kunnen wij vermijden met z'n allen, maar ik vrees dat de coalitiepartijen achter dit dubbel demissionaire kabinet toch tegen alles zullen stemmen, omdat zij samen met de VVD in het zadel willen blijven. Daarmee gijzelen zij niet alleen zichzelf maar helaas ook de rest van het land.

Voorzitter. Dat is treurig, maar er ligt vandaag ook een weliswaar beperkt Belastingplan op tafel. Daar wil ik het ook over hebben, want wij hebben ook enigszins zorgen over een aantal dingen daarin. Wij hebben al veel besproken in de wetgevingsoverleggen en de schriftelijke overleggen. Ik zal niet alles weer doorlopen, maar zo is er de Baangerelateerde Investeringskorting of zo zijn er de krokodillentranen van veel partijen over het toeslagenschandaal. Daar zal ik het niet over hebben. Ik zal me specifiek focussen op wat het kabinet vandaag heeft voorgeschoteld.

Allereerst kom ik op het wetsvoorstel aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten, waar het in een aantal interruptiedebatjes met de VVD al even over ging. Het kabinet heeft ervoor gekozen om een generieke wet te maken die voor alle bedrijven geldt, vanwege de uitvoerbaarheid, zegt het. Daardoor kunnen ook grote bedrijven die nog niet beursgenoteerd zijn maar wel van plan zijn dat te gaan worden, gebruikmaken van deze maatregel, die primair gericht zou moeten zijn op de kleine, startende ondernemingen. Denk aan de beursgang van een bedrijf als Coolblue, waar nu veel over gesproken wordt, maar ook aan een innovatief bedrijf als Adyen, dat allang geen klein bedrijfje meer was toen het naar de beurs ging. Ook zij hadden kunnen profiteren van deze maatregel, die, anders dan de onderbouwing van de partijen die erachter staan doet voorkomen, dus helemaal niet op die kleine bedrijfjes gericht is. Ze doen het voorkomen alsof het op die kleine bedrijven gericht zou zijn. Dat zou op brede steun in deze Kamer kunnen rekenen, vermoed ik, maar de wet die nu voorligt, is dat niet. Het kabinet geeft toe dat het verstrekken van aandelenoptierechten als loon met deze wet ook interessanter wordt voor grotere bedrijven, maar verwacht geen bijzondere toename. De SP zou dit graag geheel uitsluiten. Ik heb daarom een amendement ingediend om het belastinguitstel totdat de aandelen verhandelbaar zijn, wat de wet eigenlijk voorstelt, alleen mogelijk te maken voor bedrijven als die ten tijde van de toekenning van die aandelenoptierechten niet meer dan 100 medewerkers in dienst hebben. Wat is het oordeel van het kabinet over dit amendement?

Voorzitter. Dan de wet die mismatches bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel zou moeten tegengaan. Dat klinkt wederom heel technisch, maar het gaat over miljarden belastingontwijking door grote multinationals. Het kabinet zet nu stappen om dat deels onmogelijk te maken. De SP steunt deze wet maar is niet overtuigd van de argumenten die het kabinet aanhaalt om deze wet pas te laten gelden vanaf juli 2019. Aanvankelijk zou dat 2017 zijn. Het kabinet zegt dat bedrijven pas vanaf dat moment, dus vanaf juli 2019, redelijkerwijs konden verwachten dat de regering zou beginnen met het aanpakken van belastingontwijking. Maar de SP en een aantal andere partijen vragen al jarenlang om dit soort schijnconstructies aan te pakken en het kabinet zegt ook al jarenlang dat het dit gaat doen. In de laatste jaren is dit opgevoerd. Dat zie ik en dat steunt mijn partij, maar geen enkel bedrijf zou er verbaasd over moeten zijn dat een land belastingontwijking aanpakt. En als zij er wel verbaasd over zijn dat een regering daarin aanvullende stappen neemt, dan verdienen zij in ieder geval geen coulance. Ik heb het dan natuurlijk over een bedrijf als Uber. Daarom dient de SP samen met GroenLinks een amendement in om deze wet gewoon per 2017 te laten gelden, zoals ook aanvankelijk de bedoeling was.

Voorzitter. De SP vindt dat het niet de goede kant opgaat als het gaat om hoe wordt omgegaan met elektrisch rijden, met emissievrij rijden en de fiscale behandeling daarvan. Omdat er lang overgesubsidieerd is, nemen de inkomsten uit onder andere accijnzen, de motorrijtuigenbelasting en allerlei andere zaken sneller af dan gedacht. De neiging in deze Kamer is dan om het gebruik voor iedereen zwaarder te gaan belasten, in de vorm van een kilometerheffing. Ook daarover is gesproken in het wetgevingsoverleg. Maar de rechtvaardige oplossing ligt gewoon voor de hand, namelijk elektrisch rijden eerlijker belasten. Je moet niet aan de ene kant belastingvoordelen geven en aan de andere kant iedereen zwaarder belasten in de vorm van rekeningrijden omdat er belastingderving is en er minder belastinginkomsten zijn. Is de minister bereid om een plan te presenteren om alle fiscale bevoordeling van elektrisch rijden af te bouwen? Belastingen mogen niet verworden tot louter een middel om de samenleving mee te beïnvloeden. Ze moeten ook rechtvaardig blijven om draagvlak te behouden.

Voorzitter, tot slot. Ik dank het kabinet voor het extra inzicht in de effecten van de isolatie van woningen en het voorgestelde belastingvoordeel, de compensatiemaatregelen, ten aanzien van het gasverbruik. Je ziet dat het voor sommige mensen in kleine slecht geïsoleerde appartementen toch voordeliger zou zijn als het kabinet de belasting op gasverbruik in plaats van op elektriciteit zou verlagen, zoals nu voorligt. Maar ik zie ook dat het voor andere huishoudens blijkbaar anders is. Ik vind dat moeilijk om te geloven, maar ik ga ervan uit dat de cijfers kloppen. Ik begrijp ook hoe complex het is. Het blijft natuurlijk een inschatting.

Ik ben wel blij dat het kabinet samen met gemeenten op zoek gaat naar extra maatregelen voor mensen bij wie de stijging van de energierekening het hardst aankomt. Er wordt naar gekeken om die mensen extra gericht te compenseren. Maar het kabinet blijft wel spreken over een zoektocht naar of en hoe dit zou moeten plaatsvinden. Ik snap de zoektocht naar het hoe. Dat kan op verschillende manieren. Daarover hebben we ook een debat gehad in de verschillende wetgevingsoverleggen, maar er kan geen twijfel meer bestaan over de vraag of dit moet gebeuren. Er is in deze Kamer sprake van een brede wens en brede oproep om de mensen die in een moeilijke situatie zitten vanwege de enorme stijging van de energiekosten, gerichter te compenseren. Het kabinet krijgt natuurlijk de tijd om uit te zoeken hoe dat moet gebeuren, maar ik wil wel weten wanneer we dat horen. Ik wil vandaag uitsluitsel hebben. Ik wil horen dat het niet meer de vraag is of het gebeurt, maar dat we dat gewoon gaan doen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dat uitsluitsel krijgt u natuurlijk niet vandaag. Dat horen we morgen, als we gaan luisteren naar de beantwoording. Als u dat geduld kunt opbrengen, bent u morgen aan de beurt. Dat zijn compromissen, meneer Alkaya. De definitie daarvan gaan we nog even opzoeken.

Ondertussen heeft de heer Hammelburg van D66 zich hier gemeld. Hij heeft 22 minuten spreektijd aangevraagd.

De heer Hammelburg (D66):

Er wordt hier heel hard gelachen. Ik zal dat u allen niet aandoen. Zoals u misschien wel hoort, is mijn stem behoorlijk aan het kraken en piepen. Mijn longen doen het ook niet meer zo lekker, dus ...

De voorzitter:

Houd het kort.

De heer Hammelburg (D66):

Ik houd het kort, tussen de hoestbuien door.

Ik ben blij dat minister Ollongren in ieder geval weer beter is en hier is. Ik wil beginnen met het blokje wonen, ook omdat we dat vorige week niet hebben kunnen doen. De heer Alkaya stelde als afsluiter een terechte vraag. Hij vroeg: hoe zit het nou met het kabinetsbeleid in zijn totaliteit? Dat ontstond in een debatje vorige week tussen de SP en D66 over de vraag hoe we omgaan met mobiliteit, met elektrische wagenparken, met tochtwoningen en vooral met de Nederlanders die het op dit moment heel zwaar hebben, zeker door de hoge energieprijzen. Hoe gaan we die 150 miljoen inzetten? Ik heb daar ook een paar vragen over aan de minister van Binnenlandse Zaken. Kunnen we nog een overzicht krijgen van de totaliteit aan verduurzamende maatregelen, specifiek voor sociale huurwoningen en tochtwoningen? Hoeveel trekken we daar in totaal nou precies voor uit? In de begroting kunnen we 150 miljoen lezen, maar er zijn tal van maatregelen. Omdat ik niet de woordvoerder voor wonen ben, heb ik het overzicht niet, maar ik vond het wel belangrijk om die discussie eerlijk te voeren, ook omdat ik de heer Alkaya had beloofd om de verhoudingen goed te laten zijn. Daar wil ik dan wel het volgende bij zeggen, en daar kom ik zo meteen ook nog wel op terug: als wij de klimaatverandering echt willen aanpakken, dan moeten we dat in de volle breedte doen. Als we 60% willen halen, dan moeten we ervoor zorgen dat we ook wat aan het wagenpark doen. Maar goed, daar kunnen partijen verschillend over denken, maar dan weet u in ieder geval waar D66 staat.

Voorzitter. Dat was wat mij betreft dan ook het stukje over wonen, dat we vorige week niet hebben kunnen doen. Ik zie iemand bij de interruptiemicrofoon.

De voorzitter:

Gewoon doorpraten!

De heer Hammelburg (D66):

Ja, gewoon doorpraten zegt de voorzitter.

De voorzitter:

Voordat ik het woord geef aan mevrouw Beckerman, het volgende. Ik wil het aantal interrupties beperken tot zes. Ik zou er dus krap mee omgaan. Ik had de stille droom om deze hele eerste termijn af te ronden voor het diner, maar als ik alle minuutjes optel, dan kom ik op 122 minuten. Dat is iets meer dan twee uur, en dan zijn we nog wel effe bezig. Maar het is allemaal aan u!

Mevrouw Beckerman (SP):

Dit lijkt me ook een belangrijk debat. De heer Omtzigt noemde het al het belangrijkste debat van het jaar, dus ik zou graag nog even willen doorvragen bij D66. In allerlei stemwijzers voor de verkiezingen beloofde ook u om te stoppen met de verhuurderheffing. U laat zich nu alweer tijden gijzelen door de enige voorstander, de VVD. Dat is pijnlijk, zeker voor de mensen die die verhuurderheffing moeten betalen, namelijk de huurders. Maar laten we dan toch even dat compromis gaan proberen te zoeken. Tijdens de Algemene Beschouwingen werd er gezegd: we gaan haar verlagen. Daarna bleek al snel: zij gaat toch weer omhoog vanwege die stijgende WOZ-waarde. Ik zou toch heel graag van de fractie van D66 willen weten: waarom maximeren we dat niet? Waarom houden we ons niet aan die belofte die toen gedaan is? Dat is voor mij niet goed genoeg, maar dat zou toch in ieder geval mooi zijn.

De heer Hammelburg (D66):

Dit hebben we vorige week ook besproken. Tijdens de Financiële Beschouwingen hebben we dit ook besproken. Ik meen dat het toen een vraag was van de heer Alkaya en van de heer Nijboer. De SP weet heel goed wat D66 wil. Wij hebben heel duidelijk in ons verkiezingsprogramma gezegd: zet de verhuurderheffing om in een corporatiefonds, vergroot de initiële ruimte van corporaties, bouw meer betaalbare en duurzame woningen en verduurzaam het huidige bestand. Dat is eigenlijk precies waar ik het net over had. Daar bestaat dus helemaal geen misverstand over. De SP weet ook dat we bezig zijn met formatiegesprekken. We kunnen dit dus blijven doen, maar dat is de stand van zaken op dit moment.

Mevrouw Beckerman (SP):

Allereerst herhaalt D66 dat ze zich laat gijzelen door de VVD. Er is een meerderheid om de verhuurderheffing af te schaffen. Er is ook een hele acute noodzaak, want er is een gigantische wooncrisis. Maar er kwam geen antwoord op mijn vraag. Die ging over die WOZ-waarde. Laat u zich daar ook gijzelen door de VVD? Of zegt u: nee, we laten die verhuurderheffing niet verder oplopen, dus we maximeren dat?

De heer Hammelburg (D66):

Dan herhaal ik weer mijn antwoord, en dan blijf ik ook gewoon bij mijn antwoord. Ik zie mevrouw Beckerman lachen. Ik heb meermaals gezegd dat ook corporaties veel meer financiële ruimte nodig hebben. Dat weet u van mij, dat weet u van mijn fractie. U weet ook dat we daarvoor vechten. We hebben ook het goede gebruik in dit land — en ik weet dat het lang duurt — om formatiegesprekken te voeren. Dat is een lange traditie in coalitieland, waar ik op zich heel blij mee ben. Ik snap uw ongeduld en ik snap het ongeduld van Nederland, maar dat is wel de weg waarlangs we in Nederland de democratie hebben ingericht.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb samen met mevrouw Beckerman en mevrouw Maatoug een amendement gemaakt dat niks hoeft te kosten. Dat amendement zegt eigenlijk dat het enige wat we niet willen is dat die WOZ-waarde straks nog verder stijgt en dat de verhuurderheffing meer opbrengt dan volgend jaar eigenlijk voorzien is. Ik vond dat zelf een vrij intelligent amendement. Ik verwacht eigenlijk dat D66 dit amendement …

De voorzitter:

Bescheiden bent u niet hè?

De heer Nijboer (PvdA):

Ik dien hier ook weleens amendementen in die bij voorbaat kansloos zijn. Dat doe je dan omdat je wat vindt. Je zegt dan bijvoorbeeld dat de winstbelasting omhoog moet, maar je weet dan al dat de coalitie dat niet steunt. Ik vind dat een belangrijk politiek punt en ik dien dat dan wel in, want dat is mijn werk. Ik wil wetten beter maken.

Maar dit is wel een amendement waarvan ik denk dat de coalitie dat als ze welwillend is, wel moet kunnen steunen. Dat is in de lijn van wat D66 vindt. Ik maak het dan ook nog mogelijk, want het kost niks. Het kan dus wel heel behulpzaam zijn, zeker omdat die WOZ-waarde dreigt te stijgen. Je haalt precies op wat in de begroting is afgesproken. Je zet dan de VVD een beetje de duimschroeven aan zonder dat je de grenzen over gaat. Ik vraag D66 dus om dat te steunen. Ik vraag in ieder geval hoe ze daartegenover staat.

De heer Hammelburg (D66):

Ik geef de heer Nijboer gelijk: hij is ontzettend intelligent. Ik geef u het compliment toch. Ik heb het amendement niet zo gelezen. Ik beloof de heer Nijboer dat ik er nog een keer goed naar ga kijken. Ik heb die tijd ook nog. Dat is dan een belofte van mij aan de heer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):

Dan kom ik daar in de tweede termijn op terug, want er zijn verschillende amendementen. Het amendement van de SP is voor afschaffing. Ik sta daar ook onder. U gaat dat niet steunen. Dat is me allang duidelijk. Maar dit is echt gewoon een amendement dat bedoeld is om niet weer overmatig meer binnen te halen dan is afgesproken. Er is natuurlijk ook compensatie voor de ATAD-richtlijn afgesproken. Dat heeft de coalitie zelf gedaan. Dit is een andere onvoorziene opbrengst die meer kan zijn. Volgens mij is dat heel behulpzaam en zou het voor corporaties erg helpen om dit te steunen.

De heer Hammelburg (D66):

We gaan het er morgen over hebben. Dat lijkt me een goed voorstel.

Voorzitter. Dan het klimaat en de klimaatverandering. Laat ik toch maar beginnen met — het is misschien een tikkeltje buiten de orde — dat ik blij ben dat Nederland toch heeft meegetekend en nu tot de koplopersgroep behoort in het stoppen met fossiele brandstoffen en de investeringen daarin. Ik vind dat dat vermeld mag worden. D66 heeft tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen bijna Kamerbreed een motie ingediend. Ik overdrijf dan wel een beetje, maar het was in ieder geval met een goede meerderheid. Vandaag deed GroenLinks hetzelfde. Die motie is al in stemming gebracht. Ik ben blij dat het kabinet toch die handtekening heeft gezet.

Ook dit Belastingplan heeft een aantal punten die goed zijn om die klimaatverandering te bestrijden. Ik noem er een paar. Het verlaagde tarief in walstroom wordt uitgebreid, inclusief een uitbreiding voor zeeschepen in havens. De milieulijst wordt effectiever. Ik moet daarbij zeggen dat we overigens wel blijven kijken naar hoe dat dan precies werkt. We gaan zoals ik zei verder met elektrificatie van het wagenpark en de verduurzaming van tochtwoningen. Dat vind ik toch wel belangrijk. Is het genoeg? Moet het ambitieuzer? Ik zou zeggen dat het vooral ambitieuzer moet. Ik ben in ieder geval blij dat het kabinet nu 6,8 miljard uittrekt om in ieder geval aan de basis te voldoen. De basis is natuurlijk niet voldoende, maar daar komen we nog op terug. Collega Boucke heeft daar vorige week ook een uitgebreid debat over gevoerd.

Ik heb nog wel — en daar moet ik even kijken, ja, ja, ja, ja, ja — een vraag over de regeling fiets van de zaak. Ik schaar die regeling toch ook maar in het rijtje klimaatmaatregelen. Ik begrijp van de staatssecretaris dat werkgevers naar aanleiding van een vraag van mij hebben aangegeven dat het wel meevalt met de administratieve lasten. Ik krijg hele andere signalen. Ik zie daar dus een tegenstrijdigheid in. Laat ik maar gewoon duidelijk zeggen: als de regeling fiets van de zaak niet werkt, dan zou ik dat ontzettend jammer vinden. We willen mensen aanmoedigen om vaker de fiets te pakken en minder vaak de auto; zelfs liever de fiets dan de trein. Dus als het enigszins kan, pak dan de fiets, want dat is gezond en beter voor het milieu. Ik zou het graag doen van Amsterdam naar Den Haag, maar dan ben ik iets te lang onderweg. Maar anders probeer ik het ook altijd te doen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook of hij bereid is om nog een keer met de werkgevers het gesprek aan te gaan over de vraag waar de problemen, waar wij wél signalen van krijgen, nou precies zouden zitten. Ik ben zeer bereid om die signalen door te geleiden, als de staatssecretaris daar behoefte aan heeft. Ik wacht het antwoord van de staatssecretaris op deze vraag even af.

Dan kom ik op de aandacht die we in dit huis hebben gehad voor belastingontwijking. Het is geen geheim dat er nog veel problemen zijn. Die hebben we de afgelopen weken meermaals in verschillende debatten in dit huis besproken. De heer Mulder zei eigenlijk al, niet geheel onterecht, dat het belastingsysteem rechtvaardig moet zijn, als wij het overeind willen houden. Wat mij nu zo verschrikkelijk stoort in het hele belastingontwijkingsverhaal is dat vooral de gewone Nederlander, de bakker en de slager op de hoek of het vegantentje op de hoek voor de gemiddelde D66-stemmer — daar maakte ik eerder een geintje over — hier heel veel last van heeft. De gewone Nederlander heeft niet de mogelijkheid om mensen in te huren voor heel veel geld en slimme trucs uit te halen. Ik zie wat lichtpuntjes in de internationale afspraken over het minimumtarief. Ik heb er ook vertrouwen in dat er in Europa snel afspraken worden gemaakt in een richtlijn, maar er is geen tijd om achterover te leunen. Ik vraag de staatssecretaris dan ook een aantal zaken. Laat ik die vragen hardop stellen. Waarom nemen we niet de vlucht naar voren bij de mismatchmaatregel met landen waar het tarief nul is? Ik heb die vraag vorige week ook gesteld, maar ik vond het antwoord nog mwah. Ik zou daar toch graag een antwoord op hebben. Ik snap dat de staatssecretaris de complexiteit in internationaal verband aanhaalt, maar ik vind het antwoord ook ingewikkeld. Laat ik dat erbij zeggen. Daar zou ik graag nog wat meer toelichting willen van de staatssecretaris.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Een mooi moment: D66 vraag aandacht voor de gewone Nederlander. Het werd tijd, wilde ik zeggen, maar het is toch mooi. Zou mijn collega het volgende eens kunnen uitleggen? D66 zit overal binnen de Belastingdienst. Dat bepaalt voor een deel de verdeling van het geld. Ik bedoel de staatssecretarissen die aan het stuur zitten. Ik zag u moeilijk kijken. We zijn nou een jaar of vier verder. Kunt u uitleggen waarom de gewone Nederlander er niet op vooruitgegaan is?

De heer Hammelburg (D66):

Volgens mij is de vraag waarom we met z'n allen de belastingen niet of niet veel verlaagd hebben. De heer Mulder slaat de discussie wel heel erg plat. Dat maakt het wel een heel ingewikkeld verhaal. We hebben grote uitdagingen in dit land. Die kan ik hier allemaal opsommen, maar volgens mij hebben we dat in eerdere debatten al gedaan. Ik kan het nog wel een keer doen, hoor. We hadden zorgen over het onderwijs en over defensie. We hadden het over het onderhoud van bruggen, de laatste tijd. Je kan een hele lijst van dingen maken waarvoor we ook gewoon belasting nodig hebben. Als de heer Mulder iets weet van D66 of van mij, dan is het dat wij de belasting op inkomen willen verlagen en op vermogen willen verhogen. Dat staat in ons verkiezingsprogramma, dat weet de PVV ook. Dat is onze inzet en onze missie, en daar zou ik het bij willen laten.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Het is allemaal "zouden willen" en eventueel in de toekomst en een paar bruggen. Maar in de praktijk gaat de gewone man er al vier jaar op achteruit. Waarom heeft u er als D66 niet voor gezorgd, omdat u het zogenaamd oneerlijk vindt, dat juist die mensen erop vooruit zijn gegaan?

De heer Hammelburg (D66):

Ik heb één voorstel van de PVV hierover gezien. Dat was om de 6,8 miljard om te voldoen aan de uitspraak van de rechter om klimaatverandering tegen te gaan te schrappen. Dat is een voorstel waarbij u D66 zeker niet aan uw zijde zult vinden.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Dit is wel heel erg. D66 heeft geen argumenten en dan zeggen ze: ik weet eigenlijk niet waarom ik het gedaan heb, maar de PVV heeft zo weinig gedaan. Nou, wij dienen bij bijna ieder debat voorstellen, moties en amendementen in om ervoor te zorgen dat de gewone Nederlander erop vooruitgaat. Mijn vraag is: u zit aan de knoppen, met uw partij, al vele jaren lang, en in de praktijk gaat de gewone Nederlander erop achteruit, op alle gebieden. U zegt: we willen dat wel, het staat in ons verkiezingsprogramma, maar waarom heeft u er niet gewoon voor gezorgd dat we nu na vier jaar de rekensom kunnen maken waaruit blijkt dat mensen erop vooruitgaan? Dat doen ze dus niet, ze gaan erop achteruit. Mijn enige vraag aan u is waarom D66 daar niet voor heeft gezorgd.

De heer Hammelburg (D66):

Het is gewoon niet waar dat Nederlanders er de afgelopen jaren stelselmatig op achteruit zijn gegaan. Wij weten dat we het afgelopen jaar door een zware coronacrisis zijn gegaan; dat is helemaal waar. We hebben ook een debat gehad waarbij wij er in eerste instantie in augustus vanuit gingen dat de koopkracht gelijk zou blijven en niet achteruit zou gaan. Ik geef de heer Mulder wel gelijk dat er een probleem ontstond door de stijgende energieprijzen. Daarvoor heeft het kabinet een compensatieregeling bedacht, waarbij D66 bij motie heeft gevraagd om die deels gerichter in te zetten voor de allerarmsten in dit land. Ik herken me gewoon niet in de woorden van de heer Mulder.

Voorzitter. Ik heb nog een vraag over de twee Vpb-tarieven waar ik het vorige week ook over had. Misschien moet ik het toch nog een keer uitleggen. Je hebt een laag tarief en een hoog tarief. Er zijn bedrijven die onder het hoge tarief vallen, die de truc uithalen om een bv op te knippen in een aantal kleine bv's zodat ze onder het lage tarief vallen. Daar is het dus niet voor bedoeld en dat is ontzettend onrechtvaardig, juist voor die mensen in het mkb die we willen stutten met het lage tarief. Het is mij onduidelijk hoe groot dit probleem is. Ik hoor van verschillende kanten dat het probleem er is, maar ik weet nog steeds niet hoe groot het precies is en hoe je de verhoudingen tussen die twee tarieven zou moeten vaststellen om ervoor te zorgen dat het probleem zo klein mogelijk is. Ik zal dan ook een motie indienen om te vragen om dit te monitoren, zodat we er beter zicht op krijgen en de discussie ook beter kunnen voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Maatoug, u heeft zes interrupties en u zit op twaalf.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Dank, voorzitter, ook voor die toelichting. Fijn om te horen dat er een motie komt. De collega van D66 weet ook dat wij een amendement hebben. Ik ben heel blij dat u zich ook zorgen maakt. Als we ons zorgen maken om wat we nu al zien, dan is het toch heel logisch om te zeggen dat het probleem groter wordt als het gat tussen het lage en hoge tarief hoger wordt, wat het geval is in het komende jaar?

De heer Hammelburg (D66):

Dat is dus precies het probleem. Dat is de vraag die ik hier aan de staatssecretaris stel. Mevrouw Maatoug zegt het met zekerheid te weten, maar ik weet het niet met zekerheid. Ik wil het met zekerheid weten. Daarom mijn motie waarin ik vraag om dat uit te zoeken. Ik wil niet op de troepen vooruitlopen.

De voorzitter:

Prima.

De heer Hammelburg (D66):

Ik vind het een heel erg belangrijk punt, maar volgens mij wil GroenLinks ook dat we de mkb'ers daarin ontzien. Dat weet ik eigenlijk niet eens zeker, dus kijk ik mevrouw Maatoug maar even aan. Het gaat erom dat we de goeden niet laten lijden onder de kwaden. Laat ik het zo maar even zeggen. Dat zou de wereld op zijn kop zijn.

De voorzitter:

U continueert. Ik hoor dat uw stem het een beetje gaat begeven trouwens.

De heer Hammelburg (D66):

Ik vind dat een goede aanmoediging van u om lekker door te praten.

De voorzitter:

Ik denk aan uw gezondheid.

De heer Hammelburg (D66):

Ik ben al op driekwart van mijn verhaal, voorzitter. Maar de interrupties plan ik zelf niet. Dat begrijpt u ook.

Voorzitter. Even kijken. Dit ga ik heel kort voor u doen, voorzitter. Dat was mijn belofte. Ik heb nog een stuk kansenongelijkheid en belastingen. We hebben eerder een discussie gehad over dat het makkelijker is om de inkomensongelijkheid te meten, maar dat de belastingdruk op vermogen ingewikkeld is. Ik vind de antwoorden van de staatssecretaris toch nog wat ingewikkeld. We vragen al langer om dit eens goed in kaart te brengen. Ik snap dat het lastig is, maar toch wil ik voor de Kamer meer inzicht aan de hand van een aantal scenario's, op zijn minst voor verschillende typen vermogenshouders en verschillende huishoudens. U mag het bedenken, en dan wel wat uitgebreider dan drie scenario's, zodat we in de Kamer een beetje inzicht krijgen in die belastingdruk op vermogens. Ik wil die discussie eerlijk voeren. We voeren die nu op inkomen. Dat is wat mij betreft, wat D66 betreft, echt onvoldoende. Als de vermogensongelijkheid te hard groeit, zal de kansenongelijkheid in dit land ook groeien. Dat is echt onwenselijk.

Dan een kleintje, maar niet een heel kleine, maar toch een kleintje. Ik ga het toelichten. We hebben op de website van de Belastingdienst informatie staan voor mensen die hulp zoeken bij de aanvraag van hun toeslagen en bij het invullen van hun belastingformulier. Iedere gemeente heeft zo haar eigen ondersteunende regeling daarvoor. Denk aan een belastingwinkel in Rotterdam. In sommige gemeenten kun je bij de bibliotheek zijn. Als je ver, ver zoekt, staat het wel keurig ergens op de website van de Belastingdienst. Dat is goed. Dat moet, maar ik vind het eigenlijk onvoldoende. Dus mijn vraag aan de staatssecretaris is of we dit eenvoudiger kunnen maken, bijvoorbeeld door een bepaalde tool. Er zijn bepaalde bezorgdiensten die dit ook hebben. Je vult je postcode in en er rollen een aantal locaties uit waar je terechtkunt in je buurt, zodat je dat meteen ziet en niet de hele website of het hele colofon van Belastingdienst.nl moet raadplegen. Dat is ontzettend ingewikkeld en ontoegankelijk, dus graag een reactie van de staatssecretaris.

Dan een laatste puntje, eigenlijk van mevrouw Van Dijk van het CDA, over de software van het Vpb-domein in de nieuwe systemen. In 2027 zou er een nieuw systeem moeten zijn. Dat is amper over vijf jaar. Dat is heel snel. Ik maak me daar wel wat zorgen over. Er zijn in het verleden problemen geweest met de schenk- en erfbelasting en de software. Nederland heeft extra geld moeten betalen om die software langer in de lucht te houden. Ik wil voorkomen dat we weer in een dergelijk scenario komen, dus kan de staatssecretaris een brief sturen waarin hij toelicht hoe de planning eruitziet en wat de voortgang nu is? Gaan we die planning halen? Wat heeft de dienst er specifiek voor nodig? We moeten er ons uiterste best voor doen om daarmee niet weer in de problemen te raken.

Dat was 'm. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Prima! Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Nijboer van de fractie van de Partij van de Arbeid. Ik wijs er nogmaals op dat ik hoop deze eerste termijn van de Kamer te kunnen afronden voor de dinerpauze.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik zal mijn best doen, voorzitter, en zeker niet bij Adam en Eva beginnen, want we zijn al twee hele dagen aan het debatteren geweest.

Voorzitter. Ik begin bij de woonvoorstellen. Ik werd vanochtend vrolijk wakker. Ik dacht: de minister kan het wel! Ze pakt de makelaars aan. Ik was al jaren bezig om die misstanden in kaart te brengen en te zeggen dat er echt wettelijk moet worden ingegrepen, en nu kondigt de minister het gewoon aan. Vorig jaar heeft ze bij de woonbegroting ook laten zien dat er met GroenLinks en de PvdA een afspraak gemaakt kon worden over het maximeren van de huurstijgingen en het instellen van een volkshuisvestingsfonds om de leefbaarheid te vergroten.

Ik zie ernaar uit om dat ook dit jaar weer te bereiken. Wij vinden namelijk de voorstellen van de coalitie, waarover inderdaad een compromis is gesloten maar dat is wel een compromis tussen de coalitiepartijen, op dit moment onvoldoende. We vinden dat deze voorstellen onvoldoende recht doen aan de woningnood die er nu is. We vinden dat deze onvoldoende recht doen aan huurders die zich helemaal blauw betalen aan huur. En we vinden dat deze de problemen die er nu zijn onvoldoende oplossen. We hebben vorig jaar gedacht: het wordt een demissionair kabinet, dus we helpen de begroting aan een meerderheid en dan zit er volgend jaar een missionair kabinet dat dan écht aan de gang kan. Maar dat zit er niet, en de wereld staat niet stil. Ik bedoel: in Den Haag is men wel aldoor met elkaar aan het ruziemaken, maar de problemen in de wereld worden daar niet kleiner van.

Voorzitter. Dat leidt ertoe dat we het ook dit jaar weer nodig vinden om drie zaken in de begroting aan te passen. Wij willen een verdere verlaging van de verhuurderheffing. We moeten daarnaast ook huisjesmelkers aanpakken. Zij grijpen in Nederland namelijk hun kans. We willen dus een huisjesmelkersboete of een strafbaarstelling, want we moeten echt wat doen aan het overtreden van het woningwaarderingsstelsel, zoals de techneuten dat noemen. Dat kan je nu gewoon doen, en je kunt elke keer weer die huurders uitmelken. Daar staat helemaal geen straf op. Dat moet dus ook gebeuren wat de PvdA betreft. En het Volkshuisvestingfonds was voor een jaar gevuld, met 450 miljoen, omdat er daarna een nieuw kabinet zou zitten dat de jaren erop echt fors zou investeren. Maar dat zit er niet, en die investering in leefbaarheid is wel echt nodig.

Voorzitter. Ik noem dat wat breder, omdat de verhuurderheffing nu op de agenda staat, maar ook omdat ik de pappenheimers hier een beetje ken. We stemmen donderdag over het Belastingplan, en daar zitten vaak vele dekkingsmogelijkheden in. Zo is het vorig jaar ook geschied. Die 8% die beleggers nu moeten betalen, diende als dekking voor het Volkshuisvestingsfonds. Ik heb ook amendementen ingediend, samen met mevrouw Maatoug, samen met GroenLinks, om onze voorstellen te kunnen dekken. Mevrouw Maatoug staat als eerste onder een amendement voor het afschaffen van de jubelton. Dat levert stevig geld op. Ik heb zelf een amendement ingediend om de prinsbernhardbelasting in te voeren. Dat was in de verkiezingscampagne ook een vrij groot thema. Ik heb die term niet in het amendement genoemd, want dat stuit sommige collega's tegen de borst. Maar dat gaat er gewoon om dat als je veel huurhuizen bezit, je bijna geen belasting betaalt. Dat kan eigenlijk niet door de beugel. Dat zou ook eigenlijk iedereen moeten vinden. Van Haga is er niet, maar hij vindt dat niet. Maar elk weldenkend mens zou dat eigenlijk wel moeten vinden. Al die beleggers nemen de steden over. Dit komt mede doordat de rente zo laag is en omdat vastgoed zo interessant is, maar ook omdat het fiscaal onderbelast is. Dus daar kan het ook in gevonden worden. Ik wil de minister en ook de staatssecretaris uitnodigen om daar samen uit te komen. Daar ben ik graag toe bereid. Maar aan de andere kant, als er helemaal niet wordt bewogen en de coalitie zegt "het compromis is het compromis, het is slikken of stikken", dan stemmen wij gewoon tegen. Dan zien we wel of ze over rechts een meerderheid halen. Dat zou heel slecht nieuws zijn voor de huurders in Nederland.

Voorzitter. Dan het tweede punt waardoor ik eigenlijk zo vrolijk begon. Dat betreft de energierekening. Het is natuurlijk dikke ellende dat die zo stijgt, maar het kabinet is met een substantieel compensatiepakket gekomen. Ik heb daar een motie over ingediend, maar collega's van de coalitie ook. Het is ook nog geamendeerd op een punt waarvan ik als PvdA'er enthousiast werd, namelijk om de lagere inkomens wat meer tegemoet te komen. Over een ander punt was ik wat minder enthousiast, namelijk het schuiven tussen bedrijven: de bakker krijgt wat minder en de glastuinbouw krijgt wat meer. Ik vind het terecht dat het kabinet dat uitvoert, want een meerderheid heeft ervoor gestemd, maar dat hebben wij als PvdA niet gesteund. Ik vind het wel jammer dat het voorstel om bij de verhuurders wat druk te zetten, zo beperkt is uitgewerkt. Mevrouw Beckerman noemde het zojuist een "doorwaaiwoning", maar stel dat je in een enorm tochtig huis zit met een heel laag energielabel, terwijl je jezelf helemaal blauw betaalt maar er helemaal niks aan kunt doen, aangezien je ook niet naar een andere huurwoning kunt. Ik heb voorgesteld om dan de huur te verlagen met €150, €165 of €200. Dat is eigenlijk heel beperkt uitgewerkt. Dit kabinet heeft daar volgens mij niet zo veel zin in, maar het zou wel erg helpen. Ik vraag het kabinet dus om daar alsnog op te reageren, en niet afwijzend. We zullen die motie donderdag ook in stemming brengen.

Voorzitter. Het derde grote punt is het belastingontwijkingspakket. We hebben een heel aantal amendementen, ook onder leiding van mevrouw Maatoug, medeondertekend om de gaten wat verder te dichten. Daarover heb ik eigenlijk nog één hoofdvraag aan de staatssecretaris. Hij noemde in de schriftelijke beantwoording bijvoorbeeld de earningsstrippingbepaling. Dat betekent, voor het gemak: als je heel veel geld leent en heel veel schulden hebt, dan mag je de winst verlagen en hoef je minder belasting te betalen. Hij zei in zijn schriftelijke beantwoording: "We hebben die earningsstrippingbepaling, en er zijn nog wel wat mogelijkheden om te ontwijken. Daarover komen we wellicht volgend jaar met voorstellen." Mijn simpele vraag aan de staatssecretaris is: waarom heeft u die nu dan niet gedaan? Als u al voorziet dat dat gaat gebeuren, waarom zit dat dan niet al in deze wet? Dat zou toch eigenlijk wel zo moeten?

Voorzitter. Dan het oordeel over het algehele belastingpakket. Ik heb bij de Financiële Beschouwingen een betoog gehouden over de parade van Pen: de ongelijkheden in Nederland worden groter. Bij belastingen, voornamelijk op vermogen, maar ook op inkomen, zie je echt enorme uitschieters, maar dat geldt voor de hele samenleving: voor de woningnood, voor de volksgezondheid, voor het onderwijs. De ongelijkheden nemen toe. Het Belastingplan is een van de belangrijkste instrumenten om in ieder geval iets te doen aan inkomens- en vermogensongelijkheid. De PvdA-fractie vindt dat het kabinet daar andere keuzes in had kunnen en moeten maken. Het had een prinsbernhardbelasting in kunnen voeren. Het had de winstbelasting verder kunnen verhogen. Het kabinet verhoogt die nu met 0,8 procentpunt, maar je had die verder kunnen verhogen om de kansenongelijkheid in het onderwijs en in de samenleving tegen te gaan. Je had ook kunnen zorgen dat mensen er in hun inkomen op vooruitgaan in plaats van dat ze allemaal op of onder de nullijn komen, door die energierekening. Dat zijn keuzes die het kabinet niet heeft gemaakt, maar ze zijn wel anders dan voorgaande jaren. We moeten constateren dat de wet voor de BIK, die volgt uit de dividendbelasting, is ingetrokken. Dat geld wordt ingezet voor investeringen in de samenleving. Ik constateer ook dat de motie van de SP en de ChristenUnie om de zorgsalarissen te verhogen heeft geleid tot het idee voor een hoger vennootschapsbelastingtarief. Dat steunen wij van harte.

Kortom, als de PvdA het Belastingplan had mogen schrijven, was het echt wel anders geweest, ook anders van signatuur, en dan waren vermogens ook veel zwaarder belast, maar het is wel zo ver in een andere richting dan bijvoorbeeld twee of drie jaar geleden, toen wij tegen het Belastingplan stemden, dat het bij ons niet zal leiden tot het uitbrengen van een tegenstem.

Voorzitter. Ik sluit af door een aantal amendementen onder de warme aandacht van de collega's te brengen. Ik ga ze echt niet allemaal noemen. Mijn naam staat ook nog onder een amendement van mevrouw Maatoug, maar daar zal zij op ingaan. Het gaat mij voornamelijk om de twee amendementen op wonen. Het afschaffen van de jubelton, een enorme ongelijkmaker, levert geld op. Ook het invoeren van de prins Bernhard-belasting zou ik zeer aanbevelen bij de collega's. Een grote, die het Belastingplan en de inkomenspolitiek echt veel eerlijker zou maken, zou een verhoging van de winstbelasting met 3 miljard, naar 30%, zijn en het verhogen van het minimumloon en de uitkeringen, dus ook de AOW en de koppeling aan de uitkering. Als je mij nou vraagt waar het echt veel beter en eerlijker van zou worden, zou dat het amendement zijn waar ik de eerstvolgende ondertekenaar van zou willen zijn.

Voorzitter, tot slot. Het is misschien een wat technisch amendement, maar het kan wel grote impact hebben. Daar vroeg ik de heer Hammelburg ook naar. De verhuurderheffing wordt met een half miljard verlaagd. Het is een beetje koehandel geweest. Iedereen kreeg een half miljard: een half miljard voor veiligheid, een half miljard voor inkomen, een half miljard voor … Dat heeft verder niet zo veel te maken met maatschappelijke analyses en problemen die daaronder liggen, maar het idee was wel om echt een half miljard over te houden, netto, onderaan de streep, zoals Pechtold het zou zeggen. Ik heb dat zelf nog meegemaakt met onderwijs destijds. Het moet wel echt schoon zijn. Ja, "schoon" zei hij dan ook nog.

Dat dreigt nu niet te gebeuren, omdat de WOZ-waarde maar door- en doorstijgt, misschien wel meer dan de raming. Uiteindelijk wordt de verhuurderheffing dan weer veel hoger dan voorzien in de raming. Ik heb dus een amendement gemaakt dat het zet op wat in de begroting is opgenomen. Ik ben natuurlijk voor afschaffing van de verhuurderheffing. Mevrouw Beckerman heeft dat amendement als eerste ondertekend, maar mijn naam staat er ook onder; maar goed, we zien wel of dat lukt. Maar om het in ieder geval vast te leggen op dat niveau, zodat het niet weer helemaal uit moet, heb ik een amendement ingediend. Dat zou begrotingstechnisch niets hoeven kosten, want het staat in de raming. Het zou woningcorporaties rust geven. Het helpt echt, dus dat amendement zou ik echt warm aanbevelen aan de fiscaal woordvoerders van in het bijzonder de coalitie, want behalve van Van Haga is er bij de oppositie meestal wel steun voor moties over de verhuurderheffing.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook dank voor uw beknoptheid. Dan mevrouw Van Dijk van de fractie van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank je wel, voorzitter. Het wordt helaas niet zo beknopt, maar ik hoop dat u de honger nog even kunt bedwingen. Mensen worden op een gegeven moment hungry en dan ga je je op iemand afreageren. Aangezien het etenstijd is, zit er natuurlijk een risico.

Voorzitter. Ik hoor mensen vaak praten over belastingen als iets wat wel eerlijk moet gebeuren. Wat is "eerlijk" nu eigenlijk en waarom is dat zo belangrijk? Het heffen van belastingen en een goede belastingmoraal zijn belangrijke vereisten voor de overheid om goed te kunnen functioneren. Burgers en bedrijven moeten het vertrouwen hebben dat de belastingdruk eerlijk is verdeeld over de samenleving, dus over burgers en bedrijven, en dat belastingen op fatsoenlijke wijze worden geheven. Voor ons betekent een eerlijk belastingsysteem dat er op basis van draagkracht en gelijkheid wordt geheven. Dat blijkt in de praktijk ingewikkeld. Er zijn grote verschillen tussen belastingdruk voor verschillende typen huishoudens. Daaruit volgen vervolgens grote verschillen in het besteedbaar inkomen. Belangrijke randvoorwaarden om eerlijk belasten te bereiken zijn wat ons betreft dat belastingen eenvoudig zijn, dat het begrijpelijk is voor de burger waarom bepaalde belastingen worden geheven of voordelen worden gegeven en dat er niet te veel regelingen op elkaar worden gestapeld, waardoor niemand meer door de bomen het bos kan zien.

Maar de realiteit van fiscale wetgeving is anders. We hebben zo veel regelingen, die we ook regelmatig aanpassen, dat het spreekwoordelijke bos van regelingen steeds groter en ondoorzichtiger wordt. Zo verscheen Nederland onlangs hoog in de Global Tax Expenditures Database omdat we in onze belastingwetgeving de meest omvangrijke uitzonderingen maken op de standaardregels. Het wemelt in Nederland van de afwijkingen. Ook de Algemene Rekenkamer vestigt regelmatig de aandacht op het grote aantal Nederlandse fiscale regelingen. Ze telden 213 verschillende regelingen met een totaal financieel belang van 100 miljard euro. De hoeveelheid regelingen leidt er zelfs toe dat het parlement er geen actueel beeld van heeft, aldus de Rekenkamer. De vraag is ook of die regelingen en uitzonderingen allemaal echt nodig zijn of dat we er anders mee moeten omgaan. Wat ons betreft wringt het, want hoe meer regelingen en uitzonderingen er zijn, hoe meer dat kan leiden tot ongelijkheid, belastingontwijking of fouten in de uitvoering. De Belastingdienst publiceert jaarlijks in de miljoenennota wat de regelingen kosten aan gederfde belastingopbrengsten. In 2019 was dat ongeveer 13 miljard euro op een totale belastingopbrengst van 300 miljard; geld dat we heel goed kunnen gebruiken om belangrijke stappen te zetten in de grote uitdagingen waar we als samenleving voor staan.

Daarnaast willen we als Kamer goede en goed voorbereide keuzes kunnen maken. Dat vraagt onder andere om tijd, tijd om ons werk goed te kunnen doen. Dus nogmaals mijn pleidooi om in maart met het belastingplan te komen in plaats van in september. Dat geeft ons die benodigde tijd om belastingwetten beter en zorgvuldiger te behandelen. Ik weet dat wat hier voorligt een heel sober plan is, maar in relatie tot veel andere wetgevingsoverleggen is het nog steeds fors.

Naast eenvoudige wetgeving moeten we scherp zijn op de uitvoerbaarheid van wetgeving, waarvoor een goedwerkende ICT-infrastructuur randvoorwaardelijk is. Die van de Belastingdienst is inmiddels te vergelijken met een pan vol natte spaghetti. De staatssecretaris beloofde een brief over de ICT-capaciteit, zodat de Kamer beter kan zien waar ze aan toe is in relatie tot de keuzes die we maken. Maar ik zou nog een stap verder willen gaan. Graag zou ik jaarlijks bij het belastingplan een paragraaf willen zien over de status van de ICT bij de Belastingdienst, met daarin opgenomen het volgende. 1. Hoe staat het met de vernieuwing van de systemen? 2. Wat heeft het voorgelegde plan voor consequenties voor de ICT? 3. Een lijst van de voorstellen in het belastingplan met daarbij een kwalificatie van enerzijds de impact voor de samenleving en anderzijds de impact op de ICT.

Ook worstel ik met de impact van moties en amendementen in relatie tot de uitvoerbaarheid. Ik heb weleens gehoord dat sommige amendementen tot een jaar aan extra werk vragen in de uitvoering. Mijn vraag is of dit klopt en of er mogelijkheden zijn om bij de appreciatie van moties en amendementen hier een duiding aan te geven. Dat wil dan niet meteen zeggen dat we afzien van de gewenste wijziging, maar het kan er wel aan bijdragen dat we als Kamer een goede keuze kunnen maken. Volgens mij ziet iedereen deze uitvoeringsproblemen. Eigenlijk wil ik aan het eind van deze inleiding ook een beroep doen aan kabinet en Kamer om, naast de inhoud, ook het debat te blijven voeren over eenvoud en uitvoerbaarheid van fiscale wetten en regelgeving en om meer gewicht te geven aan uitvoeringstoetsen en invoeringstoetsen voor een beter belastingstelsel waarin eenvoud en uitvoerbaarheid de regel en niet de uitzonderingen worden.

Voorzitter. In mijn verdere betoog ga ik me proberen te houden aan de drie blokjes die we tot nu toe bij de behandeling hebben gehanteerd, namelijk wonen, toeslagen en overig. Als eerste het blokje wonen.

Belangrijk in het blok wonen is natuurlijk de verhuurderheffing. Deze gaat als gevolg van het voorliggende wetsvoorstel een stuk worden afgeschaald. Dat is een mooie stap, want daarmee komt bij woningbouwcorporaties en verhuurbedrijven investeringsruimte vrij die besteed kan worden aan het bouwen van onder andere nieuwe huurwoningen of het verbeteren van bestaande woningen. Maar nu even naar de praktijk en een aantal zorgen die ik heb. Als een onderneming meer dan 50 huurwoningen bezit, krijgt deze te maken met de verhuurderheffing. Deze ondernemingen krijgen nu een voordeel omdat wij willen dat ze gaan investeren in die woningen. Maar hoe gaan we ervoor zorgen dat het ook gebeurt? Wat gaat de minister doen om hier garanties voor te krijgen? Stel dat het de minister inderdaad lukt om maximaal commitment van de sector te krijgen om aan de slag te gaan. Dan zijn we er nog niet, want is er voldoende grond voor bijvoorbeeld corporaties om te bouwen? Vaak werken ze samen met gemeentes. Ze zullen dan ook bij gemeenten aankloppen voor grond om uit te breiden. Maar die zijn vaak gestopt met actieve grondpolitiek, om financiële risico's uit hun boekhouding te weren. Ze hebben namelijk al moeite genoeg om hun begroting rond te krijgen. Stel dat er wel voldoende grond is. Zijn er dan voldoende mensen en materialen om de ambities waar te maken? Stel dat dit ook zo is, hebben alle corporaties voldoende zicht op de woonbehoefte van de mensen in hun regio? Oftewel: hoe zorgen we ervoor dat er gebouwd wordt naar behoefte?

Kortom, heeft de minister eigenlijk al nagedacht over een duidelijk plan, met de juiste randvoorwaarden, zodat nieuwe en betere woningen ook daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd?

Nu ben ik aan het problematiseren. Dat weet ik echt wel, maar het is ook wel voor een stuk de realiteit. Alleen geld in een systeem pompen is niet voldoende garantie voor succes. Ik ben dus wel benieuwd wat de minister verwacht van deze maatregel in de praktijk. Begrijp me niet verkeerd: ik vind echt dat we de verhuurderheffing moeten verlagen. Wat het CDA betreft mag deze heffing verdwijnen, mits prestatieafspraken stevig verankerd worden. Dus niet alleen afspraken opschrijven, maar ook controleren op naleving. Wat ons betreft mogen er ook boetes komen bij nalatig gedrag of aanwending van extra middelen, niet voor het doel waarvoor wij ze als Kamer bestemd zouden willen zien. Graag hoor ik hoe de minister hiernaar kijkt en hoe zij dit voor zich ziet.

Dan het blokje toeslagen. Ik zat afgelopen week en weekend weer te lezen over de toeslagenaffaire. Het blijft een dossier waarvan het einde helaas nog niet in zicht is. Ik las een artikel van een paar maanden geleden. Eén zin raakte me. "De politieke scherpte is eraf" stond er. Dat trek ik me aan, want dat mag absoluut niet gebeuren met betrekking tot dit dossier; dat we onze aandacht laten verslappen. De delegatiegrondslag heeft niet direct iets te maken de toeslagenaffaire, maar wel met compensatie van gemaakte fouten door het gebruik van FSV-lijsten. Er ligt een voorstel om een wettelijke basis in te voeren voor toekomstige regelgeving voor een tegemoetkoming in schrijnende gevallen, terwijl nog niet duidelijk is wat er in die toekomstige regeling zou komen te staan. Wel hebben we, tegen de tijd dat de staatssecretaris de regeling in een AMvB heeft gegoten, vier weken de tijd om te reageren op die concept-AMvB. Dan kunnen we alleen nog een motie indienen om daarin iets aan te passen. Wat mij betreft voelt dat niet stevig genoeg. Daarom heb ik een amendement ingediend om als Kamer ook nog de mogelijkheid te hebben om toch over te gaan tot wetgeving, als de Kamer het niet eens is met de inhoud.

Voor het goed kunnen beoordelen van de inhoud is het nodig om het advies van de Raad van State te hebben. De staatssecretaris geeft op al onze vragen daarover alleen maar het formalistische antwoord: nee, dat kan niet, want in de Wet op de Raad van State staat dat ik het advies openbaar maak tegelijk met de publicatie van de AMvB in het Staatsblad. Maar, staatssecretaris, ik wil hier echt graag meer realisme in plaats van formalisme. Het wetsartikel waar de staatssecretaris naar verwijst, stamt uit de jaren negentig. Sinds die tijd is het middel van de AMvB veel gebruikelijker geworden. Het artikel is wat mij betreft achterhaald. Meer nog met het oog op de Wet open overheid, waaronder alle adviezen van de Raad van State vanaf 1 mei 2022 twee weken nadat ze worden vastgesteld gewoon op de website van de Raad van State worden gepubliceerd. Vanaf mei, dus over een halfjaartje, kunnen we die adviezen over een AMvB dus wel gewoon tijdig inzien. Waar hebben we het dan over? Ik zie het probleem niet. Het advies van de Raad van State ligt gewoon een aantal weken van tevoren op het bureau van de staatssecretaris, omdat hij het in de uiteindelijke versie van de AMvB moet verwerken.

Het voelt een beetje als die paarse krokodil van de reclame van een bepaalde verzekeringsmaatschappij. Velen van jullie kennen die vast wel. Een moeder staat met haar dochtertje voor de balie bij het zwembad. Zij was op zoek naar haar paarse krokodil, die achter die man stond. De moeder moet meerdere formulieren invullen en kan morgen terugkomen. "Maar daar staat hij", zegt het meisje. "Ja, daar staat hij", antwoordt de baliemedewerker. Laten we van dit verzoek geen paarse krokodil maken, maar er gewoon even realistisch en praktisch mee omgaan. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij met de Raad van State gaat overleggen over een tijdelijke praktische oplossing, vooruitlopend op de Wet open overheid?

Dan nog een korte vraag over de gegevenslevering bij kinderopvanginstellingen. Wij vinden het voorstel een verbetering van het huidige systeem. Ouders worden hiermee een stukje ontlast en beter geïnformeerd. Maar nog een keer mijn vraag. Er zijn door diverse partijen suggesties gedaan om ouders nog meer in de lead te zetten en op onderdeeltjes het proces wat verder te verbeteren en te verduidelijken. Wat neemt de staatssecretaris nu concreet over van al deze suggesties en wat niet? Dan weten we ook waar we aan toe zijn en waar we eventueel ja tegen zeggen.

Dan het blokje overig. We hebben hier de afgelopen week al veel over gesproken, maar ik wil nogmaals aandacht vragen voor een aantal specifieke onderwerpen. We hebben het in de discussie ook gehad over een goede belastingmoraal en wat daarvoor nodig is. Een van de dingen die wat ons betreft de belastingmoraal ondermijnen, is het enorme verschil aan marginale druk, zoals ik al benoemde in mijn inleiding. Die is voor sommige inkomens nog steeds extreem hoog, zoals we wederom zien bij het inkomensbeleid in het Belastingplan. We maken stappen, maar we zijn er nog niet. We begrijpen overigens ook dat het complex is, maar daarmee is het ook uitdagend om er wat aan te doen. In de tabellen zien we dat de marginale druk voor huishoudens met een inkomen tussen de €20.000 en €40.000 nog steeds veel te hoog is, wat leidt tot ongelijkheid, en dat mensen die meer gaan werken niet worden beloond. Wij zien het als een gezamenlijke uitdaging hier wel verdere stappen in te zetten. Wij horen graag van de staatssecretaris wat zijn visie is, wat hij hieraan wil doen.

Dan nog een punt dat van invloed is op de belastingmoraal, namelijk de kwaliteit en controleerbaarheid van wetgeving. In een aantal gevallen komt in het Belastingplanpakket duidelijk naar voren dat de Belastingdienst eigenlijk weinig zicht heeft op de werking van de maatregelen en dat er dus problemen zijn met de controleerbaarheid en inzicht in de effectiviteit van de maatregelen. Ik noem een paar voorbeelden. Ik begin dij de uitzondering op het fiscaal partnerschap voor toepassing van de IACK. Onze vraag was of het voldoende gecontroleerd kan worden. De boodschap is eigenlijk dat nog heel onduidelijk is hoe de maatregel gaat uitwerken en of de controle voldoende is.

Bij de werkkostenregeling voor thuiswerken is wederom een complexe toevoeging gemaakt op basis van een inschatting in coronatijd van het aantal mensen dat verwacht te zullen blijven thuiswerken, geen rekening houdend met de huidige situatie. Een horizonbepaling lijkt de staatssecretaris zelfs niet nodig te vinden, want die zou onzekerheid met zich kunnen meebrengen. Daarom hebben wij het amendement van de ChristenUnie over toevoeging van zo'n horizonbepaling mede ingediend.

Dan maak ik meteen het bruggetje met de regeling voor de aandelenoptierechten, waarbij eveneens goed zicht op werking en effectiviteit ontbreekt. Bij dit voorstel zien we allereerst een duidelijke spanning tussen de doelstelling en de uitwerking. De doelstelling ondersteunen we. Ik bedoel dat start-ups en scale-ups en hun werknemers niet in liquiditeitsproblemen komen op het moment dat zij fiscaal moeten afrekenen over de uitgeoefende aandelenoptierechten. We snappen namelijk heel goed het belang van deze regeling voor start-ups en scale-ups. Maar wij hebben om een heel aantal andere redenen wel veel moeite met de maatregel, namelijk omdat deze niet alleen van toepassing is op de bedoelde start-ups en scale-ups, omdat deze een nieuwe onzekerheid en complexiteit inbouwt in het toch al zo complexe systeem, omdat die niet controleerbaar is voor de Belastingdienst, omdat de maatregel maar beperkt concurrerend is op internationaal perspectief en omdat er nog geen aanzet is gemaakt tot een goede monitoring of die maatregel überhaupt wel het beoogde effect gaat hebben.

Dat alles samen druist in tegen de kwaliteit en tegen goede en eenvoudige wetgeving die we willen nastreven. Met name op dat laatste punt, de monitoring, willen we meer comfort hebben. Daarom willen we de staatssecretaris verzoeken zo snel mogelijk een systeem van monitoring te gaan vormgeven, samen met de betrokken sectoren, waarin de feedback van deze sectoren wordt bijgehouden en waarover jaarlijks aan de Kamer wordt gerapporteerd. Zo hopen we op een aantal punten inzicht te krijgen. Hoeveel bedrijven maken gebruik van zo'n maatregel? Zijn dat met name de start-ups en scale-ups of zijn het ander soort bedrijven? Is de regeling überhaupt werkbaar of te complex? En waar zitten verbeterpunten? We zien graag dat drie jaar na inwerkingtreding de balans wordt opgemaakt of de maatregel inderdaad effectief is. Zo niet, dan moeten we kijken hoe we het kunnen verbeteren. Dan de laatste vraag op dit onderdeel: is het dan echt niet mogelijk de regeling minder generiek te maken en toch iets meer toe te spitsen op waar we die eigenlijk voor bedoeld hebben?

Wat ook belangrijk is voor de belastingmoraal, is het voorkomen van belastingontwijking door bedrijven. Hier zijn de afgelopen jaren stappen in gezet. De staatssecretaris spreekt over grote stappen. Daar zijn we het mee eens, maar daarmee zijn we er nog niet. Komende jaren zullen er namelijk nog veel meer stappen worden gezet. Ook de OESO en de EU zijn er op dit moment voorbereidingen voor aan het treffen. Wij stellen ons de vraag of je ooit alles dicht kunt timmeren met wetgeving, en of dat wenselijk is. We vinden ook dat een stuk van de verantwoordelijkheid om moreel gedrag te vertonen bij de bedrijven zelf moet komen te liggen. Wij denken dat nog veel te ontwikkelen is op het gebied van taks governance. Laat bedrijven zelf nadenken over de belastingmoraal en welke principes ze in de praktijk willen toepassen. We zijn in dat opzicht dan ook erg benieuwd naar de uitkomsten van het initiatief van VNO-NCW hierop om een taks governance code te ontwikkelen samen met stakeholders uit de wetenschap, vakbewegingen en ngo's. Ziet de staatssecretaris ook aan de kant van de overheid mogelijkheden om tax governance verder te helpen ontwikkelen en ondersteunen, bijvoorbeeld door hier ook in het toezicht op de Belastingdienst aandacht voor te hebben?

Voorzitter. Ook wil ik nog even aandacht vragen voor het kindje van onze staatssecretaris, namelijk het heffen op basis van werkelijk rendement in box 3. De contourennota die aangekondigd is, volgt binnenkort. De staatssecretaris gaf al een winstwaarschuwing over de inwerkingtreding, die toch nog een tijdje op zich zal laten wachten; een termijn die bij mij voor buikpijn zorgt, want tijd werkt in dit geval niet in ons voordeel. Vorige week schreef de AG dat het box 3-systeem op stelselniveau onterecht is. En als de Hoge Raad het oordeel overneemt, dan staat de Belastingdienst voor een groot probleem omdat bij alle bezwaren de aanslagen moeten worden herzien. Nu zijn wij benieuwd: gaat de staatssecretaris dan alleen de aanslagen herzien van mensen die in bezwaar zijn gegaan of gewoon van alle mensen met een box 3-aanslag die na zo'n uitspraak van de Hoge Raad onterecht zou blijken te zijn? Wij horen graag van de staatssecretaris hoe hij hiermee om wil gaan.

Verder heb ik een korte vraag over de berekeningswijze van box 3 voor het rendement op onroerend goed die nu in de OFM wordt vastgelegd. De staatssecretaris zegt hier dat het alleen maar een verduidelijking is van wat al in de wet staat, maar wij zien die berekeningswijze eigenlijk niet heel duidelijk terug in de wet. Het lijkt meer een interpretatie van de wettekst die nu in de wet wordt verwerkt. Kan de staatssecretaris toch nog een keer toelichten of dit inderdaad geen inhoudelijke wijziging van de wet is?

Ik heb nog twee puntjes. Het eerste punt is de export van elektrische auto's. Nederland heeft relatief veel elektrische auto's, mede door een ruim stimulerend beleid. We snappen dat veel bijtellingsperiodes nog niet zijn afgelopen en dat er nu misschien nog geen zicht is op hoeveel auto's daarna naar het buitenland verdwijnen. Maar wij krijgen wel signalen en wij zijn ook echt bang dat het gaat gebeuren. Het is makkelijk een auto voor een goede prijs naar het buitenland te vervoeren na die vijf jaar, als er meer vraag naar is omdat er op die markt nog minder elektrische auto's zijn. Kan de staatssecretaris dit nauw blijven monitoren en alvast nadenken over mogelijke acties om te zorgen dat we hier niet voor niets elektrisch vervoer aan het stimuleren zijn omdat het straks gaat wegvloeien in plaats van dat de auto's op de tweedehandsmarkt komen, wat eigenlijk ons doel is?

Ten slotte de energierekening. 3,2 miljard om inwoners te ondersteunen en zo de enorme stijging van de energierekening deels te kunnen ondervangen, is een goed initiatief. Zoals ik in de derde termijn van de Financiële Beschouwingen vermeld, hebben we moeite met de generiekheid van het voorstel. In het debat werd gesproken over kanonnen en muggen en over geld ongericht in de lucht gooien. Daarom ook de motie samen met D66 om hier een iets gerichtere verdeling op te krijgen. En ja, dat levert complexiteit in de uitvoering op. Dat besef ik heel goed en eigenlijk moet ik dat dus ook helemaal niet willen, zeker niet na mijn pleidooi van de afgelopen bijna twintig minuten. Maar ik heb het ook gehad over draagkracht. Nu moet ik de keuze maken tussen akkoord gaan met een generieke maatregel die wellicht eenvoudig is in de uitvoering, maar niet doeltreffend genoeg, of de draagkrachtdiscussie. We hebben niet voor niks al meerdere keren met elkaar gesproken over onze grote zorgen over deze stijging, met name voor onze hardwerkende middenklasse maar ook de mensen die leven in energiearmoede. Vandaar ook dat ik achter deze motie sta. Dit is een mooie illustratie van een spanningsveld waar we soms voor staan en waar we zorgvuldig mee om willen gaan. Ik wil de staatssecretaris dan ook bedanken voor de brief waarin staat dat de motie uitgewerkt gaat worden. Inderdaad, de discussie of en hoe is hier al gevoerd. Wij gaan ervan uit dat er een antwoord komt op de vraag hoe we dat gaan doen. Ik hoop op een zo effectief mogelijke wijze.

Dank u wel.

De heer Hammelburg (D66):

Bij dat laatste sluit ik me natuurlijk volledig aan, maar dat zult u begrijpen. Ik wil even terug in de tijd, ik denk een minuut of zes, zeven, want ik stond hier al wat eerder. Het ging over een amendement van mevrouw Van Dijk over de thuiswerkregeling en de horizonbepaling. Ik meende — ik kijk even naar mevrouw Van Dijk — dat er 2025 in stond. Mijn eerste vraag aan mevrouw Van Dijk stel ik ook in het kader van klimaatverandering en de belasting van het openbaar vervoer, de wegen en, zeg ik er maar even bij, de fietspaden. Moeten we, nu we ook zien dat mensen niet alleen in coronatijd maar ook in de toekomst steeds vaker thuis gaan werken, er niet voor zorgen dat het makkelijker wordt gemaakt voor werkgevers en werknemers om daar een fiscale regeling voor te treffen?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ja, wij vinden het goed dat er een regeling komt, maar wij vinden het nóg beter als die regeling onderbouwt wordt met de realiteit. Vandaar dat wij het wel belangrijk vinden dat die horizonbepaling opgenomen wordt.

De heer Hammelburg (D66):

Bij dat eerste kan ik mij wel aansluiten. Kan mevrouw Van Dijk dat amendement niet intrekken en om een evaluatie vragen? Dat is volgens mij wat we willen. Die evaluatie mag wat mij betreft ook sneller dan in 2025. Ik kijk daarbij voor de haalbaarheid ook even met een schuin oog naar de staatssecretaris. Maar een horizonbepaling is echt wel iets anders, en is volgens mij niet het juiste instrument om het doel te bereiken dat mevrouw Van Dijk wil bereiken. Het is niet geschikt om te kijken of het inderdaad doet wat het moet doen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Meneer Grinwis heeft het initiatief genomen en ik dien het amendement mee in. Volgens mij had ik dat ook zo gezegd. Ik ga hier dus niet zeggen dat we het amendement intrekken, want ik vind dat ik dat dan op z'n minst toch even met mijn collega moet overleggen.

De heer Hammelburg (D66):

Achter mij hoor ik de heer Grinwis vanuit zijn stoel zeggen: dat ga ik niet doen. Laat ik de financiële techniek er ook maar bij halen. Een horizonbepaling betekent dat je dan ook opnieuw budget moet regelen. Als wij vinden dat we thuiswerken meer moeten stimuleren, nu, maar ook in de toekomst, als we willen dat de wegen en de treinen rustiger worden, en mensen deels thuis en deels op kantoor kunnen werken, dan moeten we zo'n regeling hebben. Volgens mij was een van de lessen van deze coronatijd dat deels thuis werken een goede weg is. Voor een deel thuiswerken is fijn, maar altijd thuiswerken niet; laat ik dat er gelijk maar bij zeggen. En als we zo'n regeling moeten hebben, is het veel beter om voor zo'n evaluatie te gaan dan voor een horizonbepaling. Bij dat laatste moet je de hele riedel weer opnieuw voeren. Dit is beleid dat we volgens mij gewoon door willen zetten. Wellicht willen we het aanscherpen, maar we willen het in ieder geval gewoon doorzetten, ook in de toekomst. Is mevrouw Van Dijk dat met me eens?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Nou, daar ben ik het niet mee eens. Tijdens de twee dagen die we hebben gehad over dat onderwerp, heb ik al aangegeven dat er van bepaalde aannames werd uitgegaan. Maar in de praktijk zie je alweer heel andere ontwikkelingen ontstaan. Dus ja, we willen het stimuleren, dat klopt. Maar we moeten onze ogen niet sluiten voor wat er daadwerkelijk gaat gebeuren. En wij hechten eraan om op basis van die realiteit te bepalen hoe zo'n regeling eruit moet komen te zien. Daarin verschillen we dus gewoon van mening.

De heer Hammelburg (D66):

Een laatste opmerking hierover. D66 ziet dat echt anders. In de coronatijd werden mensen gedwongen om thuis te werken. Heel veel mensen geven aan dat ze dat ook in de toekomst willen blijven doen, zij het voor een deel van de tijd. Dat is een goede ontwikkeling. Maar als mensen thuis werken, staat de kachel de hele dag aan. Als mensen thuis werken, moeten ze zelf een kopje koffie zetten. Dat kost geld. Daar is deze regeling voor bedoeld. Dat probleem wordt in de toekomst niet minder. Is mevrouw Van Dijk dat dan in ieder geval wél met me eens? De kosten voor de werknemer en de werkgever blijven wel bestaan als je thuis in plaats van op kantoor gaat werken.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Daarom ben ik ook niet tegen deze regeling.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ook nu hoor ik tot mijn verbazing mevrouw Van Dijk spreken over draagkracht. Het maakt me ook vrolijk. "Draagkracht voor de middenklasse" waren volgens mij de exacte woorden. Ik snap dan niet waarom het CDA in de afgelopen jaren altijd andere keuzes heeft gemaakt. Want de warmtepomp wordt niet gekocht door de middenklasse, maar door D66-pipo's. En dit kabinet gaat die mensen ook nog steunen met de elektriciteit, en het steunt niet de gewone Nederlander, die nog gewoon op gas stookt. De Tesla wordt niet gekocht door de gewone middenklasse; die auto wordt gereden door wederom de D66-doelgroep. En de kosten van al die fiscale voordelen voor elektrische auto's mag de gewone Nederlander weer betalen. Dus als mevrouw Van Dijk het heeft over draagkracht. Waarom steunt zij dan het beleid dat ten goede komt aan de wat rijkere mensen, en niet aan de gewone Nederlander?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Volgens mij heb ik vandaag in ieder geval een aantal opmerkingen gemaakt waaruit blijkt dat ik echt wel breder kijk dan alleen naar die doelgroep. We hebben het al over de energierekening gehad. En de heer Mulder heeft het over die dure elektrische auto's. Als er nooit een tweedehandsmarkt gaat ontstaan voor die auto's, gaan die zeker niet bereikbaar worden voor een andere doelgroep dan de groep waar de heer Mulder het over heeft. Dus waarom zijn die regelingen in het verleden altijd gesteund? Ik weet dat niet. Ik weet alleen dat ik marginaledrukplaatjes zie die rare dingen doen. Daar hebben we het ook in het debat over gehad. En ik heb mijn hoofd er ook over gebroken. Het is niet zo makkelijk dat je het zou kunnen oplossen door maar aan één knopje te draaien. Zo makkelijk is het gewoon niet. Dus ik denk dat we met elkaar de uitdaging moeten aangaan. Enerzijds moeten we zaken versimpelen, verduidelijken. En anderzijds moeten we proberen een draagkrachtplaatje te krijgen waarbij u en ik in ieder geval het gevoel hebben: dit is meer de werkelijkheid van het Nederland dat wij graag zouden willen zien.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Het CDA is in ieder geval eerlijk, in tegenstelling tot D66 net. U zegt eerlijk: ik weet niet waarom we die keuzes maken. D66 kwam met een paar bruggen aan. Als u niet weet aan welke knop u wil draaien, zou het toch aardig zijn dat we daar gezamenlijk proberen achter te komen? Ik heb een aantal voorstellen daarvoor. Ik zal een aantal moties indienen. Ik hoop dat u die dan steunt, want die komen de gewone Nederlander ten goede.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Volgens mij heb ik aangegeven: laten we het vooral met elkaar simpeler en overzichtelijker maken, zodat het ook makkelijker wordt om aan bepaalde knoppen te draaien en we weten wat het effect daarvan is. Dus ik zie ernaar uit om die debatten de komende tijd met u te gaan voeren.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb met het CDA op wonen best wel wat initiatieven genomen samen met de heer Ronnes. Hoe ziet de woordvoerder van het CDA nou de woonbegroting, ook in relatie tot de verhuurderheffing en het Belastingplan, straks door beide Kamers der Staten-Generaal komen? Is zij er nog een beetje op uit om nog wat meer te bereiken van de wensen die het CDA ook heeft, zoals rondom het volkshuisvestingsfonds, de verhuurderheffing, de huisjesmelkersboete? Of kijkt zij meer naar rechts?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Nee, ik kijk eigenlijk meer naar mijn collega wonen, die deze begroting gaat doen. U weet wat ons standpunt is over de verhuurderheffing. Wij zijn blij dat we een eerste stap daarin kunnen zetten, maar u weet ook — het is een heel flauw antwoord maar ik ga het maar gewoon geven; ik vond dat de heer Grinwis het mooi zei in een debat — dat ik op dit moment niet uit twee ruiven kan eten en niet aan de ene kant iets kan gaan veranderen, terwijl ik aan de andere kant erover aan het praten ben.

De heer Nijboer (PvdA):

Dat snap ik best voor bepaalde dingen die op de formatietafel liggen, maar we zitten ook gewoon in een begrotingsbehandeling. De dekking, de belastingen die wij ophalen voor de wensen die we voor de uitgaven hebben, wordt hier geregeld. Daar stemmen we donderdag over. Het is echt niet zo gek om te zeggen: die woonbegroting komt er hier wel door met die 77 of — hoeveel zijn het er? — 78, 79 zetels, maar in de Eerste Kamer waarschijnlijk niet. Dat hebben we vorig jaar heel open in een debat besproken. Of zegt het CDA nu: als die auto tegen de muur rijdt, zien we wel wat er gebeurt en verder zien we bij de formatietafel wel wat eruit komt? U bent een missionair Kamerlid. U kunt misschien wel bereiken wat u wil. Ik wil u daar toch toe uitnodigen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dat uitnodigen mag zeker, maar goed, volgens mij snapt u ook heel goed in welke positie ik op dit moment zit. Daar wil ik het nu even bij laten.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar mevrouw Maatoug van de fractie van GroenLinks. Zij is een invaller maar heeft ons toch verblijd met een groot aantal amendementen, alsof zij dit al jarenlang doet. Ik ga u nog even de tussenstand geven van de interrupties: Edgar Mulder vijf, de SP bij elk kaar zes, Nijboer zes, Maatoug vijf, Stoffer twee, Omtzigt drie. Het woord is aan mevrouw Maatoug.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Voordat ik begin, heb ik hier op mijn spiekbriefje staan, wil ik met trots melden dat ik het woord ook namens de fractie van Volt voer. En ik heb hier staan dat ik moet proberen rustig te spreken, maar ik voel ook de haast die u heeft richting de dinerpauze. Dus voor de mensen thuis: als het te snel gaat …

De voorzitter:

Is het mijn schuld.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

… weet dan dat het deze keer de voorzitter was …

De voorzitter:

Nou, dat is weer lekker!

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

… en niet het snelle spreken van mijzelf.

Voorzitter. Ik vond wel mooi hoe wij dit debat begonnen, want het ging ook eventjes over wat politiek is. Het ging erover dat het saai kan zijn en dat het misschien maar goed is dat het saai is, maar in de kern gaat politiek over keuzes maken. Hoe goed we ook zijn in praten in deze zaal, de magie gebeurt op het moment dat we kiezen. Wij zijn hier met z'n allen verkozen om namens alle Nederlanders keuzes te maken die de wereld beter maken. Dat doen we met onze eigen passie en wereldbeelden. De afgelopen maanden denk ik: misschien moeten we weer wat meer doen en iets minder praten; misschien komt dat het vertrouwen in de politiek ook ten goede.

Als invaller valt me iets op. Ik ben eigenlijk SZW-woordvoerder en als ik vandaag weer de argumentatie hoor om wat meer ruimte te geven aan de eigen verantwoordelijkheid, dan voel ik toch een discrepantie met hoe we dat doen in de sociale zekerheid en in heel veel SZW-wetgeving. Terwijl ik hiernaartoe liep, zag ik nog een NOS-bericht over WIA-wetgeving, die wij heel strak toepassen. Ik zie het in de Participatiewet. Daar zeggen we eigenlijk nooit: laten we de mensen een beetje vertrouwen. Ik zie daar een verschil en ik dacht: ik deel die observatie.

Dan kom bij wonen. Fijn dat we het daar vandaag over hebben. Meerdere sprekers hebben het al gezegd: het belastingstelsel is ontzettend belangrijk. Dat zegt heel veel over wat wij in onze samenleving belangrijk vinden. Vroeger — dan praat ik mensen na — werd er altijd gezegd: werk moet lonen. Dat vinden wij ook, heel erg zelfs. Maar inmiddels valt er niet meer op te werken tegen het onverdiende inkomen dat mensen aan komt waaien omdat ze veel meer vermogen hebben. De belastingdruk op arbeid is in de afgelopen twintig jaar gestegen, terwijl de lasten op kapitaal in de afgelopen twintig jaar zijn gedaald. Huizen zijn een heel belangrijke levensbehoefte, zoals mevrouw Beckerman al zei, maar ze zijn een beleggingsobject geworden. In plaats van dat af te remmen, bemoedigt ons belastingstelsel dat. We juichen het zelfs toe en maken het aantrekkelijker. De overheid vindt het nodig om belastingen te heffen bij sociale huurwoningen, maar bij asociale huurwoningen kunnen pandjesbazen doen en laten wat ze willen. Om heel eerlijk te zijn kan GroenLinks daar niet bij met haar hoofd.

Als de coalitiepartijen, die nu aan het onderhandelen zijn, doorhebben hoe groot de vermogenscrisis is — ik ben ontzettend blij met de woorden van de collega van D66 — dan komt er een grote belastingherziening die de vermogensongelijkheid aanpakt. Maar toch zitten wij hier als missionaire Kamer. We zijn door alle mensen die op ons gestemd hebben op pad gestuurd om plannen te maken. Henk Nijboer van de PvdA zei het ook al: er is een wooncrisis gaande. Daar kunnen we mooie woorden aan wijden en we kunnen zeggen hoe heftig dat is, maar in de tussentijd hebben mensen geen dak boven hun hoofd, stijgen de prijzen en zien we hele grote knelpunten. En daar kunnen we wat aan doen, wij als Kamer en het kabinet. Maar ik spreek vooral de collega's van de fracties aan. U kunt elkaar hier als woordvoerder, maar ook in de fractievergadering, aankijken en zeggen: dit zouden we kunnen regelen, zoals we ook bij de APB hebben gedaan.

Laten we er ten eerste voor zorgen dat de verhuurderheffing van tafel gaat. Ik heb net iets geleerd over compromissen. Soms moet je gewoon luisteren naar de meerderheid. Soms is dat hartstikke fijn, omdat ze misschien gewoon gelijk hebben. We weten dat alle partijen hiervoor zijn, dus het wordt gewoon tijd dat de VVD haar heilige huisje opgeeft.

Wat ook heel belangrijk voor ons is, is dat buitenlandse beleggers in fiscale beleggingsinstellingen gewoon netjes belasting gaan betalen over de verkoopwinsten van Nederlands vastgoed. Daarom ben ik er heel trots op dat we samen met de PvdA, Volt, DENK en de heer Omtzigt een amendement hebben ingediend.

Dan de jubelton, die net ook al werd genoemd. Die moet zo snel mogelijk van tafel. Het is niet uit te leggen dat we kinderen van vermogende ouders een fiscaal steuntje in de rug geven — dat komt zelfs uit de eigen evaluatie van het kabinet — terwijl we kinderen in gezinnen met weinig geld afstraffen als ze bij hun ouders blijven wonen. Dat gebeurt via de samenwoonboete, die ook wel de "kostendelersnorm" wordt genoemd. Het geld van de jubelton zouden we daarvoor kunnen gebruiken. Ik ben heel blij dat mijn collega's van de PvdA, Volt en DENK het amendement daarover steunen en mee-indienen.

Voorzitter. De delegatiebepaling is al een paar keer genoemd door collega's, want dit is niet het eerste debat dat we voeren. We hebben twee goede wetgevingsoverleggen gehad. Ik ben invaller op dit dossier en in de drie weken dat ik dit doe, heb ik al drie nota's van wijziging gezien. Het heeft ons echt doen duizelen. Het duurt lang en het kost ons veel moeite om te snappen wat er allemaal gebeurt. Tegen het kabinet wil ik zeggen dat wij het dilemma heel goed snappen, want wij zitten als fractie ook met dat dilemma. Aan de ene kant willen we enorme haast maken. Veel collega's hebben al gezegd dat het verschrikkelijk is wat de overheid mensen heeft aangedaan. Geen woord dat ik uitspreek, kan dat minder maken. Maar tegelijkertijd willen we nauwkeurig zijn. Hoe houd je dat in balans?

Het is voor ons heel belangrijk om de delegatiebepaling die nu voorligt, te kunnen wegen. We blijven daarop puzzelen. Wat is nou precies de bedoeling? Met de "bedoeling" doel ik niet alleen op het wettelijk kader, maar ook op de inhoud. De debatten die we hier voeren over macht en tegenmacht, gaan er niet alleen over dat het proces goed moet zijn. Wij als GroenLinksfractie geloven dat het debat dat we hier voeren in de Kamer, ook de inhoud beter maakt, ook van de regelingen die daaronder liggen. We hebben nu onvoldoende informatie om dat te kunnen beoordelen. Het is voor ons dus ontzettend moeilijk om te weten waar we ja of nee tegen zeggen. Ik hoop dan ook dat het kabinet daar duidelijkheid over kan geven, want dat is voor ons relevant om deze wet te kunnen beoordelen.

Er is al wat gezegd over de Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten. U was er niet bij, voorzitter, maar daar zijn veel kritische vragen over gesteld in het wetgevingsoverleg. Ik zei het net al in het interruptiedebatje: de uitvoeringstoets van de Belastingdienst was ook bijzonder kritisch. De aanvullende schriftelijke antwoorden hebben mijn fractie niet verder kunnen overtuigen van het nut van dit wetsvoorstel. We zullen daarom tegen dit wetsvoorstel stemmen. Ik hoop dat de andere fracties de rode vlag van de Belastingdienst net zo serieus nemen en dat we deze 11 fte op een betere manier kunnen inzetten bij de Belastingdienst.

De heer Hammelburg (D66):

Gewoon voor de beeldvorming, want ik hoor "rode vlag". Ik kijk naar het advies en zie een groene vlag, ik zie een aantal gele vlaggen en ik zie één rood vlaggetje. Onder aan de tekst, bij de conclusies, staat: "uitvoerbaar". Is GroenLinks dat met mij eens?

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

In het wetgevingsoverleg is ook gezegd dat het om de totale weging gaat. Het is dus heel fijn dat u deze vraag stelt, want dan kan ik dat verduidelijken. In dit geval is dat ook de verhouding met betrekking tot het aantal fte's dat het oplevert. De discussie die we net gevoerd hebben, gaat erover dat je het eigenlijk veel breder moet bezien en dat het om meer weging vraagt. En dan vragen wij ons af, met ook dat stukje rode vlag, of dat de uitvoeringscapaciteit waard is, gezien de andere grote opgaves die daar liggen. Ik dank u dus voor het feit dat ik dat zo kon verduidelijken, zeg ik tegen de heer Hammelburg.

Voorzitter. Dan belastingontwijking. We zijn met z'n allen blij met de wereldwijde aanpak ...

De voorzitter:

Nog een vraag van de heer Hammelburg, zijn vijfde.

De heer Hammelburg (D66):

Voor de duidelijkheid: dat gaat dus om 11 fte, elf voltijdmedewerkers?

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Ja. Het is niet zo heel netjes om te praten over het verleden, maar je kunt met 11 fte heel veel doen. Dat klinkt weinig, zeg ik tegen de mensen thuis, maar als je ziet hoe weinig mensen we bijvoorbeeld hebben voor de handhaving van de zzp-regelgeving, dan kunnen we die 11 fte wellicht ook anders gebruiken.

Dan de oproep aan het kabinet over belastingontwijking. Dat hebben we in het WGO ook gedaan, maar ik dacht: ik doe dat hier in de plenaire zaal nog een keer. We roepen het kabinet op om in Europees en nationaal verband de wereldwijde plannen zo effectief mogelijk uit te werken, waarbij belastingontwijking zo veel mogelijk wordt tegengegaan. Maar nationaal valt er ook nog genoeg te verbeteren. Als het kabinet blijft roepen dat de aanpak van de belastingontwijking topprioriteit heeft, dan verwacht ik dat het er alles aan doet om de gaten te dichten in onze gezamenlijke belastingwetten. Ik verwacht dan ook dat het kabinet het toejuicht dat de Kamer met aanscherpingen komt, waardoor belastingontwijking verder wordt aangepakt. Daarom heb ik samen met collega's een aantal amendementen ingediend om de wetgeving te verbeteren. Dat begint met het tegengaan van het opknippen van bv's, samen met de PvdA, Volt, DENK en de heer Omtzigt. Een ander amendement, ook samen met PvdA, Volt, DENK en de heer Omtzigt, heeft als doel om de gaten in de dividendbelasting bij aankoop van eigen aandelen te dichten. Weer een ander amendement heeft tot doel het opknippen minder aantrekkelijk te maken door schijfgrenzen in de Vpb niet te verhogen. Dit amendement is samen met de PvdA, Volt, DENK, Omtzigt en de SP.

Toch even over de stelligheid in het debatje van zojuist. Dat is niet omdat ik dat vind of omdat ik dat verzonnen heb. Maar als we heel goed kijken naar de analyse die het kabinet zelf heeft gemaakt, ook eerder in de schriftelijke beantwoording, en als we kijken wat verschillende onderzoekers tegen ons zeggen, en als we kijken naar de feitelijkheden op de plek waar je arbitrage hebt en waar er verschil is tussen twee grenzen — daar zien we nu opknipping — dan is het dus volstrekt logisch om te zeggen: als dat gat groter wordt, dan wordt dat niet minder opknipping maar dan wordt dat méér opknipping. Wat ik ingewikkeld vind aan het debat nu, is het volgende. Ik snap heel goed dat je vorig jaar iets bedacht hebt en dat je dat geld op een andere manier moest neerzetten. Maar laten we het niet eerst nog evalueren, om dan volgend jaar te concluderen "nou, hè, poeh, hé" of over twee jaar "daar was meer opknipping, laten we het nu anders doen". Laten we het dan een keer logisch beredeneren en zeggen: we stoppen dat. Ik verwijs ook naar het verkiezingsprogramma van de collega's van D66: die hadden een nog lagere grens in hun eigen plannen. Laten we dan dus even stilhouden en verstandig beleid voeren; niet omdat ik het zeg, maar gewoon omdat het verstandig is.

Dan specifiek het wetsvoorstel tegen mismatches. Ik geef ook hier weer een compliment aan de staatssecretaris. Het is ontzettend goed dat het voorstel er ligt, maar het zou eeuwig zonde zijn als de Kamer deze week besluit om grote multinationals nog tientallen jaren te belonen voor slecht gedrag in het verleden. Als de woorden van de staatssecretaris juist zijn, dan hebben we ons leven gebeterd, maar dan moeten we dat ook in onze daden laten zien. Het kabinet was zelf ook van mening dat 1 januari 2017 een redelijk voorstel was. Het stond immers in de consultatieversie. Daarna kwam helaas de lobby van het bedrijfsleven. Ik snap dat, want voor niemand is het leuk om belasting te betalen. Als ik naar die datum kijk, dan denk ik, samen met collega's: we weten dat bedrijven een bewaarplicht hebben, dus 2017 lijkt goed uitvoerbaar. Sinds 1 januari 2017 is er DAC 3, die de automatische uitwisseling van deze gegevens tussen Europese landen mogelijk maakt. Sinds 2015 hebben we het al over BEPS, Base Erosion and Profit Shifting. De rapporten kwamen eraan en we hebben die ook constant ondersteund, waardoor bedrijven konden weten dat er een einde zou komen aan de fiscale pret. En dan is het ook nog eens zo dat we in elke ruling die we afgeven heel netjes en duidelijk verwoorden dat wetgeving kan veranderen. Het is dus een risico dat je kon inschatten. We dienen dit amendement dus in om het wetsvoorstel eigenlijk weer in ere te herstellen, naar de manier waarop het bij het conceptwetsvoorstel was ingediend. Ik doe dat samen met de collega's van SP, PvdA, Volt, DENK en collega Omtzigt.

Voorzitter. Daarnaast willen we niet dat het wetsvoorstel eenvoudig kan worden omzeild door bijvoorbeeld een bedrijf in Luxemburg in de constructie te schuiven. Daarom voegen we een antimisbruikmaatregel toe aan het wetsvoorstel via het amendement dat we samen met DENK, Volt en de PvdA indienen. Verder hebben we een amendement dat verduidelijkt wanneer er sprake is van een fusie of splitsing. Dat doen we samen met de fracties van Volt, DENK en de PvdA.

Tot slot, voorzitter. In het WGO hebben we het gehad over andere vormen van dubbele niet-belasting. Ik zou het kabinet willen vragen: wat gaat het eraan doen om die allemaal niet mogelijk te maken? Hoe zit dat in de plannen?

Echt tot slot, voorzitter. Ik heb nog 1,34 minuut op mijn teller. Ik hoop dat ik dit zeg in een soort van matig tempo en dat het een soort van te volgen is, maar dan kunnen we wellicht sneller dineren. Complimenten aan Bureau Wetgeving hier in de Kamer en dank voor de technische ondersteuning bij de amendementen. Het lijkt alsof we die dingen zomaar indienen, maar we zijn daar weken mee bezig. We worden daar ook technisch in ondersteund door het ministerie. We kijken naar quickscans. We wegen dingen. Sommige dingen dienen we niet in. Ik vind dat wel belangrijk om gezegd te hebben, want het is niet zomaar een lijstje dat we even voorlezen. Daar zit heel veel werk in van heel veel mensen, en die wilde ik ook even bedanken.

De voorzitter:

Bij dezen. Hartelijk dank. Dan is de volgende spreker de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie. Het gaat goed met mijn voornemen om dit debat af te ronden voor de dinerpauze, maar dan moeten we het wel scherp blijven houden. Ik weet dat men in vak-K dolgraag tot ver na middernacht over het Belastingplan wil vergaderen, maar ik ga niet toegeven aan die druk.

Het woord is aan de heer Grinwis.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. De Belastingdienst is als een roestige auto: door velen afgeschreven, door sommigen verketterd, maar ondertussen is het de dienst die jaarlijks honderden miljarden aan belastingen binnenhaalt. We kunnen eenvoudigweg niet zonder deze unieke en cruciale dienst. Maar juist omdat de Belastingdienst zo cruciaal en zo uniek is en juist omdat ik vertrouwen heb in de duizenden medewerkers die daar met hart en ziel werken, doet het me pijn dat het zo mis is gegaan bij het toeslagenstelsel. Daarom baal ik er ook zo van dat de ICT zo verwaarloosd is dat grondige hervormingen niet snel door te voeren zijn. Collega Inge van Dijk ging daar al uitgebreid op in en ik sluit me volgaarne bij haar woorden aan.

Voorzitter. Bij het wetgevingsoverleg hebben we al uitgebreid bij alle voorstellen stilgestaan. Ik ga dat niet allemaal dunnetjes overdoen, maar op sommige punten toch wel een beetje. Allereerst de verhuurderheffing. Eind dit jaar heeft de Staat 13 miljard euro opgehaald aan verhuurderheffing. Collega Beckerman noemde dat bedrag tot en met nu helemaal precies tot ongeveer achter de komma. Voor het eerst sinds de invoering bijna negen jaar geleden halen wij er in het na de motie-Hermans gewijzigde Belastingplan een forse hap vanaf, in totaal 831 miljoen euro. Me dunkt, dat is geen kleinigheid. Dat doen we notabene met een VVD-motie. Honderden miljoenen van de verhuurderheffing afhalen, biedt perspectief, zeg ik tegen collega Aartsen.

Voorzitter. We doen dat met prestatieafspraken erbij op woningbouw en verduurzaming. Althans, daar wordt in een motie om gevraagd. Mijn vraag aan de minister is: hoe staat het nou precies met dat deel van de motie-Hermans? Het is immers hard nodig dat er betaalbare woningen bij komen en dat sociale huurwoningen met slechte labels geïsoleerd worden. Dat is zeker hard nodig nu de gasprijs zo veel hoger is en de Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming — zo heet die regeling, de Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming — per 1 oktober jongstleden is gestopt.

Voorzitter. Tijdens het wetgevingsoverleg heb ik me vooral verwonderd over het gat tussen de raming en de realisatie. Dat is bij de verhuurderheffing de laatste paar jaar namelijk echt een megagat. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de uit de bocht vliegende huizenmarkt en huizenprijzen. Nu weet ik dat de verhuurderheffing geen doelheffing of iets dergelijks is, met een vooraf vastgeklikte gewenste opbrengst, maar het blijft toch vreemd om een Belastingplan te bespreken met als uitgangspunt 7,8% WOZ-stijging, terwijl we in juni al wisten dat het zeker 1,5% meer wordt. Toen was al de inschatting van de Waarderingskamer dat het zo rond de 9% tot 9,5% wordt. Hier nu iets aan wijzigen levert echter gelijk een dekkingsrisico op. Hoe kijken de staatssecretaris en de minister nou aan tegen een volatiele grondslag als die van de WOZ? Moet er niet net als bij de gemeentelijke ozb, onroerendezaakbelasting, een automatische correctie op zitten? En moeten ramingen net voor Prinsjesdag niet nog eens even geijkt worden, even tegen het licht van de actualiteit worden gehouden?

De heer Nijboer (PvdA):

Ik kon me bijna geen betere reclame voor mijn amendement bedenken dan wat de heer Grinwis zojuist aangeeft. Ik vraag hem dus: hoe staat hij daartegenover? Als ik hem zo hoor, kan het haast niet anders dan dat positief zijn.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik zal niet gelijk beginnen met: de wens is de vader van de gedachte. Als de heer Nijboer goed had geluisterd, dan had hij mij ook horen zeggen dat de verhuurderheffing geen doelheffing is met een vooraf vastgeklikte opbrengst. Met andere woorden, door de gekozen grondslag kan de opbrengst dus variëren en is er geen automatisch correctiemechanisme, anders dan bij gemeenten op de ozb. Als je in een goede gemeente woont, gaat het ozb-belastingpercentage omlaag als de WOZ snel stijgt, zodat de opbrengst niet al te zeer stijgt en er niet een al te grote lastenstijging plaatsvindt. Helaas hebben we dat systeem niet bij de verhuurderheffing. Als je het vastklikt, zoals collega Nijboer in zijn amendement doet, creëer je eigenlijk wel gelijk een dekkingsprobleem. Ik vind zijn amendement supersympathiek, maar tegelijkertijd vraag ik aan het kabinet, aan vak-K, hoe dat dit ziet. Is er in de toekomst inderdaad een dekkingsissue bij het amendement van de heer Nijboer? Als dat niet zo is, dan is het een piece of cake. Als dat wel zo is, dan moeten we misschien toch nog even iets harder onderhandelen.

De voorzitter:

Prima, u continueert.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Dan kom ik bij de verlaging van de energiebelasting. In september en oktober steeg de gasprijs pijlsnel. Het kabinet kwam ook best pijlsnel met een compensatiepakket; weliswaar een schot hagel, voor de een te weinig en voor de ander wat veel, maar toch. Het eerste voorstel was echter niet in lijn met de motie-Hermans. Inmiddels is dat na een motie van collega Stoffer en mij gerepareerd met de vierde nota van wijziging. Dank voor de pijlsnelle uitvoering van onze motie. Nu heeft een horeca-etablissement, een meubelmaker of een glastuinder ook iets aan het compensatiepakket van het kabinet en dat was daarvoor niet het geval. Dank daarvoor.

Belastingontwijking. Met het tegengaan van mismatches in dit Belastingplanpakket zet de staatssecretaris zijn strijd tegen belastingontwijking extra luister bij. Hulde daarvoor. Op weg naar papers met een exotische naam, beginnend met een P, maar dan deze keer zonder Nederlanders. En tegelijk lokken we met de veranderingen in de vennootschapsbelasting in eigen land misschien wel meer belastingontwijking uit dan ooit; collega's spraken er ook al over. 15% in de eerste schijf tot €395.000 en dan een sprong naar 25,8%. Maakt hier de gelegenheid niet de dief? Is het niet te aantrekkelijk om een nu grote bv op te knippen in kleinere? Graag een reflectie van de staatssecretaris hierop. Hoe gaat hij bijhouden dat door de lange eerste schijf en door de grote kloof geen extra belastingontwijking gaat plaatsvinden met de door de collega's al uitgebreid toegelichte opknipbewegingen?

Dan de thuiswerkvergoeding, waaraan collega Hammelburg bijna zijn laatste interruptie verspeelde, geloof ik. Tijdens het wetgevingsoverleg ben ik uitgebreid ingegaan op deze sympathieke, maar ook complexiteitsverhogende thuiswerkvergoeding, voor een kopje koffie en een rolletje toiletpapier. Nu wordt de werkkostenregeling in 2023 of 2024 geëvalueerd, inclusief deze nieuwe thuiswerkvergoeding. Dat lijkt mij een mooi moment om alles nog eens goed tegen het licht te houden en niet zomaar door te marcheren met allemaal sympathieke voorstellen en mooie en goede bedoelingen, waar ondertussen het stelsel complexer en complexer en complexer van wordt. Vandaar dat ik samen met collega Inge van Dijk een amendement met een horizonbepaling voor 2025 heb ingediend, dus dan is er uitgebreid de tijd om alles goed tegen het licht te houden. Als het inderdaad belangrijk is dat er een thuiswerkvergoeding blijft, op een of andere manier, dan is er ook alle gelegenheid om die in 2025 opnieuw in te voeren.

Dan de btw. Een van de prehistorische systemen bij de Belastingdienst is het systeem waarmee we de btw vaststellen en innen. Het systeem wijzigen is moeizaam. Een kleine vraag hierbij. Hoe staat het met de strijd van de staatssecretaris in Europa om aankopen in kringloopwinkels vrij te stellen van btw? In april heb ik daarover een motie ingediend, die ook is aangenomen. Vervolgens hoor je bij zoiets als een inspanning in Europa eigenlijk bijna nooit meer wat terug. Toch een soort van Bermudadriehoek, met allerlei mooie inspanningen. We zijn toch met elkaar tegen de wegwerpmaatschappij? We willen repareren en hergebruiken. Dat willen we aantrekkelijker maken, maar ondertussen moet je voor de tweede keer btw aftikken als je iets koopt bij de kringloop.

Ter afronding. Bij het punt btw raakte ik aan een van de 900 ICT-applicaties van de Belastingdienst, in dit geval een systeem uit 1982 dat broodnodig aan vernieuwing toe is. Dat onderstreept het punt waarmee ik begon: de Belastingdienst piept en kraakt aan alle kanten. Wanneer zal de Belastingdienst niet meer piepen en kraken als een roestige auto, maar lopen als een zonnetje, en vooral: wat is daarvoor nodig? Dat was mijn slotvraag.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Van Raan van de fractie van de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Twee onderwerpen: de fossiele subsidies en de toeslagenaffaire. Op dit moment is de klimaattop in Glasgow gaande en daar blijkt het kabinet eigenlijk net zo volatiel als de gasmarkt. Gisteren bracht de staatssecretaris per brief het juiste nieuws naar buiten, namelijk dat Nederland zich alsnog aansluit bij de kopgroep die wil stoppen met de fossiele subsidies.

Voorzitter, ik leg u nou een dilemma voor. Moet ik nu blij zijn dat het kabinet heeft ingezien dat het fout zat; beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald? Of moet ik vaststellen dat het kabinet eindelijk het juiste doet, wat het al jaren nalaat? Met andere woorden: beloon je nou de partner die nalaat zijn andere partner te slaan? Een dilemma, voorzitter. Hoe het ook zij: het laatste woord is hierover nog niet gezegd. Maar we zullen er in het commissiedebat Exportkredietverzekeringen verder over praten. Ik heb in ieder geval zelden zo snel een brief van het kabinet daarover gelezen, dus daarvoor in ieder geval mijn complimenten.

Voorzitter. In Glasgow ging het over de fossiele subsidies in het buitenland. Vandaag in de Kamer wil ik het hebben over de fossiele subsidies in het binnenland. Jaarlijks gaat er nog steeds meer naar antiklimaatmaatregelen dan naar klimaatmaatregelen. Schattingen lopen uiteen van 8,3 tot 17,5 miljard. Zet dat tegenover de 6,8 miljard voor het klimaat. Dat is ook nog exclusief de miljardensteun voor KLM en de 3,2 miljard die het kabinet nu uittrekt om huishoudens en bedrijven te compenseren. Door de manier waarop het kabinet de hogegasprijzensubsidie heeft vormgegeven, lijkt het ook kenmerken te krijgen van een fossiele subsidie.

Voorzitter. Waarom ondersteunt de staatssecretaris nog steeds olie en gas met Nederlands belastinggeld? Het was in de jaren vijftig een goed idee om die industrie te stimuleren, maar nu is ermee stoppen een van de krachtigste manieren om te handelen voor het klimaat. Ik zie heel goed dat Europa hier een knellende rol in speelt, maar is de staatssecretaris het ermee eens dat we die maatregelen die we in Nederland kunnen nemen voor het klimaat, in ieder geval moeten nemen?

Vorig jaar heeft de staatssecretaris een groot aantal rapporten naar de Kamer gestuurd met bouwstenen voor een beter belastingstelsel. Een van die rapporten gaat over de fiscale vergroening en de grondslagerosie. Waarom zien we daar zo weinig van terug? Het argument "we zijn demissionair" is nauwelijks geldig, omdat we weten dat waarschijnlijk precies hetzelfde kabinet aantreedt. Maar sowieso, toen de staatssecretaris nog missionair was, was hij al begonnen met die fiscale vergroening. Dus waarom zet hij die lijn van het missionaire kabinet niet voort? Waarom blijft hij van-de-hak-op-de-takbeleid voeren, terwijl ook de Raad van State aangeeft dat dat niet effectief is?

Voorzitter. Waarom is de Klimaat- en Energieverkenning niet geïntegreerd in het Belastingplan? Waarom krijgen we alleen een overzicht van de budgettaire effecten van het Belastingplan? Dat is eigenlijk raar als je bezig bent met fiscale vergroening. Dan wil je eigenlijk weten wat de verwachte resultaten zijn in termen van CO2. Dus als ik het Belastingplan krijg aangeboden, wil ik eigenlijk weten hoeveel CO2 het Belastingplan oplevert. Kennelijk kan de staatssecretaris er wel een antwoord op geven. Dat bleek namelijk uit de schriftelijke beantwoording van de vragen. Hij schrijft namelijk dat de nationale CO2-heffing en de SDE++ voor een trendbreuk gaan zorgen in het industriebeleid en dat de verwachte reductie tussen de 9 en 16 megaton CO2 ligt. Dus het is wel degelijk mogelijk om daar schattingen van te maken.

Voorzitter. Even doorgaand op die heffingen en belastingmaatregelen die het wel degelijk mogelijk maken om die CO2-reductie aan te geven. Er is nu een motie aangenomen waardoor het kabinet nu met de werkelijke uitstoot van het verbranden van houtige biomassa moet rekenen. Voor zover ik weet, wordt die motie nog niet uitgevoerd, terwijl er wel bij benadering een schatting gemaakt zou kunnen worden. Is de staatssecretaris bereid om een nieuw overzicht te sturen van de jaarlijks verwachte CO2-reductie waar dit Belastingplan toe leidt en waar ook de uitstoot van de verbrande biomassa in wordt meegenomen?

Voorzitter. Er is nog een interessante relatie tussen de SDE++ en de CO2-heffing. Terwijl houtige biomassa volop gesubsidieerd wordt, valt de CO2-uitstoot die vrijkomt bij het verbranden van houtige biomassa niet onder de CO2-heffing. Is de staatssecretaris het ermee eens dat het voor het klimaat geen verschil maakt waar de uitstoot vandaan komt? Daarom hebben we ook een amendement voorbereid om de uitstoot van houtige biomassa wel degelijk onder de CO2-heffing te brengen.

Voorzitter. Dan het compensatiepakket voor de energieprijzen. Het kabinet trekt 3,2 miljard uit om huishoudens en bedrijven te compenseren, via de energierekening. Met de vierde nota van wijziging wordt nu 125 miljoen van de rijkste huishoudens verschoven naar het energie-intensieve mkb. Dat is een keuze. Wij hebben als Kamer ook gevraagd om meer te differentiëren, maar klopt het dat in dit geval de zuivelindustrie en de papierindustrie ongeveer 1.000% extra krijgen ten opzichte van wat eerst bedacht was? Graag een reactie.

Voorzitter. Wij vragen ons ernstig af of er ook besparings- en/of verduurzamingsvoorwaarden aan verbonden kunnen worden. Ik wacht wel even. Dat is geen probleem. Ik wacht liever even tot de staatssecretaris luistert, dan … We gaan nu het mkb extra steunen. Dat lijkt op zich een goed idee. Daar willen we best naar kijken, maar dan is het toch wel weer van belang dat datzelfde mkb aan voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld aan de besparings- en verduurzamingsvoorwaarden. Zitten er bijvoorbeeld bedrijven tussen die de afgelopen jaren niet aan de besparingsplicht hebben voldaan? Waarom zouden we die nu dan gaan subsidiëren? Is er een mogelijkheid om dat type bedrijven uit te sluiten? Ik overweeg een motie op dat punt.

Voorzitter. In plaats van fiscale vergroening lijkt het erop dat er steeds meer fossiele subsidies zijn bij gekomen, zowel in omvang als in getal. Kan de staatssecretaris dat bevestigen? Zo niet, kan hij dan op z'n minst een overzicht geven waaruit blijkt dat dat niet het geval is? Nederland had natuurlijk allang moeten stoppen met fossiele subsidies. Het is niet in lijn met Parijs, het is niet in lijn met de aanbevelingen van de OESO en het is zelfs niet in lijn met de wensen van de Kamer. Ik heb daarom een aantal amendementen om in ieder geval een aantal fossiele subsidies te schrappen die het ministerie van EZK zelf ook als een fossiele subsidie aanmerkt.

Voorzitter. Fiscale vergroening gaat niet alleen over het stoppen met fossiele subsidies, maar ook over het stoppen met gedrag dat niet houdbaar is en de biodiversiteit schaadt. In 1975 is het btw-tarief op sierteeltproducten, zoals bloembollen, bloemen en planten, verlaagd van 21% naar 9%. We hebben hier al eerder vragen over gesteld. Het kabinet erkent dat dit gedaan is om deze producten betaalbaar te maken en om omzet en werkgelegenheid in de tuinbouw te stimuleren. Ik wil benadrukken dat de inzichten over sierteeltproducten zijn veranderd. Voor deze luxeproducten wordt zeer veel landbouwgif gebruikt en de bodem wordt uitgeput. Bovendien gaat de stimulering van sierteelt ten koste van de ruimte voor voedingstuinbouw. Ik hoor graag wat de staatssecretaris denkt van een terugplaatsing van de sierteelt in het algemene btw-tarief van 21%.

Voorzitter. Tot slot de toeslagenaffaire. Met de delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen lijkt er een grond voor een royale schaderegeling bij te zijn gekomen voor mensen die onheus zijn bejegend door een inspecteur. Het betreft de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990. Ik begrijp dus die inzet, maar de vraag moet altijd zijn: is dit nou dé manier om gedupeerde ouders van de toeslagenramp te helpen? Voor een deel is dat waarschijnlijk wel zo. Maar hoe vaak valt dit soort schade nu precies binnen deze regeling? En wat is de kans dat schade door deze goedbedoelde differentiatie juist precies tussen wal en schip valt? En leiden verwachtingen die niet uitkomen niet tot meer schade? Wat als er nou wel onredelijk handelen is — dat komt veel voor zoals we allemaal weten — maar diegene toevallig niet een zakelijke relatie had met een belastinginspecteur? Denk aan een kind of een partner. Kortom, is het toch niet beter om een algemene regeling te treffen, zoals de Raad van State ook schrijft? Misschien is het beter om terug te gaan naar de tekentafel. Of zegt de staatssecretaris: voor de brede toepassing passen we andere wetten aan? En, zo ja, welke wetten zouden dat dan zijn? Graag een antwoord.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Eppink van de fractie van JA21.

De heer Eppink (JA21):

Voorzitter. Toen in België ruim tien jaar geleden er na één jaar onderhandelen nog geen federale regering was, waren de Belgen heel blij. Want een demissionaire regering mag geen belastingen invoeren of verhogen. Voor de Belgen kon de formatie niet lang genoeg duren. Het was een effectief middel tegen de fiscus, die door Belgen wordt gezien als een binnenlandse bezetter.

Helaas, de Nederlanders hebben pech. De Hollanders hebben pech, zou ik moeten zeggen. Met dit Belastingplan beslissen we over maar liefst negen wetten die zo meteen in januari al in werking treden. Demissionair of missionair, het maakt niks uit. Het kabinet heeft een nieuwe term gevonden: beleidsluw. Ik vind een andere term treffender: beleidssluw. Het kabinet speelt biljart via de buitenband en via instellingen.

Voorzitter. JA21 is fiscaal conservatief. We willen dat mensen zich niet blauw betalen aan allerlei belastingen en dat werken loont. Mensen moeten aan het eind van de maand meer overhouden. Het demissionaire kabinet is op missie via anderen. Neem het afromen van de meerwaarde van de eigen woning via box 3. Dat is in feite een platte vermogensbelasting. Het kabinet laat het IMF en De Nederlandsche Bank wat balletjes opgooien in die richting, om die plannen dan in de week te leggen. Die komen dan in het formatieoverleg. Dat is beleidssluw.

Dan de hypotheekrenteaftrek. De Europese Commissie gaat eraan morrelen, maar zij mist de fiscale bevoegdheid daartoe. Maar niet getreurd, want de Commissie eist het einde van de hypotheekrenteaftrek in ruil voor 6 miljard uit het corona-Herstelfonds. In feite is dat bedrag een sigaar uit eigen doos, omdat Nederland borg staat voor 44 miljard in het Herstelfonds van 800 miljard. Bovendien wil de Commissie de zelfstandigenaftrek voor zzp'ers sneller afbouwen. De hypotheekrenteaftrek belandt zo ook op de formatietafel. U ziet: in de Nederlandse politiek is de snelste weg de omweg.

Voorzitter. Sparen moeten lonen. Ik wil in het bijzonder stilstaan bij box 3. Het werd in het afgelopen wetgevingsoverleg al terecht gemeld: de advocaat-generaal heeft gehakt gemaakt van de box 3-regeling van de afgelopen jaren. Mensen die spaarden, moesten belasting betalen over rendement dat ze helemaal niet hebben gemaakt. Daarbovenop: klanten moeten steeds meer aan de bank betalen doordat de rente negatief is. Fictief rendement is de filosofie van fiscale diefstal. De advocaat-generaal van de Hoge Raad zei het al: dit is een schending van het eigendomsrecht op systeemniveau. Een hele stevige conclusie met mogelijk hele grote consequenties. Ik heb een vraag daarover aan de staatssecretaris. Gaan al die mensen die onterecht belasting hebben betaald, straks gecompenseerd worden door de Staat als de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal overneemt?

Voorzitter. De Belastingdienst heeft roerige tijden achter de rug en wordt in veel gevallen aangewezen als oorzaak van het kwaad. Zie de toeslagenaffaire. Maar de oorzaak ligt doorgaans in vrijwel onuitvoerbare wetgeving als gevolg van bestuurlijk micromanagement. Ik voeg er eerlijkheidshalve aan toe dat ook de Tweede Kamer hier kritisch in de spiegel moet kijken. De Belastingdienst wordt overladen met onmogelijke opdrachten en vervolgens als zondebok de woestijn in gestuurd. Hoe uitvoerbaar acht de minister bijvoorbeeld de overheveling van de meerwaarde van woningen van box 1 naar box 3? Hoe gaat de fiscus al die miljoenen aan meerwaarde vaststellen en beoordelen? Het opmerkelijke van onze overheid is dat zij haar eigen problemen produceert. Onze beleidssluwe overheid stuit vervolgens op tal van problemen en een harde muur van feiten en blijkt achteraf beleidsdom te zijn geweest.

Ten slotte, voorzitter. Er is al het een en ander gezegd over de verhuurderheffing. Ons standpunt daarin is duidelijk: de verhuurderheffing kan helemaal afgeschaft worden, met als voorwaarde dat de corporaties met het belastinggeld dat ze besparen, heel veel woningen gaan bouwen.

Dank u zeer.

De voorzitter:

U bedankt. Dan de heer Stoffer van de Staatkundig Gereformeerde Partij.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Vorige week vrijdag was ik op bezoek bij bakkerij Van Dijk in Zwartsluis, een prachtig familiebedrijf waar dagelijks tienduizenden koekjes, cupcakes en weet ik wat allemaal meer gebakken worden. Na afloop van zo'n bezoek ga ik over het algemeen naar huis met een hoop huiswerk; dat was ook dit keer zo. Maar ik besef ook elke keer hoe belangrijk onze ondernemers zijn. Dit soort bedrijven moeten we stimuleren en de ruimte geven om te ondernemen. Gelukkig gaat er een hoop goed — laten we dat ook gewoon stellen; dat zagen we afgelopen vrijdag ook — maar bij al die bezoeken die je aflegt, merk je wel dat heel veel mkb-bedrijven tegen problemen aanlopen.

Een van die problemen is de opslag op de energiebelasting, de zogenaamde ODE. Die is de afgelopen jaren enorm gestegen. We hebben al heel wat keren geprobeerd om daar wat aan te doen, in eerste instantie met alleen steun van de PVV — de heer Mulder kijkt zo wat — maar gelukkig is de steun inmiddels veel breder. Ik noem met ere de heer Grinwis in dit geval. Die mkb-ondernemers ondervinden wel de lasten, maar hebben niet de lusten van de energietransitie. Dat merkten we afgelopen vrijdag ook weer. Ze mogen wel betalen, maar kunnen nauwelijks aanspraak maken op subsidieregelingen, die vooral op het grootbedrijf gericht zijn. Nu ken ik de staatssecretaris als iemand die er niet voor wegloopt om dingen op te lossen, dus daarom stel ik hem de volgende vragen. Zou de staatssecretaris ernaar kunnen kijken en ervoor kunnen zorgen dat ook mkb-ondernemers in de toekomst fiscaal ondersteund worden bij investeringen, vooral in die verduurzaming? En vooral: hoe komen we af van de focus op grote ondernemingen? Ik snap dat je daar de grote klappen maakt, maar we moeten ook gewoon rekening gaan houden met de bakker die een nieuwe elektrische oven wil aanschaffen of de kleine ondernemer die een elektrisch busje wil kopen. Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris hier gewoon iets uit zijn mouw schudt en zegt: zo gaan we dat in de komende kabinetsperiode doen. Die familiebedrijven zijn — dat hebben we ook gezien naar aanleiding van een nota die het CDA heeft gemaakt — gewoon van heel groot belang voor onze economie, voor onze werkgelegenheid en daarmee ook voor de leefbaarheid.

Voorzitter. Tijdens het wetgevingsoverleg hebben een heel aantal het probleem ook al aangekaart: doordat sommige familieondernemingen al heel oud zijn is het bezit versnipperd, waardoor de bedrijfsopvolgingsregeling eigenlijk niet meer toegepast kan worden. Een manier om dat op te lossen is door de BOR ook te laten toepassen als bijvoorbeeld 15% van het familiebedrijf in handen van een of twee families is. Ik heb al eerder de familietoets genoemd. De staatssecretaris geeft aan dat het gebruik van verschillende typen aandelen dit probleem zou kunnen verhelpen. Dat klopt, maar dat is wel een ingewikkelde en mogelijk ook dure oplossing. Na de vragen die ik aan de staatssecretaris stel, heb ik mijn deel over de familiebedrijven en het mkb gehad. Zou de staatssecretaris kunnen toezeggen dat de voorgestelde familietoets meegenomen wordt bij de evaluatie van de BOR? Misschien nog wel belangrijker: zou hij in gesprek willen gaan met familiebedrijven om een echte, niet al te ingewikkelde of dure oplossing voor dit probleem te zoeken? Dat zou toch moeten kunnen lukken.

Voorzitter. Ik heb dit jaar één amendement ingediend. Dat is niet zo veel, maar het is wel een heel belangrijke. Het regelt namelijk heel concreet de stap om de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. Drie jaar geleden deed de SGP een oproep aan eenverdieners om hun persoonlijke verhaal te delen. Die verhalen inspireren mij elke keer als ik ze weer even uit de kast haal om dit onrecht opnieuw aan de kaak te stellen. Gezinnen waar een partner ziek is, waar een van de ouders wel wil maar niet kan werken, of gewoon gezinnen die in alle vrijheid zelf kiezen hoe ze arbeid en zorg verdelen. Dat moeten we niet fiscaal bestraffen, maar dat moeten we stimuleren of in ieder geval gelijktrekken met ieder ander.

Voorzitter. De spreker voor mij had het al over box 3. Ook een paar dingen daarover vanuit mijn gezichtspunt, ongeveer aansluitend bij wat vanuit JA21 werd benoemd. We kijken allemaal uit naar de contourennota over de toekomst van box 3, die eind dit jaar naar de Kamer komt. Vorige week — dat gaf JA21 ook aan — kwam er ander nieuws binnen, namelijk het advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad over box 3. Daar staat gewoon klip-en-klaar in dat de box 3-heffing op stelselniveau in strijd is met het recht van eigendom en het gelijkheidsbeginsel. Mijn vraag aan de staatssecretaris is wat zijn reactie is op dat advies. Als de Hoge Raad het advies volgt, staat de Belastingdienst wel degelijk voor de taak om aanslagen te herzien. Mijn vraag is dan ook welke stappen ondernomen worden om ervoor te zorgen dat belastingbetalers zo snel mogelijk recht gedaan kan worden als de Hoge Raad daartoe beslist. Maar stel nu eens — ik kan het me niet voorstellen maar het zou natuurlijk kunnen — dat de Hoge Raad het advies niet volgt. Dan kan het kabinet het wat mij betreft in ieder geval niet zomaar naast zich neer leggen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij dat met mij eens is en vooral ook wat hij met dit advies gaat doen.

Voorzitter. Tijdens de derde termijn van de Algemene Financiële Beschouwingen is al uitgebreid over de compensatie van de hoge energierekening gesproken, maar helaas kiest het kabinet ervoor om met een kanon op een mug te schieten in plaats van — ik benoem het nog maar een keer — te komen met een gerichte aanpak voor huishoudens die het echt nodig hebben. Het is wel heel goed, zoals de heer Grinwis al aanhaalde, dat er gerichte ondersteuning voor het mkb komt conform de motie die de heer Grinwis en ik samen hebben ingediend. Het mkb leek toch wat vergeten te zijn in het oorspronkelijke plan. Nog één vraag hierover aan de staatssecretaris is hoe de structurele lastenverlichting van 300 miljoen in de energiebelasting er uit gaat zien.

Voorzitter. Dan de Wet schrijnende gevallen. Daar heb ik en daar heeft de SGP best wat moeite mee. Het oogt namelijk heel sympathiek: groepen gedupeerden kunnen snel een tegemoetkoming krijgen als de Belastingdienst hen onrecht aandoet of in ieder geval onterecht handelt; laten we het zo noemen. Maar ik zeg het maar eerlijk: ik neig bij dit wetsvoorstel toch naar een tegenstem. Ik zal dat uitleggen, want wellicht kan de staatssecretaris mij toch nog overtuigen morgen. Het grootste voordeel van het wetsvoorstel zit volgens mij in de eventuele snelheid waarmee burgers en bedrijven tegemoetgekomen kunnen worden. Bij een reguliere wetsbehandeling per regeling zou dat mijns inziens langer duren. Maar de regering moet nog steeds een regeling optuigen en nog steeds moet er advies van de Raad van State gevraagd worden. In dat deel zit volgens mij de winst dus niet. Alleen de behandeling door de Kamer gaat sneller omdat de Kamer het voorstel in principe dan niet behandelt. Maar ja, als de nood echt aan de man is, kan de Kamer natuurlijk wel met grote spoed wetsvoorstellen behandelen. Dan kom ik eigenlijk gelijk bij mijn bezwaren. Ik hoop dat de staatssecretaris daar morgen nadrukkelijk op in kan gaan; dat zou mij nog kunnen laten verschieten van kleur wat betreft de stemming. Die bezwaren zijn de volgende. De invloed van de Kamer wordt beperkt door gebruik te maken van een AMvB in plaats van een gewone wet, waardoor een gedegen behandeling in de Kamer ontbreekt. Dat is het eerste bezwaar.

Dan het tweede bezwaar. Met dit wetsvoorstel kan het kabinet regelingen met grote financiële consequenties invoeren zonder gedegen wetsbehandeling, wat volgens mij op gespannen voet staat met het budgetrecht van de Kamer. Daar hechten wij als SGP zeer aan. Maar ook geeft de Kamer met dit wetsvoorstel enorm veel ruimte aan het kabinet om zomaar allerlei regelingen op te tuigen, waarbij de Kamer daarna feitelijk voor een voldongen feit staat. Deze bezwaren wegen mijns inziens niet op tegen de voordelen. Maar nogmaals, ik hoor graag van de staatssecretaris de reactie op die bezwaren.

Dan de wet inzake aandelenoptierechten. Daar heb ik ook zo mijn twijfels bij. De roep om uitvoerbare wetgeving is de laatste tijd terecht steeds sterker geworden. Bij dit wetsvoorstel staan zowat alle seinen op rood of oranje. Ook de Raad van State heeft forse kritiek en verzoekt zelfs om het wetsvoorstel niet in te dienen. Daar kunnen we volgens mij niet zomaar aan voorbijgaan. Eigenlijk heb ik een heel simpele vraag aan de staatssecretaris: wat doen we de Belastingdienst aan met deze wet? Kan de Belastingdienst het ook daadwerkelijk wel uitvoeren? Het doel van de wet steun ik, laat ik daar helder over zijn. Natuurlijk moeten we onze concurrentiepositie zo stevig mogelijk maken. Tegelijkertijd moeten we wel oog blijven houden voor de uitvoerbaarheid. Tijdens de coronasteunpakkettendebatten heb ik weleens minder ingewikkelde voorstellen gedaan, maar die werden dan afgeraden omdat ze niet uitvoerbaar waren. Bij dit wetsvoorstel heb ik het idee dat de wens op de een of andere manier zo groot is dat de uitvoerbaarheid wellicht minder urgentie heeft.

Voorzitter. Ik heb niet veel interrupties geplaatst; één op de VVD. Er blijft bij mij toch iets hangen waardoor ik denk: het is een beetje alsof je eerst gaat trouwen en dan gaat kijken of je bij elkaar past. Ik zou zeggen: laten we dat andersom doen in dit geval.

... Nee, nee, ik heb zes jaar verkering gehad, voorzitter. Daarna ging het wel goed. Dat zeg ik even in reactie op dingen die ik uit de zaal hoor komen. Het hoeft geen zes jaar te duren, maar iets zorgvuldiger erover nadenken lijkt mij wel verstandig. Het was wel liefde op het eerste gezicht, maar goed.

Voorzitter. Dan nog even over de autobelastingen. De elektrische auto stimuleren we steeds meer. Dat is goed, maar daardoor worden de benzine- en dieselauto wel steeds duurder. Dat komt helaas niet alleen door de torenhoge prijzen aan de pomp, waar de PVV ook aan refereerde en waar we volgens mij echt iets aan moeten doen. Het komt ook door de steeds oplopende belastingdruk voor de reguliere auto's, de benzine- en dieselauto's. Door de toenemende elektrificatie van het wagenpark zou in theorie ook de bpm-opbrengst steeds verder moeten dalen. Dat is een onhoudbare route. Mijn vraag aan de staatssecretaris is eigenlijk hoe hij, als je naar het wat langere perspectief kijkt, ervoor zorgt dat de autobelastingen ook in de toekomst evenwichtig verdeeld worden.

Dan mijn allerlaatste punt. Dat gaat over de landbouw. Ik heb het al tijdens het WGO genoemd, benoemd en aangedragen. Verschillende agrarische bedrijven willen activiteiten stoppen, maar doen dat onder meer niet vanwege de hoge fiscale aanslag. Dat kan stoppersregelingen belemmeren, maar het zorgt er ook voor dat je verpaupering hebt in het buitengebied en verpaupering van gebouwen in het gebied waar die landbouwbedrijven zijn, omdat het slopen van de opstallen negatieve fiscale gevolgen heeft. Zoals de staatssecretaris heeft aangegeven, zijn er inderdaad regelingen die de financiële pijn iets verzachten, maar uit de praktijk krijgen wij terug dat dit echt onvoldoende blijkt te zijn. Vandaar nogmaals mijn vraag: is de staatssecretaris bereid om de mogelijkheden te onderzoeken om de problemen bij bedrijfsbeëindiging in de landbouw in relatie tot de fiscaliteit te verminderen? Ik begrijp dat het niet gemakkelijk is en dat je het niet van vandaag op morgen hebt geregeld, maar ook daarop heel graag een reactie. Ik denk dat dit een mooie laatste vraag en uitdaging is, dus daar laat ik het bij.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de laatste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Omtzigt, die soms een tikkeltje breedsprakig kan zijn, maar vandaag extra kort, puntig en beknopt zal zijn. Dat voel ik aan mijn water ... Uw spreektijd is voorbij.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Ik heb uitgekeken naar de behandeling van het Belastingplan, niet alleen omdat het bepaalt hoeveel geld we binnenhalen en we hier dus eigenlijk in één dag alle hobby's van al onze woordvoerders financieren, of het nou onderwijs, zorg of wegen of wat dan ook is, maar ook omdat het wetgeving is, en bij wetgeving is er inderdaad geen gelimiteerde spreektijd. Als eenmansfractie heb ik soms maar twee minuten en dat is voor bepaalde wetten gewoon aan de korte kant.

Voorzitter. Ik begin met het Belastingplan. Ik heb eigenlijk eerst een vraag. We gaan vandaag en morgen een belastingplan behandelen, maar er wordt tegelijkertijd onderhandeld over een nieuw kabinet. Ik kan me nog wat zaken uit het verleden herinneren. Ik kan me herinneren dat een nieuw kabinet wanneer het aantreedt, snel nog even de begroting en de belastingwetten voor miljarden wil verbouwen. Het zou dus best zo kunnen zijn dat we hier vandaag van alles afwijzen, wat over twee weken in één keer in de wet terechtkomt. Omdat de onderhandelende partijen precies dezelfde partijen zijn als de partijen die nu in de regering zitten, geeft dat echt een heel raar beeld: dat partijen vandaag iets afwijzen en over twee weken iets gaan doen, waarbij ze dan in één keer 180 graden draaien. Ik zou die partijen dus in overweging willen geven om ons vandaag en morgen te vertellen wat ze echt van plan zijn. Want dit is niet zomaar een praatclub; dit is de Tweede Kamer, waarin we samen vaststellen hoe we verder willen. En als het nou een week na de verkiezingen was, dan kon iedereen zich dat voorstellen, maar een maand of tien na de verkiezingen moeten we het fiscaal beleid kunnen maken. Ik zou dus ook aan de regering willen vragen of zij al indicaties heeft of zaken doorgerekend heeft ten behoeve van de onderhandelingen die wij hier straks in één keer met een noodwet erdoorheen krijgen. Dit is een serieuze opmerking, voorzitter.

De tweede serieuze opmerking trek ik me enigszins aan. Die is enigszins minder jolig dan de opmerking die de heer Eppink hierover maakte, maar ik vind dat we serieus moeten bekijken of wij hier de komende jaren acht wetsvoorstellen willen behandelen. Mijn antwoord is overigens: nee, nee, nee! Ik zeg dat niet omdat deze wetsvoorstellen per se fout zijn. Er zitten een aantal zeer goede wetsvoorstellen tussen, dus begrijp me niet verkeerd. Wat is nu de les die we uit de toeslagenaffaire hadden kunnen leren en wat hebben we kunnen leren van een aantal andere dingen die mis zijn gegaan? Dat is dat wij de details van die wetgeving eigenlijk niet artikel voor artikel doornemen. Er zijn in het verleden zaken misgegaan rondom het partnerbegrip, rondom allerlei kleine zaken die heel klein leken maar die voor individuele personen enorm veel leed hebben veroorzaakt.

Ik zou willen voorstellen dat wij hier als Kamer vanaf nu bij elk fiscaal wetsvoorstel twee of drie rapporteurs aanwijzen, en dan het liefst eentje van de oppositie en eentje van de coalitie. Die kijken namens de Kamer goed of er ook gewoon uitvoeringsproblemen zijn. Dit is onze kerntaak: wetgeving, fiscaliteit. Neem de derde nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen. Daarin werden maar liefst even drie zaken rechtgezet rondom de uitwisseling van gegevens over de kinderopvangtoeslag tussen de kinderopvanginstelling en de ouder. Sterker nog, ze konden bsn niet uitwisselen. Nou, ik kan je vertellen dat als ze bsn niet konden uitwisselen, dan de hele zaak misgelopen was.

Natuurlijk werkt een aantal ambtenaren rond de klok tijdens de behandeling van dit Belastingplan. Die zien we vaak niet, maar die zijn keihard bezig. En die doen hun best om zelfs tijdens het wetgevingstraject dit soort fouten te herstellen, zodat het goed in de wet komt te staan. Daar is geen enkel misverstand over. Maar wij hebben hier als Kamer de taak om die wetgeving te controleren en dit soort fouten te vinden. Die zijn niet links, die zijn niet rechts. Dat maakt niet uit; wij hebben goede wetten te maken. En het lukt ons niet. Het lukt ons niet om door die wetten heen te lopen en te kijken of daardoor een burger in de problemen komt, of daardoor een mkb'er grote problemen zal ondervinden, of de Belastingdienst dit wel echt aankan. En daarvoor moeten we onszelf wel gaan aankijken.

Voorzitter. Na deze introductie kom ik op het toeslagenschandaal. We kregen in maart een brief van elf kantjes met ten minste dertien wetten die de regering overtreden had. Deze lijst was niet compleet. Ik vraag de regering of zij in de afgelopen acht maanden die lijst wel compleet heeft gemaakt. Ik heb tijdens het laatste wetgevingsoverleg gevraagd: waar heeft de Belastingdienst zich niet aan wetten gehouden? Het gaat daarbij om behoorlijk ernstige zaken. Ik heb het er niet over dat ergens bij de Douane iemand een keer 102 kilometer per uur in een dienstauto gereden heeft terwijl het 100 kilometer per uur mocht zijn. U snapt: we hebben het hier over het voorbeeld dat bij de huurtoeslag het verworven recht niet goed uitgevoerd is. Dat betekent dat mensen wier huur boven de huurgrens komt in bepaalde gevallen wel een huurtoeslag zouden houden van €300 tot €400 per maand. Dat zijn mensen met een laag inkomen. Maar alle huurtoeslag werd afgenomen. Het gevolg was uithuiszetting. Dat krijgt weinig aandacht.

Dat zijn wetten, zoals die zwarte lijsten waar 6.000 mensen inzicht in hadden. Ik heb meerdere keren gevraagd: is daarvoor gewaarschuwd? Dit is de laatste keer dat ik het netjes vraag. Heeft de functionaris gegevensbescherming de afgelopen vier jaar — de huidige of degene die daaraan voorafgaat — niet per ongeluk een keer een briefje ergens neergelegd en gezegd dat dit niet kan? Zo ja, wat is er met dat briefje gebeurd? We hebben al het memo-Palmen gehad. Ik wil ook graag weten of in dit geval dit soort briefjes bestonden. Zijn er nog meer van dit soort grote zaken? Ik heb het bewust niet over kleine dingen die ergens op een kantoor fout gaan. Bij een dienst van 30.000 personen gebeurt dat. Maar dit gaat echt om een rechtmatigheidsissue.

De tweede vraag die eraan vasthangt, is: heeft de Belastingdienst ten opzichte van de burgers een onrechtmatige daad begaan? Dat is belangrijk omdat we hier constant over compensatie praten, een tegemoetkoming voor leed. Een tegemoetkoming voor leed is alleen wat anders dan een schadevergoeding voor schade die je aangebracht hebt omdat je onrechtmatig dingen gedaan hebt. Ik vraag: hoeveel mensen hebben last gehad van een onrechtmatige daad van de Belastingdienst? Die vraag heb ik nu meerdere malen gesteld, dus ik verwacht er nu gewoon een antwoord op.

Ook zou ik graag willen weten hoe de regering uit de volgende cyclus komt. Iedere keer vinden we weer wat bij de toeslagenaffaire. Trouwens, ik mis hier vanavond minister Dekker. We maken dan een plan hoe we die mensen gaan helpen, snel snel, maar vervolgens loopt de uitvoering niet. Ik wil nu een plan zien. Hoeveel kinderen zijn uit huis geplaatst? Hoe kunnen die kinderen thuiskomen bij hun ouders? Over hoeveel kinderen gaat het? Welk plan ligt er? Wat is het tijdpad daarvoor? Moeten wij daar als Kamer achteraan? Of kan de regering dit ook zelfstandig bedenken? Laten we wel wezen: toen de memo-Palmen op tafel lag, koos de regering er niet voor om de invorderingsknop stop te zetten. Nee, de regering koos ervoor om die memo-Palmen niet in het archief op te nemen en om deze te verzwijgen. PwC moet volgende week met hangende pootjes een brief sturen dat de kern van de memo-Palmen — laakbaar! — genoemd was bij de toenmalige staatssecretaris, maar dat dit niet in het rapport terechtgekomen is. Maar toch had iemand het in een interview genoemd. Toen ik het vroeg in deze Kamer, zei PwC: neu hoor, neu, niks gebeurd. Nou, ik zou me maar eens afvragen waarom u PwC überhaupt nog gaat betalen — maar dat is aan u — want dat onderzoek heeft niet gebracht wat het had moeten brengen, namelijk de waarheid.

Wat gebeurde er in juni 2019? Alles lag op tafel, maar de regering besloot de commissie-Donner in te richten, die overigens met geen enkele ouder sprak en de invordering niet stopzette, waardoor die gewoon verderging. Kamerleden werden gesensibiliseerd. En de schade was groot. Dus het laatste dringende appel voor deze regering is om voor de volgende regering gewoon alles te vertellen wat er nog onder het toeslagenschandaal ligt. Laat ik wel wezen: in antwoord op de vragen bleek dat de CAF-zaak waar alles mee begon — dat waren de zaken rondom de kinderopvangtoeslag — een kleine minderheid van de CAF-zaken was. Er zijn tien soort CAF-zaken. Er zijn er heel veel naar belastingintermediairs. We hebben er een aantal gezien bij EenVandaag. Nu is precies hetzelfde gebeurd, namelijk: die intermediairs zijn keihard aangevallen, en hun klanten ook. Zij hebben daar grote schade door geleden. Kunt u van al die tien soorten aangeven of die CAF-teams rechtmatig dan wel onrechtmatig gehandeld hebben, net zoals het CAF-team rond de kinderopvangtoeslagaffaire in een aantal zaken gewoon onrechtmatig gehandeld heeft? Waarom moet ik deze vraag een jaar nadat deze CAF-teams stopgezet zijn, überhaupt nog stellen? Dit had de Belastingdienst zelf mogen uitzoeken.

Voorzitter. Dan kom ik bij de inhoud van het Belastingplan. Ik verwacht dat de nieuwe regering de hele woonbegroting en het Belastingplan op de kop gaat zetten en iets gaat doen met de verhuurderheffing. Bij het woonplan mis ik het een en ander. Daarom vraag ik de minister van BZK of zij bereid is om doelen te geven voor het aantal woningen dat de komende jaren gebouwd gaat worden. Die zijn constant niet gehaald. We zitten midden in een wooncrisis. We hebben als voorbeeld gegeven dat de woningbouwcorporatie voor dezelfde woning die voor dezelfde prijs verhuurd wordt €1.400 belasting betaalt en de private verhuurder €120. Dat zijn woningen met de gemiddelde WOZ-waarde van twee jaar geleden. Dat is iets minder dan twee ton voor die sector en €600 huur. Dan vraag je er toch om dat de woningmarkt uit het lood gaat? Als je de 30%-regel handhaaft, heb je een categorie van expats die €500 tot €1.000 per maand extra kunnen uitgeven aan woningen en die de gewone mensen uit de wijken duwen in het centrum van Amsterdam, maar tegenwoordig in de hele gemeente Amsterdam.

Waar blijft het plan van deze regering of van de nieuwe coalitie om de fiscaliteit zo in te zetten dat sociale huurwoningen interessant worden, dat betaalbare huurwoningen interessant worden? Waarom krijg je een korting op de leegwaarderatio? Waarom moet je niet extra belasting betalen als je constant die korte verhuurcontracten aanbiedt? Wil de regering met zo'n integraal plan komen? Ik zeg bewust dat ik als eenpitter niet in staat ben om de hele fiscaliteit van wonen aan te passen, want dan maak ik precies de fouten die ik in het begin van mijn betoog noemde. Maar de fiscaliteit zit 'm niet in de hypotheekrenteaftrek als belangrijkste drijver. Daar zal ongetwijfeld over gepraat worden. Er zijn een aantal drijvers die al jaren bekend zijn en waar de regering niet op ingrijpt. Deelt ze dat? Komt er een plan om ervoor te zorgen dat gewone mensen, die een gewoon bestaan hebben, gewoon betaalbare huur- of koopwoningen kunnen vinden? Dan zou ik ook graag het akkefietje van de OZB en sportclubs opgelost zien worden.

Voorzitter. Dan de BIK. We hebben het er al over gehad. Ik sluit mij aan bij de collega — ik ben even vergeten wie dat was — die zei dat dit wel de prijs kan winnen voor het slechtste voorstel ooit. Ik keek niet naar u, hoor, meneer Grinwis. De ChristenUnie vond het nooit wat. Ik ben blij dat die afgeschaft wordt, maar zo nooit weer.

In dit Belastingplan zitten gelukkig een aantal plannen tegen belastingontwijking. De mismatches worden aangepast. Ik heb samen met vooral een aantal collega's aan de linkerkant van de Kamer een aantal verdere voorstellen ingediend, zoals het feit dat de eerste schijf niet al te lang moet zijn voor de mkb'ers. Dat betekent dat de directeur-grootaandeelhouder, de rijke advocaat of de rijke tandarts die het via een bv doet, marginaal nog maar 36% betaalt over zijn inkomen tot maar liefst vier ton. Laat dat even tot u doordringen. Dat lijkt mij niet wenselijk. Denk aan de situatie waarin we allemaal bv'tjes met z'n allen gaan opknippen. We zien dat nu al geadviseerd worden. Regering, u weet wat er gebeurt. Grijp in of verhoog de belasting daar en zorg dat je ergens anders lastenverlichting biedt aan bedrijven; ik vind het helemaal prima. Het gaat niet om hoger belasten. Het gaat erom dat we niet nog een cirkeltje krijgen en alle advocaten en notarissen rijk gaan maken.

Dan kom ik bij het tweede punt: de belastingontwijking. We kregen vier regels — collega Idsinga vroeg daarnaar — over wat we gaan doen met CumEx en de fraude die daarmee gemoeid is. Vier regels! Nou weet ik niet of die 27 miljard klopt — misschien is de schade wat lager — maar de potentiële schade zit in de vele miljarden. De regering kijkt alleen maar vooruit, naar hoe we het in de toekomst kunnen voorkomen. Als ik dat plaats naast hoe bepaalde burgers behandeld zijn, dan vind ik dat nogal wat. Waarom is de regering niet net zo hard tegen dit soort fraude? Waarom gaan we daar niet achteraan? Laten we het allemaal aan de Duitsers over, die honderden mensen aan het vervolgen zijn omdat ze de Nederlandse belastingbetaler bestolen hebben. Of gaan we zelf ook wat doen? Ik mag hopen dat we zelf ook wat gaan doen.

Voorzitter. Dan de BOR. U heeft gezien wat ik van de BOR vind in een of andere gelekte memo. Maar ik zie ook leuke adviezen voorbijkomen. Ik zal u er eentje noemen. Stel je voor: een moeder heeft een groot bedrijf en wil dat schenken aan haar dochter. Daar is de BOR voor. Uiteindelijk betaal je maar 2% of 3% belasting over dat bedrijf. Je schenkt een bedrijf, tot 1 miljoen betaal je helemaal niks en daarboven betaal je ongeveer 3% belasting. Een heel aantrekkelijke regeling, maar sommige mensen vinden dat nog te veel omdat ze helemaal geen belasting willen betalen of omdat bepaalde zaken niet in de BOR mogen. Wat mag bijvoorbeeld niet mee in de BOR? Dat zijn verhuurde woningen. Gelukkig maar, zeg ik. Als u een woning erft van uw moeder, zou u 20% belasting betalen. En als uw ouders heel veel huisjes hebben, zou u 3% of 4% betalen. We hebben dus gezegd: woningen doen we niet in de BOR; daar moet u gewoon die 20% over aftikken. Maar daar hebben ze wat op gevonden. Eerst gaat het bedrijf van de moeder via de bedrijfsopvolgingsregeling naar de dochter die het wil overnemen. Dan moet je het vijf jaar houden. En tata, wat is het advies? Dan gaat u het daarna terugverkopen aan de moeder. Wat ontstaat er dan? De moeder koopt dat hele bedrijf terug. Als dat bedrijf teruggekocht is, blijft de dochter het runnen. Maar de moeder heeft dan een aardige schuld aan de dochter, want het bedrijf was van de dochter en er is dan een schuld. Op het moment van overlijden kun je de hele schuld voor de BOR gebruiken en kun je er dus voor zorgen dat dat gedeelte van het bedrijf dat niet onder de BOR viel, bijvoorbeeld bedrijfspanden en verhuurde woningen, alsnog ongeveer gratis overgaan naar de volgende generatie.

Nou kunnen we een hele lange discussie over de BOR hebben. Mijn gok is dat die ook wel plaatsvindt aan de onderhandelingstafel. Maar dit was toch niet de bedoeling. De bedrijfsopvolgingsregeling was om ervoor te zorgen dat het bedrijf één keer van deze generatie naar de generatie daarna kan gaan, dat dat bedrijf continuïteit heeft, maar niet dat je nog een keer rondje mag maken om helemaal geen belasting te betalen. Wil de staatssecretaris in de ministeriële regeling die over de BOR gaat, opnemen dat bedrijven en stukken van bedrijven maar één keer van de ene generatie naar de volgende generatie mogen gaan en dat niet twee keer een bepaald bedrijf in eenzelfde familie via de BOR van de oude generatie naar de jonge generatie kan gaan, dus dat je er maar één keer gebruik van mag maken? Graag een toezegging daarop. We kunnen dit niet amenderen, maar het kan wel via een antimisbruikbepaling.

Voorzitter. Bij de aandelenopties heb ik grote twijfels, omdat het heel veel uitvoering vergt zoals collega's al gezegd hebben, elf extra fte, het om relatief weinig mensen gaat en ik zomaar het gevoel heb dat hele grote bedrijven er ook gebruik van gaan maken. Gelukkig zie ik collega's die het wat inperken. Maar jongens, dit moeten we toch niet willen?

Dan gas en licht. Dank voor de nota van wijziging: 3,2 miljard. Er zijn weleens kleinere nota's van wijziging geweest. Ik zou de regering willen vragen om deze nota van wijziging toch nog te wijzigen, want ik zag dat er twee voorstellen geweest waren. Ik heb bij nader inzien echt een voorkeur dat de energie op gas omlaag gaat en niet op elektriciteit. Dat heeft ermee te maken dat juist mensen die in een onzuinige woning zitten en geen kant op kunnen het grootste probleem hebben. Dan zorg je dat die mensen wat meer gecompenseerd worden. Ik weet dat het enigszins conflicteert met de duurzaamheidsdoelstellingen, die we een warm hart toedragen - hè, voorzitter, als voorzitter tenminste — maar je wil deze mensen echt tegemoetkomen. Huurders die in een E- of F-woning zitten, die 2.000 kuub moeten verstoken, kunnen geen kant op.

De vragen over de data-uitwisseling van de KOT zijn op zichzelf redelijk goed beantwoord, dus dank daarvoor.

Wat box 3 betreft, sluit ik me aan bij collega's: wat gaan we doen? Ik had ook wat meer antwoord verwacht na wat de AG gedaan heeft: zijn wij voorbereid? Want als wij al die honderdduizenden belastingaangiftes moeten herzien, dan hebben we nogal wat.

Wat de thuiswerkvergoeding betreft, sluit ik me ook aan bij collega's. Ik heb het gevoel dat dat veel te veel werk is.

Ik zou graag nog een land willen breken voor het publiceren van de uitspraken van de fiscale rechter. Waarom konden we niet aan de problemen van toeslagouders komen? Omdat de meeste van de uitspraken van de rechter niet gepubliceerd waren. Mag ik alsjeblieft een deltaplan zien? De Belastingdienst beschikt nu over alle fiscale uitspraken, en de burger of het bedrijf beschikt er maar over een paar.

Tot slot, voorzitter. We zitten hier constant discussies te voeren op de vierkante millimeter. Ik hoop dat de collega's en de partijen er ook op letten of het belastingstelsel eerlijk is en uitvoerbaar is. Ik zal er volgend jaar ook wel een aantal meer voorstellen voor doen. Heffen we niet te veel of te weinig belasting bij bepaalde mensen? En kloppen de procedures?

Ik heb bij het huidige Belastingplan gepleit voor enige compensatie voor de energiekosten van huurders die in een onzuinige woning wonen. Ik zeg dat, omdat de mensen die bij Welkom Energie zaten en naar Eneco moesten, zagen dat hun energierekening zich verdubbelde. Mijn motie om daar iets aan te doen, is hier verworpen. Maar ik zou veel liever die mensen compenseren dan de eigenaars van grote schepen. Die hoeven vanaf nu over walstroom helemaal geen belasting meer te betalen, omdat iedereen hier dat een geweldig idee vindt. Dat had je ook kunnen doen door walstroom gewoon verplicht te stellen en tegen de mensen van die schepen te zeggen: als u aan de kade ligt, mag u de dieselaggregaten niet aanzetten en doet u hier gewoon de stekker in. Mensen met een laag inkomen die met een oud autootje naar het werk reizen omdat ze bijvoorbeeld bij de bagageband van Schiphol werken, bij nacht en ontij ergens naartoe moeten en geen openbaar vervoer hebben, betalen de volle mep met de accijnzen. Voor vliegtuigen wordt geen accijns betaald.

Belastingen gaan over eerlijkheid. Bij wie wil je het halen? Ik was teleurgesteld over het antwoord over het woon-werkverkeer. De Teslarijders konden binnenrijden. Mensen met een middenklasser kregen €0,19, waar ze het niet van kunnen doen. Maar zij kunnen over het algemeen nog net rondkomen. En de mensen die een baan hebben vlak boven het minimumloon, krijgen geen reiskostenvergoeding en mogen alles zelf betalen. Dát heeft ook gewoon met eerlijkheid te maken. Mag ik een plan om die eerlijkheid terug te brengen? Daarbij wil ik niet alleen maar fraaie praatjes over duurzaamheid horen. Ik wil horen dat dat gewoon kan. Zo'n plan zou ik graag willen zien voor wonen, voor werken en ook voor de belasting op inkomen. Maar voor die belasting op inkomen hebben we eerst de draagkrachtmeting nodig. Die wordt uitgevoerd. Pas als je weet wat huishoudens echt nodig hebben, kun je beter belasting heffen.

Dank u wel voor vandaag, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt. Niemand wil de heer Omtzigt interrumperen. Hij heeft iedereen platgeslagen, denk ik.

Tot zover de eerste termijn van de Kamer.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Morgen om ongeveer 14.30 uur gaan we luisteren naar de antwoorden van de bewindspersonen. Ik geef dan eerst het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken, zodat we eerst gaan praten over de onderwerpen inzake wonen. Dank aan iedereen. Ik sluit de vergadering van 9 november 2021. Ite missa est.

Naar boven