Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 7, pagina 9-10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | nr. 7, pagina 9-10 |
Aan de orde is de behandeling van:
het verslag van een algemeen overleg inzake verkeersveiligheid, CBR en Landbouwverkeer (29398, nr. 230 herdruk).
De voorzitter:
Dit VAO vindt plaats naar aanleiding van een algemeen overleg van 19 mei.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Het klopt inderdaad dat het algemeen overleg al een tijd geleden gehouden is. Wij hebben echter nog gewacht op een brief van de minister naar aanleiding van dat algemeen overleg. Inmiddels was er een nieuwe Kamer. Vandaar dat er enige vertraging is, maar beter laat dan nooit. Over een aantal dingen vragen wij namelijk graag een uitspraak van de Kamer. Overigens is mijn voorganger, collega Cramer, destijds aanwezig geweest bij het algemeen overleg. Naar aanleiding van dat algemeen overleg, de brief van de minister en de brief van vandaag van de commissie-Peijs dien ik de volgende drie moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het B-rijbewijs vrijstelling zal geven voor het T-rijbewijs om ervoor te zorgen dat na invoering van het T-rijbewijs niemand meer zonder rijbewijs op een landbouw- of bosbouwtrekker of motorrijtuig met beperkte snelheid zit;
overwegende dat een tractor-aanhangercombinatie iets anders is dan een personenauto en het T-rijbewijs mede daarom wordt ingevoerd;
verzoekt de regering, de vrijstelling voor het T-rijbewijs alleen te laten gelden voor iedereen die bij invoering van dit rijbewijs 18 jaar of ouder is en een B-rijbewijs heeft,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slob, Van Gent en Dijksma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 237(29398).
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dien nu mijn tweede motie in dit kader in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de initiatiefgroep landbouwvoertuigen, de commissie-Peijs, in haar aanvullend advies d.d. 2 maart 2010 adviseert een vrijwillige herkenningsplaat in te voeren voor landbouw- en bosbouwtrekkers (LBT) en motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBS) gekoppeld aan een verhoging van de maximumsnelheid voor voertuigen die deze plaat voeren tot 40 km/uur;
verzoekt de regering:
- een vrijwillige herkenningsplaat voor landbouw- en bosbouwtrekkers (LBT) en motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBS) in te voeren;
- de maximumsnelheid voor voertuigen met deze herkenningsplaat te verhogen tot 40 km/uur;
- de voorstellen hiervoor binnen één jaar naar de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slob, Van Gent en Dijksma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 238(29398).
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Tot slot dien ik een motie in die met name de agrariërs raakt die te maken hebben met verschillende gemeenten die hun eigen beleid met betrekking tot ontheffingen hebben.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat ongeveer 240 gemeenten een eigen breedteontheffing kennen voor landbouwtrekkers wat leidt tot onnodige administratieve lasten voor agrariërs;
verzoekt de regering, in samenwerking met de overige wegbeheerders (VNG, IPO, Unie van Waterschappen) en de deelnemers uit de initiatiefgroep landbouwvoertuigen (commissie-Peijs) onderzoek te doen naar mogelijkheden om deze vergunningverlening af te schaffen, te uniformeren of te vereenvoudigen en de Kamer hierover binnen zes maanden te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slob en Dijksma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 239(29398).
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Minister Eurlings:
Voorzitter. Ik ben blij dat wij dit VAO nog kunnen behandelen in deze samenstelling, omdat het een afronding is van veel debatten waarin de Kamer echt een hoofdrol heeft vervuld: vanaf de motie-Atsma, die een duidelijke uitspraak deed over geen kentekening, tot uiteindelijk dit VAO. Velen van u – de heer Aptroot, de heer Slob, destijds de heer Cramer en ik wil ook mevrouw Roefs en de heer Roemer noemen – hebben hierbij een behoorlijke rol gespeeld. Ik denk dat wij nu op het punt staan om goede conclusies met elkaar te trekken.
Ik zal de moties in volgorde van een reactie voorzien. De eerste motie is in lijn met de bedoeling van ons voorstel. Het rijbewijs B is omwisselbaar en geldt ook als rijbewijs T bij de invoering van dat rijbewijs, want dat is een tijdelijke omzetting. Over die motie kan ik dus een positief oordeel geven.
Het oordeel over de motie op stuk nr. 238 is echt aan de Kamer. Ik heb in het algemeen overleg al gezegd dat het aan de Kamer zou zijn welke optie zal worden gekozen. Ik heb die opties open voorgelegd. De Kamer heeft eerder gezegd dat zij geen volledige kentekening wil. Daarnaast zijn er – als ik het zo mag noemen – de "plaat van Peijs", dus de verlichte en goedkopere vorm, of gewoon een snelheidsbord dat erop geschroefd kan worden. Wij hebben die discussie lang gevoerd. Deze motie kiest voor de "plaat van Peijs". Dat is een heldere uitspraak, maar het is aan de Kamer. Als de motie wordt aangenomen, wordt het de "plaat van Peijs". Als de motie niet wordt aangenomen, zou ik het zo willen interpreteren dat het dan de herkenningsplaat wordt. De grote kentekenplaat, die zo duur is en waarvoor in de sector ook geen enkele steun is, was immers eigenlijk al buiten beeld. Ik denk dat ik de motie zo moet uitleggen. Het oordeel is volstrekt aan de Kamer. Wij hebben die discussie lang gevoerd en ik heb toen gezegd dat ik het aan de Kamer zou overlaten om hierover een eindbesluit te nemen.
De heer Slob (ChristenUnie):
Dit antwoord is in de lijn met de reactie van de minister in het algemeen overleg en in de brief. Het is misschien wel goed om nog even te benadrukken dat het om een vrijwillige keuze gaat. Als men hiervoor kiest, krijgt men dus de verhoging. Dit betekent dat de cijfertjes in de brief over administratieve lasten en zo gebaseerd zijn op een verplichting voor iedereen. Het is goed om dat even met elkaar te constateren.
Minister Eurlings:
Dat is correct, maar dat neemt niet weg dat er voordelen en nadelen zijn. Een van de nadelen is dat dit iets duurder is dan het vrijwillige snelheidsbord, maar ik denk dat de heer Slob gelijk heeft met zijn constatering. Het is nu gewoon aan de Kamer. Ik denk dat de aanwezige Kamerleden allemaal zo goed ingewijd zijn in dit onderwerp dat zij een zeer weloverwogen keuze kunnen maken. Als deze motie wordt aangenomen, wordt het dus de "plaat van Peijs". Als de motie niet wordt aangenomen, wordt het dus het snelheidsbord.
De motie op stuk nr. 239 over de breedteontheffing is ook ingediend door het lid Slob. Ik heb in mijn brief van 11 mei aangegeven dat de wegbeheerders de RDW nu al kunnen machtigen om voor hen de ontheffingen te verstrekken. Op dit moment maken 239 wegbeheerders daar gebruik van. Ik vind het echter prima om de VNG en de leden van de in dit debat al genoemde commissie-Peijs te vragen om binnen de bestaande bevoegdheden een onderzoek te doen naar mogelijkheden om de vergunningverlening te uniformeren, te vereenvoudigen of zelfs af te schaffen. Ik kan deze motie in die lijn dus zien als ondersteuning van het beleid. Ik zeg toe dat ik de Kamer, als deze motie wordt aangenomen, binnen zes maanden zal informeren over de uitkomsten van het onderzoek.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
De stemmingen over de moties zullen waarschijnlijk donderdag plaatsvinden.
Sluiting 15.45 uur
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20102011-7-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.