8 Verkiezing Kamervoorzitter

Aan de orde is de verkiezing van de Voorzitter van de Kamer.

- Zie dossier CXXXVI.

De tijdelijke voorzitter:

Aan de orde is de verkiezing van de Voorzitter van de Kamer. Als kandidaat voor de functie van Voorzitter hebben zich de volgende leden aangemeld. Ik noem ze in alfabetische volgorde: de heer Backer, de heer Beukering, de heer Bruijn en de heer Ganzevoort.

Zoals op 18 juni jongstleden besloten is, krijgen de kandidaten in alfabetische volgorde het woord om een korte toelichting te geven op hun kandidatuur. Ik geef als eerste het woord aan de heer Backer.

De heer Backer (D66):

Dank u, voorzitter. Beste collega's, ik sta hier vandaag om mijn kandidatuur voor het voorzitterschap van de Eerste Kamer toe te lichten. Mijn kinderen zeiden tegen mij: pap, waarom doe je dat nou, dat voorzitterschap, waarom niet meer tijd besteden aan leuke en andere dingen? Maar ik ben altijd bevlogen geweest en betrokken geweest bij onze democratie, is het antwoord daarop.

Ik kom uit een klein dorp. Mijn vader was huisarts. Dat is een beroep dat vaak van vader op zoon overgaat, maar mijn interesse lag op een heel ander vlak. Misschien is het wel getriggerd door een debat op school, een verkiezingsdebat waar ik de degens moest kruisen met de scherpste debater van de school. Dat ging mij heel goed af. Mijn politieke interesse was gewekt. Die bevlogenheid van toen is nooit meer weggegaan. Door mijn studiekeuze heen lopen recht en politiek als een rode draad. Daarom ben ik naast mijn professionele loopbaan ook altijd politiek actief gebleven.

Dit huis wordt vaak gezien als parttimepolitiek, maar vraagt van u, van mij, fulltime betrokkenheid. De eerste die deze fulltime betrokkenheid ook in fulltime beschikbaarheid moet omzetten, is uw Voorzitter. Na vier jaar ondervoorzitterschap en na mijn weken als uw Voorzitter weet ik namelijk dat de wetgevingstrein de hele week voortdendert. Voordat u alles in uw vergaderapp aantreft, zijn er tal van beslissingen genomen, over agenderingen, over termijnen, over afstemming met bewindslieden, met commissies en al die zaken meer. Daarin is de Voorzitter de centrale figuur. Deze centrale figuur die ik deze weken voor u ben, kan ik ook na vandaag voor u zijn.

Elk democratisch proces heeft een vorm van sturing en begeleiding nodig. De Voorzitter is daarin de stuurman en houdt het schip op koers. Dan is de logische vraag natuurlijk: heeft deze stuurman de technische capaciteiten om te sturen? Gebaseerd op professionele ervaring als advocaat, bedrijfsjurist en ondernemer ben ik met lastige dilemma's en afwegingen bekend en ook met het leiden van organisaties. Ik kan samen met de toegewijde medewerkers van onze organisaties nog extra verbeteringen aanbrengen, want als uw medewetgever gedurende acht jaar heb ik ervaren welke eisen er aan ons worden gesteld. Ik wil die ervaring voor u inzetten. Dus ja, ik ben die stuurman die technisch onderlegd is en volledig beschikbaar is om op de brug te staan voor u.

Maar iedere stuurman heeft het juiste kompas nodig om het schip te sturen en de juiste koers te varen. Mijn kompas is geijkt op vertrouwen. Vertrouwen is het kernprincipe in onze democratie. Wederzijds vertrouwen is het fundament waarop wij de samenleving bouwen. Ja, ik weet het, controle, verantwoording, transparantie, allemaal tot je dienst, maar de kern is toch vertrouwen. Vertrouwen, weten wij, komt te voet en gaat te paard. Dat moet steeds worden verdiend. Dat betekent dat ik, dat wij, samen, elke dag integer aan dit vertrouwen zullen werken in het belang van de democratische rechtsstaat. Door deze Kamer echoën de woorden van mijn vader, de huisarts. Die zei: in de spreekkamer bestaan geen rangen of standen; iedereen is er gelijkwaardig in zijn of haar kwetsbaarheid, maar uiteindelijk komt het neer op vertrouwen. Dat gaat om vertrouwen in uw huisarts, maar ook in deze spreekkamer van de wetgeving, in uw Voorzitter met het DNA van de jurist.

Ook in deze Kamer is iedereen gelijkwaardig, ervaren of minder ervaren, lid van een grote of kleine fractie. Samen staan wij voor het belang van de democratie. Samen staan wij voor de democratische rechtstaat. Samen staan wij voor de eigenheid van onze Kamer.

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Backer. U heeft zich perfect aan de spreektijd van vijf minuten gehouden. Ik geef het woord aan de heer Beukering.

De heer Beukering (FvD):

Voorzitter, dank u wel. Wat een mooi gezicht om u allen vanaf hier te mogen toespreken. Het ziet er geweldig uit. Het is voor mij een eer om hier voor u te mogen staan als kandidaat van Forum van Democratie. Voor het geval u het gemist mocht hebben — ik kan het me nauwelijks voorstellen — vertel ik dat na een onhandig interview in De Telegraaf enkele uitspraken van mij in een vreemd daglicht zijn gekomen. Gelukkig heb ik onlangs in een persoonlijk gesprek met Ronny Naftaniel, voormalig directeur van het CIDI, een en ander kunnen toelichten en rechtzetten. Genoeg daarover.

Vandaag kiezen wij, collega's, een nieuwe Voorzitter. Deze Kamer is een belangrijke Kamer van de Staten-Generaal, vaak genoemd "chambre de réflexion", een cruciale schakel in ons democratisch en bestuurlijk proces. Het gaat naast de toets op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid volgens mij nog steeds vooral om de mensen, de gemotiveerde, getalenteerde, ervaren mensen die in die Kamer zitten. Het gaat om u dus. Dat zijn mensen die onze wetgeving en beleid willen verbeteren en deze nieuwe wetgeving vervolgens toetsen aan de Grondwet en aan verdragen. Deze volksvertegenwoordigers, die de verbinding met de burger voortdurend garanderen, staan centraal. Het is belangrijk werk derhalve voor ons democratisch bestel. Daar zal de komende tijd veel energie in gaan zitten. Er wordt inmiddels namelijk door de regering gesproken over veranderingen naar aanleiding van het rapport-Remkes. Het Nederlandse volk, of zo u wil: de kiezer, heeft gesproken en wil meer zichtbaarheid, transparantie en duidelijkheid; geen achterkamertjes, niet wegkijken van problemen, geen selectieve klimaattafels of elkaar baantjes toespelen.

Forum voor Democratie heeft, zoals u weet, vrijwel geen beroepspolitici en dat kunt u goed zien aan de samenstelling van onze fractie. Toch zijn mijn fractiegenoten ervan overtuigd dat wij als fractie een kandidaat voor het voorzitterschap kunnen en moeten leveren. Forum voor Democratie loopt niet weg voor haar verantwoordelijkheden. Vandaar dat ik hier ook sta.

Dan kom ik nu op de gezochte Voorzitter. Wie het ook wordt, hij heeft in ieder geval een heel goede voorganger die met veel gezag, draagvlak en steun heeft kunnen functioneren. Dat maakt de opvolging zeker een uitdaging, maar dat geldt voor ons alle vier.

Wat wordt gevraagd naast parlementaire ervaring? Die heb ik namelijk niet. Wat ik wel heb, zijn elders verworven competenties, zoals dat in het jargon heet. Belangrijke competenties: gezaghebbend en verbindend zijn. Daarvoor heb ik meerdere eenheden geleid. De nieuwe Voorzitter moet ook internationaal georiënteerd zijn. Mijn internationale ervaring heeft u in mijn brief gelezen. Mijn diplomatieke vaardigheden heb ik opgedaan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, waar ik heb gewerkt als militair adviseur van Agnes van Ardenne en Ben Bot. Ik deed dat voor Henk Kamp. In een latere fase ben ik de sous-chef internationale militaire samenwerking geweest voor Jeanine Hennis.

Ook wordt van de nieuwe Voorzitter gevraagd om boven de partijen te kunnen staan. Echt daarboven. Die competentie heb ik met name laten zien in de paarse functies die ik vervuld heb bij Defensie. Functies waarbij je boven de landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee staat. Dan moest je meestal slechte, maar wel eerlijke verdeling van bezuinigingen toepassen. Daarnaast ben ik generaal: generaal b.d. Dat betekent niet "buitengewoon deskundig", maar dat betekent "buiten dienst". En ik ben veteraan.

Het voorzitterschap is een uitdagende functie, met verschillende aspecten die aansluiten bij mijn ervaringen en mijn referentiekader. Het leiden van vergaderingen heb ik vaak gedaan. Weliswaar in een andere setting en met een ander reglement van orde, maar dat zijn zaken die ik mij in het komende reces snel eigen denk te kunnen maken, met de steun van de Griffie. Ceremoniële zaken heb ik als militair vaak mogen meemaken en mogen leiden. Dat zal geen probleem zijn.

Van groot belang wordt, denk ik uw facilitaire ondersteuning de komende jaren. In mijn carrière heb ik de divisie facilitair en logistiek van 4.500 mensen, mannen en vrouwen, gedurende vijf jaar mogen leiden. Ik was, zeg maar, de facilitaire baas van Defensie. Ik heb alle verhuizingen en renovaties bij Defensie moeten aansturen. Met de steun van de Huishoudelijke Commissie moet dat lukken, als we hier praten over de renovatie van het Binnenhof en onze verhuizingen.

Hoe zie ik nou mijn rol als ik word gekozen als Voorzitter? Ten eerste als een onafhankelijke, onpartijdige en neutrale voorzitter van de verschillende vergaderingen. Streng maar rechtvaardig en soms met humor. Maar vooral wil ik het debat in goede banen leiden, zodat dit leidt tot effectieve besluitvorming. Ten tweede noem ik de rol van organisator van uw ondersteuning, de ceremonies en de faciliteiten. En ten slotte, niet onbelangrijk: gastheer voor de binnen- en buitenlandse delegaties en ambassadeur van uw Kamer.

Bottomline: Het gaat in iedere organisatie, ook in dit mooie huis, altijd om de mensen die erin zitten. Meningen mogen verschillen, maar we moeten altijd respectvol met elkaar in gesprek gaan, ongeacht de politieke zienswijze. Ons gezamenlijke doel verbindt: een mooi, veilig en sterk Nederland, waar we met z'n allen trots op kunnen zijn en waar we ons fijn in voelen. Niet wegkijken bij problemen, maar oplossen. Wederzijds respect is daarbij essentieel.

De kiezer heef Forum de grootste partij in deze Kamer gemaakt. Dit huis heeft de traditie dat de grootste partij veelal de Voorzitter levert, maar de keuze is aan u en dat is terecht. Zo hoort dat. Laten we luisteren naar de kiezers, de tradities van dit mooie huis. U kunt op mijn inzet en steun rekenen.

Voorzitter, dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Beukering. Dit was niet uw maidenspeech, want dit is een ander format, maar het was wel uw eerste woordvoering hier.

Ik geef het woord aan de heer Bruijn.

De heer Bruijn (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Het is voor mij een groot plezier en een eer om hier vandaag te staan als kandidaat-Voorzitter van deze mooie Kamer, waar ik inmiddels zesenhalf jaar in zit. Zoals blijkt uit mijn brief en curriculum vitae die ik vorige week aan u zond, voldoe ik aan de eisen zoals gesteld in het profiel. Ik heb ruime ervaring, tientallen jaren, op en rond het Binnenhof, waarvan de laatste zesenhalf jaar in deze Kamer. Ik heb ruime ervaring met het onderhouden van landelijke en internationale contacten en netwerken, onder meer als president van mijn wereldwijde beroepsgroep. Ik heb ruime ervaring als bestuurder en als onafhankelijk voorzitter: voor deze Kamer uiteraard zeer belangrijk. Ik heb ruime ervaring met het beheer en de renovatie van vastgoed, als toezichthouder bij een aantal organisaties de laatste tien jaar.

Ik kan ruim voldoende tijd vrijmaken, dankzij een werkgever die toejuicht dat ik me kandideer voor deze functie en die mij ruim baan geeft om die tijd vrij te maken, zo veel als nodig is.

En ik heb ervaring en affiniteit met het staatsrecht, zoals eigenlijk iedereen die hier langer zit. Natuurlijk zijn wij niet allemaal staatsrechtgeleerden, maar gelukkig kunnen we rekenen op een uitstekende ondersteuning van de Griffie en de staf. Zoals u ziet, zit de Voorzitter min of meer letterlijk ingeklemd tussen de juristen. Een beetje diversiteit zou misschien geen kwaad kunnen daar. De Griffier, een oud-hoogleraar staatsrecht, zit zelfs naast de Voorzitter, om hem scherp te houden en niet, zoals in Tasmanië, voor het rostrum op de vloer. Ik zou daar geen voorstander van zijn; we moeten dat de Griffier ook niet aandoen. Maar ik zou dat als Voorzitter natuurlijk ook missen.

Naast al die formaliteiten en wel of niet voldoen aan het profiel, is wat u als leden natuurlijk veel meer interesseert: wat voor persoon gaan wij nu vandaag kiezen als Voorzitter? Want u kiest vandaag een persoon tot Voorzitter. Sommigen van u kennen mij al, maar anderen, en zeker de nieuwkomers, nog niet. Daarom heb ik ervoor gekozen om wat meer persoonlijke achtergrond te geven over mijzelf. Het thema wordt weer "vaders en artsen", kan ik u vast verklappen.

Ik kom uit een warm, gezellig gezin van drie broers en een zus, waar ruimte was voor humor, ontspanning en dieren. Huisdieren. Toch drie zetels, hè? Mijn vader had een eigen bedrijf, en door dat eigen bedrijf van mijn vader hebben wij geleerd wat aanpakken en wat doorzetten is. Het ging ook niet altijd goed met dat bedrijf. Daar leer je veel van. Maar ook elkaar de ruimte geven en elkaar wat gunnen was een belangrijke waarde waarmee ik ben opgegroeid. Iedereen doet ertoe, de mens staat centraal. Dat was het motto bij ons thuis. Mijn vader is nog steeds mijn grote inspirator. Hij zit hierboven op de tribune. Hij is 91 jaar oud. Ik ben dankbaar dat hij hier is en ik ben trots op hem.

Uiteindelijk ben ik arts en hoogleraar geworden. Daar komt dat thema "arts" weer, voorzitter. Ook daar staat de mens centraal. Als Voorzitter van de Eerste Kamer vind ik ook dat daar het thema "mens centraal" centraal hoort te staan. Ik heb in de afgelopen jaren hier één ding heel goed gezien. Wat we hier doen, is belangrijk, maar dat we het samen doen, is belangrijker. Samen met elkaar. Samen met de voortreffelijke medewerkers. Wij gaan hier collegiaal met elkaar om. Een zekere ontspanning hoort daarbij en bij tijd en wijle ook een relativerende kwinkslag. Het moet ook gewoon fijn zijn om hier te werken. Zo heb ik dat ook ervaren. Dat is geen bijzaak of luxe, want juist die ontspannen, respectvolle en plezierige sfeer biedt de veilige ruimte die nodig is voor het stevige debat op de inhoud. Het stevige debat, dat de basis is van ons werk hier. Het stevige debat, waarin wij verbinding zoeken over partijen heen. Het stevige debat, waarin wij bewindspersonen en elkaar kunnen uitdagen tot scherpe argumentaties. Ik zou bijna zeggen: de nieren proeven. Dat is toevallig mijn vak.

Die scherpe argumentaties zijn nodig om een deugdelijke afweging te maken om uiteindelijk te komen tot een oordeel over de uitvoerbaarheid van wetgeving. Dat vereist van alle leden van deze Kamer respect voor elkaar. Als Voorzitter zal ik daarvoor staan. Respect, omdat achter alle leden en achter alle fracties, groot of klein, gevestigd of nieuw, kiezers staan. Het gaat om die kiezers. Respect en samenwerking die de cultuur bieden die nodig is om kwaliteit te kunnen leveren in dit huis. Een cultuur waarin we elkaar ook helpen.

Die kwaliteit van ons werk moet goed zijn, want wij vormen de laatste toetssteen voor nieuwe wetten. Zo bouwen we verder aan goede wetgeving voor dit land en daarmee ook aan de statuur van deze Kamer. Die onafhankelijke positie van de senaat in het parlementaire stelsel moet met gezag worden gerepresenteerd, landelijk en internationaal. Dat vereist een betrokken en krachtdadige Voorzitter. Die rol neem ik graag op me.

Collega's, als u mij uw vertrouwen geeft, zal ik mij, net als de afgelopen zes jaar, met veel enthousiasme en energie inzetten, maar ik zal het ook een eer vinden om uw Voorzitter te zijn.

Sommigen van u zal het verdrieten. Anderen zal het verblijden. Maar in tegenstelling tot de vorige Voorzitter, die een gerenommeerd jazzzangeres was, zing ik niet. Ik speel wel jazzpiano en ik beschik over de voor de Voorzitter van deze Kamer vereiste goede blaasfunctie.

Ten slotte. Als u mij kiest, zal er in ieder geval altijd een dokter in de zaal zijn om u te dienen.

Dank u wel, voorzitter.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Bruijn. Dan geef ik nu als vierde kandidaat het woord aan de heer Ganzevoort.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Voorzitter, dank. Ik zou bijna zeggen "ik sluit mij graag bij alle voorgaande sprekers aan", maar dat is wat te makkelijk.

De inkt van mijn brief die ik vorige week aan u stuurde, was nog niet droog of wij kregen de informatie dat het kabinet besloten had om een sociaal minimum vast te stellen voor Caribisch Nederland. Dat deed mij teruggrijpen naar de motie die op 21 juni 2016 in deze Kamer werd ingediend. Een motie waar bijna alle fracties onder stonden en die met bijna Kamerbrede steun ook werd aangenomen. Een motie die teruggrijpt op het Statuut, op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, op de Grondwet en op de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid, en die vraagt aan de regering om te zorgen dat ook onze burgers in Caribisch Nederland weten waar zij aan toe zijn, wat een goede basis is, wat de norm is voor het levensonderhoud. Groot was onze vreugde dat onze regering besloten heeft om dat inderdaad vast te stellen.

Ik noem dat, omdat dit een voorbeeld is van het effect dat de Eerste Kamer kan hebben, natuurlijk niet als enige, maar altijd ook met maatschappelijke partijen, met de stemmen van de burgers overzee en met anderen die zich daarmee bemoeien, maar toch een duidelijk signaal dat vanuit deze Kamer geklonken heeft en dat we door die drie jaar heen steeds herhaald hebben. Waarom was dat nou zo krachtig? Omdat eigenlijk de hele Eerste Kamer dat gesteund heeft. Omdat we met elkaar zeiden, voor een deel met allerlei verschillende argumenten: dit is van belang voor Nederland, voor onze burgers.

Voor sommigen spelen daarbij de christelijke waarden een hele grote rol, het besef dat we moeten zorgen dat mensen een normaal leven kunnen leiden. Sommigen zullen dat meer socialistisch of liberaal invullen. Anderen kijken vooral naar rechtsstatelijke aspecten, de verdragen waar wij aan gebonden zijn, ons Statuut, onze Grondwet. Maar hoe we dat ook doen, we hebben vanuit de commissie KOREL, waar ik in die jaren ook leiding aan mocht geven, met elkaar gezocht naar wat ons verbindt en hoe je vanuit verschillende waarden komt tot een gedeelde overtuiging van wat er nodig is voor ons land en voor onze burgers. Voor mij is dat een mooi voorbeeld van waar de Eerste Kamer effectief kan zijn, wat ze kan betekenen.

Natuurlijk, de Eerste Kamer is een politiek instrument. Niemand zal dat hier ontkennen. We zitten hier met verschillende overtuigingen en we zoeken met elkaar naar wat er van belang is om vanuit onze overtuigingen waar te maken. Maar we doen dat wel langs de lijn van niet alleen collegialiteit. We doen dat langs de lijn van de taken van de Eerste Kamer, die primair rechtsstatelijk van aard zijn waar het gaat om de kwaliteit van de wetgeving, om de kwaliteit van het beleid, wat minder om de precieze uitvoering, maar veel meer om de kaders die daaraan gesteld moeten worden. We zullen hier niet zo gauw discussiëren over hoe hoog dat sociaal minimum moet zijn, maar wel over het feit dát het wordt vastgesteld, zodat mensen weten waar ze aan toe zijn.

Mensen die hier wat langer rondlopen, hebben misschien gemerkt dat ik het debat zeer liefheb. Ik schuw het debat niet, ik schuw de scherpte van het debat ook niet. Voor mij hoort dat erbij, maar altijd in de goede verhoudingen en ook altijd duidelijk vanuit de rol waarin je dat doet. Zoals een voetballer op het veld vooral het onderste uit de kan moet halen en op het moment dat hij wat ouder en misschien wat wijzer wordt de rol van coach op zich neemt of misschien wel scheidsrechter wordt; dat soort rolwisselingen horen ook bij een Voorzitter. Je moet van het debat houden om een goede Voorzitter te kunnen zijn, maar je moet ook van rol kunnen wisselen. Ik heb juist in de commissie Koninkrijksrelaties dat kunnen laten zien. Vandaar dat men ook aan de andere kant van de oceaan, ook in de landen waar we stevige discussies mee hebben gehad bij vlagen in het Interparlementair Koninkrijksoverleg, aan de ene kant wel die scherpte herkent maar tegelijkertijd ook die verbindingsslag. Ik denk dat dat met name in deze nieuwe rol van groot belang is. Samenwerken met elkaar, zoeken naar wat verbindt, helderheid over wat onderscheidt, maar met name vanuit onze waarden, hoe verschillend ook, kunnen komen tot gedeelde keuzes. Daar komen we met elkaar verder mee. Wat mij betreft is er dan ook geen verschil meer tussen nieuwkomers of gevestigden. We zijn allemaal nieuw en we zijn allemaal gevestigd. We hebben allemaal een leven achter ons en we hebben allemaal nu in ieder geval een aantal weken ervaring. Dat lijkt me een hele mooie basis. De rest zijn alleen maar graduele verschillen.

Wat heeft u aan mij? Een aantal dingen heeft u misschien al kunnen meemaken, maar laat ik vanuit mijn eigen levensloop vijf rollen noemen die ik met me meedraag. Ik ben mijn loopbaan begonnen als dominee. Ik heb tien jaar gewerkt in lokale gemeenschappen, waarbij je met mensen zoekt naar wat inspireert, waarbij je zoekt naar uiteindelijk het hele gewone leven waarin kinderen geboren worden en mensen doodgaan en waarbij het gaat om de vraag wat de kwaliteit is van een gemeenschap en hoe die kan functioneren. Ik ben wetenschapper en ben vooral gericht op de analyse, het verstaan en de reflectie. Ik ben acht jaar hotelier geweest en ik ken dus het leven van een ondernemer, maar ook de gastvrijheid die voor mij essentieel is om met elkaar verder te komen. Ik ben bestuurder in organisaties, ik ben politicus, ik heb media-ervaring en ik heb altijd heel erg veel internationaal gedaan.

Kortom, zoals ik in mijn brief heb samengevat: als u op zoek bent naar een daadkrachtige verbinder, als u op zoek bent naar een inspirerend boegbeeld dat de waarden van deze Kamer kan uitdragen, als u op zoek bent naar een efficiënt bestuurder die deze Kamer de komende jaren verder kan helpen, dan ben ik beschikbaar.

Dank u.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Ganzevoort. Dat was de voorstelronde van onze vier kandidaten. Dan is er nu gelegenheid voor het stellen van vragen vanuit de fracties. We hanteren daarbij de volgorde naar fractiegrootte. Mag ik beginnen bij Forum voor Democratie? Mevrouw Rookmaker, u hebt het woord voor het stellen van vragen, liever niet voor het houden van betogen. Dat zeg ik alleen maar tegen u, maar ik zeg het daarmee tegen de hele Kamer. U hebt het woord.

Mevrouw Rookmaker (FvD):

Voorzitter. Ik zal het kort proberen te houden. Ik ga de volgorde van de sprekers af, waarbij ik onze eigen kandidaat oversla.

Voorzitter. Ik heb het betoog van de heer Bruijn met veel interesse gevolgd. Het is humorvol, het is leuk. We leren hem echt een beetje kennen. Uit uw brief en cv spreekt wel dat u een echte partijman bent en dat u meegeschreven heeft aan diverse verkiezingsprogramma's. De zorgen van Forum voor Democratie zitten niet zozeer in dat u persoonlijke tekortkomingen heeft of dat u geen ervaring heeft met het leiden van vergaderingen. Maar zeker gezien het feit dat de minister-president ook al van de VVD is en uw voorganger hier in dit huis ook al van de VVD: is het niet een beetje te veel VVD? Gaarne uw reflectie daarop.

Aan de heer Backer heb ik de volgende vraag. De heer Backer brengt met zich mee een enorme ervaring, staat van dienst en kennis. Dus als je puur naar persoonlijke ervaring kijkt, dan denk je: nou, dat is precies de man die we moeten hebben. Maar nou is het zo dat prominente leden van D66 zich nogal kritisch en negatief hebben uitgelaten over FvD. Wij vragen ons dus met recht af: in hoeverre kan de heer Backer neutraal en objectief met ons omgaan, en neemt hij afstand van de kritische, negatieve uitspraken van zijn partijgenoten?

Vervolgens en ten laatste heb ik een vraag voor meneer Ganzevoort. Prachtig betoog. We hebben uw brief met aandacht gelezen, leren veel van u en uw persoonlijke ambities kennen. Toch stelt het mij teleur. Het stelt mij teleur en onze fractie teleur, omdat we verwacht hadden van een persoonlijkheid als u, met zo'n warm hart voor de democratie, dat u afstand had genomen van uw eigen persoonlijke ambitie en dat u het voordeel had gegund aan de kiezer. De kiezer die in maart en mei een heel duidelijk signaal heeft afgegeven dat ze meer transparantie willen, dat ze een meer kritische noot in de Eerste Kamer willen. Als wij blijven hangen in de oude politiek, dan ziet de kiezer die niet terug. Dat zou slecht zijn voor de democratie en dat moet u toch aan het hart gaan. Gaarne ook uw reflectie daarop.

Daar wou ik het bij laten.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik dacht net dat u toch een betoog ging houden, maar u hebt het keurig bij een vraag gehouden, mevrouw Rookmaker.

Het woord is aan de woordvoerder van de VVD. Geen vragen van de kant van de VVD. Het CDA. Meneer Knapen.

De heer Knapen (CDA):

Voorzitter. Ook kort even. Om te beginnen veel dank aan de vier kandidaten, niet alleen voor hun fraaie brieven, maar ook voor hun heldere betogen om hun rol te bepleiten. Ik heb maar drie hele kort vragen.

Eén vraag geldt zowel de heer Ganzevoort als de heer Bruijn en die heeft simpelweg te maken met het feit dat zij beiden hele serieuze functies hiernaast uitoefenen: beiden hoogleraar, de ene in Amsterdam en de andere in Leiden. De functie van Voorzitter van de Eerste Kamer is weliswaar parttime, maar het is ook een functie die fulltime beschikbaarheid vraagt. Ik vraag me af of dat geen spanningen zou kunnen opleveren, gegeven de ervaringen in het verleden.

Dan heb ik, simpelweg omdat Forum voor Democratie nieuw is voor ons, een beetje een wat Duitsers een "Lärmfrage" noemen aan de heer Beukering. Het Forum voor Democratie heeft, voor zover ik dat heb gevolgd, een heel sterke campagne gevoerd om de kiezer te mobiliseren om zo snel mogelijk afscheid te nemen van dit kabinet. Dat mag, daar is een verkiezing voor en daar is een democratie voor. In onze opvatting is evenwel de Eerste Kamer daar niet voor. De Eerste Kamer heeft in onze taakopvatting institutioneel een andere functie dan kabinetten in leven houden of naar huis sturen. Ik wil graag van de heer Beukering weten hoe hij die taakopvatting ziet.

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Knapen. Meneer Rosenmöller namens de fractie van GroenLinks.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Ik zeg met de heer Knapen dank aan de vier collega's die, ik zou bijna zeggen, de moed hebben gehad om zich kandidaat te stellen en onderdeel te zijn van een openbaar debat om vervolgens te kunnen concluderen dat er uiteindelijk waarschijnlijk maar één winnaar zal zijn in de loop van deze middag. Betekent dat dan dat er drie verliezers zijn? Dat weet ik niet, want anders hadden we dit helemaal niet hoeven doen. Dank daarvoor.

Een aantal van de collega's kennen wij pas sinds kort. Dat geldt in ieder geval voor mijzelf. De heren Backer en Beukering ken ik ongeveer een maand. Tegen de heer Beukering zeg ik als voorzitter maar ook als collega dat wij in de afgelopen week in zijn hoedanigheid als lid van de commissie Koninkrijksrelaties goed hebben samengewerkt. De heren Ganzevoort en Bruijn kennen we al wat langer en het is eigenlijk een bevestiging van het beeld dat door meerdere van de kandidaten gesteld is, namelijk dat je een sterke basis hebt om in collegialiteit te kunnen werken. Die bevestiging is ontstaan en alleen maar gegroeid de afgelopen weken. Dat is een belangrijke basis.

We leggen de kandidaten natuurlijk uiteindelijk langs de lat van de profielschets, maar zeker als zij allen geschikt zijn, kijken we ook een beetje met een schuin oog naar wie de overige boegbeelden van de Hoge Colleges van Staat zijn, zoals daar zijn de Tweede Kamer, De Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman. Als we allemaal constateren dat verkiezingsuitslagen nogal versnipperd zijn, zou haaks daarop staan te veel partijpolitieke "macht" bij boegbeelden van Hoge Colleges van Staat.

Ik heb een enkele vraag, ook aansluitend op datgene wat de kandidaten gezegd hebben, waarbij ik het heb gewaardeerd dat zij een inzicht in hun persoonlijk leven hebben gegeven. De vraag die ik aan allen zou willen stellen, is: wanneer en waarom zijn zij lid geworden van de partij die zij hier in hun fractie vertegenwoordigen? Dan kunnen we dat afzetten tegen de veelal neutrale en objectieve rol die je als Voorzitter zou moeten hebben.

Een tweede vraag zou ik willen stellen aan de heren Backer en Bruijn en die sluit een klein beetje aan bij datgene wat mevrouw Rookmaker zegt. Onpartijdigheid en neutraliteit zijn belangrijk bij de Voorzitter van de Eerste Kamer. Vervolgens moet je af en toe misschien wel partijdig zijn, maar dan partijdig voor de Kamer, zeker als er druk gaat ontstaan vanuit het kabinet. Omdat het hier leden van coalitiefracties betreft, waarbij dat misschien toch iets ingewikkelder is, wil ik vragen hoe zij met die eventuele druk omgaan en hoe ze ermee omgaan als die druk wordt opgevoerd en eventueel verder wordt opgevoerd. Hoe zijn zij dan als Voorzitter partijdig als het gaat om de rol van onze Kamer? Vaak is dat de meerderheid van de Kamer, maar het zou ook wel eens een meerderheid kunnen zijn van de oppositie versus de coalitie. Hoe ga je daarmee om?

De tijdelijke voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Ten slotte een vraag aan de heer Beukering. Ik was getroffen door zijn motivatie. Een goed verhaal. Mijn vraag is: als hij Voorzitter wordt van deze Kamer, is dan het partijkartel doorbroken?

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Rosenmöller. Vanuit de fractie van D66, mevrouw Bredenoord.

Mevrouw Bredenoord (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil graag namens de D66-fractie beginnen met de vier kandidaten te bedanken dat zij zich gekandideerd hebben. Daar is inderdaad moed en durf voor nodig. Voor ons vandaag is er echt iets te kiezen. In de categorie "man" is er in ieder geval echt iets te kiezen voor ons.

(Hilariteit)

Mevrouw Bredenoord (D66):

Namens de leden van mijn fractie heb ik een aantal korte vragen. Aan alle kandidaten willen wij graag de vraag stellen of zij zich, mochten zij vandaag niet gekozen worden als Voorzitter, gaan kandideren als ondervoorzitter. Daar willen we graag een eerlijk antwoord op horen.

Een andere vraag, die ook de heer Knapen heeft aangestipt, is een vraag voor de kandidaten Ganzevoort en Bruijn. Gezien hun cv en dagelijkse werkzaamheden hebben zij indrukwekkende, zware functies als hoogleraar/decaan respectievelijk hoogleraar/medisch specialist en ook toezichthoudende functies. Het voorzitterschap vraagt inzet en ook veel tijd. Welke keuzes gaat elk van u maken om dat voorzitterschap echt serieus invulling te geven?

Hartelijk dank. Dat waren onze vragen.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bredenoord. Vanuit de fractie van de Partij van de Arbeid, mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (PvdA):

Dank u wel. Ook de Partij van de Arbeid is blij dat zich vier kandidaten hebben gemeld. We hebben keuze, niet geheel sekseneutraal, maar er is keuze. Er is ook een groot verschil tussen de verschillende kandidaten. Daar zijn we blij om. Ik heb een aantal vragen en sluit me ook aan bij de vragen die eerder zijn gesteld. Dat kan ik nu eens een keer wel doen.

Aan de heer Backer heb ik de vraag wat volgens hem het belang van ervaring is in dit huis. Welke lessen kan hij trekken of meegeven uit het ondervoorzitterschap dat hij de afgelopen jaren heeft bekleed?

Tegen de heer Beukering zeg ik dat wij het zeer waarderen dat hij heel snel zijn excuses heeft aangeboden voor het interview, waar hij ook zelf melding van maakte. Ik vraag mij nog wel af waarom u nog niet de huidige voorzitter van het CIDI heeft gesproken. Ik vroeg mij voorts af of u ook gesproken hebt met slachtoffers van MH17. Dat was een andere uitspraak die wat reuring veroorzaakte. Hij had het over het belang van traditie. Dat verhoudt zich volgens mij moeilijk tot de kritiek die Forum voor Democratie heeft op het kartel in Nederland. Wat is nu het belangrijkste? Is traditie het belangrijkste, namelijk dat de grootste partij levert, of is het belangrijker dat je ervaring hebt met het voorzitten van deze Kamer? Ik ben benieuwd wat de heer Beukering daarover vindt.

Aan de heer Bruijn — daar is hij, ik keek even teveel naar rechts — hebben wij de vraag of hij zicht kan geven op zijn juridische expertise. Ik ben erg blij dat we een dokter in de zaal hebben. Die zullen we trouwens ook hebben als u geen Voorzitter wordt. Daar ben ik ook blij om.

(Hilariteit)

Mevrouw Vos (PvdA):

Kan hij iets meer zicht geven op zijn juridische expertise?

Dan de heer Ganzevoort. Ik vind GroenLinks een grote fractie, maar u hebt op zich toch een kleine fractie in dit huis. Waarom kandideert hij zich als lid van een kleine partij in dit huis? Ik heb dezelfde vraag als mijn collega Knapen van het CDA, namelijk: hoe gaat hij dat doen met zijn verschillende, toch redelijk zware functies? We weten van de vorige Voorzitter dat zij zei dat het een meer dan parttime functie is. Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vos. Vanuit de fractie van de PVV, mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u, voorzitter. Ten eerste wil ik de collega's bedanken voor hun kandidaatstelling. Je moet het toch maar willen hier, met 75 van die eigenwijze senatoren. Maar goed, we hebben ze in ieder geval en we hebben ook keuze. Het zijn mannen en ik vind het prima, want het gaat bij ons om de beste persoon op de beste plaats en het maakt niet uit wat voor gender je hebt.

Dat gezegd hebbende, is het voor de PVV zeer belangrijk dat de Voorzitter onafhankelijk is. Mijn eerste vraag richt ik tot de heer Bruijn van de VVD. Recent hebben wij in de media kunnen vernemen dat de toenmalige VVD-minister Opstelten zich heeft gemengd in de vervolging van mijn partijleider, Geert Wilders. Wilders zou te lastig zijn en voor de voeten lopen. Dit wetende rijst de vraag op, in hoeverre meneer Bruijn, die toch ook de regeringspartij de VVD vertegenwoordigt, onafhankelijk is en boven de partijen kan staan. Ik hoor graag een reactie van meneer Bruijn.

Voorzitter. Dan kom ik bij meneer Ganzevoort. Er is toch wel een zaak die ons een beetje zwaar op de maag ligt. Daarbij gaat het over de Provinciale Statenverkiezingen, vooral in Limburg. Daar is een provinciaal college gepresenteerd waarbij ook GroenLinks een gedeputeerde leverde, namelijk mevrouw Brugman. Mevrouw Brugman spuugt geen politieagenten in het gezicht, zet geen terrassen op stelten, zit niet aan de cocaïne, vervalst geen asielaanvragen voor een terreurorganisatie, en toch staat zij op de nominatie om geroyeerd te worden. Waarom? Omdat zij wil samenwerken met de PVV en het Forum. De reden? Nee, die heb ik al genoemd. Ik ben van zoiets zelf ook een beetje ontdaan, voorzitter. Hiermee presenteert GroenLinks zich als een partij van uitsluiting en discriminatie. Hoe moet zo'n partij nu een onafhankelijke senaatsvoorzitter gaan geven? Of misschien loopt meneer Ganzevoort zelf wel het risico om geroyeerd te worden, bijvoorbeeld als hij de PVV te veel ruimte geeft in het debat. Ik hoor graag een reactie van meneer Ganzevoort.

Ik wou het hierbij laten. Dank u wel, voorzitter.

De tijdelijke voorzitter:

Dat is prima. Uw spreektijd was ook voorbij.

Namens de fractie van de SP is het woord aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil ook alle vier de heren — inderdaad, mevrouw Bredenoord — danken voor de kandidaatstelling. Ik wens hun alle vier veel succes.

Ik heb een aantal vragen die ik eigenlijk zo'n beetje allemaal wil richten aan alle leden die zich gekandideerd hebben. Als eerste de vraag over het spotlicht waarin wij als Kamerleden voortdurend staan, en ook over de discussie die er continu is rondom integriteitskwesties en de schijn van belangenverstrengeling. Dit geldt natuurlijk voor de senatoren; we hebben daar de integriteitscommissie voor. Maar het geldt nog meer voor de Kamervoorzitter. Het geldt niet alleen voor zijn eigen integriteit, maar ook voor de voelsprieten voor mogelijke integriteitsinbreuken door de leden van deze Kamer. Mijn vraag is daarom: acht u zichzelf van onbesproken gedrag? En denkt u dat u de voelsprieten heeft om ervoor te zorgen dat u anderen, die mogelijkerwijs te maken hebben met inbreuk op de integriteit, daarop kunt wijzen?

Mijn volgende punt is al genoemd bij de heer Ganzevoort en de heer Bruijn. Voor dit werk staat tweeënhalve dag, maar Voorzitter ben je twenty-four seven, zeg ik in goed Nederland. Hoe denkt u dit in te gaan passen binnen eventuele nevenactiviteiten? U kunt namelijk niet tegen de parlementsvoorzitter van Italië zeggen: sorry, ik kan op woensdag nooit vanwege andere activiteiten. Bovendien is dit ook een behoorlijk internationale baan. Dat heeft de vorige Voorzitter neergezet. Het is met name een internationale baan, omdat de Voorzitter van de Tweede Kamer daar weinig mogelijkheden toe ziet. Denkt u deze lijn door te zetten? En hoe denkt u dat dan te combineren met die nevenactiviteiten?

Mijn volgende vraag is al gesteld, maar ik stel hem nog een keer. Hoe gaan we van u zien dat u Voorzitter bent van álle fracties, ongeacht de politieke lijn? En hoe zult u zich opstellen tegenover verzoeken van de regering die direct passen in de agenda van de Kamer, of die staatsrechtelijk curieus zijn? Welk belang prevaleert dan? Dat van de Kamer of dat van de regering?

Mijn laatste vraag. Wat is uw visie op de renovatie en de rol die wij in deze renovatie hebben? Hoelang gaan we vasthouden aan het feit dat we hier een groot, megalomaan bouwproject aan het optuigen zijn? Of kunnen we ook dit geheel gaan faseren? Gaan we dit uitstellen, of gaat de Eerste Kamer al aan de slag?

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Gerkens. Vanuit de fractie van de ChristenUnie spreekt mevrouw Bikker.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Het is absoluut een genoegen om deze enkele uren onder uw leiderschap door te brengen, voorzitter. Maar aan al het goede komt een eind.

(Hilariteit)

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

En tegelijk staan er ook vier goede kandidaten klaar. Wie weet, zet het goede zich uiteindelijk ook wel weer voort, voorzitter. In die hoop wil ik enkele vragen stellen, terwijl ik de vier kandidaten dankzeg die zich hier zojuist gepresenteerd hebben. Voor mijn fractie was die pitch belangrijk bij de afweging welke kandidaat wij uiteindelijk zullen kiezen. Ik voeg nog enkele vragen toe aan de vragen die voor mij zijn gesteld.

De heer Bakker zei in zijn pitch dat hij wil streven naar continue verbetering van de bijdrage van onze Kamer aan het debat en ook aan het stelsel als geheel. Ziet hij al verbeteringen? Op welke punten ziet hij die voor zich? Eigenlijk zou ik die vraag aan alle vier de kandidaten willen stellen. Welke verbeteringen vindt u dat er in dit huis nodig zijn? Of vindt u het juist belangrijk om de gang van zaken zoals die nu is, zo te laten gaan? Kunt u daar wat op reflecteren, om het meteen maar in de woorden van deze Kamer te gieten?

Verder heb ik van alle vier de kandidaten nog wat minder een visie gezien op de rol van Voorzitter juist in de externe representatie van deze Kamer in de maatschappij, en met name in contacten met de media. Wat heeft u daarbij voor ogen en hoe zult u daarin deze hele Kamer vertegenwoordigen?

Aan de heer Beukering heb ik nog de volgende vraag. Waar zit meneer Beukering? Ik heb de neiging om naar rechts te kijken, omdat het grootste deel van uw fractie rechts van het spreekgestoelte zit, maar u zit links ervan. Uw partij heeft tijdens de verkiezingen gesproken over het partijkartel. Hoe wilt u Voorzitter zijn van mensen, leden, over wie uw partij zich uitspreekt als behorend tot het partijkartel? Zijn het voor u unieke leden, of blijven zij toch ergens horen bij het partijkartel?

Ten slotte is voor onze fractie de vraag belangrijk die al veel is gesteld over de nevenfuncties van een aantal van de kandidaten. Hoe zullen zij dat qua tijdsbesteding invullen? En zullen zij ook nevenfuncties opzeggen?

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker. Namens de fractie van de Partij voor de Dieren spreekt mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik dank de vier kandidaten namens de Partij voor de Dieren voor hun kandidatuur, en ik wens ze alle goeds.

De nieuwe Voorzitter wordt verantwoordelijk voor de renovatie van het Binnenhof. Daarover heb ik een en dezelfde vraag aan alle vier de kandidaten. Vorig jaar is in deze Kamer een motie aangenomen waarin wordt verzocht er zorg voor te dragen dat het Binnenhof na de renovatie, indien redelijkerwijs mogelijk, vrij zal zijn van aardgasaansluitingen, en dat de bronnen van de warmtenetten waarop het Binnenhof is aangesloten, duurzaam zijn en vrij zijn van de uitstoot van broeikasgassen. In het kader van enige spanning tussen het verbindende dat een Voorzitter hanteert, en tegelijkertijd het oog houden op de verschillende politieke achtergronden, is mijn vraag: hoe denken de vier kandidaten om te gaan met de uitvoering van deze motie indien ze tot Voorzitter zijn benoemd?

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Teunissen. Namens de fractie van 50PLUS spreekt meneer Van Rooijen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, dank u wel. Ik dank de vier kandidaten. Hun kandidaatstelling getuigt van lef. Ik sluit mij aan bij de eerder uitgesproken betuigingen van moed en durf.

Voor ons is onafhankelijkheid van de Voorzitter ten opzichte van alle fracties, klein en groot, van eminent belang. Ik heb twee jaar eerder hier als senator ook de vorige Voorzitter al meegemaakt, en uiteraard ook de debatten die onder haar leiding werden gevoerd met alle collega's. Ik ken de sfeer van de Kamer en ik zou hopen dat de sfeer in deze Kamer ook onder de nieuwe Voorzitter is zoals hij was in de periode die ik met de vorige Voorzitter heb meegemaakt.

Volgens mij is heel belangrijk hoe een Voorzitter zich verhoudt tot signalen en wensen van het kabinet. Een van mijn collega's heeft naar net ook al op geduid. Het is belangrijk dat de Voorzitter daar een objectieve en zuivere rol in speelt, zeker gelet op de eigen onafhankelijkheid van de Eerste Kamer. Ik zou graag aan de vier kandidaten willen vragen hoe zij dat zien.

Ik sluit mij aan bij de vragen van collega Ben Knapen over de functie van hoogleraar van de heer Bruijn en van de heer Ganzevoort, respectievelijk in Amsterdam en in Leiden. Daar zijn ook door andere collega's nog vragen over gesteld. Dit is denk ik toch een heel belangrijke vraag, die duidelijk moet worden beantwoord.

Ik sluit mij ook aan bij de vraag van mevrouw Bredenoord of kandidaten die geen Voorzitter worden, wel beschikbaar zijn voor een van de twee vicevoorzitterschappen. Ook mijn fractie en ik zouden daar een duidelijk antwoord op willen hebben.

Ik ken de collega's Bruijn, Backer en Ganzevoort uiteraard uit mijn vorige periode. De heer Beukering kende ik nog niet. Ik waardeer het bijzonder dat hij het lef heeft gehad om als nieuw gekozen senator hier in de arena te treden. Dat vergt extra lef. Ik heb alleen nog aan hem een vraag. Die moet ik echt wel stellen, hoewel het maar om een van de aspecten in het profiel gaat. Hoe taxeert hij of hoe schat hij in dat hij als nieuw lid van deze senaat omgaat met de parlementaire ervaring? We moeten allemaal beginnen; dat gold voor mezelf ook in welke functie dan ook, dus we kunnen hem dat niet negatief toeschrijven. Wat niet was, dat is niet, maar het is wel belangrijk voor ons om te weten of hij daar ook hier goed mee kan omgaan, gelet op zijn ervaring in allerlei functies.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Vanuit de fractie van de SGP meneer Schalk.

De heer Schalk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ook ik heb veel respect voor de vier kandidaten en heb geconstateerd dat het vier mannen zijn. Sommigen leken dat te betreuren. Ik moet hun eerlijk bekennen dat het ook vanuit mijn fractie niet mogelijk is gebleken om een dame naar voren te schuiven.

(Hilariteit)

De heer Schalk (SGP):

Iets serieuzer zou ik willen zeggen dat we aan het einde van deze middag, dus zo meteen, niet één winnaar en drie verliezers hebben, maar drie Kamerleden en een Kamerlid dat ook Voorzitter is.

Het is niet gemakkelijk om na de hele serie vragen nog een nieuwe vraag te bedenken, maar ik heb dat toch geprobeerd. Ik stel die vraag meteen aan alle vier tegelijk. Wij spreken hier over respectvol omgaan met elkaar en dergelijke. Dat hebben de kandidaat-Voorzitters trouwens ook allemaal gedaan. Maar dat is best een spannende situatie, omdat de verruwing in de samenleving merkbaar, soms voelbaar en heel af en toe ook hoorbaar is in de Kamers. Ik spreek over de "Kamers", meervoud. Mijn vraag zou zijn: hoe gaat een Voorzitter om met bijvoorbeeld persoonlijke beledigingen hier in dit huis, dus van mensen die zich wel kunnen verdedigen, van mensen buiten dit huis, die zich hier niet kunnen verdedigen, of zelfs van God, die zich niet hoeft te verdedigen? Hoe ziet u uw rol in dezen?

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan, tot slot, vanuit de Onafhankelijke Senaatsfractie de heer Gerbrandy.

De heer Gerbrandy (OSF):

Dank u wel, voorzitter. Dit is mijn "maidenvraag" aan vier goede kandidaten. "Onafhankelijkheid", is gezegd, en "vertrouwen". Die onafhankelijkheid ligt mij, want ik ben de Onafhankelijke SenaatsFractie. Ik zou de nieuwe Voorzitter de volgende vraag willen stellen. Heel Nederland heeft vaak het beeld dat het zich hier in Den Haag afspeelt, het hier geregeld wordt. Maar Nederland is veel groter: we hebben de Caribische eilandengemeenten, maar we hebben ook Zeelánd, Frieslánd en ook Zuid-Hollánd, maar dat weten we al. In de Randstad en het Randland wonen mijn kiezers. Ik ben vertegenwoordiger van 34% van alle kiezers als ze de kans krijgen om bij de gemeenteraadsverkiezingen lokaal of regionaal te stemmen. Deze mensen willen aandacht hebben. Ik wil aan alle vier de kandidaten vragen hoe zij het boegbeeld, het gezicht van de Eerste Kamer, kunnen uitdragen naar de periferie van ons land.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Gerbrandy. Naast Zeelánd en Frieslánd hebben we natuurlijk eerst en vooral Brá-bant.

(Hilariteit)

De tijdelijke voorzitter:

Maar die opmerking was niet relevant. Relevanter zijn de reacties van de vier kandidaten. Hoewel een redelijk spervuur van vragen is afgevuurd, stel ik toch voor dat u zich bij de beantwoording tot een minuut of vijf beperkt. Ik geef als eerste het woord aan de heer Backer.

De heer Backer (D66):

Voorzitter. Ik zal proberen de vragen te beantwoorden in de volgorde waarin ze zijn gesteld.

Mevrouw Rookmaker vroeg mij namens Forum om afstand te nemen van een uitspraak. Nu zou ik haar eigenlijk meteen willen voorhouden dat wij dit in deze Kamer niet aan elkaar moeten vragen, omdat wij als Kamer ons eigen wetgevingsprogramma hebben. Er worden aan de overzijde door bevriende politici en anderen allerlei uitspraken gedaan, maar hier gaat het om ons eigen werk, onze eigen intentie en hoe wij ons tot elkaar verhouden. Tot de fractie van Forum voor Democratie, qua kiezers de grootste fractie in dit huis, verhoud ik mij als volgt: wij gaan constructief samenwerken. Zo heb ik dat de afgelopen weken ook moeten doen. Ik heb geen oordeel over de inhoud van uw programma. Als Voorzitter probeer ik alle partijen de ruimte te geven. Daar past geen afstand nemen en daar past ook geen omhelzing. Ik denk dat dat de situatie is. Iedereen is mij even lief.

Hiermee kom ik op de vragen van de heer Rosenmöller. Natuurlijk heb ik politieke voorkeuren en is in mijn eigen politieke hart niet iedereen mij even lief; in deze functie wel, anders functioneert het niet. Dat heb ik hier de afgelopen weken gezien en kunnen ervaren. U vroeg naar de onafhankelijkheid en de oppositie versus de coalitie. Dat ligt toch veel genuanceerder dan het ons altijd wordt voorgesteld. Er zijn namelijk ook initiatiefwetten. Verder heb ik vaak genoeg meegemaakt dat collega's aan de overkant voor het coalitieakkoord hadden getekend en een wetsvoorstel hadden gesteund en wij daar hier toch anders over dachten. Ik heb zelf in een fractie gezeten die in de eerste vier jaar collega's in de oppositie had en vervolgens in de constructieve oppositie. Nu vormen de collega's een regeringsfractie. En in al die drie situaties kunnen we werken met verschillende meerderheden. De manier van werken is hier dat als je begint met een inhoud, er later een politieke afweging komt. Ik heb in verschillende debatten uiteindelijk andere standpunten ingenomen dan mijn collega's aan de overkant, ook soms als het ertoe deed. Dat deed ik dus niet alleen als het veilig was, maar ook als het beslissend kon zijn.

Er zit ook een andere kant aan. Wij weten namelijk allemaal dat in de procedure ook politiek kan zitten. Wij moeten elkaar daarin fair behandelen. Ook degenen die gelieerd zijn met de oppositie aan de overkant, moeten zich realiseren dat hier uiteindelijk wetgeving moet worden gemaakt. We moeten dus niet in de procedurele kant oplossingen zoeken om iets te blokkeren. We hebben heel goede voorbeelden van vraagstukken waarbij we dat altijd weten te overkomen. Die vraagstukken staan soms op de agenda en dan weten we elkaar altijd te vinden.

"Ondervoorzitter?", vroeg mevrouw Bredenoort. Nee. Ik heb dat vier jaar gedaan; dat is mooi geweest. Ik ben nu kandidaat voor dit voorzitterschap. Iedereen heeft de moed van ons kandidaten geprezen om ons beschikbaar te stellen. Ja, als je dat niet durft, ben je ook geen Voorzitter.

Over de andere functies. Ik heb hier een jaar lang in loondienst gewerkt. Ik heb dat als moeilijk ervaren, omdat er dan toch een hiërarchische verhouding is, ook in de tijdsindeling. Sinds 2012 ben ik zelfstandig en dat bevalt me uiterst goed. En daarom kan ik ook de beschikbaarheid hebben die ik heb.

Mevrouw Vos vroeg naar het belang van continuïteit. Ik denk dat er twee elementen in zitten, ten eerste het procedurele, dus hoe dingen gaan. Het is fijn als je weet hoe het gaat, zeker als Voorzitter, en welke varianten zich in het debat kunnen voordoen: orde, moties, interventies. Ten tweede heb je het inhoudelijke element. We hebben vanochtend weer het AOW-debat gehad. Ik moet me dan betrachten om niet iets inhoudelijks te zeggen, terwijl ik zelf een AOW-debat en een pensioendebat heb gevoerd, ook over de rekenrente en al die dingen meer. Het helpt als je inhoudelijk begrijpt waar een aantal onderwerpen overgaat. Ik heb hier een heleboel onderwerpen behandeld, maar treed daar niet in. U hebt allen ervaring als voorzitter. Het helpt gewoon als je weet waar het onderwerp over gaat.

Maar de rol van de Voorzitter is het bewaken van de onafhankelijkheid en de continuïteit. En van de integriteit, in antwoord op een vraag van mevrouw Faber hierover. We hebben samen in de Tijdelijke commissie integriteit gezeten, we hebben ook allerlei varianten de revue laten passeren, dat wordt werkende weg gedaan. In de komende periode zal de Voorzitter daarin een belangrijke rol hebben, als het gaat om de adviesfunctie en de HC. Daarin moet hij pal staan voor integriteit, maar hij zal ook pal moeten staan voor de ingewikkelde afwegingen die gemaakt worden. Want vaak zijn er al berichten in de pers en dan is het volgens de media al helemaal mis. Dat hoeft in de praktijk helemaal niet zo te zijn, als je het uitwerkt.

Dan de HC en de ondervoorzitters. Mag ik er één ding over zeggen: ik hoop wel dat het een naar alle maatstaven divers samengestelde Huishoudelijke Commissie gaat worden. De SP vroeg naar spotlights en onbesproken gedrag. We hebben in onze eigen politieke vereniging een procedure: als je je kandideert voor een dergelijke functie moet je daarvoor zeer uitgebreid je hele doopceel lichten. Dat heb ik ook gedaan. We hebben alles weer bekeken: zijn er dingen waarop je mogelijk kunt worden bekritiseerd? Die zijn er niet, die zijn er niet.

De tijdelijke voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Backer (D66):

Ja, ik ga afronden. Aan de renovatie zou ik apart vijf minuten kunnen wijden. Dan zou ik de vraag van mevrouw Faber kunnen beantwoorden. Fasering is, denk ik, nu niet meer aan de orde. We zullen het zien, we zijn het zelf eens geworden over het voorlopige ontwerp, maar er komen nog een heleboel fases. Dus ik denk dat wij de gelegenheid krijgen om dat onderwerp nog te bespreken. Dat geldt ook voor de uitvoering van de motie. Of een motie wordt uitgevoerd, is uiteindelijk aan de Kamer en in dit geval ook de regering. De sanctie op het niet-uitvoeren komt weer hier terug. Wat gaan wij dan doen?

Voorzitter. Ik moet afronden. De vraag van mevrouw Bikker kan ik niet laten liggen, als u mij toestaat. Dan geeft u de anderen ook nog een minuut extra.

De tijdelijke voorzitter:

Ja, dat kunnen we afspreken.

De heer Backer (D66):

Geef ik u nog een advies!

De tijdelijke voorzitter:

Maar dan moet u wel snel zijn!

De heer Backer (D66):

Wat kan beter? Ik denk dat wij het kennispotentieel in de samenleving veel beter kunnen benutten. Er zijn kennisinstituten, universiteiten, die wij veel dichter bij ons kunnen halen om daaruit te putten. Ik denk dat we de Europese wetgeving niet goed genoeg doen. Daar kunnen we verbetering in aanbrengen. Ik vind dat we de uitvoerbaarheidstoets beter kunnen doen, en ik denk — reagerend op de vraag van de heer Gerbrandy — dat wij de banden met de provincies ontzettend verwaarlozen. De vorige Voorzitter had plannen om in diverse provinciehuizen te gaan vergaderen. Misschien kunnen we dat doen als we tijdelijk behuisd zijn. In ieder geval wil ik als Voorzitter in elk geval één keer op bezoek bij elke provincie.

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Backer. Dat betekent dat de volgende sprekers ook wat ruimer de tijd krijgen, maar niet ruim. Meneer Beukering, u hebt het woord.

De heer Beukering (FvD):

Dank u wel, voorzitter. Dank u wel, collega's. Geweldige vragen. Het zijn er nogal wat en ik moet tempo maken. Maar goed, dat ben ik wel een beetje gewend, dus dat is niet erg.

Ik probeer ze te behandelen in de volgorde van de sprekers. De vraag van de heer Knapen, die hij een Lärmfrage noemde, ging over de functie van dit huis om het kabinet eventueel naar huis te sturen. Nou, daar kan ik heel kort over zijn: als ik Voorzitter word van deze Kamer zal ik daar niet aan meedoen. Deze Voorzitter zal onpartijdig, onafhankelijk en neutraal zijn, en die speelt daarin geen rol. Die moet zich daar ver van houden. Het debat vindt plaats op andere locaties, en daar hoef ik als Voorzitter niet verder op in te gaan.

De heer Rosenmöller vroeg wanneer en waarom ik lid ben geworden. Dat was een paar jaar geleden. Een kennis van me zei: hé, je woont nou op Scheveningen; je gaat toch geen hond kopen en als een ouwe man je dagen slijten langs de kust met die hond? Ik denk: nee, dat ga ik niet doen, ik voel me nog veel te goed, veel te energiek. Toen ben ik me gaan verdiepen in de politiek. Ik ben in mijn jeugd lid geweest van de VVD, welk lidmaatschap ik heb opgezegd toen er zo indringend werd bezuinigd op Defensie. Daar heb ik echt afstand van moeten nemen. Toen ik de partijprogramma's naast elkaar legde, ben ik terechtgekomen bij Forum voor Democratie. Wat mij met name enorm aansprak, is de vernieuwing, is het openbreken van de ramen. U vroeg of, als ik het word, het kartel is doorbroken. In die vraag zit eigenlijk al een beetje ingesloten dat het kartel bestaat. Maar als je Voorzitter bent, sta je daarboven. Daar heb je het kartel niet mee gebroken, maar sta je er gewoon boven.

De SP vroeg hoe we omgaan met het in de spotlights staan. Ik denk dat dit mooie huis de komende tijd vaak in de spotlights gaat staan. Die rol staat vaak ter discussie. De commissie-Remkes heeft er ook allerlei dingen over gezegd. Ik denk dat wij daar met z'n allen over van gedachten gaan wisselen. Het is dus helemaal niet erg om de spotlights te staan, want we hebben ook niks om ons voor te schamen.

Het antwoord op de vragen over mijn nevenactiviteiten is heel simpel: ik heb één heel kleine nevenactiviteit, een adviseurschap. Maar daarover heb ik donderdag een gesprek en ik denk dat ik dat beëindig, om dan nog meer tijd vrij te hebben voor de werkzaamheden hier van deze Kamer.

De vraag over de renovatie van dit huis, hoe we dat gaan doen en wat de voorkeur heeft. Ik denk dat het de voorkeur heeft om het in fases te doen. Ik denk dat het niet handig is om in één keer alles tegelijk te willen doen. Maar ik zal me ervan moeten laten overtuigen dat dat niet zo is. Ik heb geleerd "Petit à petit, l'oiseau fait son nid", je doet het stapje voor stapje. Waarom in één keer alles overhoop? Het zou verstandig zijn om het anticyclisch te doen. De hele bouwmarkt is behoorlijk overspannen, dus als we dat nu wat gaan faseren en temporiseren, zou dat misschien best wel goed uitkomen en de prijs ook nog kunnen drukken.

Door de ChristenUnie, mevrouw Bikker, werd de vraag gesteld welke verbeteringen er nodig zijn in dit huis. Daarvoor zit ik er nog te kort. Het zou wel heel arrogant zijn om nu al aan te geven welke verbeteringen nodig zijn. Maar ik heb niet voor niets deze mooie stropdas om, waar een ander verhaal aan vastzit, wat ik nog wel eens zal vertellen. Ik wil niet als een olifant door de porseleinkast gaan. Ik denk dat dit huis heel respectabel en netjes is, en zo ook met elkaar omgaat. Daar moeten we aan vasthouden.

Iemand heeft gevraagd hoe wij omgaan met persoonlijke beledigingen en hoe de Voorzitter dan optreedt. Als ik dat ben, ben ik daar heel simpel in: dan stap je bij mij over een drempel. Ik zei altijd tegen mijn mensen waarmee ik bij Defensie heb samengewerkt: je mag van mij elke fout maken, ik zal zelf ook zeker fouten maken, dat heb ik al gedaan, maar er is één type fout die niet mag worden gemaakt, ook niet in dit huis als ik hier Voorzitter ben, en dat is een mentaliteitsfout. Een mentaliteitsfout maak je als je iemand beledigt, en dat is niet acceptabel. Dus dat is voor mij heel simpel.

Dat ik tijd genoeg heb, heb ik aangegeven. Op de vraag van mevrouw Bredenoord of ik mij zal kandideren als ondervoorzitter is het antwoord simpel: nee. Dat is niet alles of niets, maar ik zit ook in de Staten van Zuid-Holland voor Forum, wat me ook dierbaar is. Daar heb ik bijna 13.000 voorkeursstemmen gehad. Dus als ik geen Voorzitter word, dan kies ik ervoor om in de senaat te blijven, maar tevens ook in de Staten van Zuid-Holland en me niet te kandideren als ondervoorzitter. Dan weet u dat ook gelijk van mij.

Mevrouw Vos vroeg mij of ik gesproken had met de slachtoffers van de MH17. Dat heb ik niet gedaan. Ik heb ze ook helemaal niet willen beledigen of wat dan ook. Ik onderschrijf nog steeds alle conclusies van het JIT. Dat ik meneer Naftaniel heb gesproken, is gewoon gelegen in het feit dat iemand in mijn kennissenkring zijn telefoonnummer had, zodat ik hem vrij eenvoudig kon benaderen. Hij is het langst voorzitter van het CIDI geweest. Hij is voor mij ook altijd een boegbeeld geweest. Nog steeds is hij heel actief in de Joodse gemeenschap. Daar zit verder niets anders achter.

U vroeg ook naar de traditie of de ervaring: wat is voor u het belangrijkste? Ik zei altijd: kwaliteit is inzet, maar ook motivatie. Daar kun je allerlei dingen van maken. Ik denk dat het om de kwaliteit van de kandidaten gaat. Ik heb gezien dat we geweldige kandidaten hebben en dat moet de voorkeur hebben. Ik heb in mijn pitch gezegd: traditie is mooi, die kun je respecteren, maar ik vind het helemaal terecht dat u, als mijn collega's, kiest wie uw Voorzitter wordt. Zo hoort dat. Dat gaat voor.

De tijdelijke voorzitter:

Wilt u gaan afronden?

De heer Beukering (FvD):

Ja. Even kijken. Ik geloof dat ik de vragen allemaal heb gehad, voorzitter.

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Beukering. Ik geef het woord aan de heer Bruijn.

De heer Bruijn (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de collega's voor de interessante en vaak terechte vragen.

Ik begin met mevrouw Rookmaker. Onafhankelijkheid en te veel van één partij. Ik zou bijna zeggen: van sommige partijen kun je nooit te veel hebben. Maar aangezien ik hier als onafhankelijk kandidaat sta, zal ik dat niet zeggen. U zult het ongetwijfeld ook vinden, maar we staan hier niet om baantjes te verdelen. Dat zou bijna op een kartel gaan lijken. We staan hier om een Voorzitter te kiezen en daar hoort niet bij dat we gaan kijken welke partij welke functies al heeft en welke partij nu recht op een functie heeft. Ik vind niet dat we onszelf langs die meetlat moeten leggen. Ik ben er dus ook niet mee bezig. Ik sta hier ook niet namens een partij. Daar begint mijn onafhankelijkheid als uw, hopelijk, aankomend Voorzitter.

De heer Knapen had het over nevenfuncties en tijd. Ook een aantal andere collega's hebben daar vragen over gesteld. Dat is natuurlijk een heel belangrijke vraag. Inderdaad is het zo dat een deel van de kandidaten, waaronder ik, nog een andere hoofdfunctie hebben. Ik heb in de afgelopen 6,5 jaar gevoeld dat het heel belangrijk en goed is om, naast de functie hier, elders in de samenleving met één been in de realiteit te staan. Ik denk dat dit voor de Voorzitter ook geldt. Ook onze vorige Voorzitter had diverse functies. Dat neemt niet weg dat je natuurlijk altijd prioriteit moet geven aan het werk hier, zowel in tijd als in aandacht. In het profiel staat dat we spreken over vijf, zes dagdelen per week. Daar kan ik ruimschoots aan voldoen. Als er meer nodig is, kan ik er ook aan voldoen, want ik heb hierover gesproken met mijn werkgever. Hij heeft zelfs in onze cao van de UMC's een speciale voorziening die erin voorziet dat er net zo veel tijd vrijgemaakt kan worden als nodig. Daarbij helpt het ook dat het voorzitterschap van deze Kamer een betaalde functie is. Je hoeft er in die zin dus ook niet op achteruit te gaan. Mijn kinderen zullen nog steeds kunnen eten, ook als ik heel veel tijd besteed aan het Eerste Kamervoorzitterschap, wat ik natuurlijk hoop te gaan doen.

De heer Rosenmöller vroeg iets over lid worden van een partij. Ik heb u al iets verteld over mijn jeugd. Ik heb al iets gezegd over de maatschappelijke betrokkenheid van mijn vader als ondernemer, van mijn ouders in de wereld. Zij hebben de oorlog meegemaakt. Ik ben vroeg, naast mijn studie en werk, geïnteresseerd geraakt in de maatschappij. Ik ben vroeg in mijn studententijd lid geworden van een partij. Bij ons thuis ging het vaak over vrijheid, het ging vaak over democratie. Als je dan niet al te diep nadenkt, kom je natuurlijk vanzelf bij een bepaalde partij uit waarbij dat ook in de naam staat. Ik heb me daar altijd heel erg thuis gevoeld, maar ook met volledig respect voor alle andere partijen die natuurlijk ook heel vaak normen en waarden met elkaar delen. Ook nu zeg ik erbij: ik sta hier niet als kandidaat namens een partij. Ik noem die partij dus ook niet, maar u kunt wel raden welke het is.

De vraag over de positie van de Eerste Kamer is een heel belangrijke vraag van de heer Rosenmöller. Natuurlijk staat de Eerste Kamer vaak onder druk. Ik heb dat ook vaak gezien: onder tijdsdruk of onder inhoudelijke druk van een kabinet. Belangrijk is dat deze Kamer een onafhankelijke Kamer is, gefundeerd in het staatsrecht. Wij moeten ons richten op onze hoofdtaak en dat is het beoordelen van wetsvoorstellen op kwaliteit, op rechtmatigheid, op uitvoerbaarheid en op inpasbaarheid in Europese regelgeving. Alle andere dingen die ons overkomen, zijn daar secundair aan. Dat geldt in het bijzonder voor de Voorzitter. Aan de andere kant is er natuurlijk altijd begrip voor het belang van een bewindspersoon die zijn wetsvoorstel graag snel of juist heel langzaam behandeld wil hebben. Daar zullen we met de nodige hoffelijkheid mee omgaan, maar vooropstaat de kwaliteit van het werk. Die kost soms tijd. Ik meen dat we in mijn voorgangster een heel goed voorbeeld gezien hebben.

Mevrouw Bredenoord maakt zich zorgen over mijn toekomst, mocht ik vandaag niet gekozen worden. Ik deel die zorg niet. Ik vind eigenlijk dat we daar vandaag niet mee bezig moeten zijn. Er zitten hier ook leden die zich nog niet kunnen kandideren als ondervoorzitter. Als we die campagne nu al gaan starten, zou dat een voordeel zijn voor degenen die dat wel kunnen. Bovendien ben ik er niet mee bezig. Ik sta hier vandaag als kandidaat-voorzitter en ik heb de ambitie om dat te worden.

Mevrouw Bredenoord vroeg ook naar de tijd. Ik denk dat ik die vraag al beantwoord heb.

Mevrouw Vos zei dat er niet altijd een dokter in de zaal is. Het is zo dat de woordvoerders niet altijd in de zaal zijn. De enige die er altijd zijn, zijn de Griffier — ik denk zo'n beetje de belangrijkste — en de Voorzitter. De Voorzitter is altijd in de zaal. Als u het belangrijk vindt — dat vindt u kennelijk, want anders had u die vraag niet gesteld — dat er altijd een dokter in de zaal is, stem dan op Bruijn, zou ik zeggen. Dat is de enige manier om het te garanderen. Ik ben blij met uw steun en die van uw hele fractie.

(Hilariteit)

De heer Bruijn (VVD):

Mevrouw Faber had het over onafhankelijkheid. Ik denk dat ik die vraag al beantwoord heb. Ik wil er graag nog wat dieper op ingaan, want het is een belangrijke, volkomen terechte, vraag. De Voorzitter van deze Kamer móet onafhankelijk zijn. Ik verwijs graag naar mij cv, waarin u kunt zien dat ik vaak voorzitter ben geweest van allerlei gremia, waar onafhankelijkheid totaal onmisbaar was.

Ik pik er een uit die ik zelf erg leuk vond: formateur in Rotterdam. Dat was nadat ik het mooie werk van de informateur mocht overnemen, een heel belangrijke functie trouwens die GroenLinks indertijd, een jaar geleden, is toegekend. Over baantjes verdelen gesproken ... Dat was heel gemakkelijk, want het informateurschap was goed gedaan. Als je als formateur in Rotterdam, of Leidschendam-Voorburg want daar was ik het ook, niet totaal onafhankelijk bent, dan houd je dat maar heel kort vol, want er zitten heel kritische fracties, waaronder de PVV-fractie. Ik meen daarmee aan te tonen dat ik onafhankelijk Voorzitter kan zijn, los van het feit dat ik het ook heel leuk vind om dat te doen. Het is een kwestie van de knop omzetten.

Mevrouw Bikkers vroeg naar het stelsel en wat hieraan verbeterd kan worden. Eén ding hebben we heel duidelijk zelf al geagendeerd, en dat is integriteit. Dat wil niet zeggen dat het niet in orde was met de integriteit, maar we hebben met de vorige Kamer aanleiding gezien om dat hoog op de agenda te zetten en om het Reglement van Orde erop aan te passen. We gaan nu aan de slag met de uitrol van onze nieuwe integriteitscode. We gaan kijken of we een externe vertrouwenspersoon kunnen aanstellen. We gaan er twee keer met elkaar over praten. Als het goed is, hebben we allemaal op de website meer inzage gegeven in de aard van onze nevenfuncties. Als het niet zo is, roep ik u op om het snel te doen. Kennelijk zien we allemaal dat er iets te verbeteren valt. Ik denk dat dit een belangrijk en actueel antwoord is op uw vraag, naast natuurlijk de ondersteuning voor kleine fracties, wat ook altijd een heel belangrijk aandachtspunt is. Daar gaan we het ook vaak over hebben, zeg ik tegen sommigen, waaronder de heer Gerbrandy.

Dan kom ik nog even op het punt van de heer Schalk over de persoonlijke belediging. Daar heb ik maar één woord voor: onacceptabel. Onacceptabel binnen dit huis, onacceptabel buiten dit huis, onacceptabel overal. Ik kan er verder eigenlijk niets over zeggen. Dat geldt voor alle manieren waarop dat gebeurt.

Dan was er nog een vraag over de internationalisering en over reizen. De heer Knapen, mevrouw Bredenoord en mevrouw Gerkens hebben het over tijd gehad, ook in internationaal verband. Ik ben vanuit mijn werk gewend om internationaal te opereren en internationaal te representeren, om contacten te onderhouden. Ik vind dat gewoon ongelooflijk leuk om te doen. In het profiel staat ook iets over talen. Yo parlo Italiano, yo hablo Español, je parle Français, ich spreche Deutsch, I speak English.

De tijdelijke voorzitter:

Wilt u afronden, voordat u een talencursus presenteert?

(Hilariteit)

De heer Bruijn (VVD):

En speciaal voor de heer Gerbandy: Fryslân Boppe, Hollân yn 'e Groppe.

Dank u wel.

De tijdelijke voorzitter:

Nou, is het leuk in deze Kamer of is het niet leuk in deze Kamer?

Tot slot geef ik het woord aan de heer Ganzevoort.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Nu word ik bijna uitgedaagd om in het Indonesisch verder te gaan, maar dat zal ik vandaag maar even niet doen.

Dank voor de vragen. Ik heb geprobeerd om ze een beetje te clusteren, maar ik begin met de eerste vraag van mevrouw Rookmaker. Die heb ik zo verstaan als: waarom steun ik Forum niet, want die heeft toch de meeste kiezers achter zich getrokken? Dat zou een beetje een té partijpolitiek antwoord zijn, denk ik. Ik denk dat de vraag die vandaag voorligt, is: wie denken we dat de beste Voorzitter gaat worden voor deze Kamer? Ik hoop dat ik u daarvan kan overtuigen, maar dat zullen we zien.

Het sluit een beetje aan bij de vraag van mevrouw Vos waarom ik mij kandideer terwijl ik uit een kleine fractie kom. Kijk, klein en groot bestaan niet zo erg meer. Het aardige van deze Kamer is dat je niet een paar grote fracties hebt en een paar kleine, maar dat het eigenlijk een glijdende schaal is van kleiner naar groter. Mijn partij is klein geweest, de fractie waar ik vandaan kom. Maar ik sta hier nu namens mijzelf als een van de 75. Volgens mij is dat de grootste fractie hier en ik hoop dat we het kunnen waarmaken. Het is ook goed, denk ik, dat we wat dat betreft niet alleen maar kijken naar de vertegenwoordiging, maar juist naar wie we met elkaar zijn.

Er zijn ook vragen gesteld, en die trek ik mij natuurlijk zeer aan, over de beschikbaarheid. Het is zeker waar dat ik een aantal dingen naast elkaar doe. Ik heb dat altijd gedaan en ik hoop dat mijn leven lang te blijven doen, maar die beschikbaarheid is natuurlijk wel een belangrijk punt. Dat is ook de reden dat ik bij mijn hoofdtaak die ik aan de universiteit heb, besproken heb wat er mogelijk is om in mijn taken te schuiven, om een aantal dingen over te dragen, waardoor er ruimschoots tijd beschikbaar is en met name flexibiliteit, want ik denk dat dat belangrijker is. Er zijn nog een aantal taken, want ik ben daarbuiten nog toezichthouder. Op het moment dat ik Voorzitter wordt van deze Kamer zal ik dat in ieder geval neerleggen. Met elkaar moet er voldoende tijd en vooral flexibiliteit, zeg ik nog een keer, beschikbaar zijn.

Wanneer en waarom ben ik lid geworden van de partij waar ik lid van ben? Dat is ongeveer tien jaar geleden. Wat mij trok en wat mij bezighield op dat moment en eigenlijk nog steeds, is de vraag naar je idealen en naar wat er nodig is in deze samenleving. Wat ik zie, is dat we een samenleving hebben die met polarisatie te maken heeft. Dat raakt ook aan de vraag van de heer Schalk over belediging. We hebben een samenleving die het lastig vindt om met elkaar één visie en één koers te vinden en waarin we zoeken naar manieren om dat te doen. Voor mij is dat een essentieel punt: waar ligt de verbinding in de samenleving, waar vinden we met elkaar weer een gedeeld verhaal voor de toekomst, waar zit de visie? Dat vraagt dus ook om een inhoudelijk politiek debat, om gezamenlijk te zoeken naar dat wat van belang is.

Er was ook een vraag of ik ook kandidaat-ondervoorzitter ben. Ik denk dat dat in ieder geval niet te combineren is met het voorzitterschap, dus daar zie ik van af.

(Hilariteit)

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Ook als iemand anders gekozen wordt als Voorzitter, denk ik dat het voor de diversiteit beter is dat ik er niet als ondervoorzitter bij ga zitten.

Dan was er nog een vraag van mevrouw Faber, en die vertaal ik maar eventjes zo: in welke mate ik ook de ruimte voor samenwerking met de PVV binnen deze Kamer zie. Ik herinner haar er maar aan hoe we dat in KOREL gedaan hebben, de afgelopen jaren. Als voorzitter van KOREL heb ik er steeds voor gezorgd en ruimte gemaakt dat collega's van welke fractie ook, inclusief de PVV, volop participeerden binnen KOREL en ook binnen de delegatie in het Interparlementair Koninkrijksoverleg.

Mevrouw Gerkens vroeg of ik mijzelf van onbesproken gedrag acht. Mijn antwoord is nee, in die zin dat mensen mijn gedrag bespreken. En ik vind dat goed; ik vind het goed dat mensen ons gedrag bespreken, omdat we hier in een transparant huis leven en omdat wat wij doen en wie we zijn er ook politiek toe doet. Ik vind dat uitstekend. Ik ben niet bang voor wat er in de pers over ons gezegd wordt. Ik vind het waardevol dat we tegen een meetlat van het hele land worden gelegd als het gaat om onze integriteit en dat transparantie daarin van groot belang is.

Eigenlijk sluit dat gelijk aan op de vraag van mevrouw Bikker: welke verbeteringen ziet u nog? Ik denk dat wij onderweg zijn en onderweg zullen blijven, onderweg naar meer transparantie, ook als het gaat om onze vergaderingen, bijvoorbeeld, dat we dat technisch meer gaan faciliteren, onderweg naar het meer nadenken en kritischer en zelfkritischer kijken waar onze integriteit ligt; niet alleen omdat wij er zelf van overtuigd zijn dat wij het goed doen, maar ook omdat we dat kunnen laten zien aan anderen, die erop kunnen reageren en daar wat van mogen vinden en dan hebben we ons ook te verdedigen waar dat nodig is. Ik hoop dat we de komende tijd ook zullen leren dat we als Kamerleden elkaar, binnen onze eigen fracties, maar ook over de grenzen van fracties heen, daarop aanspreken. Is het nou verstandig dat je met deze achtergrond, met deze nevenfuncties op dit terrein het woord voert? Ik vind dat we dat soort vragen aan elkaar moeten stellen, zonder politieke bijbedoelingen, maar wel vanuit het belang van deze Kamer als geheel.

Dan was er nog een vraag naar de visie op de externe representatie. Ik vind dat van groot belang, niet alleen ceremonieel. Daar heb ik veel ervaring mee en ook altijd ontzettend veel plezier in. Als decaan is een van mijn grote voorrechten het voorgaan bij academische plechtigheden. De schoonheid van dat ritueel en de gestileerdheid ervan maken het ook mogelijk om daarbinnen een fel academisch debat te voeren. Dat ceremoniële spel vind ik van groot belang en erg mooi om te doen.

Het gaat ook met name om de vraag hoe je in maatschappelijke discussies als vertegenwoordiger een rol kunt spelen. Daarom heb ik de woorden "inspirerend boegbeeld" gebruikt, omdat ik denk dat het inderdaad van belang is dat deze Kamer gerepresenteerd wordt door iemand die op een natuurlijke manier de media te woord kan staan, die zich niet verschanst achter procedurele onduidelijkheden et cetera, maar die in dat debat ervoor wil staan dat wij in Nederland zoeken naar samenhang en naar verbinding, maar ook naar wat precies die waarden zijn die wij met elkaar van belang vinden, bij het elkaar respecteren en het samenwerken voor de toekomst.

Duurzaamheid lijkt mij een essentieel onderdeel, mevrouw Teunissen, als het gaat om de verbouwing. Sober en doelmatig zijn de termen die op dit moment gebruikt worden. Welke vorm daarin van belang is, daarover heb ik niet persoonlijk een heel sterke mening, behalve dan dat het het werk van deze Kamer moet dienen.

Ten slotte vroeg de heer Schalk wat we doen met beledigingen. Ook ik kan daar heel kort over zijn: artikel 94, lid 2; we hebben niet voor niets een Reglement van Orde.

En dan vroeg de heer Gerbrandy nog naar de periferie van ons land. Net zo min als ik geloof dat er kleine en grote fracties zijn, geloof ik dat er een periferie of een kern is. Wij zijn ons land.

Dank u.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Ganzevoort. Dat waren de woorden, we zijn nu aan de daden toe. We gaan over tot de verkiezing van een Voorzitter. Ik zal kort de regels uiteenzetten. Ik ben inmiddels aan mijn vijfde Voorzitter toe, maar de meesten van u zijn aan de tweede of meestal de eerste toe. Het luistert allemaal nauw en het is keurig geregeld in ons Reglement van Orde.

Conform het gestelde in artikel 113 van het Reglement van Orde zal de verkiezing schriftelijk plaatsvinden bij geheime stemming. Ik verzoek ook alle leden om tijdens de stemmingen op hun plaats te blijven zitten.

Om tot Voorzitter te worden gekozen, heeft de kandidaat de volstrekte meerderheid nodig van de geldig uitgebrachte stemmen.

Ik wijs erop dat niet behoorlijk of niet duidelijk ingevulde stembriefjes op grond van artikel 114 van het Reglement van Orde ongeldig zijn. Daar vallen blanco stemmen ook onder. Een geldig uitgebrachte stem is een stembriefje waarop duidelijk niet meer en anders dan de naam van een lid staat.

Ongeldige stemmen, vertel ik u, zijn wel van invloed op de volstrekte meerderheid die nodig is voor het tot stand komen van de keuze die deze Kamer maakt. U hebt dit allemaal natuurlijk begrepen? Dat is het geval.

Indien geen van de kandidaten in de eerste ronde een volstrekte meerderheid haalt, zal een tweede, eveneens geheel vrije stemronde plaatsvinden. Dat houdt in dat u wederom op een van de vier kandidaten als in de eerste stemronde een stem uit kunt brengen. Indien daarbij wederom niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt een derde stemming gehouden over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verenigd achter hun naam.

Voor de goede orde meld ik u dat de mogelijkheid bestaat dat na de tweede ronde een tussenstemming nodig is om te bepalen welke twee kandidaten doorgaan naar de derde stemmingsronde. Mocht zich dat geval voordoen, dan zal ik dat op dat moment nader toelichten.

Ik benoem tot stemopnemers de leden:

  • -de heer Koffeman, die de uitslag van de stemming bekend zal maken;

  • -mevrouw Sent;

  • -de heer Rombouts;

  • -mevrouw Faber.

Ik maak u er ook op attent dat in het College van Senioren afgesproken is dat na de eerste stemronde een korte schorsing zal plaatsvinden.

Dit is allemaal ook duidelijk? Dat is het geval.

Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes rond te delen en de leden het stembriefje in te vullen en dit twee keer dicht te vouwen. Dat moet lukken, hè?

Voor de duidelijkheid meld ik hierbij dat het voor eenieder verboden is om te fotograferen of te filmen tijdens de stemmingen. Dat geldt voor iedereen in de zaal en voor iedereen op de tribune.

Ik stel voor dat ook de camera's op dit moment stoppen met filmen, totdat de stembriefjes zijn opgehaald.

(Er wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.)

De tijdelijke voorzitter:

Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes op te halen en deze te deponeren bij de stemcommissie. Ik verzoek de stemopnemers, de heer Koffeman, mevrouw Sent, de heer Rombouts en mevrouw Faber, plaats te nemen aan de tafel hier in het midden.

De camera's mogen nu weer aan. Ik geef het woord aan de heer Koffeman.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje voor.)

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Koffeman. Kunt u ons de uitslag voorlezen?

De heer Koffeman:

We zijn nog even aan het turven.

De uitslag van de stemming is als volgt. Op kandidaat Backer zijn vijftien stemmen uitgebracht, op Beukering zestien, op Bruijn twintig en op Ganzevoort eenentwintig. Eén stem is ongeldig.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik constateer dat met het aantal van 73 aanwezige leden en één ongeldige stem geen van de kandidaten een volstrekte meerderheid heeft behaald. Dat betekent dat op grond van artikel 116, eerste lid van het reglement een tweede stemming nodig is. Aan die tweede stemming doen opnieuw alle kandidaten mee. Zoals ik al aangekondigd heb, schorsen we deze vergadering eerst voor een tiental minuten.

De vergadering wordt van 15.32 uur tot 15.45 uur geschorst.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel dat u er allemaal weer bent. Vooraleer we verdergaan, deel ik u mee dat in verband met de iets langere duur van de voorzittersverkiezing er een aangepast commissieschema wordt opgesteld, dat na de verkiezing van de Voorzitter via de iPad en via de "Lijst Kees" bekendgemaakt zal worden. Alles schuift dus enigszins op.

Zoals we constateerden, heeft geen van de kandidaten de volstrekte meerderheid verkregen in de eerste ronde. Op grond van artikel 116, eerste lid van het Reglement van Orde is er dus een tweede stemming nodig. In deze tweede ronde doen alle vier de kandidaten opnieuw mee.

Dan verzoek ik de stemopnemers om hun plaats opnieuw in te nemen ... Nee, we gaan eerst stemmen. Ik verzoek de Kamerbewaarder de stembriefjes rond te delen. Ik verzoek de leden om hun stem uit te brengen en het stembriefje wederom twee keer dicht te vouwen. Ik herinner alle aanwezigen aan de afspraak om de filmcamera's uit te schakelen en niet te fotograferen in de zaal of vanaf de publieke tribune.

(Er wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.)

De tijdelijke voorzitter:

Ik verzoek de Kamerbewaarder om de stembriefjes wederom op te halen. Ik verzoek de stemopnemers om wederom aan de tafel in het midden van de zaal te gaan zitten om hun werkzaamheden te hervatten.

De camera's mogen nu weer aan. Ik geef het woord aan de heer Koffeman voor het voorlezen van de stembriefjes.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje voor.)

De tijdelijke voorzitter:

Meneer Koffeman?

De heer Koffeman:

De uitslag van de stemming is als volgt. Op kandidaat Backer zijn 16 stemmen uitgebracht, op Beukering 16, op Bruijn 23 en op Ganzevoort 18. In totaal zijn er 73 stemmen uitgebracht.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel, meneer Koffeman. Ik stel vast dat geen van de kandidaten de volstrekte meerderheid in deze ronde heeft verkregen, zodat er een derde stemronde nodig is. In die derde stemronde is er de keuze tussen de twee kandidaten met het grootste aantal uitgebrachte stemmen in de tweede ronde: de heer Bruijn en de heer Ganzevoort. Vooraleer we tot die derde stemronde overgaan, stel ik een schorsing van tien minuten voor.

De vergadering wordt van 15.57 uur tot 16.07 uur geschorst.

De tijdelijke voorzitter:

Aangezien geen van de kandidaten nog de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt ingevolge de bepaling in artikel 116 van het Reglement van Orde een derde stemming gehouden over de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Dat zijn de heer Bruijn en de heer Ganzevoort. U kunt in deze derde ronde dus uitsluitend stemmen op de heer Bruijn of de heer Ganzevoort. U hebt nu genoeg kunnen oefenen. Ze heten: Bruijn en Ganzevoort. Dat betekent dat andere aanduidingen nu ook als zodanig serieus genomen zullen worden.

Voor de goede orde meld ik u dat wanneer de stemmen bij deze eindstemming staken — je houdt het niet voor mogelijk — ons Reglement van Orde zegt dat er wordt beslist conform artikel 117 van het Reglement van Orde: het lot.

Maar voor we zover zijn, verzoek ik u de camera's wederom uit te zetten. Ik verzoek de Kamerbewaarder wederom de stembriefjes rond te delen en de leden hun stem uit te brengen en het stembrief wederom twee keer dicht te vouwen. De camera's mogen nu weer uit.

(Er wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.)

De tijdelijke voorzitter:

Mag ik de Kamerbewaarder verzoeken om wederom tot het ophalen van de stembriefjes over te gaan?

De stemopnemers verzoek ik wederom plaats te nemen aan de tafel hier in het midden, zodat zij hun werkzaamheden kunnen voortzetten.

Mag ik de stemopnemers wederom verzoeken hun werk te doen? Ik geef het woord aan de heer Koffeman.

(De voorzitter van de stemcommissie leest elk stembriefje voor.)

De tijdelijke voorzitter:

Meneer Koffeman, hebt u de uitslag voor ons?

De heer Koffeman:

Ja. Er zijn 11 blanco stemmen uitgebracht. Er zijn 28 stemmen uitgebracht op de heer Ganzevoort en 34 stemmen op de heer Bruijn.

De tijdelijke voorzitter:

Dank u wel. Dan constateer ik dat de helft van 62 stemmen de absolute meerderheid zou inhouden. Jan Anthonie Bruijn heeft 34 stemmen gehaald. Ik constateer op grond van deze uitslag dat de heer Jan Anthonie Bruijn overeenkomstig het vereiste in artikel 115 van het Reglement van Orde een volstrekte meerderheid heeft verkregen en daarmee is gekozen tot Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Ik feliciteer hem daarmee.

Ik dank de kandidaten die met hem in deze race waren voor hun inzet. Ik dank de leden van de commissie van stemopnemers heel hartelijk voor het volbrengen van hun, dit keer niet zo eenvoudige en best wel spannende, taak.

Ik draag nu de hamer en het voorzitterschap over aan de nieuwe Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal die u straks allemaal in de Hall kunt feliciteren, maar niet dan nadat ik dat als eerste heb gedaan. Mag ik de heer Bruijn verzoeken om hier voor het rostrum te komen?

(Applaus)

Voorzitter: Bruijn

De voorzitter:

Collega's, leden van de Eerste Kamer. Ik dank u zeer hartelijk voor uw grote vertrouwen. Ik dank de leden die op mij gestemd hebben. Tegen de leden die niet op mij gestemd hebben, kan ik zeggen dat ik mijn uiterste best zal doen om ook uw vertrouwen te winnen. Ik dank ook de andere kandidaten met wie ik samen opgetrokken heb in deze procedure, die ik zeer gerespecteerd en gewaardeerd heb. Ik zie uit naar een goede samenwerking met hen in de komende vier jaar. Ik verheug mij op de samenwerking met u, leden en collega's. Ik verheug mij op de samenwerking met de Griffie. Ik verheug mij op de samenwerking met alle leden. Ik dank mijn vader die al 61 jaar op de tribune zit.

Ik schors de vergadering tot kwart voor vijf

De vergadering wordt van 16.23 uur tot 16.49 uur geschorst.

Naar boven