9 Stemming Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen) (35704).

(Zie vergadering van 23 februari 2021.)

De voorzitter:

Ten slotte stemmen we over het wetsvoorstel 35704, Wijziging van de begrotingsstaat van het ministerie van Financiën voor het jaar 2021, de incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Het woord is aan de heer Van Apeldoorn namens de SP.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Voorzitter. We stemmen zo dadelijk over een wetsvoorstel dat historisch te noemen is, in zoverre dat het gaat om compensatie voor een ongekend onrecht dat tienduizenden ouders is aangedaan. Het gaat daarbij ook om het ongekende bedrag van meer dan 1,5 miljard euro. Het is terecht en heel hard nodig dat dit onrecht nu eindelijk hersteld wordt. Dat dat gebeurt, hebben we vooral te danken aan de ouders zelf en aan de vele slachtoffers die massaal zijn opgestaan en die duidelijk hebben gemaakt aan de politiek dat zij dit niet over hun kant laten gaan.

Wij blijven wel twijfels houden over de juridische houdbaarheid van met name de zogenoemde pauzeknop en ook over aspecten van de €30.000-regeling zelf. Maar het belangrijkste is dat de dure plicht die de staatssecretaris, de regering, nu is aangegaan, ook wordt nagekomen en dat deze belofte wel wordt waargemaakt. Daarom zullen wij de regering aan die belofte houden en voor het wetsvoorstel stemmen.

Dank.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan de heer Rietkerk namens het CDA.

De heer Rietkerk (CDA):

Voorzitter. Vorige week hebben de CDA-fractie, bij monde van mijn collega Essers, maar ook de fractie van 50PLUS en de Fractie-Nanninga een nadere juridische onderbouwing gevraagd van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement-Lodders/Van Weyenberg. Dat amendement voorziet in een wettelijke afkoelingsperiode van één jaar, waarin schuldeisers hun vorderingen op ouders die door de kinderopvangtoeslagaffaire zijn gedupeerd, niet kunnen inwinnen. Onduidelijk was of er jurisprudentie is die dit amendement ondersteunt. Na afloop van het debat is van de zijde van de onvolprezen Griffie van deze Kamer het arrest-Bela Nemeth vs Hongarije uit december 2020 aangereikt, dat naar onze mening, en zoals ons is gebleken ook die van het departement van Financiën, de juridische houdbaarheid van het aangenomen amendement ondersteunt. Ook blijkt er andere jurisprudentie te bestaan, zoals het arrest-James and others vs UK uit 1986, die in deze richting wijst. Uiteindelijk is dit nog geen garantie voor een goede afloop bij de rechter bij een eventuele procedure over het voorgestelde moratorium in een concrete casus, maar deze jurisprudentie geeft ons voldoende comfort om een dergelijke procedure met vertrouwen tegemoet te zien en dat was onze inzet in het debat van vorige week. Uiteraard, maar dat heeft nooit ter discussie gestaan, stemmen wij ook in met de rest van dit wetsvoorstel, dat voorziet in een belangrijke compensatie van 1,7 miljard euro voor gedupeerde ouders.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rietkerk. De heer Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Ook wij steunen het wetsvoorstel, 1,7 miljard voor de compensatie. Met de fractie van het CDA en de Fractie-Nanninga hadden wij vorige week duidelijke twijfels over de juridische houdbaarheid van de pauzeknop. De informatie die we hebben gekregen, mede dankzij de Griffie, over het arrest van december geeft ook ons voldoende vertrouwen om een nieuwe rechterlijke uitspraak met vertrouwen tegemoet te zien. We blijven waken voor het toetsen van iedere wet aan de juridische houdbaarheid. Met het haastwerk was die twijfel groot, maar dit arrest helpt ons om met vertrouwen nieuwe uitspraken af te wachten. Het is belangrijk voor de slachtoffers dat ze vandaag weten dat ook het CDA, de Fractie-Nanninga en wij om die reden de compensatie veilig willen stellen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Wenst een van de overige leden nog een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.

We stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde van de stemmingen gekomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven